Mijmeren onder de terebint - 19

- Ik zal u dit land geven
 Terebinten der gerechtigheid 

Ontsnappen aan de waan van de dag.- Oplaadstation voor onze geestelijke accu.

De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God,

Schargraven 

Hier vind je alle pagina’s van de ontspannende Terebint studie-serie :

1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21  22  23  24  25  26  27  28  29  30  31  32  33  34  35  36  37  38  39  40  41  42  43  44  45  46  47  48  49  50  51  52  53  (naar begin van deze serie)   (naar de inleiding op deze serie)

(Luister hier eens)

Gen 12:6, 7 en Jesaja 61:3

Een terebint is een boom, die regelmatig in de Bijbel genoemd wordt. Zo slaat Abraham zijn tenten op onder de Terebint Moré. Moré betekent “leraar” en heeft dus met kennis te maken. God leert hem onder deze bomen wie Hij is. En het is goed wonen onder de Terebint, want door zijn dichte bladerdak staat hij bekend om zijn heerlijke, koele schaduw. Kortom, de Terebint is een plek waar we de met elkaar wat willen leren, maar waar we ons ook op een veilige plek bevinden.

Sinds Gen 12:6, 7 En Abram trok het land door tot de plek bij Sichem, tot de terebint More ; en de Kanaanieten waren toen in het land. Toen verscheen de Eeuwige aan Abram en zeide: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. En hij bouwde daar een altaar voor de Eeuwige, die hem verschenen was.

Israël is het land van de Eeuwige. Er is een bijbelse ‘roadmap’ naar vrede. Eén van de onderdelen ervan is de door God ingestelde grenzen te accepteren en te handhaven. Geen vrede zonder bijbelse ‘roadmap’.

Lev. 25:23-28 En het land zal niet voor altijd verkocht worden, want het land is van Mij, en gij zijt vreemdelingen en bijwoners bij Mij. In het gehele land, dat gij in bezit hebt, zult gij lossing voor het land toestaan. Wanneer uw broeder verarmd is en iets van zijn bezitting heeft moeten verkopen, dan zal zijn naaste bloedverwant als losser optreden, en hij zal loskopen wat zijn broeder heeft moeten verkopen. Wanneer iemand geen losser heeft, maar zijn vermogen wordt toereikend, zodat hij verwerft, wat hij voor lossing nodig heeft, dan zal hij de jaren sinds de verkoop in rekening brengen, en wat nog overblijft de man terugbetalen aan wie hij het verkocht heeft, opdat hij zijn bezitting terugkrijgt. Maar indien hij niet verwerft wat nodig is, om hem terug te betalen, dan blijft wat hij verkocht heeft, in het bezit van hem die het gekocht heeft, tot het jubeljaar: maar in het jubeljaar zal het vrijkomen, en hij zal zijn bezitting terugkrijgen.

Landsbelofte voor Israël door God gegeven.

In de bijbel wordt de landsbelofte 47 maal onvoorwaardelijk door God onder ede gegeven tot in eeuwigheid. Er zijn 700 tekstgedeelten in de Bijbel die spreken over de terugkeer van het Joodse volk naar Israël.

Belofe bij Hebron

Gen. 13:18 Daarna sloeg Abram zijn tenten op en ging wonen bij de terebinten van Mamre bij Hebron , en hij bouwde daar een altaar voor de Eeuwige. … 15:18 Te dien dage sloot de Eeuwige een verbond met Abram, zeggende: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven, van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat: …. 17:1-14 Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de Eeuwige aan Abram en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige, wandel voor mijn aangezicht, en wees onberispelijk; Ik zal mijn verbond tussen Mij en u stellen, en u uitermate talrijk maken. Toen wierp Abram zich op zijn aangezicht en God sprak tot hem: Wat Mij aangaat, zie, mijn verbond is met u, en gij zult de vader van een menigte volken worden; en gij zult niet meer Abram genoemd worden, maar uw naam zal zijn Abraham, omdat Ik u tot een vader van een menigte volken gesteld heb. Ik zal u uitermate vruchtbaar maken en u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen. Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn. Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling vertoeft het ganse land Kanaan, tot een altoosdurende bezitting geven, en Ik zal hun tot een God zijn. en Ik zal hun tot een God zijn (nieuwe verbond gekoppeld aan landsbelofte). Voorts zeide God tot Abraham: En wat u aangaat, gij zult mijn verbond houden, gij en uw nageslacht, in hun geslachten. Dit is mijn verbond, dat gij zult houden tussen Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is besneden worde; gij zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat zal tot een teken van het verbond zijn tussen Mij en u. Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: zowel wie in uw huis geboren is, als wie van enige vreemdeling voor geld is gekocht, doch niet van uw nageslacht is. Wie in uw huis geboren is en wie door u voor geld gekocht is, moet voorzeker besneden worden; zo zal mijn verbond in uw vlees zijn tot een eeuwig verbond. En de onbesnedene, de man namelijk, die het vlees van zijn voorhuid niet laat besnijden, die mens zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten: hij heeft mijn verbond verbroken.

Belofte bij Jeruzalem

Gen. 22:2 En Hij zeide: Neem toch uw zoon , uw enige, die gij liefhebt, Isaak , en ga naar het land Moria, en offer hem daar tot een brandoffer op een der bergen die Ik u noemen zal. ….. 17 zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen. 

(lees eens verder over 'Zegen en vloek')


Belofte bij Bethel

Gen. 13:2-4 Abram nu was zeer rijk aan vee, aan zilver en aan goud. En hij ging van de ene pleisterplaats naar de andere, uit het Zuiderland tot bij Betel, de plaats, waar zijn tent in het eerst gestaan had, tussen Betel en Ai, naar de plaats van het altaar, dat hij daar vroeger gemaakt had, en Abram riep daar de naam van de Eeuwige aan…….14-17 En de Eeuwige zeide tot Abram, nadat Lot zich van hem gescheiden had: Sla toch uw ogen op, en zie van de plaats, waar gij zijt, naar het noorden, zuiden, oosten en westen, want het gehele land, dat gij ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altoos geven. En Ik zal uw nageslacht maken als het stof der aarde, zodat, indien iemand het stof der aarde zou kunnen tellen, ook uw nageslacht te tellen zou zijn. Sta op, doorwandel het land in zijn lengte en breedte, want u zal Ik het geven .

Belofte bij Gaza

Genesis 26:1-6 Eens kwam er een hongersnood in het land, behalve de eerste hongersnood, die er geweest was in de dagen van Abraham; en Isaak ging naar Abimelek, de koning der Filistijnen, naar Gerar. Toen verscheen hem de Eeuwige en zeide: Trek niet naar Egypte, woon in het land, dat Ik u zeggen zal, vertoef in dit land als een vreemdeling, dan zal Ik met u zijn en u zegenen, want u en uw nageslacht zal Ik al die landen geven, en Ik zal de eed gestand doen, die Ik uw vader Abraham gezworen heb. En Ik zal uw nageslacht vermenigvuldigen als de sterren des hemels, en Ik zal uw nageslacht al die landen geven, en met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten. Dus bleef Isaak in Gerar.

Genesis 28:10-15 Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. En hij bereikte een plaats, waar hij bleef overnachten, omdat de zon ondergegaan was. En hij nam een van de stenen der plaats, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats slapen. Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder opgericht, waarvan de top tot aan de hemel reikte, en zie, engelen Gods klommen daarlangs op en daalden daarlangs neder. En zie, de Eeuwige stond bovenaan en zeide: Ik ben de Eeuwige, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak; het land, waarop gij ligt, zal Ik aan u en aan uw nageslacht geven. En uw nageslacht zal zijn als het stof der aarde, en gij zult u uitbreiden naar het westen, oosten, noorden en zuiden, en met u en met uw nageslacht zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. En zie, Ik ben met u en Ik zal u behoeden overal waar gij gaat, en Ik zal u wederbrengen naar dit land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik u heb toegezegd.

 Genesis 35:10-15 en God zeide tot hem: Gij heet Jakob; gij zult niet meer Jakob heten, maar Israël zal uw naam zijn. En Hij noemde hem Israël. En God zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige, wees vruchtbaar en word talrijk; een volk, ja een menigte van volken, zal uit u ontstaan, en koningen zullen uit uw lendenen voortkomen. En dit land, dat Ik Abraham en Isaak gegeven heb, zal Ik u geven; en uw nageslacht zal Ik dit land geven. En God voer op van hem ter plaatse, waar Hij met hem gesproken had. En Jakob zette een opgerichte steen ter plaatse, waar Hij met hem gesproken had, een stenen zuil, en hij stortte een plengoffer erover uit en goot er olie op. En Jakob noemde de plaats, waar God met hem gesproken had, Betel.

Numeri 34:2-13 Gebied de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij in het land Kanaan komt, dan zal dit het land zijn, dat u ten erfdeel toevallen zal, het land Kanaan naar zijn grenzen. De zuidkant dan zal zijn van de woestijn Sin langs Edom, en uw zuidelijke grens zal zijn van het einde der Zoutzee in het oosten. Dan zal de grens zich ombuigen van het zuiden naar de Schorpioenenpas en verder lopen tot Sin, en haar eindpunt zal ten zuiden van Kades-barnea zijn en zij zal gaan naar Chasar-addar en verder lopen tot Asmon. Dan zal de grens zich van Asmon ombuigen naar de Beek van Egypte en haar eindpunt zal zijn bij de zee. En uw westelijke grens zal zijn de grote zee en de kust; dit zal uw westelijke grens zijn. En dit zal uw noordelijke grens zijn: van de grote zee af zult gij die trekken naar de berg Hor, van de berg Hor zult gij die trekken tot de weg naar Hamat, en het eindpunt der grens zal bij Sedad zijn. Dan gaat de grens naar Zifron en haar eindpunt zal zijn bij Chasar-enan; dit zal uw noordelijke grens zijn. En als de grens in het oosten zult gij een afbakening maken van Chasar-enan naar Sefam. En van Sefam zal de grens afdalen naar Ribla, ten oosten van Ain; vervolgens zal de grens afdalen en langs de oever van het meer van Kinneret lopen aan de oostzijde. Dan zal de grens naar de Jordaan afdalen en haar eindpunt zal de Zoutzee zijn. Dit zal uw land zijn naar zijn grenzen rondom. En Mozes gebood de Israëlieten: Dit is het land, dat gij elkander door het lot als erfdeel zult toewijzen, hetwelk de Eeuwige geboden heeft aan negen en een halve stam te geven.

De landsgrenzen van Israël zijn door God bepaald.

Exodus 23:25-32 Maar gij zult de Eeuwige, uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw water zegenen en Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen. Geen vrouw in uw land zal een misgeboorte hebben of onvruchtbaar zijn. Het getal uwer dagen zal Ik vol maken. De schrik voor Mij zal Ik voor u uit zenden; Ik zal in verwarring brengen elk volk, waarmee gij in aanraking komt, en Ik zal al uw vijanden voor u doen vluchten. Ook zal Ik hoornaars voor u uit zenden, opdat zij de Chiwwiet, de Kanaäniet en de Hethiet voor u uit verdrijven. Ik zal hen niet in een jaar voor u uit verdrijven, opdat het land geen woestenij worde en het wild gedierte u niet te veel worde. Langzamerhand zal ik hen voor u uit verdrijven, totdat gij zo vruchtbaar wordt, dat gij het land in bezit kunt nemen. En Ik zal u het gebied geven van de Schelfzee tot de Zee der Filistijnen en van de woestijn tot de Rivier, want Ik zal de inwoners van het land in uw macht geven, zodat gij hen voor u uit verdrijft. Gij zult noch met hen noch met hun goden een verbond sluiten. Zij zullen in uw land niet blijven wonen, opdat zij u niet tegen Mij doen zondigen, doordat gij hun goden gaat dienen, want dit zou u tot een valstrik zijn.

Deuteronomium 1:6-10 de Eeuwige, onze God, heeft tot ons bij Horeb gesproken: gij zijt lang genoeg bij deze berg gebleven; begeeft u op weg, breekt op, trekt naar het gebergte der Amorieten en naar al hun naburen, in de Vlakte, op het gebergte, in de Laagte, in het Zuiderland en aan de zeekust, het land der Kanaanieten, en de Libanon tot aan de grote rivier, de Eufraat. Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld; trekt er binnen en neemt bezit van het land, waarvan de Eeuwige aan uw vaderen, Abraham, Isaäk en Jakob gezworen heeft, dat Hij het hun en hun nakroost geven zou. Toentertijd zeide ik tot u: ik alleen zal de zorg voor u niet kunnen dragen. de Eeuwige, uw God, heeft u vermenigvuldigd en zie, heden zijt gij zo talrijk als de sterren des hemels. de Eeuwige, de God uwer vaderen, voege er aan u nog duizendmaal zoveel toe als gij nu telt en zegene u, zoals Hij u beloofd heeft.

Deut. 11:18-32 Maar gij zult deze mijn woorden in uw hart en in uw ziel leggen; gij zult ze tot een teken op uw hand binden en zij zullen een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. Gij zult ze uw kinderen leren en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat; gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten, opdat gij en uw kinderen in het land, waarvan de Eeuwige uw vaderen gezworen heeft, dat Hij het hun zou geven, zo lang leeft, als de hemel boven de aarde staat. Want indien gij heel dit gebod, dat ik u heden opleg, zeer naarstig onderhoudt, de Eeuwige, uw God, liefhebt, in al zijn wegen gaat en Hem aanhangt, dan zal de Eeuwige al deze volken voor u wegdrijven, zodat gij het gebied van volken, groter en machtiger dan gij, in bezit zult nemen. Elke plaats die uw voetzool betreedt, zal van u zijn; van de woestijn af tot de Libanon, van de rivier af, de rivier de Eufraat, tot de westelijke zee toe zal uw gebied zich uitstrekken. Niemand zal voor u standhouden; de Eeuwige, uw God, zal schrik en vrees voor u leggen op het gehele land dat gij betreedt, zoals Hij u heeft toegezegd. Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor: zegen, wanneer gij luistert naar de geboden van de Eeuwige, uw God, die ik u heden opleg; maar vloek, indien gij naar de geboden van de Eeuwige, uw God, niet luistert en afwijkt van de weg die ik u heden gebied, door het achterna lopen van andere goden, die gij niet gekend hebt. Wanneer nu de Eeuwige, uw God, u gebracht zal hebben in het land, dat gij in bezit gaat nemen, dan zult gij de zegen uitspreken op de berg Gerizzim en de vloek op de berg Ebal; liggen zij niet aan de overzijde van de Jordaan achter de westelijke heerbaan, in het land der Kanaänieten, die in de vlakte wonen, tegenover Gilgal bij de terebinten van More? Want gij staat op het punt de Jordaan over te trekken om het land in bezit te gaan nemen, dat de Eeuwige, uw God, u geven zal, en gij zult het in bezit nemen en daarin wonen; dan zult gij naarstig onderhouden al de inzettingen en de verordeningen, die ik u heden voorhoud.

 Deut. 34:1-4 Toen beklom Mozes uit de velden van Moab de berg Nebo, de top van de Pisga, die tegenover Jericho ligt, en de Eeuwige liet hem het gehele land zien: Gilead tot Dan toe, het gehele Naftali, het land van Efraim en Manasse, het gehele land van Juda tot aan de achterste zee, het Zuiderland en de Streek, het dal van Jericho, de Palmstad, tot Soar toe. En de Eeuwige zeide tot hem: Dit is het land, dat Ik Abraham, Isaak en Jakob onder ede beloofd heb met deze woorden: aan uw nageslacht zal Ik het geven. Ik heb het u met uw ogen laten zien, maar gij zult daarheen niet overtrekken.

Nehemia 9:7, 8 Gij toch zijt de Eeuwige, de God, die Avram verkoren, hem uit Ur der Chaldeeen geleid en hem de naam Avraham gegeven hebt. Gij hebt zijn hart getrouw bevonden voor uw aangezicht en met hem een verbond gesloten, om het land van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de Perizzieten, de Jebusieten en de Girgasieten te geven aan zijn nageslacht. En Gij hebt uw woorden gestand gedaan, want Gij zijt rechtvaardig.

Jesaja 27:12 Maar het zal te dien dage geschieden, dat de Eeuwige de aren zal dorsen van de Rivier af tot de Beek van Egypte toe, en gij zult ingezameld worden een voor een, kinderen Israëls. En het zal te dien dage geschieden, dat er op een grote bazuin geblazen zal worden, en zij die verloren waren in het land Assur en die verdreven waren in het land Egypte, zullen komen en zich nederbuigen voor de Eeuwige op de heilige berg te Jeruzalem.

Jozua 1:1-7 Het geschiedde na de dood van Mozes, de knecht van de Eeuwige, dat de Eeuwige tot Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, zeide: Mijn knecht Mozes is gestorven; welnu, maak u gereed, trek over de Jordaan hier, gij en dit gehele volk, naar het land, dat Ik hun, de Israëlieten, geven zal. Elke plaats die uw voetzool betreden zal, geef Ik ulieden, zoals Ik tot Mozes gesproken heb. Van de woestijn en de Libanon ginds tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat, het gehele land der Hethieten, en tot aan de Grote Zee in het westen zal uw gebied zijn. Niemand zal voor u standhouden al de dagen van uw leven; zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn; Ik zal u niet begeven en u niet verlaten. Wees sterk en moedig, want gij zult dit volk het land doen beerven, dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te zullen geven. Alleen, wees zeer sterk en moedig en handel nauwgezet overeenkomstig de gehele wet die mijn knecht Mozes u geboden heeft; wijk daarvan niet af naar rechts noch naar links, opdat gij voorspoedig zijt, overal waar gij gaat.

Ps. 108:1-12 Een lied. Een psalm van David. Mijn hart is gerust, o God, ik wil zingen, psalmzingen, ja van harte. Waak op, harp en citer, ik wil het morgenrood wekken. Ik zal U loven, o Here, onder de volken, U psalmzingen onder de natien, want hoger dan de hemel is uw goedertierenheid, tot aan de wolken reikt uw trouw. Verhef U boven de hemelen, o God, uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. Opdat uw geliefden ten strijde toegerust zijn, geef overwinning door uw rechterhand en antwoord mij. God heeft gesproken in zijn heiligdom. Ik wil juichen, ik wil Sichem (Nablus) verdelen, het dal van Sukkot uitmeten. Mij behoort Gilead, mij behoort Manasse, Efraim (Samaria/Westbank) is de schutse van mijn hoofd, Juda (Judea) is mijn heersersstaf; Moab (Jordanië) is mijn wasbekken, op Edom werp ik mijn schoen, over Filistea (Gazastrook) zal ik juichen. Wie zal mij naar de versterkte veste brengen, wie zal mij naar Edom (Irak) geleiden? Zijt Gij het niet, o God, die ons verstoten hadt, zult Gij, o God, niet uittrekken met onze heerscharen? Bied ons hulp tegen de tegenstander, want mensenhulp is ijdel. Met God zullen wij kloeke daden doen, want Hij zelf zal onze tegenstanders vertreden.

De landsgrenzen van Nijl tot Eufraat zijn ook de historische grenzen.

1 Kon. 4:21 En Salomo was heerser over al de koninkrijken van de Rivier af tot het land der Filistijnen, tot de grens van Egypte; zij brachten geschenken en dienden Salomo, zijn leven lang.

2 Kron.9:25 Voorts had Salomo vierduizend stallingen voor de paarden en de wagens, en twaalfduizend ruiters; hij legde ze in de wagensteden en bij de koning te Jeruzalem. Hij heerste over al de koningen, van de Rivier af tot aan het land der Filistijnen en de grens van Egypte.

De belofte van herstel/verlossing/hernieuwde relatie geldt ook voor het land.

Jeremia 32:40 ja, Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij niet van achter hen afwenden zal en dat Ik hun wel zal doen, en mijn vrees zal Ik in hun hart leggen, zodat zij niet van Mij afwijken; 41 Ik zal Mij over hen verblijden en hun weldoen en Ik zal hen voorgoed in dit land planten met heel mijn hart en heel mijn ziel.

De landsbelofte geldt tot in eeuwigheid.

Psalm 105:6-11 gij nakroost van Abraham, zijn knecht, gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorenen. Hij, de Eeuwige, is onze God, zijn oordelen gaan over de ganse aarde; Hij gedenkt voor eeuwig aan zijn verbond, (het woord, dat Hij gebood aan duizend geslachten) dat Hij met Abraham sloot, en aan zijn eed aan Isaäk; ook stelde Hij het voor Jakob tot een inzetting, voor Israël tot een eeuwig verbond, toen Hij zeide: U zal Ik het land Kanaän geven als het u toegemeten erfdeel.

Ezech. 35:1-12 Gij nu, mensenkind, profeteer over de bergen van Israël en zeg: Bergen van Israël, hoort het woord van de Eeuwige. Zo zegt de Eeuwige de Here: omdat de vijand van u gezegd heeft: ha, eeuwige hoogten zijn in ons bezit gekomen , daarom profeteer en zeg: zo zegt de Eeuwige de Here: juist omdat men u van alle kanten verwoest en vertreden heeft, opdat gij het bezit zoudt worden van het overblijfsel der volken, en omdat gij in opspraak gebracht en belasterd zijt door de mensen; daarom, bergen van Israël, hoort het woord van de Eeuwige de Here. Zo zegt de Eeuwige de Here tot de bergen, de heuvels, de beekbeddingen en de dalen, tot de woeste puinhopen en de ontvolkte steden, die voor het overblijfsel der omwonende volken tot buit en tot een voorwerp van spot geworden zijn , daarom, zo zegt de Eeuwige de Here, voorwaar, in het vuur van mijn naijver heb Ik gesproken tot het overblijfsel der volken en tot geheel Edom, die met hartgrondige vreugde en diepe minachting mijn land voor zichzelf ten erfdeel hadden bestemd om het volkomen uit te plunderen; daarom, profeteer over het land van Israël en zeg tot de bergen en de heuvels , tot de beekbeddingen en de dalen: zo zegt de Eeuwige de Here: zie, Ik spreek in mijn naijver en in mijn grimmigheid: omdat gij de smaad der volken gedragen hebt, daarom, zo zegt de Eeuwige de Here, zweer Ik: voorwaar, de volken die rondom u wonen, zullen zelf hun smaad dragen. Maar gij, bergen van Israël, zult uw takken voortbrengen en uw vruchten dragen voor mijn volk Israël, want nabij is zijn komst. Want zie, Ik kom bij u en keer Mij tot u, gij zult bewerkt en bezaaid worden. Ik zal de mensen op u talrijk maken: het ganse huis Israëls; de steden zullen weer bewoond en de puinhopen herbouwd worden. Ja, Ik zal mensen en dieren op u talrijk maken , zij zullen zich vermenigvuldigen en vruchtbaar zijn; Ik zal u bevolken als vanouds en u weldoen meer dan vroeger; en gij zult weten, dat Ik de Eeuwige ben. Ik zal mensen op u doen verkeren, en wel mijn volk Israël, die zullen u in bezit krijgen ; gij zult hun tot een erfdeel zijn en hen niet langer van kinderen beroven .

Psalm 37:29 De rechtvaardigen beërven het land en wonen daarin voor immer.

Hij zal ook met het land huwen / trouwen. Het gaat niet alleen om het volk, maar ook om het land.

Jesaja 62:1-7 Om Sions wil zal ik niet zwijgen en om Jeruzalems wil zal ik niet rusten , totdat zijn heil opgaat als een lichtglans en zijn verlossing als een brandende fakkel. Volken zullen uw heil zien, alle koningen uw heerlijkheid en men zal u noemen met een nieuwe naam, die de mond van de Eeuwige zal bepalen; gij zult een sierlijke kroon in de hand van de Eeuwige zijn, een koninklijke tulband in de hand van uw God. Men zal u niet meer noemen: Verlatene , en men zal uw land niet meer noemen : Woestenij; maar gij zult genoemd worden : Mijn Welgevallen, en uw land: Gehuwde . Want de Eeuwige heeft een welgevallen aan u, en uw land wordt ten huwelijk genomen. Want zoals een jongeling een maagd huwt , zullen uw zonen u huwen, en zoals de bruidegom zich over de bruid verblijdt, zal uw God Zich over u verblijden. Op uw muren, o Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld, die de ganse dag en de ganse nacht nimmer zullen zwijgen. Gij, die de Eeuwige indachtig maakt, gunt u geen rust. En laat Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot een lof op aarde.

Het oordeel over degene die Zijn land verdelen. Geen verbond sluiten met de inwoners van het land.

Joël 3:1, 2 Want zie, in die dagen en te dien tijde, wanneer Ik een keer zal brengen in het lot van Juda en van Jeruzalem, zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden,

Exodus 34:12 Neem u in acht, dat gij geen verbond sluit met de inwoners van het land, waarheen gij gaat, opdat zij niet tot een valstrik in uw midden worden.

 Exodus 34:15 Sluit toch geen verbond met de inwoners van het land; wanneer zij hun goden overspelig nalopen en aan hun goden offeren, dan zouden zij u uitnodigen en gij zoudt van hun slachtoffer eten.

 1 Koningen 21:2, 3 En Achab sprak tot Nabot: Geef mij toch uw wijngaard, opdat hij mij tot moestuin zij, want hij ligt vlak naast mijn huis; dan zal ik u een betere wijngaard daarvoor in de plaats geven, of, indien gij dit liever hebt, wil ik u het geld van de koopprijs geven. Doch Nabot zeide tot Achab: Daarvoor beware mij de Eeuwige, dat ik de erfenis van mijn vaderen aan u zou geven.

Ps 120:6, 7 Te lang reeds woon ik bij wie de vrede haten; ik ben een en al vrede, maar als ik spreek, dan zijn zij uit op strijd.

Als geheel Israël gaat erkennen en proclameren dat het land Israël door de Eeuwige aan hen is gegeven, zullen de heidenen dat aanvaarden.

Ps 111:6 Hij deed zijn volk de kracht van zijn werken kennen door hun de erve der heidenen te geven.

Ps. 122:1-9 Een bedevaartslied. Van David. Ik was verheugd, toen men mij zeide: Laten wij naar het huis van de Eeuwige gaan. Onze voeten staan in uw poorten, o Jeruzalem. Jeruzalem is gebouwd als een stad, die wel samengevoegd is; waarheen de stammen opgaan, de stammen van de Eeuwige. Een voorschrift voor Israël is het de naam van de Eeuwige te loven. Want daar staan de zetels ten gerichte, de zetels van het huis van David. Bidt Jeruzalem vrede toe: mogen wie u liefhebben, rust genieten; vrede zij binnen uw muur, rust in uw burchten. Om mijn broeders en mijn vrienden wil ik zeggen: vrede zij in u; om het huis van de Eeuwige, onze God, wil ik het goede voor u zoeken.

Jeruzalem

God heeft dagen en tijden apart gezet (evenals mensen). Daarnaast heeft hij een plaats en een gebied apart gezet voor Hem zelf. Ook dat is een eeuwige bepaling.
Waarom heeft het rijk der duisternis zijn zinnen op deze stad en berg gezet? Waarom staat er een gouden koepel met erin geschreven ‘God heeft geen zoon’?
“Wie heerst over de Heilige Berg, heerst over Jeruzalem en wie heerst over Jeruzalem, heerst over het Heilige Land”. (uitspraak opperrabbijn YIsraël Meir Lau).
Het breekpunt in de onderhandelingen ten tijde van Barak (2e helft 2000) was de zeggenschap over de berg Sion.
De bijbel staat vol over de bestemming van Israël en Jeruzalem.
Als Jeruzalem niet tot zijn bestemming komt, komt de gemeente niet tot zijn bestemming.
Glorie van Jeruzalem en Israël is verbonden met de glorie van Yeshua / de Eeuwige.

De teksten in de bijbel over Jeruzalem of (berg) Sion verwijzen in de eerste plaats niet naar de gelovigen, maar naar de fysieke stad Jeruzalem c.q. de berg Sion (waar de tempel heeft gestaan en dus weer komt te staan) (of evt. de bewoners van de stad)!!!. Jeruzalem is de naam van de stad en Sion is de berg (tempelberg) waar de tempel (en een gedeelte van de stad op ligt).

Zacharia 1:7-17 Op de vierentwintigste dag van de elfde maand, dat is de maand Sebat, in het tweede jaar van Darius, kwam het woord van de Eeuwige tot de profeet Zacharia, de zoon van Berechja, de zoon van Iddo: Deze nacht heb ik een gezicht gehad: zie, een man, gezeten op een rood paard, en staande tussen de mirten in de diepte , en achter hem rode, voskleurige en witte paarden. Toen vroeg ik: Wat betekent dit, mijn heer ? en de engel die met mij sprak, zeide tot mij: Ik zal u tonen, wat dit betekent. Hierop antwoordde de man die tussen de mirten stond, en zeide: Dit zijn zij die de Eeuwige heeft gezonden om de aarde te doorkruisen. En zij antwoordden de Engel van de Eeuwige, die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij hebben de aarde doorkruist en zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust. Toen nam de Engel van de Eeuwige het woord en zeide: de Eeuwige der heerscharen, hoelang nog zult Gij zonder erbarmen zijn over Jeruzalem en over de steden van Juda, waarop Gij nu reeds zeventig jaren toornig zijt? de Eeuwige antwoordde daarop de engel die met mij sprak, met goede woorden, troostrijke woorden. Vervolgens zeide tot mij de engel die met mij sprak: Predik: zo zegt de Eeuwige der heerscharen: Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand, maar Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl Ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade. Daarom, zo zegt de Eeuwige: Ik keer in erbarming tot Jeruzalem weder; mijn huis zal daarin gebouwd worden, luidt het woord van de Eeuwige der heerscharen en het meetsnoer zal over Jeruzalem gespannen worden. Predik verder: Zo zegt de Eeuwige der heerscharen: Wederom zullen mijn steden overvloeien van het goede; nog zal de Eeuwige Sion troosten, Jeruzalem nog verkiezen.

Zacharia 8:2,3 Zo zegt de Eeuwige der heerscharen: Ik ben voor Sion in grote ijver ontbrand; in gloeiende ijver ben Ik ervoor ontbrand. Zo zegt de Eeuwige: Ik keer weder tot Sion en Ik woon binnen Jeruzalem ; Jeruzalem zal de stad der trouw, en de berg van de Eeuwige der heerscharen zal de berg der heiligheid genoemd worden…..7 Zo zegt de Eeuwige der heerscharen: Zie , Ik verlos mijn volk uit het land van de opgang en uit dat van de ondergang der zon;……….8 Ik breng hen terug en zij zullen binnen Jeruzalem wonen. Zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn, in trouw en in gerechtigheid…… 13 Gelijk gij onder de volken een vervloeking geweest zijt, o huis van Juda en huis van Israël, zo zult gij, doordat Ik u heil schenk, een zegen worden; vreest niet, laten uw handen sterk zijn …….14, 15 Want zo zegt de Eeuwige der heerscharen : Zoals Ik Mij voorgenomen had u kwaad te doen , toen uw vaderen Mij vertoornden, zegt de Eeuwige der heerscharen, en het Mij niet berouwde, zo heb Ik in deze dagen Mij weer voorgenomen Jeruzalem en het huis van Juda wel te doen; vreest niet!

De plaats door God bepaald / uitgekozen.

 Psalm 78:68 Maar Hij verkoos de stam van Juda, de berg Sion, die Hij liefheeft;

Eeuwige instelling / verbond.

Psalm 125:1 Een bedevaartslied. Wie op de Eeuwige vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar voor altoos blijft.

Ezechiël 16:3 en zeg: zo spreekt de Eeuwige de Here tot Jeruzalem: gij zijt naar afkomst en geboorte uit het land der Kanaänieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethitische. …. 8 Toen kwam Ik voorbij u en zag u, en zie, de tijd der liefde was voor u gekomen; Ik spreidde de slip van mijn kleed over u en bedekte uw naaktheid, Ik ging onder ede een verbond met u aan, luidt het woord van de Eeuwige de Here; zo werdt gij de mijne…. 53 En Ik zal een keer brengen in haar lot , het lot van Sodom en haar dochters en het lot van Samaria en haar dochters ; en tevens zal Ik een keer brengen in uw lot, ….. 60-62 Maar ik zal mijn verbond met u uit de dagen van uw jeugd gedenken, en een eeuwig verbond met u oprichten. Dan zult gij terugdenken aan uw gedrag en u schamen, wanneer gij zowel uw grote als uw kleine zusters zult ontvangen, en Ik u die tot dochters geven zal, hoewel niet op grond van het met u gesloten verbond. Ik zal mijn verbond met u oprichten; en gij zult weten, dat Ik de Eeuwige ben,

Jesaja 49:14-22 Maar Sion zegt: de Eeuwige heeft mij verlaten en de Eeuwige heeft mij vergeten. Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten , dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift , uw muren zijn bestendig voor Mij. Uw zonen snellen toe, uw vernielers en uw verwoesters trekken van u weg. Hef uw ogen op naar rondom en zie hen allen; zij vergaderen, zij komen tot u. Zo waar Ik leef, luidt het woord van de Eeuwige, gij zult hen allen aandoen als een sieraad, en hen ombinden, zoals een bruid. Want uw puinhopen en uw verwoeste plaatsen en uw vernield land. Voorwaar, nu zult gij te eng zijn voor de bewoners, en uw verdervers zullen verre zijn. Ook zullen de kinderen, van welke gij beroofd waart, te uwen aanhoren zeggen: De plaats is mij te eng, maak mij ruimte, dat ik wonen kan. En gij zult bij uzelf zeggen: Wie heeft mij dezen gebaard, daar ik toch van kinderen beroofd en onvruchtbaar was, verbannen en verdreven; wie bracht dezen dan groot? Zie, ik was alleen overgebleven , waar waren dan dezen? Zo zegt de Eeuwige de Here: Zie, Ik zal mijn hand opheffen tot de volken en mijn banier omhoog heffen voor de natiën ; in hun armen zullen zij uw zonen brengen , en uw dochters zullen op de schouder gedragen worden

Jesaja 51:3-6 Want de Eeuwige troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof van de Eeuwige; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang. Luistert naar Mij, mijn volk, en mijn natie, neig uw oor tot Mij. Want een wet zal van Mij uitgaan en mijn recht zal Ik stellen tot een licht der volken. Mijn zege is nabij, mijn heil treedt te voorschijn, en mijn armen zullen de volken richten; op Mij zullen de kustlanden wachten en op mijn arm zullen zij hopen. Heft uw ogen op naar de hemel en aanschouwt de aarde beneden; want de hemel verdwijnt als rook, de aarde vergaat als een kleed en haar bewoners sterven als muggen, maar mijn heil duurt eeuwig en mijn gerechtigheid wordt niet verbroken.

Jesaja 52:7, 8 Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning. Hoor, uw wachters verheffen de stem, zij jubelen tezamen, want met eigen ogen zien zij, hoe de Eeuwige naar Sion wederkeert.

Jeremia 33:16-21 In die dagen zal Juda verlost worden en Jeruzalem veilig wonen, en zo zal men het noemen: de Eeuwige onze gerechtigheid. Want zo zegt de Eeuwige: Nimmer zal het David ontbreken aan een man, die op de troon van het huis Israëls gezeten is; en de levitische priesters zal het nimmer ontbreken voor mijn aangezicht aan een man die brandoffers offert, spijsoffers ontsteekt en slachtoffers brengt al de dagen. Het woord van de Eeuwige kwam tot Jeremia: Zo zegt de Eeuwige: Indien gij mijn verbond aangaande de dag en de nacht kunt verbreken, zodat er geen dag en nacht meer zou zijn op hun tijd, dan zal ook mijn verbond met mijn knecht David verbroken worden, dat hij geen zoon meer hebben zal, die koning is op zijn troon, en met de Levieten, de priesters, mijn dienaren.

Jesaja 66:8 Wie heeft zo iets gehoord, wie heeft iets dergelijks gezien? Wordt een land op een dag voortgebracht of een volk op eenmaal geboren? Maar Sion heeft nauwelijks barensweeën gekregen, of zij baarde haar kinderen.

Jesaja 46:13 Ik breng mijn gerechtigheid nabij, zij is niet ver, en mijn heil zal niet vertoeven; Ik geef in Sion heil, aan Israël mijn luister.

Jesaja 33:20 Aanschouw Sion, de stad onzer feestelijke bijeenkomsten. Uw ogen zullen Jeruzalem zien als een veilige woonstede, als een tent die niet verplaatst wordt, waarvan de pinnen nimmermeer uitgerukt worden en geen van de koorden ooit losgerukt wordt.

Het hart van God is vol van Jeruzalem.

Zefanja 3:16-20 Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, Sion, laten uw handen niet slap worden. de Eeuwige, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel. Wie bedroefd zijn, ver van de feestvergadering, zal Ik samenbrengen; zij behoren toch bij u. Als een last drukt de smaad op hen. Zie, Ik zal te dien tijde afrekenen met al uw verdrukkers, maar Ik zal het hinkende verlossen en het verstrooide zal Ik verzamelen; Ik zal tot een lof en tot een naam stellen hen, wier schande was over de gehele aarde. Te dien tijde zal Ik u doen komen, namelijk ten tijde dat Ik u verzamelen zal. Want Ik zal u stellen tot een naam en tot een lof onder alle volken der aarde, wanneer Ik voor uw ogen een keer zal gebracht hebben in uw lot, zegt de Eeuwige.

De opdracht om Jeruzalem te steunen.

Psalm 51:18 Doe wel aan Sion naar uw welbehagen, bouw de muren van Jeruzalem.

Jesaja 40:9 Klim op een hoge berg, vreugdebode Sion; verhef uw stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem; verhef ze, vrees niet; zeg tot de steden van Juda:

Jesaja 40:2 Spreekt tot het hart van Jeruzalem, roept het toe, dat zijn lijdenstijd volbracht is, dat zijn ongerechtigheid geboet is, dat het uit de hand van de Eeuwige dubbel ontvangen heeft voor al zijn zonden.

Zegen voor degene die Jeruzalem liefhebben.

Psalm 122:3 Jeruzalem is gebouwd als een stad, die wel samengevoegd is; 6 Bidt Jeruzalem vrede toe: mogen wie u liefhebben, rust genieten;

 Psalm 128:5 de Eeuwige zegene u uit Sion, opdat gij het goede van Jeruzalem moogt zien al uw levensdagen,

Jesaja 66:10 Verheugt u met Jeruzalem en juicht over haar, gij allen die haar liefhebt. Verblijdt u over haar met blijdschap, gij allen die over haar treurt, opdat gij zuigt en u laaft aan haar vertroostende borst.

Alle gelovigen hebben wat met Jeruzalem.

Ps 87:1-7 Van de Korachieten. Een psalm. Een lied. Zijn stichting ligt op heilige bergen; de Eeuwige heeft Sions poorten lief boven alle woningen van Jakob. Heerlijke dingen zijn van u te zeggen, o gij stad Gods! Sela. Rahab en Babel vermeld Ik als degenen die Mij kennen; zie, Filistea en Tyrus met Ethiopië: deze is daar geboren. Ja, van Sion wordt gezegd: Ieder van hen is in haar geboren, Hij, de Allerhoogste , bevestigt haar. de Eeuwige telt bij het opschrijven der volken: deze is daar geboren. Sela. En zij zingen bij reidans: Al mijn bronnen zijn in u!

Daarom: volle aandacht voor Jeruzalem.

Psalm 48:12 Gaat rondom Sion en trekt eromheen, telt haar torens,

Psalm 137:5 Indien ik u vergete, o Jeruzalem, zo vergete mij mijn rechterhand; 6 mijn tong kleve aan mijn verhemelte, als ik uwer niet gedenk, als ik Jeruzalem niet verhef boven mijn hoogste vreugde.

De oordelen over Jeruzalem zijn in vervulling gegaan. De beloften zullen ook in vervulling gaan.

Dan. 9:24-27 Zeventig (jaar)weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen , en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven. Weet dan en versta: vanaf het ogenblik, dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op de Messias, de vorst, zijn zeven weken; en tweeenzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden. En na de tweeenzestig weken zal de Messias worden uitgeroeid, maar niet voor hemzelf; en het volk van een vorst die komen zal , zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is. En hij zal het verbond voor velen zwaar maken , een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden ; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is .
 Ezech 16:2 Mensenkind, doe Jeruzalem haar gruwelen kennen…. 8b, 9 Ik spreidde de slip van mijn kleed over u en bedekte uw naaktheid, Ik ging onder ede een verbond met u aan, luidt het woord van de Eeuwige de Here; zo werdt gij de mijne. Toen wies Ik u met water, spoelde het bloed van u af en zalfde u met olie…..15 Maar gij hebt op uw schoonheid vertrouwd en ontucht gepleegd, trots op uw faam, en gij hebt aan iedere voorbijganger uw ontucht opgedrongen: het zou voor hem zijn…..25 Op elk kruispunt hebt gij uw verhevenheid gebouwd, uw schoonheid weggeschonken, u aan iedere voorbijganger schaamteloos aangeboden en veel ontucht gepleegd. ….27 Maar zie, Ik heb mijn hand tegen u uitgestrekt, het u toegewezen deel verkleind en u overgegeven aan het goeddunken van wie u haten: de dochters der Filistijnen, die zich schamen over uw schandelijke levenswijze…..39 Ik zal u in hun macht overgeven, zij zullen uw verhoging neerhalen en uw verheven plaatsen slechten, zij zullen u uw klederen uittrekken, uw sieraden wegnemen en u naakt en bloot doen staan. 40 Zij zullen een menigte tegen u doen optrekken, die u zal stenigen en met zwaarden neerhouwen, 42 Daardoor zal Ik mijn grimmigheid tegen u tot bedaren doen komen en mijn naijver zal van u wijken ; dan zal Ik tot rust komen en niet langer vertoornd zijn…….60-62 Maar ik zal mijn verbond met u uit de dagen van uw jeugd gedenken, en een eeuwig verbond met u oprichten. Dan zult gij terugdenken aan uw gedrag en u schamen, wanneer gij zowel uw grote als uw kleine zusters zult ontvangen, en Ik u die tot dochters geven zal, hoewel niet op grond van het met u gesloten verbond. Ik zal mijn verbond met u oprichten; en gij zult weten, dat Ik de Eeuwige ben,

Jesaja 4:2-4 Te dien dage zal wat de Eeuwige doet uitspruiten tot sieraad en heerlijkheid zijn, en de vrucht des lands tot glorie en luister voor de ontkomenen van Israël. En het zal geschieden, dat wie overgebleven is in Sion, overgelaten in Jeruzalem, heilig zal heten; ieder die in Jeruzalem ten leven is opgeschreven, wanneer de Here het vuil der dochters van Sion zal hebben afgewassen en de bloedvlekken van Jeruzalem daaruit zal hebben weggespoeld door de Geest van gericht en van uitdelging.

Jesaja 30:17-26 Duizend zullen er vluchten voor het dreigen van een, voor het dreigen van vijf zult gij vluchten, totdat gij overblijft als een seinpaal op een bergtop en als een banier op een heuvel. Daarom verlangt de Eeuwige ernaar u genadig te zijn, en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de Eeuwige is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten. Want gij volk, dat op Sion, in Jeruzalem , woont, gij zult niet blijven wenen. Hij zal u zeker genadig zijn op uw luid geroep; zodra Hij dat hoort, zal Hij u antwoorden. De Here heeft u wel brood der benauwdheid en water der verdrukking gegeven, maar uw leraars zullen zich niet meer verbergen, doch uw ogen zullen uw leraars zien; en wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan, zullen uw oren achter u het woord horen: Dit is de weg, wandelt daarop. Dan zult gij het zilveren overtrek van uw gesneden beelden en het gouden bekleedsel van uw gegoten beelden onrein achten; gij zult ze als iets onreins wegwerpen. Weg! zult gij ertegen zeggen. Dan zal Hij regen geven voor het zaad, waarmee gij uw akker bezaait, en brood als opbrengst van de akker, dat smakelijk en voedzaam zal wezen. Uw vee zal te dien dage op uitgestrekte weiden grazen; en de runderen en ezels, die de akker bewerken , zullen gezouten voeder eten, dat gezeefd is met wan en zeef. En op elke hoge berg en op elke verheven heuvel zullen beken, waterstromen, zijn ten dage van de grote slachting, wanneer de torens zullen vallen. Dan zal het licht der blanke maan zijn als het licht van de gloeiende zon en het licht van de gloeiende zon zevenvoudig als het licht van zeven dagen; op de dag, waarop de Eeuwige de breuk van zijn volk verbindt en de toegebrachte wonde geneest.

Echt waar: God zal Jeruzalem verlossen en beschermen.

Jesaja 33:19-22 Het onbeschaamde volk zult gij niet meer zien, het volk met een duistere, onverstaanbare spraak, met een barbaarse, onbegrijpelijke taal. Aanschouw Sion, de stad onzer feestelijke bijeenkomsten. Uw ogen zullen Jeruzalem zien als een veilige woonstede, als een tent die niet verplaatst wordt, waarvan de pinnen nimmermeer uitgerukt worden en geen van de koorden ooit losgerukt wordt. Daar echter is de Eeuwige heerlijk voor ons: een plaats van rivieren en van brede stromen; geen roeiboot zal daarop varen en geen sierlijk jacht ze doorklieven. Want de Eeuwige, onze Rechter, de Eeuwige , onze Wetgever, de Eeuwige, onze Koning, Hij zal ons verlossen.

Psalm 69:35 Want God zal Sion verlossen en de steden van Juda bouwen, opdat zij daar wonen en het bezitten;

Jesaja 60:14 De zonen uwer verdrukkers zullen deemoedig tot u komen, aan uw voeten zullen al uw versmaders zich neerwerpen en zij zullen u noemen: De stad van de Eeuwige, het Sion van de Heilige Israëls.

Zacharia 1:14 Vervolgens zeide tot mij de engel die met mij sprak: Predik: zo zegt de Eeuwige der heerscharen: Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand, Vers 16, 17 Daarom, zo zegt de Eeuwige: Ik keer in erbarming tot Jeruzalem weder; mijn huis zal daarin gebouwd worden, luidt het woord van de Eeuwige der heerscharen en het meetsnoer zal over Jeruzalem gespannen worden. Predik verder: Zo zegt de Eeuwige der heerscharen: Wederom zullen mijn steden overvloeien van het goede; nog zal de Eeuwige Sion troosten, Jeruzalem nog verkiezen……2:12 En de Eeuwige zal Juda op de heilige bodem als zijn erfdeel in bezit nemen en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen…….3:2 de Eeuwige echter zeide tot de satan: de Eeuwige bestraffe u, satan, ja de Eeuwige, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt? …….8:2 Zo zegt de Eeuwige der heerscharen: Ik ben voor Sion in grote ijver ontbrand; in gloeiende ijver ben Ik ervoor ontbrand. Zo zegt de Eeuwige: Ik keer weder tot Sion en Ik woon binnen Jeruzalem; Jeruzalem zal de stad der trouw, en de berg van de Eeuwige der heerscharen zal de berg der heiligheid genoemd worden.

Jesaja 31:5 als vliegende vogels, zo zal de Eeuwige der heerscharen Jeruzalem beschutten , beschuttend redden en sparend bevrijden.

Jeruzalem: lastige steen voor de volken.

Zacharia 12:2,3 Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natien moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen ….6, 7 Te dien dage zal Ik de stamhoofden van Juda maken als een vuurbekken tussen het hout, en als een vuurfakkel tussen de garven; dan zullen zij rechts en links alle natien in het rond verteren; en Jeruzalem zal blijven voortbestaan op zijn eigen plaats, te Jeruzalem. Ook zal de Eeuwige de tenten van Juda allereerst verlossen, opdat de trots van het huis van David en van de inwoners van Jeruzalem zich niet verheffe tegen Juda…..9 Te dien dage zal Ik zoeken te verdelgen alle volken die tegen Jeruzalem oprukken.

Psalm 129:5 Beschaamd zullen worden en terugdeinzen allen die Sion haten;

Jeremia 51:24 Maar Ik zal voor uw ogen aan Babel en alle inwoners van Chaldea al het kwaad vergelden dat zij Sion hebben aangedaan, luidt het woord van de Eeuwige.

Jesaja 31:4 Want zo zegt de Eeuwige tot mij: Zoals een leeuw of een leeuwejong over zijn prooi gromt (de ganse schare der herders wordt tegen hem samengeroepen, maar hij schrikt niet voor hun stem en vreest niet voor hun getier) zo zal de Eeuwige der heerscharen ten strijde nederdalen op de berg Sion en op diens heuvel;

Jeruzalem: gegeven aan het joodse volk als eeuwige ondeelbare hoofdstad van Israël en de wereld.

Ezechiël 43:7a en Hij zeide tot mij: Mensenkind, dit is de plaats van mijn troon en de plaats mijner voetzolen, waar Ik wonen zal onder de Israëlieten tot in eeuwigheid; het huis Israëls zal mijn heilige naam niet meer verontreinigen

Zacharia 8:8 Ik breng hen terug en zij zullen binnen Jeruzalem wonen. Zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn, in trouw en in gerechtigheid.

Jesaja 27:13 En het zal te dien dage geschieden, dat er op een grote bazuin geblazen zal worden, en zij die verloren waren in het land Assur en die verdreven waren in het land Egypte, zullen komen en zich nederbuigen voor de Eeuwige op de heilige berg te Jeruzalem.

Jesaja 14:32 Wat zal men dan de gezanten des volks antwoorden? Dat de Eeuwige Sion gegrondvest heeft en dat daarin de ellendigen van zijn volk zullen schuilen.

Jesaja 51:16 Ik heb mijn woorden in uw mond gelegd en met de schaduw mijner hand heb Ik u bedekt, Ik, die de hemel uitspan en de aarde grondvest en tot Sion zeg: Gij zijt mijn volk.

Jesaja 66:20 En zij zullen al uw broeders brengen uit alle volken als een offer voor de Eeuwige; op paarden en op wagens, op draagstoelen; op muildieren en op snelle kamelen, naar mijn heilige berg, naar Jeruzalem, zegt de Eeuwige, zoals de Israëlieten het offer in rein vaatwerk naar het huis van de Eeuwige brengen.

 Obadja 1:17 Maar op de berg Sion zal er ontkoming zijn, en die zal een heiligdom wezen; en het huis van Jakob zal zijn bezittingen weer in bezit nemen.

Jeruzalem: een vreugde voor God en heel de aarde / Stad van vrede en vreugde.

Jesaja 65:18, 19 Maar gij zult u verblijden en juichen voor eeuwig over hetgeen Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem tot jubel en zijn volk tot blijdschap En Ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk. En daarin zal niet meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw.

Psalm 48:1-3 Een lied; een psalm van de zonen van Kore. Groot is de Eeuwige, hoog geprezen In de stad van onzen God! Lieflijk verheft zich zijn heilige berg, Voor heel de aarde een vreugde. Zo ook de berg Sion, de Spits van het Noorden, De stad van een machtigen Koning;

Psalm 134:3 de Eeuwige zegene u uit Sion, Hij, die hemel en aarde gemaakt heeft.

Jesaja 35:10 de vrijgekochten van de Eeuwige zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn, blijdschap en vreugde zullen zij verkrijgen, maar kommer en zuchten zullen wegvlieden.

Jesaja 51:3 Want de Eeuwige troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof van de Eeuwige; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang.

Jesaja 51:11 De vrijgekochten van de Eeuwige zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd wezen, blijdschap en vreugde zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvluchten.

Jesaja 62:6, 7 Op uw muren, o Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld, die de ganse dag en de ganse nacht nimmer zullen zwijgen. Gij, die de Eeuwige indachtig maakt, gunt u geen rust. En laat Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot een lof op aarde.

Jeruzalem: stad van de Eeuwige.

Psalm 2:6-8 Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg. Ik wil gewagen van het besluit Van de Eeuwige : Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij ; Ik heb u heden verwekt. Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit.

Jesaja 24:23 Dan zal de blanke maan schaamrood worden, en de gloeiende zon zal zich schamen, want de Eeuwige der heerscharen zal Koning zijn op de berg Sion en in Jeruzalem, en er zal heerlijkheid zijn ten aanschouwen van zijn oudsten.

Psalm 132:13-18 Want de Eeuwige heeft Sion verkoren, Hij heeft het Zich ter woning begeerd: Dit is mijn rustplaats voor immer, hier zal Ik wonen, want haar heb Ik begeerd. Haar voedsel zal Ik rijkelijk zegenen , haar armen zal Ik met brood verzadigen, haar priesters zal Ik met heil bekleden , haar vromen zullen vrolijk juichen. Daar zal ik voor David een hoorn doen uitspruiten, Ik zal voor mijn gezalfde een lamp bereiden; zijn vijanden zal Ik met schaamte bekleden , maar op hem zal zijn kroon blinken .

Obadja 1:21 Verlossers zullen de berg Sion bestijgen om over het gebergte van Esau gericht te oefenen, en het koningschap zal zijn aan de Eeuwige.

Jeremia 3:17, 18 Te dien tijde zal men Jeruzalem noemen de troon van de Eeuwige, en alle volken zullen zich daarheen verzamelen om de naam van de Eeuwige te Jeruzalem, en zij zullen niet meer wandelen naar de verstoktheid van hun boos hart. In die dagen zal het huis van Juda naar het huis van Israël gaan, en zij zullen tezamen uit het Noorderland komen naar het land dat Ik aan uw vaderen ten erfdeel gegeven heb.

Psalm 9:11 Psalmzingt de Eeuwige, die op Sion woont, verkondigt onder de volken zijn daden.

Psalm 135:21 Geprezen zij de Eeuwige uit Sion, Hij, die te Jeruzalem woont. Halleluja.

Psalm 78:68 Maar Hij verkoos de stam van Juda, de berg Sion, die Hij liefheeft;

Joël 3:16, 17 En de Eeuwige brult uit Sion en verheft zijn stem uit Jeruzalem, zodat hemel en aarde beven. Maar de Eeuwige is een schuilplaats voor zijn volk en een veste voor de kinderen Israëls. En gij zult weten, dat Ik, de Eeuwige, uw God ben, die woon op Sion, mijn heilige berg, en Jeruzalem zal een heiligdom zijn, en vreemdelingen zullen er niet meer doortrekken.

Joel 3:21 En Ik zal hun bloed onschuldig verklaren, dat Ik niet onschuldig verklaard had. En de Eeuwige zal blijven wonen op Sion.

Jeremia 31:6 Want de dag is daar, dat de wachters roepen op het gebergte van Efraim: Komt, laat ons opgaan naar Sion, tot de Eeuwige, onze God!

Jesaja 65:18-24 Maar gij zult u verblijden en juichen voor eeuwig over hetgeen Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem tot jubel en zijn volk tot blijdschap. En Ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk. En daarin zal niet meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw. Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige sterven, zelfs de zondaar zal eerst als honderdjarige door de vloek getroffen worden. Zij zullen huizen bouwen en die bewonen, wijngaarden planten en de vrucht daarvan eten; zij zullen niet bouwen, opdat een ander er wone; zij zullen niet planten, opdat een ander het ete, want als de levensduur der bomen zal de leeftijd van mijn volk zijn en van het werk hunner handen zullen mijn uitverkorenen genieten. Zij zullen niet tevergeefs zwoegen en geen kinderen voortbrengen tot een vroegtijdige dood, want zij zullen een door de Eeuwige gezegend geslacht zijn, en hun nakomelingen met hen. En het zal geschieden, dat Ik antwoorden zal, voordat zij roepen; terwijl zij nog spreken, zal Ik verhoren.

Psalm 99:2 de Eeuwige is groot in Sion, Hij is verheven boven alle volken.

Psalm 147:2 de Eeuwige bouwt Jeruzalem, Hij verzamelt Israëls verdrevenen;

Joel 2:23 En gij, kinderen van Sion, juicht en verheugt u in de Eeuwige, uw God, want Hij geeft u de leraar ter gerechtigheid; ja, regenstromen laat Hij voor u nederdalen, vroege regen en late regen, zoals voorheen.

Micha 4:7 En Ik zal het kreupele stellen tot een overblijfsel en het verdrevene tot een machtig volk, en de Eeuwige zal Koning over hen zijn op de berg Sion, van nu aan tot in eeuwigheid.

Jeremia 51:10 de Eeuwige heeft ons recht aan het licht gebracht; komt en laten wij in Sion het werk van de Eeuwige, onze God, verhalen.

Jesaja 52:9 Breekt uit in gejuich, jubelt eenparig, puinhopen van Jeruzalem, want de Eeuwige heeft zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost.

Psalm 84:7 Zij gaan voort van kracht tot kracht en verschijnen voor God in Sion.
Ter verheerlijking van de Eeuwige.

Jesaja 61:3 om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. En men zal hen noemen: Terebinten der gerechtigheid, een planting van de Eeuwige, tot zijn verheerlijking.

Psalm 102:21 opdat men de naam van de Eeuwige in Sion vertelle, en zijn lof in Jeruzalem,

Plaats waar de shechina van God weer aanwezig zal zijn.

Jesaja 4:5 Dan zal de Eeuwige over het gehele gebied van de berg Sion en over de samenkomsten die daar gehouden worden, des daags een wolk scheppen en des nachts een schijnsel van vlammend vuur, want over al wat heerlijk is, zal een beschutting zijn.

Jes. 11:9-11 Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis van de Eeuwige, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isai zullen zoeken, die zal staan als een banier der natien, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn. En het zal te dien dage geschieden, dat de Eeuwige wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van zijn volk.

Psalm 50:2 Uit Sion, de volkomen schoonheid, verschijnt God in lichtglans.

Jesaja 12:6 Juicht en jubelt, inwoners van Sion, want groot in uw midden is de Heilige Israëls.

Jesaja 66:13 Zoals iemands moeder hem troost, zo zal Ik u troosten, ja, in Jeruzalem zult gij getroost worden.

Jeremia 31:12 Zo komen zij jubelend op de hoogte van Sion en stromen toe naar het goede van de Eeuwige, naar koren, most en olie, naar schapen en runderen; hun ziel zal zijn als een besproeide hof, zij zullen nooit meer versmachten.

God zal er zelf weer wonen.

Psalm 132:13 Want de Eeuwige heeft Sion verkoren, Hij heeft het Zich ter woning begeerd:

Psalm 74:2 Gedenk uw gemeente, die Gij van ouds hebt verworven, die Gij verlost hebt als de stam van uw erfdeel, de berg Sion, waarop Gij uw woning hebt gevestigd.

De tempel zal er weer komen, het staat in een lijn met de terugkeer van het volk naar het land.

Ezechiel 37:28 En de volken zullen weten, dat Ik, de Eeuwige, het ben die Israël heilig, doordat mijn heiligdom voor eeuwig te midden van hen staat. …….39:7 Ik zal mijn heilige naam bekendmaken onder mijn volk Israël; Ik zal mijn heilige naam niet meer laten ontheiligen; en de volken zullen weten, dat Ik de Eeuwige ben, heilig in Israël. ……..40:4 De man sprak tot mij: Mensenkind, zie met uw ogen en hoor met uw oren en richt uw opmerkzaamheid op alles wat ik u zal laten zien; want opdat ik u dit zou laten zien, zijt gij hierheen gebracht. Verkondig alles wat gij zien zult, aan het huis Israëls.

Ezech. 42:13, 14 En hij zeide tot mij: De vertrekken aan de noordzijde en de vertrekken aan de zuidzijde, die langs het plein liggen, dat zijn de heilige vertrekken, waar de priesters die de Eeuwige het naaste staan, het allerheiligste zullen eten; men zal het allerheiligste daarheen brengen, het spijsoffer, het zondoffer en het schuldoffer, want die plaats is heilig. Wanneer de priesters binnenkomen, dan zullen zij niet uit het heiligdom naar de buitenste voorhof ………

Ezech. 43:6, 7 Toen hoorde ik Hem uit de tempel tot mij spreken, terwijl de man naast mij stond , en Hij zeide tot mij: Mensenkind, dit is de plaats van mijn troon en de plaats mijner voetzolen, waar Ik wonen zal onder de Israëlieten tot in eeuwigheid; het huis Israëls zal mijn heilige naam niet meer verontreinigen, zij noch hun koningen, met hun ontucht en met de lijken van hun koningen na hun dood. 11, 12 en als zij zich schamen over alles wat zij bedreven hebben, maak hun dan bekend de vorm van de tempel en zijn inrichting , zijn uitgangen en zijn ingangen, al zijn vormen, al zijn voorschriften, al zijn vormen en al zijn wetten, en schrijf die op voor hun ogen, opdat zij al de vormen en voorschriften ervan nauwgezet ten uitvoer brengen. Dit is de wet voor het huis: op de top van de berg zal zijn gehele gebied aan alle kanten allerheiligst zijn. Zie, dit is de wet voor het huis………… 44:5-9 Toen zeide de Eeuwige tot mij: Mensenkind , let aandachtig op, zie met uw ogen en hoor met uw oren alles wat Ik tot u spreek aangaande al de inzettingen en wetten van het huis van de Eeuwige; let aandachtig op het betreden van het huis door al de toegangen van het heiligdom, en zeg dan tot de weerspannigen, tot het huis Israëls: Zo zegt de Eeuwige Here: gij hebt meer dan genoeg gruwelen bedreven, huis Israëls, doordat gij vreemdelingen, onbesnedenen van hart en onbesnedenen van lichaam, hebt binnengebracht om in mijn heiligdom te zijn , om mijn huis te ontheiligen, terwijl gij de voor Mij bestemde spijze, vet en bloed, bracht, zodat zij mijn verbond schonden , boven al uw gruwelen. En gij hebt zelf voor mijn heilige dingen geen zorg gedragen, maar gij hebt hen aangesteld om voor u mijn dienst in mijn heiligdom waar te nemen. Zo zegt de Eeuwige Here: Geen vreemdeling, onbesneden van hart en onbesneden van lichaam, zal mijn heiligdom binnengaan, geen vreemdeling onder de Israëlieten. ……….. 44:15 Maar de levitische priesters, de zonen van Sadok, die de dienst in mijn heiligdom in acht genomen hebben, toen de Israëlieten van Mij afdwaalden, die zullen tot Mij naderen om Mij te dienen, ………. 23, 24 En zij zullen mijn volk het onderscheid leren tussen heilig en niet heilig en het onderscheid doen kennen tussen onrein en rein . Ook bij een geschil zullen zij optreden om recht te spreken; naar mijn verordeningen zullen zij dat beslechten; mijn wet en mijn inzettingen zullen zij op al mijn feesttijden onderhouden en mijn sabbatten zullen zij heiligen

Jesaja 66:18 Want Ik ken hun werken en hun gedachten; de tijd komt om alle volken en talen te vergaderen; zij zullen komen en mijn heerlijkheid zien …….21 En ook uit hen zal Ik er nemen tot priesters, tot Levieten, zegt de Eeuwige.

De instructies van God zullen vanuit Sion uitgaan.

Micha 4:2 en vele natien zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg van de Eeuwige, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de Eeuwige uit Jeruzalem.

Jesaja 2:3 en vele natien zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg van de Eeuwige, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de Eeuwige uit Jeruzalem.

Psalm 86:9 Alle volken, die Gij gemaakt hebt, zullen komen en zich voor U nederbuigen, o de Eeuwige, en uw naam eren; 10 want Gij zijt groot en doet wonderen, Gij, o God, alleen.

Mal. 3:6-18 Voorwaar, Ik, de Eeuwige, ben niet veranderd , en gij kinderen van Jakob, zijt niet verteerd. Van de dagen uwer vaderen af zijt gij afgeweken van mijn inzettingen en hebt ze niet onderhouden. Keert terug tot Mij, dan zal Ik tot u terugkeren, zegt de Eeuwige der heerscharen. En dan zegt gij: In welk opzicht moeten wij terugkeren? Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing. Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel. Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, (word in kerken nog steeds gebruikt) opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Eeuwige der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten . Dan zal Ik, u ten goede, de afvreter dreigen, opdat hij de vrucht van uw land niet verderve en opdat de wijnstok op het veld voor u niet zonder vrucht zij, zegt de Eeuwige der heerscharen. En alle volken zullen u gelukkig prijzen , omdat gij een land van welbehagen zijt, zegt de Eeuwige der heerscharen. Vermetel zijn uw woorden over Mij, zegt de Eeuwige. En dan zegt gij: Wat hebben wij dan onder elkander over U gesproken? Gij zegt: Nutteloos is het God te dienen ; wat gewin geeft het, dat wij zijn geboden onderhouden en dat wij in rouw gaan voor het aangezicht van de Eeuwige der heerscharen? En nu, wij prijzen de overmoedigen gelukkig ; niet alleen worden zij gebouwd, terwijl zij goddeloosheid bedrijven, maar ook verzoeken zij God, en ontkomen. Dan spreken zij die de Eeuwige vrezen, onder elkander, ieder tot zijn naaste: de Eeuwige bemerkte het toch en hoorde het en er werd een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven, ten goede van hen die de Eeuwige vrezen en zijn naam in ere houden. Zij zullen Mij ten eigendom zijn, zegt de Eeuwige der heerscharen, op de dag die Ik bereiden zal. En Ik zal hen sparen , zoals iemand zijn zoon spaart, die hem dient. Dan zult gij tot inkeer komen en het onderscheid zien tussen de rechtvaardige en de goddeloze; tussen wie God dient, en wie Hem niet dient. 4:1- Want zie, de dag komt, brandend als een oven! Dan zullen alle overmoedigen en allen die goddeloosheid bedrijven, zijn als stoppels, en de dag die komt , zal hen in brand steken (zegt de Eeuwige der heerscharen) welke hun wortel noch tak zal overlaten. Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. Gij zult de goddelozen vertreden, want tot stof zullen zij zijn onder uw voetzolen op de dag die Ik bereiden zal, zegt de Eeuwige der heerscharen. 4 Gedenkt de wet van Mozes, mijn knecht , die Ik hem op Horeb geboden heb voor gans Israël, inzettingen en verordeningen. 5 Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag van de Eeuwige komt (Dag van Bazuin: zie Joel 2 en 3, gaat dus over de toekomst, dus ook vers 4). Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.

Tenslotte nog even dit schriftgedeelte

Psalm 102:12-28 Maar Gij, O de Eeuwige, troont voor eeuwig , uw naam blijft van geslacht tot geslacht. Gij zult opstaan, U over Sion erbarmen , want het is tijd haar genadig te zijn , want de bepaalde tijd is gekomen; want uw knechten hebben behagen in haar stenen, zij hebben deernis met haar puin. Dan zullen de volkeren de naam van de Eeuwige vrezen, alle koningen der aarde uw heerlijkheid, wanneer de Eeuwige Sion heeft gebouwd , en verschenen is in zijn heerlijkheid, Zich heeft gewend tot het gebed van de berooid en hun gebed niet heeft veracht. Dit worde opgeschreven voor een volgend geslacht, en het volk dat geschapen zal worden , zal de Eeuwige loven; want Hij heeft uit zijn heilige hoogte neergezien, de Eeuwige heeft uit de hemel op aarde geschouwd, om het zuchten der gevangenen te horen, om de ten dode gedoemden te bevrijden; opdat men de naam van de Eeuwige in Sion vertelle, en zijn lof in Jeruzalem, wanneer de volken altegader en de koninkrijken zich zullen verzamelen om de Eeuwige te dienen. Hij heeft op de weg mijn kracht gebroken , mijn dagen verkort. Ik zeg: Mijn God, neem mij niet weg op de helft mijner dagen, Gij, wiens jaren duren door alle geslachten heen. Gij hebt voormaals de aarde gegrondvest , en de hemel is het werk uwer handen; die zullen vergaan, maar Gij houdt stand , zij alle zullen verslijten als een kleed, Gij verwisselt ze als een gewaad, en zij verdwijnen; maar Gij blijft dezelfde, aan uw jaren komt geen einde. De kinderen uwer knechten zullen veilig wonen , hun nageslacht zal voor uw aangezicht blijven bestaan.

Bible Maps


De Terebint 

Komt in het gehele Middellandse-Zeegebied voor, vooral ook in Syrië en Palestina. De meeste bomen zijn te vinden in het westelijke deel van Palestina, zoals ten westen van Nazaret en in het Karmelgebied, minder op het gebergte van Juda, daarentegen wel weer in het Overjordaanse, terwijl de grootste exemplaren in de omgeving van Hebron* voorkomen. De Terebint is een grote boom, die echter niet zo hoog wordt, met knoestige stam en wijdvertakt.

Creëer momenten van rust en bezinning Handreiking voor persoonlijke meditatie
01. Zoeken en vinden van de balans tussen werken en rusten;

02. Geestelijk en fysiek de batterij weer opladen;

 03. Tijd en rust om aandacht aan je innerlijk te besteden;

04. De mogelijkheid om  je geest te verzorgen;

05. Zonder schuldgevoel tijd voor jezelf nemen;

06. Bezinning op lang gekoesterde wensen en dromen;

07. Vermijden van geestelijke burn-out verschijnselen;

08. Tijd nemen om verdriet te verwerken of 'leven' op orde te krijgen;

09. Hervinden van plezier, inspiratie en creativiteit in je werk of geloofs-leven;

10. 0ntdekken van de Heilige Geest die in je woont.
1. Reserveer wat tijd voor meditatie (een kwartier tot een half uur).

2. Kom tot rust: word stil, concentreer je.

3. Bid de Geest om ontvankelijkheid voor het Woord van de Here.

4. Lees de gekozen bijbeltekst, als nieuw. En nog eens. En nog eens.

5. Leef je in in de woorden en beelden van de tekst.

6. Stel al biddend vragen: ‘Here, wat wilt U mij hier leren? Op welk punt wilt U mijn leven aanraken en veranderen?’

7. Bid om de doorwerking van Christus’ aanwezigheid in je leven.

8. Loof en prijs de drie-enige God.
Je kiest hier voor on-line lezen, de hele bijbel in één jaar

Verblijdt u in de Heer te allen tijd!

Dat zeg ik u, dat zeg ik u: verblijdt u!
Verblijdt u, want de Heer is zeer nabij,
de Heer is zeer nabij en Hij bevrijdt u.

 READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE

Deutsch
de
English en français fr italiano it Nederlands nl español es português pt Norsk no svenska sv Polski pl čeština cz Slovák sk Magyar hu român ro Български bg hrvatski hr Pyсский ru Türkçe tr عربي ar

       

Heer, wees mijn Gids

                              

INFO: DE WEG - DE WAARHEIDHET LEVENFILM - AUDIO


Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)



Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden


FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG