Afbeelding Missale Romanum - 110
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under onder de titel Adnotationes et
Meditationes in Evangelia ("Notes and Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE GEVANGENNAME VAN
JEZUS

BIJBELTEKST Mattheüs 26 Markus 14 Lukas
22 Johannes 18
Uit het evangelie volgens
Johannes:
Na dit gezegd te hebben, ging Jezus met zijn discipelen naar de
overzijde van de beek Kidron, waar een hof was, die Hij met zijn
discipelen binnenging. En ook Judas, zijn verrader, wist die plaats,
omdat Jezus daar dikwijls was samengekomen met zijn discipelen. Judas
dan kwam daar, die een afdeling soldaten tot zijn beschikking had
gekregen en dienaars van de overpriesters en de Farizeeën,
voorzien van lantaarns, fakkels en wapenen. Jezus dan, alles wetende,
wat over Hem komen zou, kwam naar voren en zeide tot hen: Wie zoekt
gij? Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazireeër. Hij zeide tot
hen: Ik ben het. En ook Judas, zijn verrader, stond bij hen. Toen Hij
dan tot hen zeide: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen ter aarde.
Wederom dan stelde Hij hun de vraag: Wie zoekt gij? En zij zeiden:
Jezus, de Nazireeër. Jezus antwoordde: Ik zeide u, dat Ik het
ben. Indien gij dan Mij zoekt, laat dezen heengaan; Opdat het woord
vervuld werd, dat Hij gesproken had: Wie Gij Mij gegeven hebt, uit hen
heb Ik niemand laten verloren gaan. Simon Petrus dan, die een zwaard
had, trok het, en hij trof de slaaf van de hogepriester en sloeg hem
het rechteroor af; de naam nu van de slaaf was Malchus. Jezus dan zeide
tot Petrus: Steek het zwaard in de schede; de beker, die de Vader Mij
gegeven heeft, zou Ik die niet drinken? De afdeling soldaten dan en de
overste en de dienaars der Joden namen Jezus gevangen, boeiden Hem.
JEZUS WORDT
GEVANGEN GENOMEN
Onze vrijheid is ons lief.
Niemand laat zich zomaar van een of van dé
vrijheid beroven. Tenminste normaal gesproken. En als je die vrijheid
niet hardhandig wordt afgepakt. Want vrijheid is een groot goed. En
daar héchten we aan, zoals dat heet.
Vrijheid is ook een rijk bezit. Onze nationale vrijheid is dat. En
persoonlijke vrijheden, zoals vrijheid van meningsuiting, van
godsdienst. Die vechten in onze gedachten trouwens wel eens om de
voorrang. En dat illustreert, hoe belangrijk we ze vinden. Ja, vrijheid
is een groot geschenk, dat we met hand en tand verdedigen. We willen
bewegingsvrijheid, om te kunnen gaan en staan waar we willen. We laten
ons niet grijpen, niet vastbinden. Die vrijheid zullen ze ons moeten
afpakken. Met harde hand.
Het lijkt, alsof Jezus gevangen genomen wordt, daar in die olijfgaard
bij de beek Kidron. Maar als je goed leest, merk je, dat het
ánders ligt. Dat Hij zich gevangen
láát nemen. Dat Hij zijn vrijheid zich af laat
nemen. Vrijwillig, zonder zich ook maar één
moment en op welke manier dan ook, te verzetten. Dat HIJ degene is, die
de regie voert. Laten we dat merkwaardige feit eens wat nader bekijken.
Kijk je mee?
Jezus heeft afscheid genomen van zijn leerlingen. Hij had nog veel te
zeggen: waarschuwingen, vermaningen, troost. Hij liet ook nog wat zien.
Hij gaf het voorbeeld van nederigheid en waste als een slaaf hun
voeten. Daar ging Hij met hen naar Gethsémané.
Naar de hof, de olijfgaard, die iedere pelgrim kende.
De leerlingen kenden die plek, inclusief Judas, die zich gemeld had bij
de Joodse leiders. Die had te kennen gegeven: nu is hét
moment. Nu kun je onverhoeds je vijand pakken! Hij rekent er niet op.
Ze zijn allemaal nog véél te vol van de
Paschamaaltijd. Dit is je kans! Grijp die met beide handen aan. Grijp
Hém, die Jezus!
Maar Jezus verwácht Judas en degenen, die Hem zullen
arresteren. Hij hoort ze in het donker aankomen. Maar, als het niet zo
ernstig was zou je je bescheuren van het lachen. Want het is
nét oorlog nota bene! De oorlog tegen het terrorisme: daar
is Judas, om de vijand aan te wijzen. Daar is een bataljon van de
tempelpolitie. En ook nog een cohort Romeinse soldaten!
Nou moet u weten: een cohort bestond toen volgens mijn informatie uit
600 man! Nu zal niet dat hele cohort aanwezig geweest zijn. Zeg maar:
100 zwaarbewapende soldaten. En dat moet samen met de tempel-M.E.-ers
die ene man inrekenen! Die is daar met een tiental vissers! Tjonge
tjonge, zeg je dan: is Jezus zó’n boef? Heeft Hij
zóveel vreselijk gewelddaden gedaan? Zou Hij op het punt
staan, een aanslag te plegen? Zijn de leerlingen zó zwaar
bewapend?
Belachelijk toch? Jezus een terrorist? Hij heeft alleen maar
wéldaden gedaan! Of is zieken, lammen, blinden genezen een
gewelddaad? Hij heeft vrede gepredikt. Ben je dán een
terrorist?
Die overbezetting van het arrestatieteam van de geestelijke
leiders tekent hun angst. Ze hebben enig besef van zijn macht. In wezen
wéten ze, dat Hij de te komen Messias is. Omdat Hij het volk
dreigt in te winnen, ten koste van hen, moet Hij wég.
Voorgoed weg. En dat met medewerking van de gehate Romeinen. En daarom
voor alle zekerheid die lachwekkende legermacht.
En Jezus? Hij is niet bang. Beheerst vraagt Hij, wie ze zoeken. Daarmee
wil Hij ze nog een kans geven. De kans, om Hem als de Gezalfde van God
te erkennen. Want dat is nodig, om te delen in de vruchten van het
werk, dat Hij gaat doen. Zo niet, dan val je.
Héél diep.
Maar ze grijpen die kans niet. “Jezus uit
Nazareth”, zo luidt hun trotse antwoord. Dat is zoiets als:
Jezus van achter het bordpapier. Jezus, de man uit Liliput. Een grove
belediging dus. En Jezus’ reactie? Hij stelt zich heel
beleefd voor. “Ik ben Jezus. En Ik ben inderdaad in Nazareth
opgegroeid”.
En dan vállen ze inderdáád.
Iedereen gaat tegen de vlakte. De soldaten, de tempelpolitie,
Judas. Niemand van de tegenstanders blijft overeind. Dat
moest hen toch aan het denken zetten, zou ik denken. En dat moet ons
eveneens aan het denken zetten in onze houding ten opzichte van
Jezus…
En dan Jezus weer: “Hij staat hier vóór
jullie. Ik bén Jezus uit Nazareth”. En de Heiland
moet bijna op de knieën om de pelotonscommandant te bereiken.
Want Hij wil, dat ze allemaal wéten, wat ze doen, zie je.
Ook weer om je krom te lachen, wat je hier ziet! Tenminste als het niet
zo ernstig was.
Zo zien we in de loop van het verhaal de rust en de doelbewustheid van
de Heiland. En zo kunnen we dat eerste zinnetje van de tekst (dat
hierboven staat) beter begrijpen. “Laat deze mensen dan
heengaan”. Als jullie alleen mij zoeken, dan gaan mijn
volgelingen vrijuit, nietwaar”.
En ze mógen gaan. Je zou zeggen: ze zijn medeplichtig. Of ze
zijn belangrijke getuigen. Maar nee, ze mogen
gáán. Allen erkennen de autoriteit, het gezag van
Jezus. Hij stuurt doelbewust zijn leerlingen en volgelingen weg. Hij
gaat het hele werk volkomen alleen doen. Dat zijn de plannen van zijn
Vader. En die voert Hij uit.
En zo wordt Hij gegrepen. De Romeinse soldaten en de Joodse
gerechtsdienaars pakken Hem. En Hij verzet zich niet. En ze doen Hem de
handboeien aan. En gewillig steekt Hij zijn handen uit. En zo voeren
zij uit, wat hun is opgedragen. Zo lijkt het. Maar het is maar
één kant van de waarheid. In wezen voeren ze uit,
wat Jezus wil.
Zich gevangen willen láten nemen, onschuldig, dat doet geen
méns, zegt u? Nee, u hebt gelijk. Maar Jezus doet dat
wél. Omdat God dat wil. En dáárom doet
Jezus dat. Dat gaat ons verstand te boven. Ja, Jezus en zijn doen, ze
gaan boven het menselijke uit. Maar zo móet het gaan.
Dát moet de Heiland doen. Hij moet lijden, en sterven
straks, en zo Gods plan volvoeren, voor onze redding. Opdat wij, zoals
vers 9 zegt, niet verloren gaan.
Dat betekent, dat Jezus waakt over zijn leerlingen. Dat Hij
ervoor zorgt, dat ze het eeuwige leven hebben. Dat ze uit handen van de
duivel gered worden. En uit zijn klauwen blijven.
De Zoon van God laat zich gevangen nemen. En de broers en zussen van
Jezus mogen vrij weggaan. De Zoon wordt straks gedood. En daarom mogen
de broers en zussen blijven leven.
Hij gaat in onze plaats staan, in alle opzichten. Daarom is ons behoud
zéker. Ons behoud in de volle zin van het woord. Jezus zorgt
voor héél de mens, dat blijkt. De discipelen gaan
vrijuit. Ze gaan niet als Jezus de dood tegemoet. Maar de Heiland zorgt
ook, dat ze eeuwig leven.
Wát een verlosser! Nee, niet een, maar DE verlosser! De
volmaakte verlosser. Wat Hij voor de broers en zussen al niet over
heeft! Gewoon, letterlijk alles.
Dus is het van levensbelang een broer of zus van Hem te zijn.
Ja, zo noemt Hij ons écht:broers en zussen! Je moet je soms
een beetje, of veel, schamen voor een familielid. Omdat die het wel erg
bont maakt. Het zal je kind maar wézen! Zo denk je dan soms
wel even.
Jezus schaamt zich niet, onze Broer te zijn. Terwijl wij het vreselijk
bont gemaakt hebben en nog maken. We doen dingen, en we zeggen en
denken ze, die de Vader in de hemel wel heel erg beledigen. En er zit
echt geen noemenswaardige verbetering in. Wat haal je je toch
áán, als je zo’n stelletje ongeregeld
in de familie neemt! Het zal je broer maar wézen!
En toch noemt Jezus hen, die in Hem geloven, zijn broers en zussen. En
Hij behándelt ons ook zo. Hij doet zelfs veel
méér dan wij mensen voor de familie zouden doen.
Hij gaat in hun plaats staan. En draagt de straf, die zij dubbel en
dwars verdiend hebben. En dan ben je vrij!
Nou kun je zeggen: ik bén toch vrij? Daar heb ik
die Jezus echt niet voor nodig, hoor!
Ja, dacht je? Nou, dat is een vergissing, neem dat maar van me aan! Nou
nee, neem dat maar van God aan. In de bijbel –dat is zijn
dikke boek en brief aan jou en mij- zegt Hij, dat we aan handen en
voeten gebonden zijn.
We zijn slááf. Vastgeketend door de duivel, Gods
vijand. Die laat ons geloven, dat we vrij zijn. Maar intussen doen we,
wat hij wil en niks anders. En voert hij ons linea recta naar de
eeuwige duisternis. Echt waar. Geloof dat nu maar.
Dus: zit u al bij Jezus in de familie? En ben je een kind van
zijn Vader? Hoe wórd je dat? Door adoptie. Doordat
Hij je aanneemt als zijn kind. En hoe gebeurt dat? Hoe komt het zover?
Nou, dat is een kwestie van vrágen. Vraag maar gewoon aan
God: “Wilt u me tot een kind van u maken?” Dan
gebeurt dat. Dan gaat zijn Geest aan het werk. Dan bén je
kind van God. En dan is Jezus, de Zoon van God, je Broer, met eerbied
gesproken.
Want Hij heeft mij en u en jou zó ontzagwekkend lief, dat
Hij in onze plaats ging staan. Zó maakte Hij onze handen
los. Ja, je kunt gegrepen worden door Jezus’ liefde. We mogen
ons steeds weer laten boeien door de Heiland en zijn liefde. Zo zijn we
vrij. Vrij om Hem te dienen. En al klinkt dat zwaar, toch is dat een
licht en blij leven.
Vrijheid is een groot goed. En eigenlijk hébben we
vrijheid, hebben we elke vrijheid om Jezus wil. Omdat Hij in onze
plaats is gaan staan. Ook al kostte Hem dat enorm veel. Veel lijden,
lichamelijk en geestelijk. Zelfs de totale eenzaamheid. Waarbij de
Vader zelfs zich onttrok en onbereikbaar was. Zelfs de dood moest Hij
in. En dóór, naar het nieuwe leven. Om ons. In
onze plaats. Zodat wij diezelfde weg zouden kunnen gaan.
Vrijheid, een rijk geschenk. Dat je dan óók aan
anderen gunt. Wat jij hebt gekregen aan anderen geven. En dat zonder er
zelf ook maar een milligram minder door te hebben. Integendeel, daar
word je rijker van.
Ja, we hebben erg veel te danken aan onze Heiland en zijn lijden.
Zóveel! Daar is het eind van wég. En als je daar
hoog van ópgeeft en ook als een miljonair leeft, ook al heb
je geen cent, dan win je mensen. Dan lok je ze naar Hem toe. En dat is
Hij waard! Of niet soms!

READ
THE BOOK - THE
BIBLE CHANGE YOUR LIFE