Afbeelding Missale Romanum - 092
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under onder de titel Adnotationes et
Meditationes in Evangelia ("Notes and Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE ZOON GEDOOD IN DE
WIJNGAARD

BIJBELTEKST MattheUs 21 Markus 12 Lukas 20
:Uit het evangelie volgens Markus:
1 Hij begon tegen hen te spreken in gelijkenissen:
‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef
een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de
wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. 2 Na verloop van tijd
stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de
opbrengst van hen te ontvangen; 3 maar ze grepen hem vast, mishandelden
hem en stuurden hem met lege handen terug. 4 Daarna stuurde hij een
andere knecht naar hen toe, die ze in het gezicht sloegen en
vernederden. 5 Hij stuurde nog een derde, die ze doodden, en nog vele
anderen; sommigen werden door de wijnbouwers mishandeld en anderen
werden door hen gedood. 6 Ten slotte was alleen nog zijn geliefde zoon
over; die stuurde hij als laatste naar hen toe, met de gedachte: Voor
mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. 7 Maar de wijnbouwers zeiden
tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom op, laten we hem
doden, dan is de erfenis van ons.” 8 Ze grepen hem vast en
doodden hem en gooiden zijn lichaam buiten de wijngaard. 9 Wat zal de
eigenaar van de wijngaard daarna doen? Hij zal zelf komen om de
wijnbouwers om te brengen en hij zal de wijngaard aan anderen geven. 10
Hebt u deze schrifttekst dan niet gelezen:
“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
11 Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”’
12 Daarop wilden ze hem gevangennemen, want ze wisten dat hij hen op
het oog had bij het vertellen van deze gelijkenis, maar ze waren bang
voor de reactie van de menigte. Dus lieten ze hem staan en gingen weg.
God bereidt zich voor op een bruiloft
Hij graaft wijngaarden waar de wijn van zijn koninkrijk verbouwd kan
worden en de liefde gevierd. Waar een omheining je beveiligt, een
uitkijktoren je helder zicht geeft op wat er speelt en een wijnpers ons
helpt om die aardse druif van het leven te veranderen in wijn van de
hemel.
Wijngaarden zijn plekken waar de toekomst van God al een beetje waar
is, waar je al iets voorproeft van hoe het uiteindelijk zal zijn. De
hele bijbel door struikel je over wijngaarden. Wat is het eerste dat er
gebeurt na de zondvloed? Noach legt een wijngaard aan. Wat vinden de
verspieders in het beloofde land: druiventrossen. Wat is het eerste
wonder dat Jezus doet? Hij verandert water in wijn. Laten we de
wijngaard ingaan, morgenvroeg, zo zingt de bruid in het Hooglied van de
liefde, laten we kijken of de wijnstok al is uitgebot, zijn bloesems al
ontloken, de granaatappel al bloeit. Daar zal ik jou beminnen.
Wijngaarden zijn plekken waar bruid en bruidegom, God en zijn volk,
Christus en de wereld, dronken worden van vreugde, dronken van de
liefde. Wijngaarden zijn toekomstplekken. Een soort doorgeefluikjes van
de eeuwigheid. Israël is zo’n wijngaard. Als het
goed is, is de kerk zo’n doorgeefluikje. En diep verscholen,
in het hart van ons eigen persoonlijke bestaan, ligt ook een wijngaard,
een toekomstplek. Daar is het dat de Geest van God ons aanstuurt,
verborgen voor ons zicht maar wel merkbaar in de vruchten van ons
leven. Daar is het dat mensen geboren worden als mensen niet van het
verleden, maar van de toekomst.
Maar wie zijn dan die wijnbouwers waar Jezus het over heeft? In het
verhaal van Jezus is het duidelijk. Dat zijn wij, u en ik. Wijnbouwers
zijn mensen die echt werk maken van hun leven. Die zorg en aandacht
geven aan hun ziel, aan hun geloof, aan hun relatie met God. Met
aandacht leven, zorg dragen voor wat echt belangrijk is. Mensen die
niet alleen maar voor zichzelf leven maar zich toeleggen op de toekomst
van God. Dat wat God wil, ook echt waar zal worden, hier en nu, op de
aarde.
En de zon schijnt en de regen valt en de druiven rijpen. Juist de felle
zon en de strenge kou maken de schil stevig en vormen grote druiven
want de ziel rijpt door tegenslag en zalig zijn de armen van geest want
zij zullen God zien. En God gaat zijn gang door de geschiedenis langs
breuken en oorlogen en tsunami’s en desert storms en zijn
Geest blijft zich uitstorten op alle vlees en doorstroomt het leven en
de oogsttijd breekt aan. Nu is de oogsttijd, nú zijn de
vruchten rijp. En God stuurt zijn knechten om de oogst in ontvangst te
nemen zodat de wijn van het koninkrijk gedronken kan worden en de
bruiloft kan beginnen.
De eeuwigheid bonst op je deur. De Heer van de wijngaard laat van zich
horen. Die momenten herken je hieraan: het is altijd een vraag naar
grotere overgave. Want het gaat om de ziel die niet je bezit is maar
Góds bezit en uit wiens hand je het leven van het koninkrijk
ontvangt. Mensen van de tijd kunnen de eeuwigheid alleen ontvangen,
nooit bezitten. Gods toekomst vraagt loslaten, niet vasthouden. De
toekomst die van God komt herken je omdat het inbreekt in je huidige
bestaan. En altijd gaat het om loslaten en vertrouwen, om overgave.
Het is het moment van de waarheid: ga je als puntje bij paaltje komt,
alleen door het leven of ga je met God? Zet je alvast de tafels klaar
voor een bruiloftsfeest of stuur je de knechten weg en als ze
aandringen, sla je ze dood?
Hieraan herken je het verschil tussen de ware gelovige en de beheerder.
Voor de één is de klop op de deur de aankondiging
van een bruiloft, voor de andere is het een bedreiging van alles wat
hij meent te bezitten. De wijnbouwer slaat de toekomst dood want in de
grond van de zaak vertrouwt hij het zaakje niet, het leven niet, en God
niet. In de grond van de zaak is God er om hem aan een wijngaard te
helpen en dan moet hij maar vooral op reis blijven. Sla ze dood, die
inbreuken, negeer ze, doof hun stem, timmer het dicht.
Maar onherroepelijk breekt de oogsttijd aan, bruiloftstijd en God
verlangt naar het feest van dronken vreugde en uitzinnige liefde en dus
stuurt hij niet een leger, maar zijn zoon, de bruidegom.
En de zoon zingt het lied dat zijn vader hem leerde, het lied van zijn
lief en zijn wijngaard: je bent zo mooi, vriendin van mij, je bent zo
mooi, mijn bruid, ga met mij mee, kom en daal af, weg van de bergen
waar leeuwen huizen, weg van de holen waar panters schuilen, bruid van
me, je brengt me in vervoering, hoe heerlijk is je liefde, hoeveel
zoeter nog dan wijn.
Dat is de stem van de zoon die lijkt op zijn vader. Als je dat liedje
hoort, dan weet je wie je voor je hebt. Dat is het lied van de
wijngaard van God, dat is het lied dat zingt in de druiven die groeien
aan wijnranken door God zelf geplant, dat zijn de vruchten die God in
jouw leven doet groeien, dat is het lied van je ziel, het klinkt in het
sap van de ranken en fonkelt in de beker van het verbond. Het stroomt
door je aderen en in al je vriendschappen, het neuriet in het licht op
de bomen en in de ontembare hoop in je hart. Hier en nu is het feest
van de liefde van God en mens, hoor hij roept je.
En de zoon zingt het lied van zijn vader: mijn zusje, mijn bruid, je
bent een besloten hof, een gesloten tuin, een verzegelde bron, kom,
drink en word dronken van liefde…
Maak dat lied niet monddood omdat je bang bent de controle te verliezen
of het geloof dat je kent, of omdat je denkt dat je te min bent, of dat
het niet waar kan zijn want het onkruid woekert zo en leeuwen en beren
versperren de weg. Luister niet naar die valse tegenstemmen in jezelf,
de stemmen om je heen die zeggen dat het niet waar kan zijn, die zeggen
dat God niet bestaat, of boos op je is, of alweer op reis of anders in
slaap is gevallen. Hier is de zoon, de erfgenaam. Hij is degene die
werkelijk thuis hoort in de wijngaard. De enige die in jouw ziel
thuishoort is de zoon van God, uit God geboren, uit God voortgekomen en
thuis in jouw ziel, jouw wijngaard. Dat is je bruidegom, degene die
beantwoordt aan je diepste verlangen en hoogste bestemming. Beheerders
zijn bestemd om bruid te worden.
Wat willen jullie doen met de stemmen in je die de knechten mishandelen
en de zoon vermoorden?
Wat willen jullie doen?
Ik verwoest die wijngaard, zegt God de Vader. Ik haal de omheining weg,
mijn levend woord, zodat niemand het verschil meer weet tussen mijn
volk en de wereld, tussen de wereld en zijn ziel. Laten de varkens maar
komen die de wijnranken omwroeten, laten de distels woekeren en het
lied van de liefde versmoren. Laten de mensen maar vergeten dat zij een
ziel hebben en dat de wijn van het koninkrijk voor hen bestemd is.
Nee, zegt de zoon en springt op de bres voor zijn bruid, zijn
ongelovige geliefde. Verpletterend is zijn liefde, zijn overgave, zo
verpletterend zijn vertrouwen in God en mens, zo keihard zijn
vertrouwen in de toekomst die waar wil worden – daar slaat al
onze weerstand op stuk. Wijnbouwers zijn we, pachters, zo beginnen we
allemaal. Maar onze toekomst ziet er anders uit. U en ik, we zijn
bestemd om bruid te worden van de zoon, mede-erfgenamen van het rijk
van God, dronken van de wijn van de vreugde. Nú is de tijd
van de oogst. Hoort u de klop op de deur? Luister, daar klinkt het lied
van mijn lief en zijn wijngaard.
Meer over Jezus: de
Hoeksteen
In onderstaand bijbelgedeelte wordt Jezus een levende steen en
hoeksteen genoemd (vers 4 en 6). De steen die het diepst in de grond
ligt, het fundament vormt waarop de constructie van het gehele gebouw
rust. Jezus was bereid de onderste weg te gaan om ons weer
‘grond onder de voeten’ te kunnen geven, een basis
en vast fundament. Wél vraagt het de erkenning van Zijn
unieke positie en de bereidheid om ons leven op dit fundament te bouwen.
Andere namen van Hem zijn: Priester (Hebreeën 5:6) en
Middelaar (1 Timotheüs 2:5). Een Bevrijder (Hebreeën
2:14,15) en de Heer van vrede (2 Thessalonicenzen 3:16). De
rechtvaar-dige Rechter (2 Timotheüs 4:8), Heer over levenden
én doden (Romeinen 14:9). De alpha en de omega (Openbaring
1:8) en Getrouwe Getuige (Openbaring 1:5 en 3:14).
1 Petrus 2:4-10
"4 ¶ Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen
werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5 en
laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een
geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke
offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. 6
In de Schrift staat immers: ‘In Sion leg ik een hoeksteen die
ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid; wie daarop vertrouwt, komt niet
bedrogen uit.’ 7 Kostbaar is hij voor u, die erop vertrouwen.
Voor wie er niet op vertrouwen, geldt echter: ‘De steen die
de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden.’ 8 En:
‘Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok
waaraan men zich stoot.’ Zij struikelen omdat ze Gods woord
niet gehoorzamen, daartoe zijn ze bestemd. 9 Maar u bent een
uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie,
een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen
van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn
wonderbaarlijke licht. 10 Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk;
eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u
geschonken."

READ
THE BOOK - THE
BIBLE CHANGE YOUR LIFE