HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                          

De Bijbel spreekt met autoriteit

Lees de Bijbel   De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 022 - De Bijbel spreekt waarlijk met autoriteit

“Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust”.

Er wordt heel wat afgepraat, er wordt heel wat afgeschreven

Veel wetenschappelijk ontdekkingen van de afgelopen eeuwen, bijvoorbeeld de vondsten van dinosauriërs, laten zich ook goed verklaren aan de hand van Bijbelse gegevens. We moeten wel bedenken dat de Bijbel niet een 20e eeuws wetenschappelijk boek is, maar op de eerste plaats een boek over verlossing voor mensen uit alle tijden en alle culturen.

Er wordt wel eens gezegd dat de mensen vroeger niet beter wisten en dus maar geloofden dat wat de pastoor of de dominee van de kerk zei de waarheid was. Daarbij wordt gesuggereerd dat de mens zich steeds verder ontwikkelt en dat we dankzij de wetenschap nu beter weten. Vreemd genoeg daarbij is dat in de naam van de wetenschap veel dingen worden geleerd die voor het merendeel van alle mensen nooit te controleren zijn. Bijvoorbeeld over het ontstaan van het heelal, de aarde en de mens zelf. Er zijn maar weinig mensen die de moeilijke theorieën hierachter begrijpen. Toch geloven de meeste mensen dat die theorieën juist zijn. En waarom? Omdat de wetenschap het zegt? Dat is toch niet anders dan geloven in de dingen die de pastoor of de dominee zegt en die je ook niet kunt controleren. Deze redenering toont ook aan dat veel mensen helemaal niet minder naïef zijn als vroeger. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat veel wetenschappen in de laatste eeuw geworden zijn tot een nieuwe religie, met de wetenschappers als nieuwe priesters. En als je hen niet gelooft word je (net als vroeger) bijna voor gek verklaard

Er wordt heel wat afgepraat, er wordt heel wat afgeschreven. En toch blijft één ding duidelijk: Het láátste woord is nog nooit geschreven, het laatste woord is nog nooit gezegd. Wat zelfs bij de meest gezaghebbende instantie op de wereld ontbreekt, is het uiteindelijk gezag: de autoriteit. Is het dan een wonder, dat er in de samenleving veel onzekerheid is? Op allerlei terreinen nemen de meningsverschillen toe, groeit de verwarring. Dat geldt voor de politiek evenzeer als voor de sport; dat geldt voor het maatschappelijk leven evenzeer als voor de kunst. En zelfs op kerkelijk terrein bestaan er veel verschillende opvattingen en richtingen. Tegenover al die onzekerheid is er ook zekerheid: de Bijbel spreekt met gezag, met autoriteit. De Bijbel alleen.

Het gezag van de Bijbel

Je hoeft je er niet zo over te verwon- deren, dat er zoveel verschil van me- ' ning is tussen mensen en volken. (Mat th. 24: 24) Jezus heeft gezegd: 'Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden' .

In de Bijbel is God zelf aan het woord. Daarom spreekt de Bijbel met autoriteit, met gezag. Ook als de schrijvers van de Bijbel met hun eigen woorden en in hun eigen stijl schrijven, blijft het God, die tot ons spreekt. Blijft het God, die Zijn Woord tot ons richt. De autoriteit van de Bijbel is niet een autoriteit van een aantal mensen, het is een goddelijke autoriteit.

In het laatste Bijbelboek (openbaring), staat te lezen, dat niemand iets (Openb.22:18) mag toevoegen áán ,en ook niemand (Deut. 12 : 32), iets mag afnemen van de woorden (Deut. 4: 2) van dat boek.

Op Gods gezag spreken

De profeten uit het Oude Testament, zoals Mozes bijvoorbeeld, wisten, dat zij door God 'geroepen' waren. (Ex. 2: 23) God zelf gaf hun opdracht. En natuurlijk ging de opdracht best wel eens in tegen wat ze zelf wilden. Toch moesten ze gehoorzamen. God gebruikte hen als Zijn afgezanten. Ze waren zich ervan bewust, dat Hij tot hen gesproken had. Ze wisten ook, dat Hij ze zou leren, wat ze moesten spreken. In de Bijbel wordt door de profeten daarvoor de uitdrukking gebruikt: 'zo zegt de HERE' of 'Het Woord van de HERE geschiedde tot mij' en andere soortgelijke uitdrukkingen.

Vaak is de stijl zo, dat God zelf sprekend wordt ingevoerd. En zo is het eigenlijk ook: God zelf spreekt door de mond van Zijn profeten; God zelf handelt door hun dienst. De profeten maken een heel duidelijk onderscheid tussen wat God hun meedeelt (de openbaring) en wat de (I Kon. 22:1-40) mens zelf bedenkt. Daarom beschuldigen zij de 'valse' profeten ervan, dat deze alleen spreken vanuit hun eigen inzichten, zonder door God gezonden te zijn. Die 'valse' profeten beweerden weliswaar door God geroepen te zijn; in werkelijkheid (Ex. 13; 3) brachten zij hun eigen gedachten en overtuigingen naar voren.

Ook Jezus waarschuwt ons voor de (Mat th. 24; 5, 23-26) 'niet-echte' profeet.

Op Gods gezag schrijven

Behalve hun spreken is ook het schrijven van de profeten een goddelijke opdracht. In Exodus bijvoorbeeld (Ex. 17; 14) lees je, dat God tegen Mozes (Jer. 36; 4) zegt: 'Schrijf dit ter nagedachtenis in een boek'. Er zijn ongetwijfeld veel profetieën die nimmer zijn uitgesproken, maar meteen op schrift gesteld zijn met de bedoeling gelezen en overdacht te worden. Voor dat geschreven woord geldt dezelfde autoriteit als voor het door de profeten gesproken woord.

Heel de Bijbel

Sinds het bekend worden van de verschillende geschriften waaruit het Oude Testament bestaat, werden zij ook als gezaghebbend erkend. Zo ontstond de 'canon' van het Oude Testament. Canon, dat is: regel voor :geloof en leven. Met dat woord wordt nu aangeduid het geheel van alle geschriften van de Bijbel als het gezaghebbend Woord van God. De 66 boeken waaruit de Bijbel bestaat, worden daarom ook wel de canonieke boeken genoemd.

Deze canon van het Oude Testament was voor Jezus en Zijn discipelen een onwankelbaar gegeven: hij bezat goddelijke autoriteit. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop zij gedeelten uit het Oude Testament citeren. Dat was voor hen weliswaar uit verschillende delen samengesteld en door verschillende mensen geschreven, maar het vormde voor hen één geheel, waarvan God zelf de (Rom.4: 3) eigenlijke Auteur was. Soms wordt (Hand. 2:16, 25) door hen de naam van de schrijver (Matth. 4:4 10) aangehaald, soms ook wordt er gebruik gemaakt van vaste uitdrukkingen als: 'Er staat geschreven' of 'De Schrift zegt' .Maar ook wordt bij het (Hebr.10:5, 15) citeren de Auteur zelf met name (Hand. 28: 25) genoemd; God of de Heilige Geest.

Zelfs een enkel woord, zelfs een (Matth. 5 : 18) enkele letter ('tittel en jota') van het Oude Testament bezit voor Jezus die goddelijke autoriteit.

Het gezag van Jezus

De goddelijke autoriteit van het oude Testament moet worden doorgetrokken naar het Nieuwe Testament. De woorden van Jezus zijn goddelijk en onfeilbaar. Zoals God (Hebr.1 : 1) in het Oude Testament sprak door de profeten, zo spreekt Hij nu door Zijn Zoon. Jezus is door God gezonden (Joh.8:26, 28) en Hij spreekt niets anders dan wat Hij van Zijn Vader gezien en gehoord heeft. Alle beloften van God zijn in Hem 'ja', d.w.z. betrouwbaar (2 Cor. 1:19-20) en door jezus is ook ons "Amen" (ons aanvaarden van die beloften).

Door, ,Amen' , te zeggen sprak de gemeente haar vast vertrouwen uit in wat tot haar was gezegd. Jezus heeft ons niets in Zijn eigen handschrift nagelaten. Maar Hij heeft er wel voor gezorgd, dat wat Hij gezegd heeft onvervalst en zuiver aan de mensheid is doorgegeven. Hij heeft de apostelen uitgekozen en hun een heel bijzondere taak gegeven; een taak die daarin bestond, dat zij na Zijn heengaan als Zijn getuigen moesten optreden. De apostelen waren immers oor- en ooggetuigen geweest van de woorden en werken van Jezus. Alles wat zij van Jezus gezien (1 Joh. 1 : 1-4) en gehoord hadden moesten zij (Hand. 1 : 8) (Joh. 15: 27) doorgeven aan Israël en aan de wereld. De getuigen moesten gaan getuigen. Getuigenissen met de autoriteit van Jezus.

Het gezag van de Heilige GeestGod heeft de apostelen voor hun taak het verstand en de kracht gegeven. Hij heeft ze ook, in plaats van (Joh.16: 5-7) Jezus na Zijn hemelvaart, de Heilige (Hand. 1: 4) Geest beloofd en gegeven. Door die Geest hebben de apostelen de woorden (Hand.1: 8) van Jezus kunnen uitspreken en opschrijven. Op de Pinksterdag (Hand.2) ontvingen alle gelovigen de Heilige (Joh.15:26,27) Geest. Maar de apostelen kregen (Joh. 20:22 23) zondere Geestesgaven, om hun taak als getuigen aan te kunnen.

Nadat de apostelen de Geest ontvangen hadden, zijn ze gaan schrijven: op die manier is het Nieuwe Testa- ment tot stand gekomen. De Geest is even betrouwbaar als God de Vader en als Christus Jezus. Deze drie zijn immers de enige, waarachtige God. Daarom is wat in het Nieuwe Testa- ment staat, de volle waarheid. Daarom heeft ook het Nieuwe Testament in z'n geheel dezelfde autoriteit als het Oude Testament.

Twijfel of zekerheid

Hoe kijk je tegen de Bijbel aan? Is .. het een menselijk boek met fouten en vergissingen ? Of is het het Woord van God, dat met goddelijke autoriteit in geloof aanvaard moet worden? Het antwoord op die vragen is beslissend voor de manier waarop je met de Bijbel bezig bent. Maar gelukkig is er maar één antwoord. De zekerheid van de Bijbel: de zekerheid van de goddelijke autoriteit. Wie gelooft in dat goddelijke gezag van de Bijbel en dat gezag gelovig wil aanvaarden, heeft zekerheid. De Bijbel: het enige vaste punt in een wereld volonzekerheid. Daar kunt je zeker van zijn.


VOOR DE BELIJDENISCATECHISATIE

INLEIDING: DE BIJBEL

De naam ‘Bijbel‘ betekent zoveel als een verzameling boeken. Vandaar ook dat de populaire ‘vertaling’ het  Boek heet. Naast het woord ‘Bijbel’ wordt er ook gesproken over de ‘Heilige Schriften’, waarmee de verzameling nog duidelijker genoemd wordt. Ook wordt gesproken over ‘Heilige Schrift’, waarmee juist de eenheid tussen de diverse Bijbelboeken bedoeld wordt. Daarmee wordt de Afzender duidelijker: de Heilige! Deze God maakt Zichzelf bekend door Zijn Woord.

TWEE DELEN, met 1 inhoud! De verzameling omvat 2 delen en een aantal series:

Het Oude Testament (eigenlijk kun je beter met ‘oude verbond’ vertalen):

 · Thora, dat letterlijk heenwijzing (zoiets als ‘wegwijzer’)betekent en dus meer is dan de wet alleen.
 (Genesis – Deuteronomium, ook wel genoemd ‘de vijf boeken van Mozes’.)
 · Nebi-im, dat letterlijk ‘profeten’ betekent. Het heeft twee onderdelen:
 1. vroege profeten (Jozua, Richteren, Samuël en Koningen) en de
 2. late profeten (Jesaja – Maleachi)
 · Chetubim, dat letterlijk ‘geschriften’ betekent en dus de rest van de Bijbel vormt.

Het Nieuwe Testament (of Nieuwe Verbond):

 · Evangeliën, levensbeschrijvingen van Jezus. Vier verschillende getuigenissen, die op cruciale momenten
 met elkaar gelijk lopen en toch steeds weer eigen accenten leggen. De eerste drie heten synoptische
 evangeliën, omdat ze samen een gelijke opbouw hebben (van geboorte tot het lijden, sterven en opstaan van
 Jezus), het vierde evangelie is van een andere soort, met meer een aantal diepteboringen uit het leven van
 Jezus.

 · Het boek Handelingen ( van de …), dat als een geschiedenisboek is opgenomen maar zo ook een groot
 pleidooi is voor de waarheid van het Evangelie van Jezus. Hij gaat ook na Zijn dood door, om de hele
 wereld te bereiken.

 · Daarna komen de brieven

 1. Eerst de brieven van Paulus (aan de Romeinen – aan Titus)
 2. Dan de brief aan de Hebreeën (schrijver onbekend)
 3. De brieven van Jakobus, Petrus, Judas en Johannes
 · De Openbaring, over wat komen gaat, de APOCALYPS, de openbaarmaking van verborgen dingen.

HOE KOMEN WE AAN DE BIJBEL?

De Bijbel is geïnspireerd, oftewel door de Heilige Geest ingeblazen (THEOPNEUSTOS). Dat betekent dat de verschillende schrijvers (in hun eigenheid) ‘instrumenten’ zijn geweest voor de Heilige Geest. Hij gebruikte hun
gaven en liet hen een bepaalde weergave van een geschiedenis of een eigen ervaring op zo’n manier opschrijven dat dit tot op de dag van vandaag zeer veelzeggend is en zelfs een openbaring van Gods kant is. De Here God spreekt door de Bijbel tot ons, heel concreet: het lezen van het Woord van God kan op een bijzondere wijze (door de ‘verlichting’ van de Heilige Geest) betekenen dat God tot ons spreekt.

Er is verschil van mening of er sprake is van mechanische inspiratie (de Bijbelschrijvers hebben alleen maar opgeschreven wat God hen letterlijk influisterde) of organische inspiratie. (de Bijbelschrijvers hebben op een
bijzondere wijze de nabijheid van God ervaren toe ze naar eigen inzichten en mogelijkheden hebbenopgeschreven wat er was gebeurd.)

HOE WERKEN WIJ MET DE BIJBEL?

Je kunt niet zo maar bepaalde teksten uit de Bijbel halen en daar het keurmerk aan verbinden:’ zo spreekt God’.
Het gaat dan namelijk om een specifieke selectie van teksten, die altijd aan kritiek onderhevig is. Tegelijk mag je zoeken naar wat de Heilige Schrift van God ook vandaag de dag over bepaalde onderwerpen te zeggen heeft en dus kan een bepaalde selectie van teksten heel goed werken. Elke keer mag je vragen: wat zegt dit gedeelte over de Here God?

OVER DE VERHOUDING TUSSEN OUDE EN NIEUWE TESTAMENT

Er zit verschil tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament, heel eenvoudig vanwege het feit dat het laatste deel van de Bijbel alles beschrijft over en vanuit Jezus Christus, terwijl Hij in het Oude Testament slechts
verborgen gebleven is. Vandaar dat het verschil tussen OT en NT wel eens gemakshalve genoemd wordt: OT is de belofte en het NT is de vervulling. Er zijn echter mensen geweest die daarmee ook maar besloten om het OT als verouderd aan de kant te schuiven. Als je toch de vervulling hebt, waarom zouden wij ons nog bezighouden met de belofte? Ze beriepen zich op Hebr. 8:1. Aan de andere kant, misschien wel als een reactie op de vorige mening, stelde men dat het wezenlijke reeds in het OT gesteld werd en dat het NT slechts een ‘verklarende
woordenlijst’ is om het OT beter te begrijpen (Van Ruler).Duidelijk is dat het gaat om dezelfde God, de Schepper van de hemel en van de aarde en om de verzoening van onze zonden en het verbond waarmee God
Zich voortdurend aan het volk verbindt. Daarom is de eenheid tussen Oude en Nieuwe Testament zeer belangrijk en eigenlijk onopgeefbaar.

  AANBEVOLEN DOCUMENT: DE BIJBEL OVER GEZAG


De mens staat onder het gezag van God

"En de Here God legde de mens het gebod op: Van alle bomen ..." Genesis 2:17.

God legde eenzijdig de mens zijn gebod/zijn wil op.
 
Het gezag van God over de mens rust op de relatie Schepper-schepsel

Krachtens de schepping is God de wettige eigenaar van de mens. "Hij heeft ons gemaakt, Hem behoren wij toe" (Psalm 110:3).
 
Gezag en macht zijn niet hetzelfde

Exousia en dunamis, Lucas 4:36.

Gezag is het wettig recht om te regeren. Macht heeft te maken met kracht om dat recht ook af te dwingen.

de jure / de facto

Ergens de macht hebben de facto (feitelijk) en de jure (wettig).

God heeft absoluut gezag over de gehele schepping wat wordt ondersteund door zijn absolute macht

"Ja alle bewoners der aarde worden als niets geacht; Hij doet naar zijn wil met het heir des hemels en de bewoners der aarde; niemand is er, die zijn hand kan weerhouden of tot Hem kan zeggen: wat doet Gij?" (Daniël 4:35).

"Maar gij, o mens! wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? Zal het geboetseerde tot zijn boetseerder zeggen: Waarom hebt gij mij zo gemaakt? Of heeft de pottenbakker niet de vrije beschikking om ..." (Romeinen 9:20,21).

Je vergeet je plaats!!
 
Menselijke gezagdragers

God heeft in de verschillende levenskringen menselijke gezagsdragers aangewezen. In de staat de overheid, in het huwelijk de man, in het gezin de ouders, in de gemeente de oudsten. Zij besturen, geven leiding, oefenen gezag uit krachtens "droit divin". Zij zijn gezagdragers. Zij dragen (vertegenwoordigen) het gezag van God in die bepaalde kring.

Krachtens hun positie zijn ze dienaren van God en wie zich tegen hen verheft verzet zich tegen God zelf, Romeinen 13:1-4.

Alle menselijk gezag is beperkt gezag. "Gij zult Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen", (Handelingen 5:29).

Helaas is er in onze huidige gebroken wereld de grimmige realiteit van gezag- en machtsmisbruik.

In het kader van deze studie voert het te ver om hier nader op in te gaan. Vooral de vraag hoe wij, als christenen, met gezagmisbruik (en met incompetente gezagdragers) behoren om te gaan is voor ons van belang.
 
Zonde is ten diepste de verwerping van Gods gezag over ons leven

Zonde is de weigering om schepsel te zijn onder het gezag van God de Schepper. Zelf als God willen zijn, autonoom willen zijn. Zichzelf tot wet. Baas in eigen leven (Genesis 3).

Zonde is revolutie, opstand tegen het wettige gezag. "Laat ons hun banden verscheuren" (Psalm 2:3).

Bekering houdt onderwerping aan Gods gezag in

In die toestand van opstand, rebellie komt het Woord van God tot de mens. Het is een Woord van gezag want het is afkomstig van de Schepper-eigenaar van de mens.

God treedt de mens tegemoet en zegt: "bekeert u".

Bekering houdt onderwerping aan Gods gezag in. Bekering is troonsafstand doen. Het is de leiding over je leven uit handen geven. Het "ik" gaat van de troon af en Jezus neemt de plaats op de troon (de plaats van gezag) in.

In de Bijbel is gezag gekoppeld aan onderwerping

"Herinnert hen er aan dat zij zich aan overheid en GEZAG onderwerpen" (Titus 3:1).

"Onderwerpt u aan God" (Jakobus 4:7). "Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden die boven hem staan" (Romeinen 13:1). "Onderwerpt u dus aan alle menselijk instellingen" (1 Petrus 2:13). "Onderwerpt u aan de oudsten" (1 Petrus 5:5).

Gezag vraagt om erkenning en onderwerping. Erkenning van het wettig gezag,

Het gaat om onderwerping aan God en aan de door God aangewezen menselijke gezagdragers.

Gezag staat in de Bijbel altijd in het kader van een persoonlijke relatie

De persoonlijke mens staat tegenover de persoonlijke God. Het gaat om de Here God die die éne mens persoonlijk aanspreekt in zijn existentiële situatie. "En de Here God riep de mens tot Zich en zeide tot Hem waar zijt gij" (Genesis 3:9).

Adam waar ben je? God die het initiatief neemt. God die zijn Woord zendt. God die de mens uit zijn schuilplaats roept.

God die zegt: waar zijt gij.

Christen zijn betekent meer dan het aanvaarden van bepaalde leerstellingen of het veranderen van ons gedrag. In het christenzijn gaat het in de eerste plaats om het hebben van een persoonlijke relatie met de Schepper zelf. Na onze bekering ontstaat er gemeenschap, contact, dialoog. Dat wil zeggen: "Jij spreekt, in gebed, tot God en God spreekt, door Zijn Woord en Geest, tot jou".

Een christen staat niet tegenover de wet, maar tegenover de wetgever. Vanuit die persoonlijke relatie spreekt God, als onze Schepper, ons met gezag aan. God verwacht van ons dat we 'daders van het Woord' zijn en dat we ons door zijn Geest laten leiden (Jakobus 1:22, Galaten 5:18).

Christus bestuurt (leidt) ons door Zijn Woord en Geest. Dat is geen theoretische vrome formule, dat is een levende werkelijkheid.

Onderwerping aan het gezag van Jezus

Hem heiligen als de Heer in je hart (1 Petrus 3:15).

De Heer verwacht simpelweg van ons dat we Hem gehoorzamen.

"Wat noemt gij mij Here, Here en doet niet hetgeen Ik zeg?" (Lucas 6:46).

Als je Jezus Heer noemt dan verwacht de Heer dat je daar ook naar handelt.

De liefde tot Jezus en onze onderwerping aan zijn gezag

Jezus volgen betekent dat we dagelijks ons kruis moeten opnemen (Lucas 9:23). Bij elke christen komt het geregeld tot een crisis waarin hij of zij komt te staan voor de keuze om ofwel God te gehoorzamen (en een stukje te sterven) ofwel ons zelf te handhaven. Dan staan we voor de keuze wat te doen met het Woord van God.

Toen ik mij bv. na mijn bekering wilde laten dopen, zei mijn vader tegen me: "als je dat laat doen dan wil ik niets meer met je te maken hebben". Gehoorzaamheid op het punt van de doop kon me mijn 'thuis' en de financiering van mijn studie kosten. Voor zulke situaties komt ieder die de Heer volgt telkens weer te staan.

"Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zijn kruis niet opneemt en achter mij gaat, is Mij niet waardig" (Mattheüs 10:37,38).

Lucas 14:25-35: afstand doen van al wat hij heeft.

Wat sleept ons er door heen om toch te gehoorzamen? Het antwoord heeft te maken met de persoonlijke relatie die we met de Heer hebben gekregen.

Hoe kon ik de Heer, die me zoveel liefde had betoond, iets weigeren? Ik heb gehoorzaamd omdat ik de Heer lief had en omdat ik de Heer niet kwijt wilde raken. Het kost soms tranen om tot overgave te komen. Maar zoals dat bij een ieder van ons het geval is, heeft ook bij mij gehoorzaamheid, onderwerping me dichter bij de Heer gebracht. Als je je (natuurlijke) leven verliest omwille van de Heer dan vindt je immers het (bovennatuurlijke) leven, dat bestaat uit een diepe gemeenschap met de Heer, terug. Hem te kennen is het leven (Johannes 17:3).

"Wie mijn geboden heeft en ze bewaart die is het die mij liefheeft ... en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren" (Johannes 14:21).

De persoonlijke band met de Heer doet ons gehoorzamen. Omdat we gegrepen zijn door Christus.

Onderwerping aan het Woord (aan het gezag) van God is geen theoretische aangelegenheid en het heeft ook niets met wetticisme te maken. Het gaat om de enkele mens die staat tegenover zijn Heer. "Hebt gij Mij waarlijk lief? Zo ja, doe het dan (gehoorzaam mij dan) omdat Ik degene ben die het je vraagt". "Wie mijn geboden heeft en ze bewaart die is het die mij liefheeft." "Gij zijt mijn vrienden indien gij doet wat ik u gebied" (Johannes 14:21,23 en 15:14).

De Heer heeft geduld met ons maar in zekere zin is Hij ook onverbiddelijk. Als u en ik de Heer willen hebben (echte diepe gemeenschap met Hem) dan moeten we gehoorzamen. "Wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij komt, is Mij niet waardig". De Heer meent wat Hij zegt en daar valt niet mee te schipperen.

God oefent zijn gezag uit door Zijn Woord

Zijn Woord komt tot de mens en de mens behoort "gehoor te geven".

Adam stond onder het gezag van God. Het gebod om niet van de boom der kennis van goed en kwaad te eten werd de mens eenzijdig van Gods kant opgelegd (Genesis 2:16,17). Het Woord van God was tot Adam gekomen d.w.z. God had het gebod, God had zijn wil, naar Adam toe gecommuniceerd.

Uit de wijze waarop iemand reageert op het Woord van God blijkt of men al of niet het gezag van God aanvaart

We weten dat Adam het Woord van God heeft verworpen. Hij ging tegen het Woord van God in en daarin werd zijn opstand tegen het wettig gezag geopenbaard.

Verwerping van Gods Woord betekent verwerping van Gods gezag.

"Wij, de apostelen, zijn uit God; wie God kent hoort naar ons, wie uit God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling" (1 Johannes 4:6).

"Als iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent hem" (2 Thessalonica 2:14).

Buigen voor het Woord van God

Onderwerping aan God houdt onderwerping aan Gods Woord in. Onderwerping aan Gods Woord betekent dat we buigen voor het Woord van God.

"Zij dan die zijn (Gods) Woord aanvaardden" (Handelingen 2:41).

We kunnen allerlei inzichten hebben. Ons gevoel en onze ervaring kunnen iets anders zeggen maar als Gods Woord het op een bepaald punt anders zegt moeten we dat aanvaarden.

We moeten onze eigen inzichten prijsgeven voor de uitspraken van het Woord van God.

Hier komt de gezindheid van het hart aan het licht.

Ik had onlangs een gesprek met een christin. In het gesprek kwamen we op onze houding tegenover de Paus. Is hij een antichrist of een medebroeder?

Ik wees op de Galatenbrief waar Paulus een ieder die een evangelie brengt dat afwijkt van het evangelie dat hij bracht, veroordeelt. In de gemeenten van Galatië waren mensen binnen gekomen die leerden dat een mens behouden moet worden door het geloof in Jezus plus de besnijdenis. De Paus (en de rooms-katholieke kerk) doen ook iets dergelijks want ze leren dat een mens behouden moet worden door het geloof in Jezus plus de sacramenten (de werken). Dat betekent dat de Paus een ander evangelie dan Paulus brengt want die bracht het evangelie van de rechtvaardiging door het geloof alleen. De Paus brengt een verdraaid evangelie en dat is geen evangelie. En als je een verdraaid evangelie brengt, zo stelt Paulus uitdrukkelijk, dan ben je vervloekt (Galaten 1:6-9).

Het Woord is op dit punt zeer helder. Die zuster kon er dan ook niets tegen in brengen maar toch zag ik dat ze deze toepassing van de boodschap van de Galatenbrief op de Paus innerlijk niet aanvaardde. Ze weigerde te buigen voor het Woord van God. "Ja maar ..."

We moeten geloven wat de Bijbel zegt. Het is zoals de Bijbel zegt dat het is. We moeten ons eigen inzicht onderwerpen aan het Woord van God.

Het "er staat geschreven" is het einde van alle tegenspraak. De Bijbel beslist elke discussie.

We moeten ook doen wat de Bijbel zegt. In de Bijbel staat Gods geopenbaarde wil.

Geen "ja maar". Dat staat nou wel in de Bijbel, maar ...

Het Woord aanvaarden, innerlijk aannemen.

Het Woord van God, het gezag van God, krachteloos maken

Bij zonde en opstand tegen God moet de mens eerst afrekenen met het Woord van God. Het Woord moet krachteloos gemaakt worden.

Dat gebeurde bv. bij de zondeval. Zowel de Satan als Eva speelden een rol bij het krachteloos maken van Gods Woord.

De Satan deed dat door het Woord van God te verdraaien (God heeft zeker wel gezegd; gij zult niet eten van enige boom in de hof). Vervolgens plaatste hij zijn eigen woord (zijn eigen autoriteit) tegenover het Woord van God (gij zult geenszins sterven). Hij betichtte God, dat is de spreker van het Woord, van een verborgen agenda (God weet dat ten dage dat ...).

Ook Eva speelde een rol in het krachteloos maken van het Woord van God. Eva plaatste naast of tegenover het Woord van God haar eigen waarneming en oordeel (en de vrouw zag dat de boom goed was om van te eten ...). Eva stelde haar eigen beoordeling tegenover of naast het Woord van de Heer. "Hoe kan het nou fout zijn om dat fruit te eten? Het zag er immers goed uit." Ze steunde blijkbaar meer op de autoriteit (het gezag) van haar eigen waarneming en op de autoriteit (het gezag) van het woord van Satan dan op het Woord van de Heer. Eerst na die ondermijning van het gezag van het Woord van God volgde de overtreding.

Ook "godsdienstige" mensen kunnen zich aan het gezag van Gods Woord onttrekken. Het is mogelijk om met de mond het gezag van Gods Woord te erkennen terwijl men in de praktijk zich er aan onttrekt. Dit is één van de dingen die Jezus de Farizeeën verweet. Zie bv. Marcus 7:1-13.

Jezus is hier in gesprek met de Farizeeën. Jezus verweet hen dat zij het gebod Gods verwaarloosden, dat zij het gebod Gods buiten werking stelden, dat zij het Woord Gods krachteloos maakten.

De principiële fout van de Farizeeën was dat zij hun traditie (de zogenaamde overlevering der ouden) naast en in feite boven het Woord van God plaatsten. Dit deden zij niet incidenteel maar structureel, "en dergelijke dingen doet gij vele" (:13). Daarnaast "verwaarloosden" ze het gebod Gods.

Het is mogelijk om op allerlei wijzen af te rekenen met het gezag van Gods Woord.

Het verwaarlozen (er niet naar vragen). Het negeren.
Een andere autoriteit naast het Woord plaatsen bv. je eigen inzicht en gevoel (de moderne en de postmoderne mens):
de inzichten van wetenschappers;
een belijdenis;
de mening van geestelijke leiders, de kerk;
traditie;

een mondelinge overlevering der apostelen;
de strakke schema's van de bevinding;
het inwendige licht, profetieën, etc (charismatische beweging). De Geest waait waarheen HIJ wil. Je kunt de Geest niet opsluiten in de Bijbel;
scheppingsopenbaring (bv. Ouweneel en Medema). Als het bv. gaat om de positie van de vrouw moeten we volgens Medema niet alleen afgaan op de Bijbel (alleen afgaan op de Bijbel is, zo stelt hij, gevaarlijk want dat zou tot biblicisme kunnen leiden, stel je voor). Naast de Bijbel moeten we, volgens hem, ook afgaan op de openbaring in de Schepping. Uit de schepping blijkt dat vrouwen best gaven hebben om te besturen dus ...;

filosofieën (bv. Ouweneel met zijn wijsbegeerte der wetsidee);
apocriefe boeken (de RK kerk);
nieuwe openbaringen (bv. boek van Mormon);
enzovoorts.
De doorzichtigheid van de Bijbel (min of meer) ontkennen. De ene christen zegt dit en de andere zegt dat. Je komt er nooit uit. De Bijbel is dus 'blijkbaar' toch niet duidelijk.
De onfeilbaarheid, inerrancy van de Bijbel ontkennen. Men gelooft dan wel dat de grote lijn (de scopus) van de Bijbel onfeilbaar is maar niet noodzakelijkerwijs ook allerlei feiten en individuele woorden, teksten. Dan kun je bv. homofilie goed praten door te stellen dat we niet op een enkele Bijbeltekst af moeten gaan (want dan verhef je de letter van de Bijbel tot het hoogste formele criterium) maar dat we ons moeten laten leiden door de grote kernwoorden van de Schrift zoals: liefde, aanvaarding en trouw.

Het relativeren van de leer, het dogma. Bijvoorbeeld door, zoals W.J. Ouweneel doet, scherp onderscheid te maken tussen geloofskennis en theologische kennis. Het gevolg van het maken van dit onderscheid is een relativering van alle leer. Dit is precies wat Ouweneel ook van zichzelf zegt. Die relativering gaat zover dat hij stelt dat het ware geloof de tegenstelling Rome-reformatie te boven gaat. Zo wordt de duidelijke boodschap van de Galatenbrief krachteloos gemaakt.
 
De strijd om het gezag van Gods Woord in de kerkgeschiedenis

In de kerkgeschiedenis zijn perioden aan te wijzen waarin zich in het bijzonder een heftige strijd om het gezag van de Bijbel afspeelde.

In de eerste eeuwen was er bv. de strijd om de canon. Marcion die, vanuit een gnostieke filosofie, de canon inkortte.

Het voor ons eerste, zeer belangrijke, moment is de periode van de Reformatie. Van twee kanten werd in die tijd het gezag van het Woord van God ondermijnd. Van de kant van de roomse kerk en van de kant van een bepaalde stroming, die vooral sterk was onder een groep wederdopers, anabaptisten, deze scheidden de Geest (het innerlijk woord, profetieën, etc.) van de Schrift.

Tegenover Rome hebben de reformatoren het, uit de Bijbel zelf afgeleide, "Sola Scriptura"-principe gesteld. De Bijbel is de enige kenbron van ons geloof. Wat we geloven halen we alleen uit de Bijbel. De Bijbel is de hoogste autoriteit voor geloof en leven. De Bijbel is onze enige regel (norm) voor geloof en leven.

In de praktijk betekent dit dat een protestant (en dus ook een evangelical) bij elke kwestie die zich voordoet automatisch de vraag zal stellen: "wat zegt de Bijbel hierover?". Deze reactie is de reflex (de spontane en na enige tijd onbewuste reactie) van een ieder die in zijn hart de Bijbel als het hoogste en enige gezag heeft aanvaard.

Rome maakte en maakt op twee manieren het Woord van God krachteloos. Ten eerste door aan de Schrift de zogenaamde mondelinge traditie (de mondelinge overlevering der apostelen d.w.z. hun variant van de 'overlevering der ouden') en de apocriefe boeken toe te voegen. Ten tweede ontkent Rome ook de doorzichtigheid van de Schrift. De individuele gelovige is, volgens Rome, niet in staat met zekerheid uit te maken wat een bepaald Bijbelgedeelte betekent. Alleen de kerk (de Paus) kan dat, volgens hen, krachtens een veronderstelde bijzondere bijstand van de Heilige Geest.

Tegenover deze aanvallen vanuit het roomse kamp en tegenover de aanvallen vanuit het kamp van de groep gelovigen die Woord en Geest scheidden hebben de Reformatoren het gezag van de Bijbel gehandhaafd door hun, aan de Bijbel zelf ontleende, leer over de eigenschappen van de Bijbel.

Zij leerden dat de Bijbel doorzichtig, genoegzaam, noodzakelijk en gezaghebbend is.

Doorzichtig wil zeggen dat de Bijbel begrijpelijk is voor de individuele christen.
Genoegzaam wil zeggen dat we naast de Bijbel niets nodig hebben.
Noodzakelijk wil zeggen dat we de Bijbel nodig hebben want alleen die kan ons "wijs maken tot zaligheid" en ons "volkomen maken, tot alle goed werk volmaakt toegerust" (2 Timotheüs 3:15-17).
Gezaghebbend wil zeggen dat de Bijbel het laatste en beslissende woord heeft in elke kwestie aangaande geloof en leven. Zoals het in de Bijbel staat zo is het en zo als de Bijbel het voorschrijft zo moet het.
Dus door de leer over de eigenschappen van de Schrift werd het gezag van de Bijbel verdedigd tegen zowel Rome als tegen die bepaalde stroming wederdopers.

Tegenover Rome plaatsen de reformatoren (en hun directe opvolgers) de leer over het gezag, de genoegzaamheid, en de doorzichtigheid van de Bijbel. Tegenover die bepaalde stroming wederdopers (charismatici zouden wij nu zeggen) stelden ze de leer over de genoegzaamheid en de noodzakelijkheid van de Schrift.

Een tweede voor ons zeer belangrijk moment uit de kerkgeschiedenis, in de strijd voor de handhaving van het gezag van het Woord van God, is de strijd van de orthodoxe christenen tegen de opkomende systematische Schriftkritiek. Met name in het laatste deel van de vorige eeuw kwam die strijd tot een hoogtepunt.

Tegenover de pretenties van de Schriftkritiek stelden de orthodoxe christenen dat de Bijbel volledig en woordelijk door Gods Geest is geïnspireerd en dat de Bijbel daarom "onfeilbaar", dat wil zeggen inerrant, foutloos, is. Er staat geen onjuiste informatie in de Bijbel. Of nauwkeuriger gezegd zulke informatie kan niet in de oorspronkelijke geschriften hebben gestaan.

De huidige aanval op het gezag van de Bijbel

Juist de hierboven (onder punt 16) genoemde leerstellingen, die het gezag van de Bijbel handhaven en bevestigen, worden tegenwoordig op grote schaal in de evangelisch wereld aangevallen en losgelaten.

Als evangelische christenen zouden wij met kracht het Sola Scriptura-beginsel, de onfeilbaarheid (inerrancy), de doorzichtigheid, de genoegzaamheid, de noodzakelijkheid, het gezag van de Bijbel, en de status van het dogma, moeten verdedigen.

Helaas is dat bij velen binnen de evangelische beweging niet het geval. Vele leiders zwijgen of ze gaan juist mee in de aanval op en de afval van de bovengenoemde leerstellingen.

Velen hebben bv. de onfeilbaarheid van de Bijbel afgezwakt onder druk van bepaalde probleempassages (bv. een aantal schijnbare tegenstellingen). Ze hebben de uitweg gekozen van een Bijbel die in de kern, in de scopus wel onfeilbaar is maar niet noodzakelijkerwijs in alle details. Wie bepaalt echter wat een onbelangrijk detail is? Daar komt nog bij dat de recente kerkgeschiedenis telkens weer heeft laten zien dat deze weg altijd weer leidt tot verdere aantasting van de Schrift.

Weer anderen ontkennen in feite de doorzichtigheid van de Bijbel. Dit als een gevolg van de invloed van het postmodernisme en als gevolg van verlegenheid over de meningsverschillen tussen christenen.

Een groep charismatische christenen scheidt weer Woord en Geest. "De Geest waait waarheen Hij wil en je mag hem niet opsluiten in de Bijbel". Allerlei gebruiken worden aanvaard als ze (schijnen te) werken en op het eerste gezicht niet direct tegen de Schrift schijnen in te gaan.

Door weer anderen binnen de evangelische beweging wordt via het binnenhalen van een onbijbelse filosofie de leer op een onverantwoorde wijze gerelativeerd. Dit is vooral het werk van W.J. Ouweneel en zijn leerling H.P. Medema. Via een op de wijsbegeerte der wetsidee gebaseerde visie op theologie en dogma wordt dan alle leer (alle dogma) gerelativeerd. Dit heeft Ouweneel overigens zelf duidelijk uitgesproken.

Citaat uit zijn "Nachtboek van de ziel" het volgende:

"Niet een nieuwe leer maar een relativering van alle leer is wat er met mij aan de hand is. Die relativering van de leer gaat zover dat hij stelt dat het ware geloof iets is wat het onderscheid katholiek-protestant te boven gaat. En dat terwijl het in het conflict tussen Rome-Reformatie toch ging en gaat om de kern van het evangelie namelijk om de vraag hoe een mens behouden moet worden (Sola gratia, Sola fide, de rechtvaardiging door het geloof alleen).

Een typerend voorbeeld van de aanval op de leerstellingen die het gezag van de Bijbel handhaven is te vinden in het boek "Water, wijn en waarheid" van H.P. Medema. Zie met name de bladzijden 109 en 110.

Medema stelt daar dat velen van ons (met "ons" bedoelt hij "de kinderen van de Reformatie") op de een of andere manier het gevoel hebben in de knoop te raken met het accepteren van de Schrift als de hoogste autoriteit.

Je vraagt je af hoe dat mogelijk is en wat er dan toch met Medema en die andere "kinderen van de reformatie" aan de hand is. Want ze hebben blijkbaar moeite met het formele principe (het Sola Scriptura-beginsel) van de Reformatie.

Medema legt nader uit waarom hij het gevoel heeft in de knoop te raken met de Schrift als hoogste autoriteit. Hij wil van de vier, door de reformatoren en hun opvolgers geformuleerde, eigenschappen van de Schrift de genoegzaamheid en de doorzichtigheid niet accepteren. Hij maakt bezwaar tegen de genoegzaamheid van de Schrift want hij wil naast de Bijbel ook de scheppingsopenbaring als autoriteit aanvaarden. De doorzichtigheid van de Schrift accepteert hij ook niet want eerst maakt hij een karikatuur van de leerstelling van de doorzichtigheid waarna hij vervolgens de doorzichtigheid zodanig herformuleert dat er van de oorspronkelijke leerstelling niets overblijft.

Hij vindt dat de Reformatie zuiver is begonnen met het erkennen van het gezag van de Schrift maar daarna zijn de reformatoren en hun opvolgers in de fout gegaan door te eisen dat men naast het erkennen van het gezag van de Schrift ook de leerstelling van de genoegzaamheid en de doorzichtigheid als bijbelse waarheden moet erkennen. Hij zegt dat ze dit soort zaken aan de claim van het gezag van de Bijbel hebben "toegevoegd". En daar verzet Medema zich in navolging van Ouweneel en vele andere "evangelicals???" tegen.

Verder verwijt Medema de stroming van het fundamentalisme dat ze "de letter van de Schrift tot het hoogste formele criterium" hebben gemaakt. Medema wil blijkbaar wel de claim van het gezag van de Bijbel erkennen maar hij verzet zich er tegen dat "de letter van de Schrift" tot het hoogste formele criterium wordt gemaakt.

Wat hebben Luther en de andere reformatoren anders gedaan dan juist dit wat Medema verwerpt? Luther heeft zich in zijn verdediging beroepen op de tekst van de Bijbel die hij nam in de normale (letterlijke) betekenis.

Is wat Medema hier afkeurt niet precies datgene wat alle evangelische gelovigen altijd hebben geloofd? Voor hen is toch de tekst van de Bijbel het hoogste formele criterium en de tekst van de Bijbel bestaat immers uit woorden en letters.

Ook voor Jezus was de letter van de Schrift het hoogste formele criterium. Het "er staat geschreven" was voor de Here Jezus het einde van alle tegenspraak. Na het "er staat geschreven" citeerde de Here Jezus de Bijbeltekst die uit woorden en letters bestond. Hij nam de tekst in de normale letterlijke betekenis. In de discussie met de joodse leiders beriep Jezus zich op het Woord van God als de hoogste autoriteit. Elke letter van dat Woord was belangrijk. Geen tittel of jota zou onvervuld blijven. Een enkel woord uit de Schrift kon een gehele discussie beslissen.

Zie bv. Zijn discussie met de Sadduceeën over de opstanding (Lucas 20:37,38, Exodus 3:6). Het gaat om het woord "ben". "Ik ben de God van ... Abraham".Er staat "ben" in plaats van "was". God was niet slechts de God van Abraham, Izaak en Jakob op het moment dat deze aartsvaders nog op aarde rond wandelden. Hij was het nog steeds in de tijd van Mozes, dus ook nadat de drie aartsvaders gestorven waren. Na hun overlijden zei God nog steeds: "ik ben (ik ben, tegenwoordige tijd) hun God". Als God nog steeds hun God was dan moesten ze er nog zijn, nog leven. "Voor God leven zij allen". Met de dood was het dus niet afgelopen zoals de Saduceeën leerden.

Ook Paulus baseerde een geheel leerstellig argument op de vorm van een enkel woord (zaad in plaats van zaden, Galaten 3:13). Zo gezaghebbend was voor Paulus de letter van de Schrift.

Het is schokkend te zien hoe ver Medema zich heeft verwijderd van de houding van Paulus en Jezus.

De reformatorische/evangelische christenen hebben het gezag van de Bijbel ondermeer ondersteund en verdedigd door de leer over de genoegzaamheid, de doorzichtigheid en de onfeilbaarheid/foutloosheid van de Bijbel. Dat ze dit gedaan hebben heeft tot gevolg, zo schrijft Medema, dat "velen van ons" (als achterkleinkinderen van de Reformatie) het gevoel hebben dat we in de knoop raken met de acceptatie van de Schrift als de hoogste autoriteit.

Het is ongelofelijk dat deze zich evangelisch/protestant noemende schrijver op zulk een hoogst onverantwoordelijke wijze juist die bijbelse leerstellingen ondermijnt of verwerpt die het gezag van de Bijbel bevestigen en verdedigen.

Beven voor het Woord van God

God accepteert niet dat het gezag van Zijn Woord wordt aangetast. God zet zijn gezag, waar dat nodig is, kracht bij door zijn grote macht. Als zijn wettig gezag wordt verworpen zal Hij ingrijpen door zijn macht.

Wie het Woord van God verwerpt (krachteloos maakt, buiten werking stelt) zal God tegenkomen. Die wordt "bezocht". Het volk Israël stond onder het verbond van Mozes (het Oude Verbond dat op de Sinaï was gesloten). Zij hadden te maken met de verbondszegen en de verbondsvloek. Gehoorzaamheid bracht zegen, maar ongehoorzaamheid vloek, oordeel.

De werkelijk gelovige Israëlieten "beefden voor het Woord van God", zie bv. Ezra 9:2 en 10:3. Deze Bijbelgedeelten werpen licht op de betekenis van de bijbelse uitdrukking "de vreze des Heren". Ezra zag dat het volk van God afweek van Gods Woord (gemengde huwelijken) en hij wist dat bij volharding in die boze weg het oordeel wel moest komen. Hij nam Gods Woord serieus. Hij wist en geloofde dat God zou doen wat Hij in zijn Woord had gezegd te zullen doen. Hij geloofde niet alleen in de beloften maar ook in Gods aankondiging van oordeel.

Als christen staan we niet meer onder het Oude Verbond met zijn vloek en zegen maar het is een feit dat we, als we als christen hardnekkig tegen het Woord van God ingaan, getuchtigd zullen worden.

"daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk en ontslapen niet weinigen, want onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd" (1 Korinte 11:30,32);
"wie de tempel Gods schendt zal Ik schenden" (1 Korinte 3:17);
"opdat uw gebeden niet verhinderd worden" (1 Petrus 3:7);
"zendt God hun een leugen" (2 Thessalonica 2:10);
"zal ik op ziekbed werpen" (Openbaring 2:22);

"indien gij u niet bekeert zal ik uw kandelaar wegnemen" (Openbaring 2:5);
"God laat niet met zich spotten" (Galaten 6:9);
"en hierdoor God vereren met eerbied en ontzag" (Hebreën 12:18);
"zal Ik u uit mijn mond spuwen" (Openbaring 3:16). Jezus die een christen uit spuwt !!!! We kunnen, als christenen, de Here Jezus blijkbaar "misselijk" maken;
"weest niet hoogmoedig maar vreest want God zal ook u niet sparen" (Romeinen 11:21,22). "Let op zijn goedertierenheid en gestrengheid";

"indien gij God als vader aanroept wandelt dan in vreze de tijd uwer vreemdelingschap" (1 Petrus 1:17). " Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben. Of willen wij de Here tot naijver verwekken? Zijn wij soms sterker dan Hij?" (1 Korinte 10:6 en :22).
Er wordt door christenen ontzettend gerommeld met de bijbelse uitdrukking "de vreze des Heren". Men wil absoluut de tekst niet letterlijk nemen terwijl dat toch de enige manier is om aan de bijbelse betekenis van die uitdrukking recht te doen.

De vreze des Heren is niet anders dan het diepe besef dat we niet zonder gevolgen tegen het gebod van de Heer kunnen ingaan. Wie durft in het licht van 1 Korinte 11 aan het avondmaal deel te nemen terwijl hij niet in allen dele recht staat tegenover God? Ik niet, want ik vrees God.

God is geen wispelturige en onredelijke tiran. Hij is genadig en barmhartig en bewogen, maar Hij laat niet met zich spotten. Wie tegen zijn Woord ingaat komt Hem tegen (die wordt "bezocht").

Ook een christen behoort "te beven voor het Woord van God". Ook van de eerste christenen staat geschreven dat ze "wandelden in de vreze des Heren" (Handelingen 9:31).

Als christenen worden we opgeroepen om elkaar onderdanig te zijn in de vreze van Christus (Efeze 5:21). Vrees voor Christus ??? Jazeker. Als wij, tegen beter weten in en uit verkeerde motieven, ons weigeren te onderwerpen aan onze medebroeders dan hebben wij Christus te vrezen. Als wij Zijn waarschuwingen negeren zal Zijn tuchtiging ons treffen.

Kennen we niet allen voorbeelden van christenen die bewust tegen het Woord van God zijn ingegaan en die zichzelf daardoor met vele smarten hebben doorboord? Ik denk bv. aan een vrouw die tegen Gods gebod in trouwde en die zichzelf daardoor een zeer zwaar leven op de hals haalde. Het Woord van God negeren of uitschakelen is niet ongevaarlijk. God zal het niet pikken.

Het gezag van de Bijbel moet aan de christenen met grote nadruk onderwezen worden

Er zijn een aantal dingen die "ingeprent" moeten worden.

Ondermeer de volgende dingen moeten ingeprent worden:

De woordelijke inspiratie van de Schrift. De waarheid van de Bijbel. Zoals de Schrift het zegt, zo is het. Uw Woord is de waarheid, Johannes 17:17. Heel uw Woord is de waarheid, Psalm 119:160. Niet een waarheid, maar de waarheid.
De goede betekenis van het bijbelse woord waarheid. Volgens de Bijbel is een uitspraak waar als deze overeenkomt met de werkelijkheid. Waar in de Bijbel betekent echt, betrouwbaar, overeenkomend met de werkelijkheid.

Antithetisch denken. Als het ene waar is dan is het tegengestelde fout. Het goede moet beleden worden en het foute verworpen. Zowel het ene als het andere is nodig.
De noodzaak van afscheiding. Als het gaat om de aantasting van de hoofdzaken van het geloof waar ons behoud aan gekoppeld is.
Mijd hen, doch ik wil dat gij niet alleen wijs zijt tot het goede maar ook onbesmet van het kwade (Romeinen 16:1-9).
Let op de honden (Filippi 3:2).
Onvangt hen niet (3 Johannes :8,9).

De onfeilbaarheid van de Schrift. Er staan geen fouten in de Schrift (geef een verklaring voor de enkele schijnbare tegenstrijdigheden, etc.).
Het goddelijk gezag van de Schrift. Wat de Schrift zegt is beslissend. Zoals de Schrift het zegt zo is het en zoals de Schrift het voorschrijft zo moet het.
We moeten onze eigen inzichten onderwerpen aan de Schrift. Het gaat er niet om wat ik er van denk of wat jij er van denkt. Het gaat er om wat Gods Woord er over zegt. We moeten buigen voor de Schrift. Het "er staat geschreven" is het einde van alle tegenspraak. Onze eigen inzichten inleveren. De Bijbel heeft het beslissende en laatste woord.
Het Sola Scriptura-beginsel. De Schrift is de enige norm voor geloof en leven. We accepteren alleen datgene wat een bijbelse basis heeft. Dat het werkt is niet genoeg.
Alles moet aan de Bijbel getoetst worden, "dagelijks nagaan of deze dingen ook zo zijn" (Handelingen 17:11).

De begrijpelijkheid van de Bijbel. De Bijbeltekst heeft een door God bedoelde betekenis en die is in principe in afhankelijkheid van de Heilige Geest met zekerheid te vinden. Al zijn er wel moeilijke Schriftgedeelten maar die moeten worden geïnterpreteerd in het licht van de eenvoudigere Schriftgedeelten. Er is onderscheid te maken tussen de door God bedoelde uitleg en allerlei andere "eigenmachtige" uitleggingen (2 Petrus 1:20).

Een verklaring voor de onderlinge verschillen tussen "christenen". Een deel van de verschillen is het gevolg van het feit dat niet ieder die zich christen noemt alleen de Bijbel als kenbron voor het geloof neemt. Binnen de groep christenen die de Bijbel wel als enige kenbron nemen is er overeenstemming op de hoofdzaken, etc.

De regels voor de gezonde Schriftuitleg:
De tekst in de normale (letterlijke) betekenis nemen tenzij vanuit de tekst zelf goede redenen zijn te geven om dat niet te doen;
Schrift met Schrift vergelijken, de Schrift verklaart zichzelf;
Een Bijbelgedeelte moet verklaard worden in het licht van de directe context en in het licht van de gehele Bijbel;
We mogen niet boven de Schrift uitgaan. niet speculeren;
Je telkens afvragen: staat het er ook wat er wordt beweerd? Geen Schriftinleg plegen en accepteren;

De moeilijkere Schriftgedeelten moeten worden uitgelegd in het licht van de eenvoudiger teksten.
De noodzaak om als christen in afhankelijkheid van de Heilige Geest ons verstand te gebruiken in het onderzoek en de uitleg van de Schrift en in de toetsing van allerlei zaken. "Weest geen kinderen in het verstand", zegt de Schrift. Een christen is in zijn omgang met de Schrift niet rationalistisch maar wel rationeel d.w.z. in zijn uitleg van de Schrift maakt de christen gebruik van de normale regels (denkwetten) voor gezond redeneren. Zo ging Jezus zelf ook om met de Schrift.
"Wat zegt de Bijbel?" Dat is de vraag die in elke situatie gesteld moet worden. Hier kan niet genoeg nadruk op gelegd worden.

De Bijbel is noodzakelijk. En mag dus niet verwaarloosd worden. We moeten mensen van het boek zijn. Neem je eigen Bijbel mee naar de samenkomsten etc.
De Bijbel is genoegzaam. Om naar de wil van God te leven hebben we niets meer nodig. Geen speciale andere openbaringen via profetieën en dergelijke.
In de Bijbel staat Gods geopenbaarde wil. Zoals de Bijbel het voorschrijft zo moet het gebeuren. Dat is geen wetticisme of letterknechterij maar simpelweg gehoorzaamheid aan de wil van God zoals die in de Bijbel tot ons komt.

Het belang van de leer onderstrepen. In de leer gaat het om de inhoud van ons geloof, het gaat om datgene wat de Bijbel over een bepaalde zaak onderwijst. Jezus bracht een leer (Johannes 7:16, mijn leer) De apostelen hadden Jeruzalem vervuld met hun leer (Handelingen 5:28). Jezus waarschuwt tegen de leer der Farizeeën (Mattheüs 16:12). In de Bijbel is sprake van de gezonde leer (je hebt dus ook ongezonde leer), (2 Timotheüs 4:3).We moeten zuiver zijn in de leer (Titus 2:7). Bepaalde leringen mogen niet verkondigd worden (1 Timotheüs 1:3). Mensen die een bepaalde valse leer hebben mogen niet ontvangen worden (2 Johannes 1:9-11). 

Er zijn valse leringen die door demonen ingegeven, geïnspireerd zijn (1 Timotheüs 4:1). Er is allerlei wind van leer (Efeze 4:14). Er moet gewaakt worden tegen mannen uit het eigen midden die verkeerde dingen spreken (Handelingen 20:28-30). Er zijn vele valse (pseudo, namaak) leraren uitgegaan (2 Petrus 2:1). Het evangelie wordt verdraaid en dat is geen evangelie (Galaten 1:6-9). Sommigen brengen een andere, valse Jezus (2 Korinte 11:4). Valse leraren zijn binnengeslopen (Judas :4). Valse leraren zijn, volgens Paulus, honden die in de gaten gehouden moeten worden (Filippi 3:2). We moeten hen mijden (Romeinen 16:17). Enzovoorts.
In de Bijbel vinden we geen enkele relativering van de leer.
Voor velen van ons, die meer dan twintig of dertig jaar geleden tot geloof zijn gekomen, zijn de bovenstaande principes eigenlijk vanzelfsprekend.

Er is de voorbije jaren blijkbaar iets behoorlijk mis gegaan want ik heb ontdekt dat velen, binnen de huidige evangelische beweging, deze principes niet kennen en dat men ze zelfs afwijst en actief bestrijdt.

Het is niet genoeg om de bovenstaande zaken te onderwijzen. Ook hier geldt dat we de gelovigen moeten "leren onderhouden". Dat betekent dat we er telkens op terug moeten komen en dat we ook vanuit de praktijk deze principes moeten inprenten.

Als bv. in een Bijbelkring een vraag of zaak besproken wordt zonder dat men bewust de vraag stelt "wat zegt de Bijbel daarover?" dan is dat een gelegenheid om de discussie stil te leggen en de deelnemers te wijzen op hun methodische fout.

Als we in onze gemeenten iemand tegenkomen die het gezag van het Woord van God ondermijnt dan moeten we dat direct en stevig aanpakken.

Kan de gelovige in de postmoderne tijd deze aanpak nog wel verdragen?

Ik heb, na een lange afwezigheid wegens ziekte, inmiddels weer vier jaar ervaring met het geven van de basisbijbelstudie in de plaatselijke baptistengemeente. De basisbijbelstudie wordt bezocht door mensen die pas bekeerd zijn en door mensen die reeds langere tijd christen zijn maar die nog geen goed fundament hebben.

Het inprenten van de bovenstaande principes stuit bij de pasbekeerde mensen op geen enkel probleem.

De andere groep, de christenen die reeds langere tijd in de evangelische wereld hebben verkeerd, geven daarentegen wel vaak flink "tegengas". Hun denken is reeds door allerlei EO-programma's en andere zaken op deze punten "bedorven".

Als je bv. bij hen het woord 'leer' maar noemt dan gaan de nekharen al overeind staan. Dan moet ik echt met grote nadruk de ene tekst na de andere met hen doornemen zodat ze zien wat de Bijbel over de leer zegt. De meesten van hen buigen dan voor de Schrift maar niet allen.

Verkondig het Woord. De mens voor het Woord van God plaatsen

Paulus geeft in 2 Timotheüs 4 een goede tekening van de postmoderne "evangelical" en hoe wij daar op moeten reageren.

"Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap: verkondig het Woord, dring er op aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting.

Want er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar, omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren.

Blijf gij echter nuchter onder alles, aanvaardt het lijden, doe het werk van een evangelist, vericht uw dienst ten volle" (2 Timotheüs 4:1-5).

Hoe moeten we reageren? "Verkondig het Woord". Breng het Woord met gezag. "Dit is geen vrijblijvend Woord. Dit is het Woord van de komende Koning."

Het Woord van God heeft inwendig gezag (de Geest geeft er immers getuigenis aan) maar ook uiterlijk, formeel gezag vanwege het "Woord van God" zijn. Dat laatste moet ook benadrukt worden. Jezus zelf deed dat. "De Schrift kan niet gebroken worden" zei Hij (Johannes 10:33-35).

"Zo zegt de Here", "de Bijbel zegt". Dat geeft gezag aan ons prediken, vermanen en onderwijzen.

Zet de mensen voor het Woord. Zet ze vast voor het Woord. Maak de uitvluchten (smoezen) onmogelijk. Laat ze niet ontsnappen. Zoals Finney zei; "jaag de zondaars uit hun schuilhoeken".

Accepteer niet dat het Woord krachteloos wordt gemaakt op welke wijze dan ook.

De predikant van de baptistengemeente waar ik na mijn bekering terecht kwam (via gelovigen uit deze gemeente ben ik ook tot geloof gekomen) zei geregeld: "Dit staat in de Bijbel, dit is het Woord van God, wat doe je er mee?, aan jou de keuze."

Wie met gezag het Woord van God brengt zal weerstand ontmoeten. Vaak zullen we ergens door heen moeten breken met het Woord van God. Als illustratie van dat laatste wijs ik nogmaals op wat ik al gezegd heb over de basisbijbelstudie.

De reactie van christenen die al wat langer in de evangelische wereld hebben doorgebracht was er één van weerstand tegen de leer. Het lukte alleen om, door gebed en door het met grote beslistheid verkondigen van wat de Bijbel zegt over het belang van de leer, bij de meesten van hen, maar niet bij allen, die weerstand te doorbreken.

Als de mensen die teksten gelezen hebben dan is het soms nog noodzakelijk om te zeggen: "Het staat er toch?" "Zo ja, waarom aanvaard je het dan niet?" "Dit is toch Gods Woord, het staat er toch zwart op wit?" Enzovoorts.

Verzet tegen het Woord mogen we niet accepteren. Het is een verkeerde houding die zich als een olievlek door een gemeente of groep kan verspreiden.

Het Woord van God is als een spiegel. Het ontdekkende licht van de Heilige Geest komt er doorheen. Het Woord van God schudt ons door elkaar. Het openen van het Woord verspreidt licht. En dat kan pijnlijk zijn als we ons realiseren dat ons leven niet is naar Gods norm of als we ons er bv. van bewust worden dat onze motieven in een bepaalde zaak niet zuiver zijn.

Ik ben zojuist bezig geweest met het maken van een serie Bijbelstudies over de praktijk van het christenleven. Dat sneed diep in mijn eigen leven. Wat doe ik met mijn geld? Hoe zit het met wereldgelijkvormigheid? Enzovoorts.

De Bijbel houdt ons bij de zonde weg of de zonde zal ons bij de Bijbel weg houden.

De onbekeerde mens kan zich niet onderwerpen aan de wet Gods. "Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens het kan dat ook niet. Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest" (Romeinen 8:7,9).

Door de wedergeboorte en de inwonende Geest heeft God de christen het verlangen en de mogelijkheid gegeven om Zijn wil te doen. Als een christen "naar de Geest wandelt" wordt de wet in hem (er staat niet "door" hem) vervuld (Romeinen 8:3,4).

De vleselijke mens wil zich niet onderwerpen aan het gezag van Gods Woord (zelfhandhaving).

Vandaar dat de Bijbel in 2 Timotheüs 4 spreekt over het bijeenhalen van "leraren naar hun eigen begeerten". Dat zijn leraren die, net als vroeger de valse profeten in Israël deden, roepen "vrede, vrede en geen gevaar", terwijl er geen vrede is.

Het zijn leraren van de soort (denk aan dat artikel over het aangaan van verkering met ongelovigen in het blad Ronduit) die bv. vertellen dat verkering met een ongelovige niet verstandig is maar wel eventueel zou kunnen. Zo geven ze de jongelui de kans om onder het duidelijke gebod Gods uit te komen.

Andries Knevel zei dat we in deze postmoderne tijd vooral herderlijk moeten optreden en niet zozeer profetisch. Dat advies komt goed uit voor onze natuurlijke mens want dan wordt je niet meer "gestenigd". Immers als je als een profeet het Woord van God toepast dan zal je ook het lot van een profeet delen. "Jeruzalem, Jeruzalem dat de profeten doodt en stenigt wie tot u gezonden zijn" (Mattheüs 23:37).

Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren" (Johannes 6:60).

Een oude ervaren broeder heeft mij en enkele anderen, vele jaren geleden, als jonge broeders het volgende op het hart gedrukt: Houd vast aan de duidelijke uitspraken van de Bijbel, al lopen ze allemaal weg, laat ze gaan, ga niet diplomatiek draaien.

Dit was ook de houding van iemand als C.H. Spurgeon. Hij zei dat hij niet zou wijken "though the heaven may fall".

"Tracht ik nog mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn", Galaten 1:10, zie het verband.

Gezag in modernisme, postmodernisme en het bijbelse christendom

Als het gaat om de gezagskwestie komt het verschil tussen modernisme, postmodernisme en het bijbelse christendom scherp aan het licht.

De moderne mens vraagt "Hoe denk jij er over?" En dan volgt een analyse met argumenten voor en tegen. De postmoderne mens vraagt "hoe voel jij dat aan?". En dan volgen subjectieve belevingen. In beide gevallen is het de autonome mens die zichzelf tot gezag is. De christen echter vraagt: "wat zegt de Bijbel er over?" En hij vraagt dat in het vaste vertrouwen dat het ook mogelijk is het onderwijs van de Bijbel over dat bepaalde punt met zekerheid te ontdekken. Dit is de (automatische) reflex van elke christen die het gezag van Gods Woord heeft aanvaard.

Het verbijsterende is dat ik tegenwoordig steeds meer "evangelische ????????" christenen tegen kom die deze automatische reactie niet hebben. Wellicht is dat de reden dat ik me soms "out of place" voel in wat is overgebleven van de oorspronkelijke evangelische beweging.

------------------------

"Das Wort sollst du stehen lassen", van het Woord van God zul je afblijven, Luther.

"Maar gij, o mens, wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken?" (Romeinen 9:20).

 Bron: A.P. Geelhoed

Heer, wees mijn Gids

                                

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Psalmen en bijbelliederen

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible

Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible

Bible-art - paintings and artworks of Bible events

Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....

Bible-architecture - houses, palaces, fortresses

Women in the Bible -
 great women of the Bible

The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps


Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG


Onderzoek alle dingen en behoud het goede

WEGWIJZER NAAR MOOIE BIJBELGEDEELTES

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)