HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                    
      

    

Meditaties en geloofsbewijstzijn vervolg 2

Lees de Bijbel      De vindplaats van materiaal voor Bijbelstudie, geloofstudie, catechese, school, kring, persoonlijk geloof, studie thuis, kerk, club, nieuws, godsdienstonderwijs, zingeving en vooral heel veel mogelijkheden om je Bijbelkennis te vergroten. Blijf niet afhankelijk van anderen maar lees zelf de Bijbel. Investeer in geestelijke rijkdom.


BIJBEL: bron voor meditatie

Lees de Bijbel

Een verzameling van 29 stukjes die tot nadenken stemmen

 -1- Het kind in de kribbe

 Het was een kille wereld waarin de Heere Jezus geboren werd. De harten van vele mensen waren koud voor Hem. Bij veel mensen is het nu ook zo. Het licht kwijnt in de mist. De wereld mag dan grimmig zijn en in de nevels de schoonheid verbergen, maar …er is een Kindeke geboren op aard! In een stal. Het wordt gelegd in een kribbe, nadat het in doeken was gewikkeld. “En dit zal u het teken zijn; gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe”. Zo lezen we het Kerstevangelie.

 Onderwijl regeren zorgen het bestaan. De armoe. Maar welke armoe? Die van de doeken, die van de krib, die van de stal, die van Bethlehem, die van Maria en Jozef? Och dit alles komt op het tweede plan; dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe”. Dit is het teken van kerst; de armoe. En deze armoe is niet de krib met al wat daarbij is gefantaseerd, maar het Kindeke in die krib. Als Jezus geboren was in een paleis zou dat in wezen weinig verschil hebben gemaakt met de historie, zoals ze zich in de kerstnacht voltrok. Want de afstand tussen paleis en stal valt weg bij die andere – tussen hemel en aarde. God wordt mens – dat is de afstand. De Heere Jezus, Hij heeft Zichzelven vernietigd – (zie Filippensen 2 vers 6 t/m 8). Dat is de armoe. De menigte van de hemelse heirlegers had Hem aangebeden. Geboren is de Zaligmaker Welke is Christus de Heere. Dat Hij geboren is, dat is armoede. Armen Hij is een Heiland profeteerde Zacharia. Dat de Schepper aller dingen als hulpeloos schepseltje, als kind, als zoon van de mensen, in Bethlehem lag, in de kribbe, dat is het teken van kerst.

 Het is de liefde, die dit teken stelde, in mensen een welbehagen, dat is de verklaring van het kerstgebeuren door de engelen Gods. In mensen een welbehagen: op de zesde dag van de wereldgeschiedenis, Genesis 1, toen de Heere God de mens had geschapen naar Zijn beeld en God zag dat het goed was, zeer goed. In mensen een welbehagen: toen ze daar stonden in hun schande na hun ongehoorzaamheid aan Gods gebod. In mensen een welbehagen door de historie der eeuwen heen.

De profeten spraken er over: de dichters zongen er van: de tempelsymbolen toonden het aan Israël. In mensen een welbehagen. Maria wond haar Zoon in doeken en legde Hem neder in de kribbe. Op de vervloekte aarde legt zich de liefde als een zegenende dauw. De vrede daalt neer van boven en verrijkt het leven van allen, die in Hem geloven.

 Wat een genade als we het in ons hart mogen mee jubelen;

 Uw Sion strooit U palmen

 en twijgen voor de voet,

 en ik breng U in Psalmen

 mijn jubelende groet.

 Mijn hart zal ’t feestkleed dragen

 van altijd jeugdig groen,

 en van Uw lof gewagen

 zoveel mijn lied kan doen.

 - 2 - God’s licht schijnt in de duisternis

“In Hetzelve was het leven, en het leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen” (Joh. 1:4, 5). Wat spreekt dit vers prachtig van de Heere Jezus, de Zoon van God, die als Mens naar de aarde is gekomen. Hij bracht het licht van God in de chaos waarin de mensen zich bevonden. Als in de natuur een licht in het donker schijnt wijkt de duisternis en wordt het helder. In geestelijk opzicht bleef het hart van de mens, ondanks het Goddelijk licht dat van de Heere Jezus uitging, van Hem afstraalde, in duisternis. en watleven er in deze wereld veel mensen in de duisternis. Allemaal hebben we zo onze duistere plekken.

 Waartoe dan toch? “De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, want hun werken waren boos” (Joh. 3:19).

 De mens heeft de Heere Jezus verworpen en de meeste verwerpen Hem nu nog steeds, omdat Hij de waarheid over hen vertelt wat voor hen verre van aangenaam is. De mens wil in de waan blijven, dat hij goed is, hoewel God gezegd heeft dat zijn hart onverbeterlijk en totaal verdorven is. De mens meent nog iets goeds te kunnen doen, maar God zegt dat het tegendeel waar is. De mens handelt precies tegenovergesteld aan God; hij noemt alles goed wat God slecht noemt. In deze dagen wordt steeds meer het goede kwaad genoemd en het kwade goed. Christus, Hij is de Heilige en de Rechtvaardige en de mensen noemden Hem juist een zondaar en iemand die niet goed bij het verstand is

 Maar toch: Hij wil het licht in ons leven laten schijnen! Tegenwoordig zijn er ruimtes waar je nergens een lichtknopje kunt ontdekken, maar als je er binnenstapt gaat automatisch het licht aan. Als je eerst het licht aan wilt doen, voordat je naar binnen gaat, kun je zoeken tot je een ons weegt, maar dan kom je nooit binnen.

 Er zijn mensen die zeggen dat ze niet kunnen geloven. Ze willen eerst meer “licht” over alle dingen hebben. Ze willen eerst meer duidelijkheid in verband met hun problemen en dan pas geloven. Maar dat gaat niet! Geloof en gehoorzaamheid en vertrouwen gaan samen. Als God zegt, dat je de Heere Jezus in geloof moet aannemen, moet je de Heere gehoorzamen en in vertrouwen op Hem dat óók doen! Pas daarna zal het “Licht” voor je gaan schijnen en zul je heerlijke en wonderbare dingen zien. Alles wat God je wil geven, wordt je dan pas duidelijk: vergeving van zonden, vrede met God, dat je een kind van Hem mag zijn, dat je een plaats in de hemel en aan het Vaderhart hebt.Dan weet je dat het zó waar is wat de Heere eens tegen Martha zei; “ Heb ik u niet gezegd, dat gij, als gij gelooft, de heerlijkheid van God zien zult?” (Joh. 11:40).

 - 3 - Op God rekenen stelt niet teleur !

 Wat kan een geestelijk lied in ons leven toch veel doen. “Wie maar de goede God laat zorgen, en op Hem hoopt in ’t bangst gevaar, is bij Hem veilig en geborgen, die redt Hij God’lijk, wonderbaar”. Soms kan het zo benauwd zijn in ons leven, dat wij geen raad weten; dat alles om ons heen duisternis is. Totdat opeens de wolken zich verstrooien, de lucht opheldert, en onverwachte, heerlijke uitkomst ons hart verblijdt. Wat heeft een lied, tekst of melodie, al niet veel mensen bemoedigd. Niet alleen in de kerk, maar ook vooral daarbuiten.

 Dikwijls laat God grote moeilijkheden in ons leven toe. We kunnen dan alleen maar op Hem hopen. Waar is een God aan God gelijk! Hij is de Almachtige, Die alle dingen heeft geschapen; bij Wie de volkeren zijn geacht als een druppel aan een emmer en als een stofje aan de weegschaal. Hij is de Alwetende, Die de toekomstige dingen verkondigen kan; de Onveranderlijke en Eeuwig Getrouwe kan genoemd worden. Hij is ook de Liefderijke, Wiens goedertierenheden en barmhartigheden alle morgen nieuw zijn. Wat is het heerlijk, zulk een God te kennen; met Hem in verbinding te staan; op Hem te hopen!

“Ik ben de man, die ellende gezien heeft” zo riep Jeremia uit in één van zijn klaagliederen. Juda en Jeruzalem waren verwoest en zijn ziel was nedergebukt onder de kastijdende hand des Heeren. Het leek of zijn hart zou breken. Het was de Heere die hem bemoedigde. Dat doet Hij ook ons. Als we ons voor de Heere verootmoedigen klinkt het woord van de Psalmist ons tegen: “Hoop op God, want ik zal Hem nog loven.” Jeremia riep het uit; “Dit zal ik mij ter harte nemen; daarom zal ik hopen.” En wat was het, dat hij zich ter harte nemen zou? Wat was het waarop hij zou hopen? Het antwoord volgt onmiddellijk: “Het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben: zij zijn alle morgen nieuw, Uw trouw is groot. De Heere is mijn deel zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.” (Klaagliederen 3: 22, 23).

 Kostelijke woorden! En ze mogen altijd de ervaring zijn van allen, die God liefhebben. Hij is altijd nabij voor allen die Hem aanroepen. En dit lied vol blijdschap en verlangen mag altijd in ons hart zijn:

 Op U wil ik steeds hopen,

 Uw hart staat voor mij open,

 U bent mijn heil, mijn licht.

 Hoe zal ik U daarboven,

 met eeuw’ge blijdschap loven,

 als ik zal zien Uw aangezicht.

 - 4 - God’s vertroostingen

 We lezen het zo heel mooi in Psalm 94:18: “Als ik zeide: Mijn voet wankelt: Uw goedertierenheid o Heere ondersteune mij. Als mijn gedachten in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt.”

Wat een genade, dat het telkens weer voor onze aandacht komt, dat God de God aller vertroosting is. Dat sterkt ons hart. Dat doet ons medegevoelen met anderen en de Heere bidden om Goddelijke vertroosting voor die velen, voor al de bedroefden. Welk een overvloed van tedere barmhartigheid is er in onze God! Wel mag Hij genoemd worden de Vader, de oorsprong der barmhartigheden. Want alle ontfermingen zijn uit Hem. Er is geen vertroosting of ze is van Hem, de God van alle vertroostingen. Hij heeft “lust aan goedertierenheid.” Hij zond Zijn dienstknecht “om alle treurigen te troosten” Hij ontfermt Zich als een Vader (Psalm 103). Hij troost als een Moeder (Jes. 66).

 De God aller vertroosting! Hoe mooi lezen we dit in 2 Korinthe 1. Heeft Hij niet Christus tot ons gezonden? En Christus was een Trooster. Hij droogde de tranen. Hij deed het leven uit de doden komen: in het sterfhuis bij het dochtertje van Jarius, onderweg bij de jongeling te Naim, aan het graf bij Lazarus. Hij sprak woorden van vertroosting, toen de discipelen ontroerd waren. “Uw hart worde niet ontroerd. Uw droefheid zal tot blijdschap worden.” Hij gaf ook die andere Trooster – de belofte des Vaders – die, na Christus’ hemelvaart, op deze aarde kwam om te wonen in de gelovigen, in de gemeente. En alle denkbare vertroostingen, alle zoete herinneringen aan Gods beloften, alle bemoedigende heenwijzingen naar een zalige toekomst – ze zijn in God en komen uit God en voeren tot God.

 Hij doet alle dingen medewerken ten goede. Dat we dan met Paulus uitroepen: Geloofd zij de Vader der barmhartigheden, de God van alle vertroosting! .”Dat we dan, evenals Paulus, ons door die God en Vader laten vertroosten, al zouden we, evenals hij, overvloedig beproefd worden. Als we dan zelf door Christus vertroost worden, mogen we anderen tot vertroosting dienen.

 De God aller vertroosting geeft ons de vertroosting der Schriften, de verkwikkende vertroosting der ziel, de vertroostingen van de Heilige Geest. De rijke vertroostingen in Christus, de sterke vertroostingen op grond van het anker der hoop.

 Laten de vertroostingen Gods ons niet te klein zijn, maar dierbaar en onmisbaar; vooral als we er in dagen vol verdriet zo’n behoefte aan hebben. Laat bovenal de God aller vertroosting Zelf het voorwerp zijn van ons hart, opdat het daardoor bovenmate worde gesterkt.

 - 5 - Jezus is én blijft de beste vriend

 Gods Woord zegt ons, dat, ten tijde dat de Heere Jezus wederkomt op aarde, een ontzettende uitbarsting van goddeloosheid in deze wereld zal gevonden worden. Opstand en duivelse haat zullen zegevieren. Met God zal niet worden gerekend. Verdrukking voor allen die naar de Woorden van God wandelen. Zal het dan in zulk een tijd mogelijk zijn, gelukkig zijn weg te gaan? Ja, het Woord zegt ook, dat gelovigen zich sterken in hun God en geduldig wachten op de verlossing die komt.

 De Heere sprak tot Mozes aangezicht aan aangezicht, “gelijk een man met zijn vriend spreekt” (Ex. 33:11). De Heere Jezus zeide; “Ik heet u niet meer dienstknechten, want een dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd” (Joh. 15:15). Dit is het geheim. De gelovigen hebben in God, in de Heere Jezus hun Vriend. Dat is een kostelijke waarheid. De Vriend, Die voor ons Zijn leven gaf, is waard, dat we, innig met Hem verbonden, onze weg gaan. De Heere God sprak met Mozes, gelijk een man met zijn vriend spreekt. Hij behandelde hem niet als dienstknecht, maar als een vertrouwde vriend, wien Hij alles zeggen kon. En zo doet God met ieder gelovige, die met Hem de weg gaat.”’t Heilgeheim is voor Gods vrinden”, zegt de berijmde Psalm (Zie Ps. 25:14). En de Heere Jezus zegt, als bewijs, dat Hij Zijn discipelen niet als dienstknechten ziet: Ik heet u vrienden; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb ik u bekend gemaakt.”

Ware vriendschap brengt mee; hulp in de nood. Als je in waarheid een vriend hebt die je kan helpen, hoe vertroostend! Hij sterkt de harten van hen die geloven, en die ondervinden, hoe zware rijden we reeds beleven. Het is nog niet de tijd van de volkomen afval; het zijn nog niet de dagen van de omverwerping van alle gezag. Maar toch, hoe donker is het nu reeds in deze wereld.

 De Heere ziet genadig op de Zijnen neer. Is er nood, zo bidt de gelovige, en het gebed brengt verbinding; het brengt Gods hart in beweging voor de bidder. Want God is een vriend van de Zijnen. Een waarachtige Vriend. Een Vriend waarvan men nooit te veel verwachten kan. Een Vriend aan Wien men zich vol vertrouwen kan overgeven. Een Vriend Wie het nooit aan krachten faalt, en Die bewerken kan, door Zijn almacht, al wat Zijn liefde wil. Wat is het heerlijk, vertroostend en zéker, zulk een Vriend te hebben! Nooit zag ‘k een Vriend, die zo trouw was als Jezus, neen, nooit één.

Hij toch heeft al mijn smarten genezen, Hij alleen. Wat een kostelijke verheven vriendschap. Het is zo waar, zo echt waar, wat dit bekende lied zo eenvoudig schoon zegt;

 Een trouwe vriend woont in de hemel,

 Zoals de wereld die niet biedt;

 Want onder al het aards gewemel

 Bestaat zulk een vriendschap niet.

 Daarom – wie ook de wereld dient.

 Mijn Jezus is mijn beste vriend!

 - 6 - Verkilde gevoelens

 Ongetwijfeld herkennen we het allemaal: zwijgende huizen, zwijgende bomen. Het gehele landschap is overweldigd door de eerbiedige, stille rust. De rust van de dalende najaarsnacht. Voorbij is de zomer met het vogelgekwetter en met bloemengeur.Voorbij die drukke, drukke zomer van leven en beweging in de natuur. Voorbij de opwindende vakantiegeluiden.

Het is najaar. De bloemen zijn uitgebloeid en de vogels zwijgen. Ook de duizenden insecten gonzen niet meer. De natuur rust nu. Nog maar even dan breken de najaarsstormen los, om de bomen te schudden met reuzenvuist en de bladeren op te doen stuiven. Naar alle kanten wegdwarrelend

Nog eventjes en dan legt de ruwe wintermonarch zijn ijzige handen om ’t rijk van de natuur. En dan steken de kale bomen hun als om hulp smekende armen uit naar de wijde, koude hemel omhoog.

 Nu is alles nog stil. En toch, is daar geen stem? Ja, in die majestueuze stilte spreekt een stem. De stem van Gods majesteit. De stem van Zijn heerlijkheid, van Zijn almacht…Hier geen sterrengeflonker. Toch vertellen de hemelen Zijn eer en verkondigt het uitspansel Zijn heerlijkheid. Die rust die hier alles beheerst, predikt de majesteit van Hem, die ’t al regeert in volmaakte harmonie met Zijn plan van eeuwigheid. Hier is de vrede afgebeeld in de natuur. De lucht wordt hier niet verscheurd door verschrikkelijke klappen, ook niet door oproerkreten en de vlijmende schreeuw van smart wordt niet vernomen. Vrede is neergedaald.

Niet alleen in de bloemenpracht van de lente en niet alleen in ’t stargetwinkel van de zomeravond vertolkt God Zichzelf in ’t rijk der natuur. Neen, ook in de rust van de schone herfstavond is de Heere. Hier vertolkt Hij Zich als de vrede-zelf. Als de rust-zelf. En ’t lied van de rust suizelt door de najaarsluchten.

 Daar is een klank van hoop in. Immers niet zwoegen in werk en rusteloze moeite is de bestemming van Gods aardrijk. Neen, na ’t drukke gewemel van werken, zal op de zwoegensmoede aarde de eeuwige rust en vrede dalen. Die vredige rust zal de ganse wereld omarmen. En ’t zal zijn een onverstoorbare rust. Omdat de Rust-Zelf er in is. En ’t zal zijn een eeuwige vrede. Omdat de Vrede-Zelf er in woont. De hele schepping ziet daar naar uit! Ziet naar Hem uit! De Heere Jezus, Die, met hen die Hij heeft verlost, ook de schepping heeft vrijgekocht van de zonde.

 Ja, waarlijk: de hemelen vertellen Gods Zijn eer en het uitspansel kent Zijner handen werk. Zalige profetie, die daar uitgaat van de fluisterzangen der herfstschemeringen…Gelukkige profetie voor diegenen, die de rust verbeiden, die daar overblijft voor Gods kinderen. Zij zullen het beeld van de avondrust eens heerlijk in vervulling zien gaan. Rust en vrede, hand in hand zullen zij de wereld veroveren voor altijd. Zij zullen daar wonen en van zich laten genieten! Wat een genade voor hen die reeds nu die Rust en Vrede, temidden van wereldse moeiten, in het hart mogen ervaren.

 - 7 - De vogels zijn heengegaan

“Zelfs een ooievaar aan de hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif en kraan en zwaluw nemen de tijd hunner aankomst waar” (Jer. 8:7).

 De Schepper heeft in Zijn wijsheid en macht het de vogels ingegeven, wanneer zij het land, waar zij zich in de zomer hebben opgehouden, moeten verlaten. Heeft de zomer plaats gemaakt voor de herfst dan vertrekken de zwaluwen. Je ziet die lieve slanke zomervrienden zich verzamelen en op een gegeven ogenblik verlaten ze ons. En… de zwaluwen zijn heengegaan! De zomertijd is voorbij. Zeker we krijgen nog wel eens een mooie dag, maar we weten ook wel, dat gure dagen met regen en storm ons wachten. Zwaluwen zij kunnen dit niet verduren, dan zijn ze hier niet thuis. De zwaluwen heengegaan! De zomer voorbij!

 Het heengaan van de zwaluwen heeft ons veel ernstigs te zeggen. In geestelijk opzicht zal er, en wel heel spoedig, een tijdperk aanbreken, dat het “voor hen die de aarde bewonen” een tijd zal zijn van “benauwdheid der volken, in radeloosheid bij het bruisen der zee en watergolven; terwijl de mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting, want de krachten der hemelen zullen bewogen worden” (Lukas 21:25,26) Welk een tijd zal dat zijn! Wee, wee hun, die op de aarde wonen! Zal het dan zijn (Op. 8:13). De Heere God zegt dit in Zijn woord.

 Wanneer de zomer voorbij is verzamelen zich de zwaluwen. Zij reizen gezamenlijk af. Zo ook is nu de Heilige Geest werkzaam om de gelovigen te samen te vergaderen. Het getal wordt steeds groter, en het verlangen te gaan sterker. Niet lang zal het meer duren, en dan begint de reis – de laatste en heerlijkste reis! De tekenen van het naderend oordeel vermenigvuldigen zich. De winterstormen zijn op handen. Weldra vertrekken wij van hier, evenals de zwaluw naar beter oord!

 Alle gelovigen over de ganse aarde zullen worden opgenomen. De Bruidegom Zelf richt alle harten en gedachten naar boven. En spoedig, heel spoedig zullen allen vertrekken, geen enkele zal achterblijven. Van hen die in de Zoon van God als hun Heere en Verlosser geloven. De Heere Zelf, die zo’n dure prijs voor hen betaalde, komt hen Zelf halen (Thessalonicenzen 4:16-18).

 Voor hen die bevreesd zijn voor naderende vreselijke oordelen; volg het voorbeeld van de broeders te Thessalonica. Van hen lezen we in 1 Thessalonika 1: 9 en 10, “dat zij zich van de afgoden tot God bekeerd hebben, om de levende en waarachtige God te dienen, en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn”.

- 8 - Ultiem verlangen: het huis des Heeren verblijven

 Deze kostelijke Psalm 23 eindigt net zo positief als ze begint; “De Heere is mijn Herder” en “Ik zal in het huis des Heeren blijven in lengte van dagen”. En dat heeft zeker ook betrekking op een blijven in het Huis des Heeren in deze tijd! De mannen Gods van de oude dag hebben het dikwijls uitgesproken, dat het hun begeren was altijd in Gods Huis te zijn. Zij bedoelden ermee; in Gods voortdurende gemeenschap.

 Maar de Heere God is een heilig God; hoe kan ik in Zijn tegenwoordigheid vertoeven? Ook de profeet Jesaja stelde die vraag. Hij zegt in hoofdstuk 33:14: “Wie is er onder ons, die bij een verterend vuur wonen kan? Wie is er onder ons, die bij een eeuwige gloed wonen kan?” Ja, wie kan nu bij het verterend vuur van de Heilige God wonen, niet maar voor een ogenblik, maar altijd, onophoudelijke bij Hem blijven? In vers 15 geeft de profeet ons het antwoord, laten we dat vers aandachtig lezen. In gerechtigheden wandelen; daar zijn de voeten voor nodig.

Billijkheden spreken; dat doe je met je tong. Gewin van onderdrukkingen verwerpen; dat doe je met het hart. En daarna worden nog handen en ogen genoemd. Wie dan in gemeenschap met de Heere wil zijn en blijven, moet alles Hem overgeven. Zijn voeten, zijn tong, zijn hart, zijn geld, zijn handen, zijn ogen, zijn oren, in één woord: alles. Geen werkelijke, waarachtig-blijvende gemeenschap met de Heere God bestaat er zonder overgave aan Hem.

 Het eigen-ik niet meer op de voorgrond. Het voortdurend zien op de Heere Jezus, Die het alles volbracht, mag ons deel zijn. Het verlangen naar het Vaderhuis, waar Hij is, de Heere Jezus. In Wiens glorie al de Zijnen elkander zullen ontmoeten.

 Wanneer wij in het huis des Heeren voor eeuwig wensen te blijven, dan moeten wij daarmee een begin hebben gemaakt in het heden. Dan moeten wij de kracht van deze Psalm der Psalmen ondervonden hebben en ondervinden. Dan mogen wij de kostelijke woorden ervan onderschrijven als vrucht van eigen ervaring. Dan moeten, en kunnen, wij in goede en boze dagen, voor tijd een eeuwigheid kunnen getuigen met de woorden van Psalm 23:

“De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.

 Hij doet mij nederliggen in grazige weiden:

 Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren.

 Hij verkwikt mijn ziel,

 Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijn Naams wil.

 Al ging ik ook door een dal der schaduwen des doods,

 ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij;

 Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.

 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders;

 Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.

 Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns leven,

 en ik zal in het Huis des Heeren blijven in lengte van dagen”.

- 9 - Het goede en de weldadige

 Wij mensen hebben altijd al een verlangen gehad, een blik in de toekomst te slaan. Eventjes de voorhang lichten die het geheimzinnige land van de toekomst voor de ogen bedekt houdt. Maar wij kunnen dit niet. Laten we ons maar nooit inlaten met waarzeggerij, horoscopen en andere occulte dingen.

 Wat zal de toekomst brengen? Het volk van God heeft een blik in de toekomst gekregen. De Heere God Zelf heeft hen toegestaan, te zien wat geschieden zal in de jaren die komen. David zegt het zo schoon in Psalm 23: “Het goede en de weldadigheid zullen mij volgen al de dagen mijns levens”. Is dat niet geruststellend en vertroostend? De gelovige gaat zijn weg, gevolgd door twee dienaren, die niet van hem wijken. Wáárheen hij zich ook begeeft, daar gaan het goede en de weldadigheid hem achterna. Wat is dat kostelijk!

‘k Dacht zo, dat het “goede” meer ziet op ons lichamelijke leven, op onze dagelijkse behoeften, terwijl de “weldadigheid” meer doelt op wat de ziel behoeft. Als we achter de Goede Herder onze weg gaan, dan zal naar ziel en lichaam alles goed met ons gaan. Zoals Paulus zegt, dat de godzaligheid de belofte heeft van het toekomende en het tegenwoordige leven.

 Alles komt uit Gods hand. Ook wanneer Hij smart en droefheid onze woning doet binnentreden, ook wanneer er moeilijkheden en beproevingen zijn, die tot ons komen. Of wanneer men ons niet begrijpt en alles schijnt tegen ons,

God is weldadig. Onder alle omstandigheden maakt Hij het alles goed. Hij kan Zich niet vergissen. God is goed! Weten wij niet; dat diegene die God liefhebben, alle dingen mede werken ten goede? (Rom. 8). Van Gods goedheid en weldadigheid zijn wij omgeven. Door haar worden wij gedragen. Zijn goedertierenheid is alle morgen nieuw. Zijn weldaden zijn zonder einde. En zouden wij eens een moment struikelen, Zijn trouw en goedheid geeft ons te kennen, dat er genadige vergeving is.

“Al de dagen mijns levens”. Onvermoeid houdt God Zich met ons bezig. Nimmer houdt Hij op te zorgen. Op eenvoudige en kinderlijke wijze mogen wij de Heere vertrouwen. En dit maakt ons leven zo eenvoudig, zo kinderlijk, zodat wij niet met een menigte gebeurtenissen en voorvallen te doen hebben, maar slechts met één Persoon, met de Goede Herder, Die al de dagen van ons leven altijd alles goed maakt.

 U, Heer Jezus, willen wij steeds danken:

 Uw genâ is ‘t, die ons juichen doet.

 U ter ere stijgen onze klanken

 U, Heer Jezus, maakte alles goed.

 - 10 - Mijn beker vloeit over

 Prachtig zo we dit lezen in Psalm 23. Maar moet je dan niet blij zijn als je net genoeg hebt? David schrijft vrijmoedig;

“Mijn beker is overvloeiende”. Wat de Geest van God hiermee wil zeggen lezen we van de apostel Paulus. Hij toch schrijft aan de Romeinen (hfst. 8): “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger of naaktheid of gevaar of zwaard? Gelijk geschreven is; Want om uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn geacht als schapen ter slachting) Maar in dit alles zijn wij méér dan overwinnaars door Hem die ons liefgehad heeft”. Bij al die moeite kwam er geen gedachte bij de apostel op van nederlaag. Hij spreekt van overwinning! Hij heeft het zelfs over méér dan overwinnaars! De beker vloeit over! De apostel houdt hier gelijke red met de Psalmist. “Mijn beker is overvloeiende” zegt David. “Meer dan overwinnaars”getuigt Paulus

 O, ’t komt er zoveel op aan hoe men zich in de strijd begeeft! Ga je met de gedachte: ik word toch verslagen, alles is toch tevergeefs, dan is de nederlaag onvermijdelijk. Maar strijdt je in het vertrouwen, dat de Heere Jezus je tot de overwinning voert, dat Hij uw Overste Leidsman is. De Voleinder des geloofs, dan zult u zeker overwinnen. Als je gelooft in de overwinning heb je die al voor de helft behaald!

 Het tweede vers van de brief van Jakobus luidt; “Acht het voor grote vreugde mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt!”. Als dit woord vandaag de dag door iemand geschreven zou zijn, dan zou men waarschijnlijk, ook in gelovige kringen de schouders ophalen en spreken over “niet goed nuchter zijn over in overspannen toestand verkeren”. Maar is dan hetgeen ons Jakobus voorhoudt, zo onnavolgbaar? Er zijn tijden in ons leven, waarin allerlei beproevingen tot ons komen. De ene zorg is nog niet voorbij, of de andere komt alweer. Wat is het dan groot, dat we rekenen mogen op de kracht des Heeren. Er wordt ons voorgehouden, dat we ons moeten verheugen, enkel en alleen maar verheugen, niets anders dan verheugen. Alle beproevingen, wel bezien, en gedragen met de Heere, brengen ons nader tot God en zijn dus tot onze zegen en tot eer des Heeren.

 Met nadruk wordt het ons toegeroepen aan het begin van de Jakobusbrief: “Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt”. En hij laat er op volgen: “Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid (volharding) werkt”’.

Mijn beker is overvloeiende. Dat dit toch de ervaring van al Gods kinderen mag zijn. Overstromend zijn Zijn weldaden en dit zal voortgaan tot het einde! Is het dan ’n wonder, dat van Gods volk geschreven staat: “Zij gaan van kracht tot kracht: een iegelijk van hen zal verschijnen voor God in Sion”! (Psalm 84).

 - 11 - De HERE zalft mijn hoofd met olie

 Een kostelijke regel uit Psalm 23, de psalm der psalmen.

In oude tijden bestonden er verschillende soorten van zalvingen. Profeten werden gezalfd, ook priesters, ook koningen. Hier in deze psalm wordt gesproken over de zalving voor een feest! Er wordt gesproken over een tafel en van een beker. In het oosten was het gewoonte de gast de voeten te wassen, hem te kussen en zijn hoofd te zalven met olie. Toen in het huis van een farizeeër een zondares tot de Heere Jezus kwam waren daarover die vrome en gestrenge mannen zeer verbolgen. Maar de Heere Jezus zei o.a. tegen hen; “Met olie hebt gij mijn hoofd niet gezalfd; maar deze heeft mijn voeten met zalf gezalfd,”Zijn gastheer had deze eerbetuiging, dit liefdebewijs veronachtzaamd.

“Gij zalft mijn hoofd met olie”. Het spreekt van vreugde! De woorden van deze psalm spreken ook vandaag van vreugde. De Heere God geeft elk kind van God nu de zalving met de Heilige Geest. Onze wandel in deze woestijnreis heeft dit zo nodig! Onze God wil, dat we de werking van die Geest, gedurig ervaren, opdat ons hart vrolijk en gelukkig zij als op een feest! Paulus schrijft aan de Thessalonicenzen: “Verblijdt u te allen tijde” (1 Thess. 5:16) en aan de Filippenzen: “Verblijdt u in de Heere te allen tijde, wederom zeg ik u; verblijdt u. (Fil. 4:4). En Paulus wist echt wel wat lijden was, zie 2 Kor. 11. Toch roept hij ons toe: Verblijdt u te allen tijde.

 Met Silas was Paulus in de gevangenis geworpen. Hand. 16. Eerst waren ze geslagen en gegeseld. Ook nog hun voeten in een martelwerktuig. En wellicht zouden ze in de morgen wel door beulshanden worden omgebracht. Een ontzettende toestand! Maar wat deden ze nu? We lezen : “En omtrent middernacht baden Paulus en Silas, en zij zongen Gode lofzangen, en de gevangenen hoorden naar hen.” Zij loofden God. Ja, dat deden zij. En niet zachtjes, stilletjes, zo in zichzelf, nee zij zongen met welluidende stem lofzangen, zodat de andere gevangenen wakker werden door het jubelen van hun lied. Paulus heeft bewezen, dat hij altijd verblijd was! Wat het leven hem ook bood. Het was voor hem een feest, omdat hij zag op de Heere Jezus!

Ook de psalmist getuigt ervan als hij zingt: “Welgelukzalig zijn n zij die in Uw huis wonen: Zij prijzen U gestadig. Gestadig prijzen, dat is het voorrecht van het volk van God, Prijzen voor de weldaden, maar ook voor de tuchtigingen.

“Amen” in voor- , maar ook “Amen” in tegenspoed. Want al wat God ons zendt, of over ons doet komen, is tot ons bestwil en tot eer van Hem.

 Ja, welgelukzalig! Gij zalft mijn hoofd met olie.

 - 12 - We kunnen er niet zonder: Ons dagelijks brood

 Wij, vandaag, leven midden in de zegeningen, en het dringt zo weinig tot ons door, dat alles van God komt! Indien de Vader Zijn hand van ons aftrekken zou, wat zou er van ons worden? Maar onze God is de Getrouwe, Hij trekt Zijn hand niet van ons af. Wij behoeven op niets of niemand naast Hem ons vertrouwen te stellen. Hij heeft alles in Zijn hand, en kan allen gebruiken in Zijn dienst. Maar Hij, en Hij alleen is de Bron. Van Hem, de Vader der lichten, schrijft Jakobus, dalen alle goede gaven af. Bij Hen is geen verandering of schaduw van omkering. Hij is de God van Elia, van de beek Krith, van de raven, die ‘s morgens brood en vlees brachten aan de profeet. De God van de weduwe, die haar laatste handvol meel tot een koek bakte voor de man Gods.

 Ons dagelijks brood. Het is voor ons zo gewoon. Ik ben geboren net voor de hongerwinter begon in 1944-1945, nu 60 jaar geleden. Hongersnood in Holland, het gebeurde. We woonden in Heerenveen, toen een groot dorp, toch nog wat meer eten dan in de steden. Hoe stedelingen, oud en jong alles afliepen om maar een beetje eten. Brood, je kreeg een bon voor 4 ons in de week, maar dikwijls was het er niet. Toen kwam via het rode kruis, Zweeds wittebrood! Voor ieder, klein en groot 8 ons. Op bestemde tijd mocht dit gehaald worden. M’n pleegvader ging zelf de broden halen. Zoiets vergeet je niet.

 Ons dagelijks brood. Wij leven nu in een land van overdaad en overvloed. Maar in veel landen is er honger, zo’n tekort aan het dagelijks brood. Waar is dan de wijsheid van Jozef??? Genesis 41. Jozef zorgde en bewaarde en deelde! En voor de gehele toenmalige wereld was er brood. Als de mensen tot de koning kwamen, zei hij alleen: ga tot Jozef. Door zijn grote wijsheid zorgde hij.

 Als je nu hoort en leest van honger en gebrek, dan is er zo’n verlangen in je hart naar de ware Jozef, de Redder van de wereld. Die recht zal doen en al de mensen brood geeft. Dan zal echt de bede verhoort worden om ons dagelijks brood.

De Heere God wil ons ook nu leren, jong en oud, geheel afhankelijk van Hem te zijn. Enige zaadkorrels in de herfst of in het najaar ….. nu, in de zomer, wuivende korenvelden. Gouden zaad en akkers. Straks het gouden voedsel op onze tafels. Het wonder van het dagelijks brood.

 - 13 - Het leven na de dood


 Vooral in de brieven van de apostelen Paulus en Johannes wordt duidelijk dat het eeuwige leven (dat nu al ons deel mag zijn) zich ten volle begint te ontvouwen na onze dood. Jezus zegt: ?Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder die leeft en in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven; gelooft gij dat??(Joh. 11:25,26). Het is van belang voor ons geloofsleven om over de werkelijkheid van het leven na de dood na te denken. De bijbel geeft ook wel aanwijzingen om voor een zeker deel te weten hoe het na de dood voor een gelovige christen zal zijn.

 Wie tot bekering is gekomen en wedergeboren is geworden, zal erkennen dat God hem of haar verandert. Daarover lezen we in de bijbel: Saulus de vervolger krijgt na zijn ontmoeting met Jezus een nieuwe naam: Paulus, en wordt de verkondiger. Hij was ook werkelijk een nieuwe schepping geworden! Levi de geldwolf wordt Matthe?n uitdeler van de velerlei genade Gods. God verandert mensen! En dat doet Hij nog steeds, de Geest van Jezus vormt het karakter van de gelovigen om naar Zijn beeld! Zo zal elke gelovige een nieuwe naam ontvangen, ?welke niemand weet dan die hem ontvangt?, waaruit ik opmaak dat Hij ons radicaal voor het hemelse leven omvormt, maar daarbij niet onze persoonlijkheid en identiteit teniet doet (Op. 2:17).

 We worden niet vergoddelijkt, maar blijven mensen; verheerlijkte mensen. Een van de ken?merken van het leven na de dood is ook dat we geen zonde meer doen (vgl. Ef. 5:27; Openb. 22:4, 7:15). Voorzichtig zou ik het zo willen samenvatten: het leven na de dood zal geheel beantwoorden aan Gods bedoelingen en dienstbaar zijn in de relatie met God, in relatie met de heilige engelen en de overige rechtvaardigen die de voleinding bereikt hebben. Lees hierover de wondermooie beschrijving van het hemelse in Hebr. 12:22-24. De tranen zullen worden afgewist (Openb. 21:4). De liefde blijft en duurt in eeuwigheid (1 Cor. 13:13) en de vreugde voor Gods aangezicht zal vervullend zijn (Judas:24,25).

 Het Nieuwe Testament geeft er getuigenis van dat gelovigen onmiddellijk na de dood opgenomen worden in de hemelse heerlijkheid. Het is een gegronde verwachting te geloven dat we bij het sterven direct naar de hemel gaan (Fil. 1:21-23; 2 Cor. 5:1-5; vgl. Luc. 23:42,43). Wanneer God als Rechter ons in Christus, onze Verlosser en Middelaar, vrijspreekt van straf, wie zal ons dan nog veroordelen? (vgl. Rom. 8:31-39). Ook de dood kan ons van Gods liefde niet meer scheiden! Wij mogen geloven dat de Here Jezus ons plaats heeft bereid in het Vaderhuis (Joh. 14:2). Het is een bijbelse troost te weten wat ons (die met Christus verbonden zijn) wacht na de dood. Wij hebben behoefte aan die zekerheid. Paulus vat de kern van die zekerheid samen wanneer hij over de gelovigen spreekt als zijnde ?in Christus?, ?met Christus?, en ?bij Christus?. Het ant?woord op de vraag waar de gestorven gelovigen zijn, mag luiden: ze zijn bij Christus, ze leven in de gemeenschap van de gestorven gelovigen met Christus. Daar moet aan worden toegevoegd: ze leven daar in een voorlopige toestand en plaats van de hemelse heerlijkheid. De kern van dit leven in de (voorlopige) hemelse heerlijkheid wordt samengevat met de woorden ?met Chris?tus/de Here zijn?. De uiteindelijke verwerkelijking van Gods Koninkrijk in hemel en op aarde zal in gang gezet worden bij de wederkomst van de Here Jezus Christus. Dan zullen de gestor?ven gelovigen een verheerlijkt, onvergankelijk, geestelijk lichaam ontvangen, het opstandingslichaam (1 Cor. 15:35-49) en z࡬?tijd ?met de Here? zijn (1 Thess. 4:13-18)!

 - 14 - De vacantie-tijd - vervulling van dromen

 De maanden waarin het grote werk van het jaar tot z’n voltooiing is gekomen. Dát is de vakantietijd in de zomer. Een prachtige ontplooiing van kracht. De bomen zijn in volle dos, alle takken versierd met het ontwikkelde groen; en toch nog een plaatsje gevend aan zoveel vogels! Wat heeft onze vriend Guido Gezelle genoten toen hij dichtte:

“Groengemeide bomen, boven

 mij, waarin de Heere loven

 duizend vogelen, klinkendklaar,

 op hun dappere tongensnaar!”

Veel meer bloemen nog dan in mei en de kleuren zijn zo intens nu; alles op z’n mooist, op zijn volledigst. Er is zoveel te zien buiten, dat in één zomer niet alles kan worden waargenomen. Waar zullen we beginnen om al de natuurschatten te bewonderen? De geweldige rijkdom van Gods scheppende hand! Maar het mooie is, als het binnen in je volkomen rustig mag zijn, dan geeft de Heere ook die rust om van al die prachtige dingen te genieten! De zomer is er, de tijd van de vervulling. De zomer mag de tijd zijn dat de zon heerschappij voert. Zeker, ook in zomer kan het weer wisselvallig zijn. Maar uit het Woord der Schrift uit verre voortijd, weten we, dat zaaiing en oogst zomer en winter, koude en hitte en dag en nacht niet zullen ophouden, zolang deze bedeling duurt.

 Wat genieten we als we nu door het eiland gaan! De landman beziet het alles. Van tevoren werkt hij zijn plannen uit. Er is waarlijk geen oogst zonder zaaien. Dat is ook schoonheid, een mensenbedrijf zorgende voor het land en voor het vee voor de toekomende tijd. Salomo prees de mieren, die haar brood in de zomer bereiden; van die mierenwijsheid is het bedrijf van de landman en de veeman vol; alleen de luiaard ziet die wijsheid niet……

Wonderen van de natuur. In iedere maand zien we het, zeker niet het minst in de zomermaanden. O, laat ons dan acht geven op Gods wonderen. Maar bovenal op dit éne, op het grootste van al Gods wonderen; God gaf Zijn Zoon voor verloren zondaren. Afhankelijk van de natuur, van de Heere, van het weer. Zo mag de landsman zijn afhankelijke weg gaan. Hij mag het tot zijn God zeggen: “Gij hebt de macht over regen en zonneschijn, en ik wil mij verheugen, omdat Gij weet, wat voor mij, en voor mijn naaste het beste is.” En dan wordt de afhankelijkheid een blijdschap.

 - 15 - Vervulling van dromen - Eeuwig Leven

 De boodschap van het Nieuwe Testament over het eeuwige leven heeft niet alleen betrekking op een nieuwe lichamelijkheid (de opstanding van de gelovigen in een nieuw lichaam), maar spreekt ook van eeuwig menselijk leven. Daarbij denken we dan aan het leven na de dood en in de voleinding, uitgaande van wat ons ?in Christus? nu al is ten deel gevallen. Wanneer Jezus tegen Martha zegt ?Ik ben de opstanding en het leven? (Joh. 11:25), reikt dit woord over het hoofd van Martha heen tot ons. Dit woord van Jezus is een proclamatie die gesproken is tegen de ban die op ons aller leven ligt. Dit woord bij het graf van Lazarus is gesproken over ons aller graf. Ons leven is een ritme van slapen, opstaan, eten, drinken, werken enzovoort, tot de dood erop volgt. Het leven in waarachtige zin is in Jezus Christus en door Hem alleen en in niemand anders. Het is een leven waarvan God zelf de bron en de rivier is. Dit leven is openbloeien voor God en de mensen tot in eeuwigheid. Eeuwig leven hebben wij niet in onszelf en niet van onszelf. Ons menselijke leven is ondermijnd door de zonde en de goddeloosheid. In ons werkt steeds het virus van de zonde, dat ontbindt. Heel ons bestaan is aangetast door persoonlijke en collectie?ve schuld, het wordt bedreigd door angsten en staat onder de heerschappij van de dood. Nu zegt Jezus: ?Je hoeft niet bang te zijn. Ik ben de opstanding en het leven?. Zijn leven is uniek leven. Dat is het onsterfe?lijke in Hem, het onoverwinnelijke in Hem. Om dat leven voor ons tot openbaring te brengen, voor ons tot een werkelijkheid te maken, is Hij naar het kruis gegaan, is Hij ten behoeve van ons de godverlatenheid ingegaan en gestorven. In zijn opstanding maakt Jezus deze belofte van eeuwig leven voor ons waar! Dat is nu de blijde boodschap voor stervelingen: dat de opstanding van de Here Jezus een meeslepend gebeuren is. ?Deze gebeurtenis is een geboorte?nis. De opstanding van Jezus is een ouverture, het begin van een nieuwe schepping, het bruggenhoofd naar een nieuwe wereld.? (J. Verkuyl). Het Nieuwe Testament laat zien dat dit nieuwe leven hier en nu begint door te leven uit geloof en zo in verbondenheid met de verrezen Heer. Dit geeft naast de eerder genoemde toekomstige dimensie een praktische opdracht aan het leven, met inbegrepen bedoelingen voor elke dag (Rom. 6:8-13).

 - 16 - Gekozen en gehoorzamen

 Mozes, de man Gods, heeft de woorden des Heeren in een boek geschreven, en het volk heeft gekozen; “Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen.” Maar de woestijnreis heeft geleerd, dat het volk zijn God verlaten heeft.

 Jozua heeft zijn beroemde rede gehouden. Hij voor zich had gekozen, hij en zijn huis; zij zouden de Heere dienen! Het volk is door Jozua’s woord in het hart gegrepen, het heeft zo plechtig betuigd: “De Heere is onze God! Wij zullen hem dienen, want Hij is onze God! “ En tot driemaal toe speken zij deze belofte uit.

 Wie gekozen heeft, heeft trouw beloofd. En trouw moet blijken. Helaas, de trouw is hier niet gebleken tegenover de Heere God.

 Jozua zelf had gekozen. Mozes zelf had de beslissende keuze gedaan. Mannen van graniet, leiders uit één stuk zijn zij geweest. Ze wisten in Wien zij hadden geloofd! En ze hebben het volk dat ze te leiden hadden voor de keuze geplaatst!

 Gekozen. Welk een betekenis heeft dit woord voor de Heere God; en hoe is de betekenis ervan nog versterkt door het Woord, in Martha’s huis gesproken door onze Heiland. Martha diende en dat is voorzeker iets schoons. Martha bekommerde en verontrustte zich over vele dingen, het gevaar bij de dienst. Maar Maria zat bij haar Meester, die al de belangstelling van haar hart had. Wat de Heere Jezus zei was zo schoon, de woorden die over Zijn lippen vloeiden zo kostelijk. Met haar hele hart en met geheel haar verstand had ze de plaats gekozen aan de voeten van de Meester.

We weten door het Woord van de Kenner der harten: “Maria heeft het goede deel gekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen zal worden”.

Maria heeft gekozen. Het luisteren naar de Meester, die haar boven allen en alles ging, was haar besliste keuze. En zo’n keuze heeft eeuwigheidswaarde. Wat is her heerlijk als we gekozen hebben voor Christus! Indien wij altijd weer opnieuw met beslistheid kiezen, elke morgen, iedere dag Hem kiezen als onze leidsman!… Wie met het hart zingt, eerlijk en zonder opwinding:

“U alleen heb ik verkoren,”

Kan er in oprechtheid op laten volgen:

“k’ Heb aan U genoeg o Heer!”

- 17 - Zorg dat je gereed bent

 Je moet niet morgen maar vandaag gereed zijn! Dat wordt wel eens gezegd van gewone alledaagse dingen, maar je kunt er wel belangrijke geestelijke leringen uit trekken. Niet morgen, maar vandaag moet je gereed zijn voor de eeuwigheid.

Eén van de listen van satan is, de mensen tot uitstellen te brengen. Men acht de dood en de komst van de Heere ver weg. Men meent altijd nog wel tijd genoeg te hebben, als deze plotseling naderen, zich die dag nog te bekeren. Maar de schrift leert ons anders. Hij, die tot tweemaal toe zegt in het evangelie; “Alle dingen zijn gereed” die alles heeft bereid tot behoud van de zondaar, roept het de mensen telkens toe: “Weest gereed!” “Weest gereed!” “Maakt u gereed!”

De grote fout van de dwaze maagden was, dat zij verzuimden, olie met zich te nemen; ze waren daardoor niet in staat met de bruidegom mee te gaan. We lezen in Matth. 25:10; “die gereed waren gingen met hem in tot de bruiloft”.

De dagen waarin wij leven zijn zo ernstig. We zijn zo dicht bij de komst van de Heere Jezus. Het is nog genadetijd. De Heere roept het ook u toe: “kom” . Elk die wil en die het hoort mag komen en nemen van het water des levens om niet. (Op.22:17), laat toch niemand zich laten misleiden door de vijand der zielen, die spreekt van “vrede, vrede en geen gevaar”, maar die onverwacht een haastig verderf zal doen komen over hen, die naar die valse leuze hebben geluisterd, in plaats van zich gereed te maken. Men zal dan ten slotte moeten erkennen: “De Heere was gereed om mij te verlossen.” (Jes. 38:20). Maar ik heb niet gewild!

 Ook wij, gelovigen in Christus, moeten niet morgen maar vandaag gereed zijn voor de geestelijke strijd. Er is zoveel wat ons wil aftrekken van Hem Wiens eigendom wij geworden zijn. Het enige middel wat ons daartegen afdoende waarborgt, is het aandoen van de gezindheden die we in Christus vinden. (Kol. 3:12) En de vijand, de zonde, die we op onze reis ontmoeten, kunnen we alleen met vrucht tegemoet treden als we afzien van de verkeerde dingen. “Afleggende alle last en de zonde die ons lichtelijk omringt.” Ons oog richten op de Overste Leidsman des geloofs, Jezus! (Hebr.12:1-4). Hijzelf helpt ons, laat ons nooit alleen. En het mag in ons hart zijn;

 Jezus heeft mijn hand gevat,

 En Hij zal mij veilig leiden.

 Hij, mijn hulp, mijn grootste schat,

 Hij zal nimmer van mij scheiden.

 Jezus richt mijn wank’le schreen;

 Jezus is mijn troost alleen.

 - 18 - De eerste dag van de week niet over het hoofd zien !

 Het feest van de eerstelingen was éérst in Israël. Vijftig dagen daarna, op de eerste dag van de week, was er het feest van de volle oogst, het pinksterfeest. Vijftig dagen na de opstanding des Heeren, werd de Heilige Geest uitgestort, ook op de eerste dag van de week.

 Wat een belangrijke dag is die dag toch! Op die dag stond de Heere Jezus op uit het graf en verscheen Hij in het midden van de Zijnen. Op die dag kwam Hij, een week later, opnieuw in het midden van Zijn discipelen. Op die dag was men, in de eerste tijd van de christenheid vergaderd om brood te breken. Die dag werd door de apostel Johannes genoemd, des Heeren dag. Zoals de apostel Paulus schrijft over “des Heeren avondmaal.” Zo bijzonder is de broodbreking, een maaltijd waar Hij de Gastheer is, waar Zijn gezag geldt. Zo noemt Johannes de zondag des Heeren dag, een dag van afzondering, ze hoort Hem toe. Zijn dag.

 Op de eerste dag van de week, kwam de belofte van de Vader op aarde, de Heilige Geest, Zijn plaatsvervangende Trooster. Opdat deze zou wonen in de gemeente en iedere gelovige persoonlijk. Moeten we dan die dag niet bijzonder waarderen? Als het enigszins mogelijk is, ons scharen om het Lam Gods, die onze zonden op Zich na? Ons bezighouden, door de Heilige Geest geleid, met de Opgestane! Ons geven aan Hem en Zijn dingen?

 Johannes heeft op Patmos gezegd: “Ik was in de geest op de dag des Heeren.” (Openb. 1:10) Hij was daarheen verbannen. Weg van de broeders en zusters, hij kon niet meer dienen, het was stil om hem geen. Maar daar brak de zondag aan, de eerste dag van de week. Op Patmos niet te merken, maar Johannes dacht aan die duizenden die in aanbidding opgingen. In de Geest vierde hij met hen de eerste dag van de week. Ja, de Heilige Geest, op de eerste dag van de week neergedaald, gaf hem op de heerlijke dag van de opstanding een visioen op Patmos. Zodat hij schreef; “Ik was in de Geest op de dag des Heeren”. Hij zag zijn God, zijn Heiland. Hij dacht aan het verlossingswerk. En het lied de gemeente weerklonk in zijn hart; hij hief het alleen aan, in naam van allen (Openb. 1:5 en 6). De Heer der

Heerlijkheid verscheen hem voor Wie Johannes als dood neerviel. Maar de Heere bemoedigde door Zijn rechterhand op hem te leggen hem toe te roepen; “Vrees niet …..Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid.”(Openb. 1:17 en 18).

 Wat een genade, ook in onze tijd Die stem te mogen horen; Vrees niet”.

- 19 - Waar zou je zijn zonder moeder in ere

 Die dag, de moederdag is weer voorbij. Maar wat is het goed, moeder en de herinneringen aan haar altijd maar heel dichtbij je te hebben!

 Als moeder weg is, dan is er een hart weg dat ons in het geheel liefheeft. Een hart dat altijd met zorgende liefde en met eenvoudige wijsheid is vervuld! Ja ook met wijsheid. Als een kind 5 jaar oud is zegt het: “Mijn moeder weet alles”! Als dat kind 10 jaar oud is zegt het: “Mijn moeder weet best wel veel”. Als dat kind 20 jaar is zegt het: “Mijn moeder weet maar weinig”. Als je 40 jaar ben en zeg je: “Nou mijn moeder weet toch wel veel!” En ben je 60 jaar dan zeg je: “Leefde moeder nog maar, die wist alles”!!

Ik las enkele mooie spreekwoorden van moeder: “Moeder mijn, altijd mijn, of ik rijk of arm mag zijn, en moeder! Wie haar heeft roept haar, wie haar niet heeft mist haar.”

De Bijbel leert ons veel van liefhebbende moeders. Denken we aan Jochebed de moeder van Mozes, aan Hanna de moeder van Samuël, aan Eunice de moeder van Timotheüs. Maria de moeder van de Heere Jezus heeft ons het meest te zeggen! Prachtig zoals het Woord haar beschrijft.Als de engel tot haar gekomen is met die zeer bijzondere boodschap en dat zij genade bij God had gevonden, ontroerde zij zeer. En na die woorden: “Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn”, zei Maria heel eenvoudig: “Zie de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar Uw woord.” En zij zong die prachtige woorden die ook elke dag in ons hart mogen zijn: “Mijn ziel maakt groot de Heere; en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker. Maria, de moeder des Heeren wist, dat ook zij een Zaligmaker nodig had!

 Wat een zorgende moederliefde had zij steeds voor haar Zoon, maar ook een diep ontzag, want zij wist van Zijn Grootheid en Macht. Op de bruiloft te Kana, (Joh. 2:1-12) was de Heere Jezus ook uitgenodigd met Zijn discipelen.

Maria was daar ook. Zij zei tot de dienaars: “Zo wat Hij ulieden zal zeggen, doet dat.” Maria had meer één doel voor ogen, alle aandacht moet naar de Heere Jezus gaan, naar wat Hij zou zeggen! Nu die woorden klinken ons altijd wel tegen! “Zo wat Hij u zeggen zal, doet dat”. En hoeveel kostelijke woorden heeft de Heere niet gesproken waar we nog steeds naar mogen luisteren.“Vreest niet, geloof alleenlijk” en ook; “Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven”. Joh. 3:36, Laten we ook het verdere van deze tekst ter harte nemen.

 Nee, Maria, de moeder des Heeren, en zij was groot, vroeg geen aandacht voor zichzelf, maar dat wij zullen doen, wat de Heere Jezus tot ons spreekt.

 - 20 - Zware tijden zullen komen

 De apostel heeft ze ons voorzegd in 2 Timotheüs hoofdstuk 3. En we beleven ze. Zoveel angstaanjagende dingen, overal in de wereld en ze komen dichterbij …….

Maar de “zware tijden” worden wel op z’n ergst gemerkt op geestelijk gebied. En daarop zinspeelt Paulus voornamelijk. De mensen zijn zo zelfzuchtig in onze dagen. En dan zie je helaas veel ondankbaarheid en gebrek aan waardering.

Paulus leert ons, dat we moeten blijven in hetgeen we geleerd hebben, godzalig levende, ook al zouden we daarvan verdrietige gevolgen ondervinden.“Heeft niet de mens een strijd op de aarde” zo heeft Job het uitgeroepen. (Job 7:1) laten we ons toch niet willen wapenen met menselijke wapenen. Er valt een geestelijke strijd te strijden. En voor die strijd hebben de wapenen van Boven nodig, geestelijke wapenen, krachtig door God tot onderwerping der sterkten. (2 Korinthiërs 10:4)

 Een christen is een strijder in de echte zin van het woord, maar al zijn wapens, die hij gebruikt zijn niet vleselijk, en al zijn vijanden zijn niet van vlees en bloed. Met volharding mag hij de voorgestelde loopbaan lopen en het oog richten op Hem, Die de geloofsweg begon en voleindde: de Heere Jezus. Hij Zelf heeft de strijd tegen de zonde en zonden ten einde toe gestreden, zodat wij de vruchten van Zijn overwinning plukken.

 Maar er blijft toch nog een strijd te strijden tussen vlees en Geest, en door te wandelen door de Geest volbrengen we de begeerlijkheid van het vlees niet. En daarom mag de gelovige zijn vrijmoedigheid niet verliezen. Hij moet juist volhardend uit het geloof leven en in het geloof zijn weg reizen. De gehele wapenrusting aandoen zo lezen we in Efeze 6. Juist die hebben wij zo nodig om de tegenstanders te verslaan. Er is zoveel om ons heen dat bedorven is door boze geesten. Maar we moeten ons omgorden met de waarheid, met de woorden van God. Het evangelie van vrede, van Gods genade mogen we uitbrengen. Het evangelie van Jezus Christus en Die gekruisigd. Een schild van geloofsvertrouwen moet de vurige pijlen van de boze uitblussen. Krachtig in de Heere mogen we zijn in de sterkte Zijner macht. En gevoelen we onze zwakheid, dan weten we, dat we een machtig God hebben, aan Wie wij toekomst en lot onbezorgd kunnen overgeven.

 - 21 - Allen in de wereld zullen Zijn stem horen

“Er komt een uur, dat allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zullen uitgaan. Zij die het goede gedaan hebben tot de opstanding ten leven, en zij die het kwade gedaan hebben tot de opstanding ten oordeel.” Johannes 5, vers 28, 29.

 Er zijn verschillende redenen waarom veel mensen niets over een opstanding willen horen, dat een mens die al duizenden jaren dood is, opeens weer tot leven komt, een lichaam krijgt? Nee dood is dood, “het lichaam is vergaan en voorgoed verdwenen!” Bij anderen spreekt het geweten: er is zoveel verkeerds in mijn leven geweest, daar moet ik maar nooit geen verantwoording over doen. Als er een opstanding is komen alle zondige gedachten, woorden en daden aan het licht.

 De Heere Jezus heeft gezegd, dat er wél een opstanding is. Spoedig komt die dag! Dan zal elk graf leeg zijn! Elke dode zal eens opstaan! Sommigen mogen dan van het eeuwige leven genieten, anderen zullen opstaan om het eeuwige oordeel te ondergaan.

 Jezus Christus is opgestaan en zit nu aan de rechterhand van God.

 De apostel Paulus schrijft aan de Filippenzen zo kostelijk hierover.in hoofdstuk 2: “De Heere God heeft Hem uitermate verhoogd, en een naam gegeven die boven alle naam is, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen en alle tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is.”

De knieën buigen voor Hem. De mens heeft twee mogelijkheden om dit te doen: óf nu, óf later, gedwongen. Vandaag nodigt de Heere Jezus ieder uit zijn knieën voor Hem als Heiland te buigen en Hem zijn zonden te belijden. Wie deze uitnodiging afwijst en zichzelf te goed vindt om zich te buigen, moet voor Hem, als de Rechter, verschijnen. Tot hun grote schrik zullen deze mensen dan vaststellen, dat hun naam niet in het Boek des Leven staat en dat hun deel in de poel van vuur zal zijn. Een vreselijk vooruitzicht geeft de Heere Jezus bij Zijn ernstige waarschuwing.

 Buig vandaag je knieën voor de Heere Jezus! Vertel Hem al je verkeerde gedachten en daden en geloof in Hem en Zijn verlossingswerk op het kruis. Dan zul je ervaren dat de Heere Jezus je persoonlijke Heiland is. Hij zal je zonden vergeven en nieuwe inhoud aan je leven geven. En in de toekomst? Dan krijgen we een plaats aan Zijn zijde. Aan de zijde van Hem die alle macht heeft in hemel en op de aarde. Mattheüs 28 vers18

 - 22 - Eenzaamheid: vreugde of verdriet

 Eenzaamheid is soms een zegen! Als je met de Heere mag bezig zijn in biddende overdenking, in stille overpeinzing, in kostelijke gemeenschap met de Vader en de zoon. In bidden en smeken met een hart vol gebed en dankbaarheid en lofprijzing.

 Maar er is ook een eenzaamheid die een geweldige pijniging is, een klemmend gevoel van verlatenheid, van vergeten zijn, van niemand te hebben met wie je het leed kan delen. Van heel dichtbij maak je het mee; die eenzaamheid als een bange beproeving. Het roepen, het klagen van eenzaamheid; het is een hartenkreet: “Ik ben toch zo eenzaam, kon ik nog maar eventjes met moeder praten, die zou me begrijpen, maar ze is er niet meer.”

Eenzaamheid, we lezen er ook veel van in de Bijbel. Verschrikkelijke eenzaamheid heeft de Heere Jezus in al zijn uitgestrektheid ondervonden. Vooral in de Psalmen horen we Hem roepen; “Ik ben eenzaam en ellendig.” Zijn eenzame ziel werd aangevallen. De Psalmen 22 en 69 vertellen het ons, ze doen ons Zijn klachten horen; “Ik zag uit ter rechterhand, en zie daar was niemand die Mij kende, niemand zorgde voor Mij, Ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden.”

De vijanden van onze Heere Jezus waren velen. Ze waren ook één en verenigd, zodat we ze samen zien als honden, stieren; Psalm 22. Maar Hij die deze vijandschap had te verduren, vond nergens iemand, die met Hem het lijden droeg; die, al was het maar voor een ogenblik tot bemoediging in Zijn omgeving bleef; die trachtte in te dringen in Zijn zielensmart. Hij was en leed alleen.

 Het is wel eens goed, om in te denken wat ook dit lijden voor onze gezegende Heiland is geweest. Zo hevig dat Hij Zijn eigen ziel een eenzame noemt.

 De mens heeft zijn ziel, zijn leven lief. Hij heeft maar één ziel. Wat dan als die ziel verlaten zou zijn als de boze vijand, de onbarmhartige verslinder nadert. Bij de Heere Jezus is dit alles op volmaakte wijze doorvoeld. En daarom mag onze liefde tot de Heiland wel groot wezen. Ook dit eenzaam zijn, daar hangen als een, zelfs door Zijn vrienden verlaten, behoort tot Zijn lijden, dat Hij daar gesmaakt heeft. Voor ons, uit liefde tot onze ziel, om ze te redden van eeuwige verlatenheid.

 Door de Heere Jezus hebben we nu de vaste zekerheid, dat God ons nooit begeeft of verlaat, dat we op Hem kunnen vertrouwen en zullen worden uitgeholpen.

 - 23 - Als de sneeuw is verdwenen

“De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid. Gij hebt de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd.” (Ps.74:16, 17).

 De jaargetijden, het is alles door de Heere ingesteld, zo vast en zo zeker. Wat hebben we weer genoten van de rust van de winter, van de stilte in de natuur. Van donkere nachten, maar waarin de stralende sterrenhemel tot ons sprak. En hoe vroeg zagen we weer het leven, het bloeiende leven uit de grond komen!

Sneeuwklokjes, krokussen, narcissen. Wat geeft de Heere toch veel om in stille bewondering te genieten! Zeker er is veel moeite op deze aarde, moeite en verdriet dicht bij ons, maar het leven en al het schoons wat we zien, hoe verheft het ons niet boven al de moeilijke dingen van al den dag. Al dit nieuwe leven. Het wijst ons naar Hem, Die de bloemen des velds alzo met heerlijkheid bekleedt.

 Het is een Goddelijke volgorde, na de winter de lente! De dagen zijn al zo duidelijk langer geworden. Iedere dag een onmerkbaar stukske. We zien het niet en toch is het zo. Dat beetje iedere dag leert, dat we acht moeten geven op het kleine. Op het kleine dat God ons geeft in Zijn goedheid. Op het kleine ook, dat we zelfdoen, zelf spreken, zelf nalaten.

 Als we op de zon letten, elke dag is ze wat langer bij ons en elke dag geeft ze ons wat meer warmte. Ervaren we ook niet in ons leven? Iedere dag de kleine zegeningen van God in ons leven maken een berg van zegeningen. Maar ook, iedere dag de kleine zonden van al den dag maken een berg van zonden. Op al dat kleine moesten we meer in ons leven gaan letten. De Heere wil zo graag dat we een wijs hart bekomen, in het tellen van onze dagen in het letten op Zijn goedheid en Zijn genade. En zal nu een gelovige in de duisternis van de wereld en van deze tijd niet leven uit het geloof? Het licht is er, de overwinning is er. Omdat God er is.

 De winter. Ze is weer overwonnen door de lente en de duisternis door het licht! De zon gaat op! Er is ook een weg naar het ware en blijvende geluk! Die weg gaat via het kruis van Jezus Christus. Dat is de enige weg. Wie knielt bij het kruis, raakt zijn zonden kwijt. Dan gaat de zon ook blijvend voor u op… Dan bent u op weg naar de hemel. Dan hebt u het ware levensdoel gevonden. Dan mag u wandelen in het licht. Met de Heere Jezus.

 - 24 - De hemelen vertellen God’s eer

“De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk”. (Psalm 19:2) De sterrenwereld maakt ons zo heel klein tegenover het grote onbegrepen heelal. Die onbegrepen schepping heeft een Schepper. En elk mens, waar hij ook is op deze aarde kan aan die schepping zien dat er een Schepper is. God is er. Er is Eén, Die alles doorziet en voor Wie niets raadselachtig is; Die het alles in aanzien heeft geroepen. En zover wij hier beneden van de raadselen van het heelal afstaan, zo ver staat God er erboven!

 Wonderen van de schepping. God Zelf houdt aan Job de wonderen van de schepping voor om hem te leren, dat het dwaasheid is, met de Almachtige te willen twisten: “Waar waart gij toen Ik de aarde grondde? Kunt gij de liefelijkheden van het zeven gesternte binden, of de strengen des Orions losmaken?” Zo komen wij door de aanschouwing van het heelal tot het besef van de plaats, die ons betaamt tegenover het Goddelijke Wezen; tot het inzicht dat, Gods gedachten hoger zijn dan onze gedachten; tot het bewust zijn van onze eigen nietigheid. Maar de sterrenhemel leert ons meer. De Schepper heeft in het geschapene Zijn gedachten uitgedrukt, en wel in een taal, die voor de mens verstaanbaar is: geen spraak en geen woorden zijn er waar hun stem niet wordt gehoord.

Psalm 19 leert het ons zo kostelijk! De hemelen vertellen Gods eer. De sterrenhemel, een wereld van lichten – en wordt God niet genoemd de Vader der lichten? Het is een wereld van grote schoonheid – het kenmerk van alles wat God schiep. Een wereld van orde en van absolute wetmatigheid en van Hem weten we, dat er in Hem geen verandering is of schaduw van omkering. Als u zich in stille aandacht wijdt aan het beschouwen van de nachtelijke sterrenhemel kunt u daarin Gods grootheid en heiligheid ervaren op een wijze, die niet onder woorden te brengen is.

 De wonderen van het heelal vertellen het ons. God spreekt in Zijn Woord tot ons. De prediking van Zijn grootheid en van onze onmacht is voor hen, die Christus hebben leren kennen toch zo’n rijke genade. We zien Gods neerbuigende liefde en we zien naar boven waar Christus is. Die verzoening aanbracht aan een ieder die in Hem gelooft. Hij Zelf haalt ons naar Boven!

 Boven de sterren daar zal het eens lichten

 Daar wordt uw hopend verlangen voldaan

 Daar zal het lijden des harten eens zwichten

 Daar zal de vreugde voor eeuwig bestaan!

 - 25 - Echte ontspanning: Gevouwen handen

 Eerbiedig stil wordt de mens toch altijd in het aangezicht van de dood. Hoe strak die gelaatstrekken ook mogen staan, hoe stijf die mond ook gesloten zij … een dode spreekt Verbeelden we ons niet, dat die oogleden bewegen en dat die mond zich aanstonds weer zal openen? En hoe treft dikwijls de rust die gespreid ligt over dat gelaat? Verdwenen zijn de groeven die het lijden ploegde, ’t is, als zweeft een glimlach op de lippen … een weerschijn van overwinning. Maar meest treffen toch die gevouwen handen. Laten die gevouwen handen toch een zinnebeeldige prediking blijven een prediking van het treden voor God. En hoe zal de mens anders voor God kunnen treden dan met gevouwen handen biddend om genade?

 Gevouwen handen…Bij jongeren, ouderen, bij rijken en armen bij hen die in hun leven met God wandelden, maar ook bij hen die in hun leven nooit de handen vouwden. Er zijn er en hoe kostelijk, die niet anders oprezen dan met gevouwen handen. Maar ook, die ik weer voor me zie, met gebalde vuist.

 Ja, nu worden die handen gevouwen door anderen, ach waren ze maar vrijwillig gevouwen, toen de ziel zich nog schikken kon tot genade.

 Gevouwen handen, zouden ze ook geen spiegel van de ziel zijn? Kostelijk is het gevouwen handen te zien bij het biddende kind. Rond en mollig zijn die kinderknuistjes - zonder spierspanning. Juist als de kinderziel, die zonder diepe strijd leeft in de realiteit van de geestelijke wereld. Maar straks komt het leven met zijn worstelingen en zijn vragen, bij de één zoveel dieper insnijdend als bij de ander. Je ziet gevouwen handen slap, passief als van dat biddende oud-moedertje, dat wachtend de handen laat rusten in haar brede schoot. Je ziet bekende, lange, magere, tegen elkaar gestrekte handen, die de bootschap van de Heiland hebben aanvaard; een ander zal u gorden en brengen waar ge niet wilt.

 Gevouwen handen, ze kunnen een stuk levensgeschiedenis uitbeelden, Zoals de handen ook het levenswerk en de levensgewoonte kunnen verraden.

 Gevouwen handen, toen we kind waren vouwden moeder onze handjes tot gebed. Daar begint het mee: een ander vouwt onze handen. En straks zullen weer anderen onze koude verstijfde vingers samenvoegen. Daar eindigt het mee; een ander vouwt onze handen. Maar de grote beslissende levensvraag is; of wij, tussen dat begin en dat einde, zelf geleerd zullen hebben de handen te vouwen, worstelend met God. Bidden om genade.

 - 26 - Persoonlijke ervaring - de beste leerschool !

 Het oude testament wordt in onze tijd van alle zijden aangevallen. Psalm 23 is wel een bewijs van de kracht van dit deel van Gods Woord. Meer dan drieduizend jaar geleden geschreven, is dit lied nog altijd nieuw. Hoeveel troost heeft deze oudtestamentische lofzang reeds gebracht over de hele wereld! En het is maar een klein stukje van dat wonderschone geheel van de eerste helft van de Bijbel.

 David denkt, als hij Psalm 23 dicht, aan zware tijden… Van alle zijden ziet hij vijanden; zorgen, zonden, dood. We kunnen er zeker van zijn, dat hij hier zijn eigen ervaringen beschrijft. Maar dan ervaart hij ook, dat er een trouw zorgend God is, Wiens Wezen de liefde is. O, dit te weten uit eigen ervaringen is kostelijk!

 Wat een schoon beeld toch; herder - schapen. De Herder kent Zijn schapen, zorgt voor hen, stelt Zijn leven voor hen.

Jakob had op zijn sterfbed al gesproken over de Herder Israéls. Men spreekt wel over de God der wrake, Die men in het oude testament ontmoet. Maar lees eens deze Psalm en u zult worden getroffen door de ondervindingen van overvloedige goedheid, uitredding, zegen, zonneschijn, vreugde.

 Jesaja schildert de Almachtige in Zijn tedere herderzorg. Ezechiël toont Hem als de Herder van het gebrokene, als

Zoeker van het afgedwaalde. Dat was de persoonlijke ervaring van deze Godsmannen. En het nieuwe testament sluit erbij aan. De Heere Jezus zelf noemt Zich de Goede Herder. De apostelen spreken over Hem als de Grote en Overste Herder. Ja, het nieuwe testament gaat verder dan het oude; het spreekt niet maar over de verloren schapen van het huis Israéls, maar over andere schapen, die van deze stal niet zijn. Ook schapen, die gezocht, gehoed, geweid moesten worden. Ook die schapen ondervinden de heerlijke hulp van de Herder. Van het liefhebbend hart van Hem, Die op elk gebied voor hen zorgt.“De Heere is mijn Herder”.

Evenals in alle psalmen het begin de inhoud van het gehele lied kenmerkt, zo is het ook hier. Een Herder is de Heere; zijn Herder is de Heere. En gelovig legt David de hand op dat mijn ! Dat nu willen ook wij doen. We willen maar niet in het algemeen over de Herder spreken, maar door het geloof het mijn tot het onze maken.Mijn Herder is de Heere; voor mijn zielenleven en mijn tijdelijke omstandigheden; voor het heden en tot in lengte van dagen!

 - 27 - Geloven en leven - onlosmakelijk verbonden

“Geloven en leven”. Met dit evangelie gaan we door deze wereld. Aan “twijfel en leven” hebben we geen behoefte, want dat is echt geen blijde boodschap. Met twijfel wordt niets blijvends bereikt. De twijfel is negatief; hij breekt af en is onvruchtbaar. Twijfel is geen bodem om op te staan. We hebben behoefte aan een positieve kracht, die voortstuwt en opheft! Het geloof!!! Het geloof is een stoere werker; mensen met een geloofsovertuiging hebben op hun aambeeld de wereld omgesmeed! Hun vertrouwen op God was de gordel die de kracht schonk, om al wat zij aan energie bezaten, in dienst te stellen van anderen.

 Paulus houdt ons in Hebreeën 11 een lange lijst van geloofshelden voor. We zien daar een triomfboog te hunner ere opgericht – die Mij eren, zal Ik eren, zegt God! – en daarop schitteren hun namen in lichtschrift. Het onmogelijke werd in Gods kracht “door het geloof” volbracht. Koninkrijken werden overwonnen, de muilen der leeuwen werden toegestopt. De kracht van het vuur geblust. Als de lofredenaar op het geloof, de namen heeft genoemd van een Abel, een Henoch, een Noach, een Abraham en een Mozes, dan zegt hij; “Wat zal ik nog meer zeggen?” Ontbreekt hem de stof? Nee, niet de stof, maar de tijd zou hem ontbreken, als hij zou verhalen van een Gideon, een Barak, een Simson, een Jeftha, een David, een Samuël en de profeten! Alleen te geloven wat zintuiglijk waarneembaar is, is een ongerijmdheid. Denk aan elektriciteit. We zien en horen de uitwerking maar de kracht zelf zien we niet. De aarde waarop we leven, wordt op haar baan door het heelal staande gehouden door een onzichtbare kracht. Job heeft het –intens - schoon en diepzinnig gezegd; “Hij hangt de aarde aan een niet! (Job 26:7).Het geloof, dat niet naar “tekenen”vraagt, schenkt volle zekerheid. Welgelukzalig die niet gezien en nochtans geloofd hebben! Dit is een woord van onze Heiland, Jezus Christus.

 God heeft in een geschreven taal tot ons gesproken. De Bijbel, het is Gods Boek voor Zijn schepselen. De Bijbel is het Goddelijk verhaal van de Volmaakte Zoon des Vaders, Die als Mens leed en stierf en Die nu in de troon is.

Welgelukzalig die gelooft!

 Geloven betekent leven, waarlijk leven!

 Wie twijfelt, wandelt in duisternis; wie gelooft, heeft het licht van het leven!

 - 28 - Genade voor genade - God’s geschenk voor allen

 Het woord dat alle ontstemmingen doet verdwijnen, alle misverstanden overbrugt, het woord dat ons de hemel ontsluit en alle teleurstellingen op aarde doet vergeten ---heet genade. Uit de hemel wil het licht van Gods genade tot ons komen met het geloof als een gave van God. Berouwvol moeten we ons leven veroordelen waarin God niet de eerste plaats heeft gehad; waarin Gods Zoon niet de eer werd gebracht, die Hem toekomt. Wat een rijke genade nu de naam van de

Heere Jezus te mogen belijden als onze Verlosser en Middelaar. Alle roem is uitgesloten, onverdiende zaligheen heb ik van mijn God genoten, ‘k roem in vrije gunst alleen.

 Vrije gunst! Dat is de genade, die de schuld vergeeft, en die de zondaar aan Gods hart verheft, hem opneemt in het Vaderhuis. Dat is goddelijk ontfermen. Goddelijk erbarmen. Het is een neerbuigen van de Grote God tot ons nietige schepselen. Begenadigd in de “Geliefde” zo lezen we zo heel mooi in Efeze 1. “Indien ik genade heb gevonden in uw ogen” wil zoveel zeggen als; indien het u behaagt, mij te ontvangen en aan te horen. De Heilige Schrift spreekt van genade voor allen, uitkomend in de aanbieding van het zielenheil aan elk mens; in het bewijzen van goedheid voor een ieder. Maar dezelfde Schrift spreekt ook van genadegaven die de Heere geeft aan wie Hem toebehoren. Het is ook die genade die moed en kracht geeft voor onze wandel van elke dag met Hem en achter Hem aan. In onze zorg voor anderen, en die genade richt ons toch weer op uit struikelingen.

 Er is geen rijker leven, dan en leven uit genade. Genade van God zo rijk en zo vrij! Laat ons op de genade hopen; bij die genade leven; die genade vasthouden; bij die genade blijven; en in die genade roemen; in de overvloed van die genade ons verheugen en in die genade opwassen. Want ze is een gift, een gaven van God aan de nederigen. We hebben ze nodig om voor God te verschijnen; nodig om zalig te worden, nodig om tot God terug te keren; nodig om voor God te leven, nodig om Hem te dienen. Tot die genade nu hebben we de toegang door het geloof, zodat we omgeven door Gods gunst en goedheid, leven als een genadehuis, met het onvergelijkelijk schone, vertroostende en veel zeggende opschrift; “Mijn genade is u genoeg!”

Genade zal mij veilig leiden

 Uw liefde ontsluit mij ’t Vaderhuis

 daar ging mij Jezus plaats bereiden

 daar rust ik van het aards gedruis.

 - 29 - De Bijbel - écht geen geheimtaal

 De eerste editie van de Statenvertaling stamt uit 1637. Het besluit tot deze vertaling werd genomen door de Dordtse Synode (1618-1619). De gemoderniseerde ‘Jongbloed-editie’ is méér dan de moeite waard om te betrekken in je meditaties oer het Woord van God. Click op de Bijbel om deze in eBoek formaat te downloaden (ongeveer 8,25 MB) Je weet: Onbekend maakt onbemind

Naar beginpagina van deze serie

Meditatie..., mogelijkheid om een sterker persoonlijk geloofsbewustzijn te ontwikkelen. De wereld om ons heen is een wirwar van gedachten, impulsen en emoties die ons afleiden van wie we werkelijk zijn. We belasten onszelf met irrelevante bezigheden, zorgen, haast en agressie.

Serie 1

Een eerste verzameling van 32 stukjes die tot nadenken stemmen

 READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)