Neem kennis van de chronologie van het Oude Testament in hoofdlijnen weer te geven, de boeken van het Oude Testament te plaatsen in hun historische context, thema, boodschap en structuur van enkele geselecteerde bijbelboeken te beschrijven, de locaties aan te wijzen van belangrijke bijbelse steden, streken en gebeurtenissen, de belangrijkste landschappen in de bijbelse wereld te onderscheiden en beschrijven, de rol van klimaat en landschap in de bijbelse geschiedenis aan de hand van enkele voorbeelden aan te duiden. Lees hier eens verder

Het is nodig dat je visie krijgt voor een beter leven

Het is de wil van God dat het goed met je gaat. Hij heeft in Zijn Woord beloften gegeven over vrede, vreugde, gezondheid, voorspoed - zodat alles in je leven goed met je zou gaan. Hij wil alleen maar het beste voor jou, en Hij heeft alles gedaan zodat jij Zijn goedheid zou kunnen ervaren. Er is echter iets van jouw kant nodig, om die beloften te kunnen ontvangen.

Hoe het ook met je gaat - slecht, goed of super goed - het is nodig dat je visie krijgt voor een beter leven. Waarom? Omdat God altijd nog meer beters voor je heeft, hoe het nu ook met je leven gaat. Visie is iets wat je kunt zien, maar nog geen realiteit is in het heden. Het is een droom voor de toekomst, maar dan een droom waarvan je weet dat hij uit zal komen. Goede
visie is altijd gebaseerd op het Woord van God, omdat het anders onmogelijk is er zeker van te zijn dat die visie gaat gebeuren. Het Woord van God brengt visie en laat je zien hoe die visie tot stand kan komen.

God vindt het belangrijk dat Zijn volk visie heeft. Wanneer je de Bijbel van Genesis tot Openbaring leest, zie je dat God in het Oude Testament met één ding bezig was: Zijn volk visie geven. Vanaf het moment dat Adam had gezondigd, gaf God hem nieuwe visie. Hij sprak profetisch tot Adam over Jezus Christus die zou komen, en de duivel zou vernietigen (Gen 3:15). Hij gaf hoop aan Adam, zodat Adam visie kon hebben voor zijn leven en dat van zijn nageslacht.

Op exact dezelfde manier wil God visie aan jou geven: door Zijn beloftes. Hij geeft de Bijbel niet zodat we na het eten iets te doen zouden hebben; Hij geeft Zijn Woord om je leven ten goede te veranderen! Zijn beloften zijn o.a. vrede (Fil 4:7), vreugde (Fil 4:4), genezing (Jak 5:14-15), voorspoed (2 Kor 9:8-11). Door de hele Bijbel heen lees je dat God wil dat het goed
met je gaat.

Toch zien we Christenen die van God houden die ziek worden en dood gaan. Christenen die Jezus als Redder en Heer hebben aangenomen zijn ziek, depressief, arm. Blijkbaar is er meer voor nodig om Gods wil in je leven te zien, anders waren alle mensen gered, gezond en voorspoedig op elk gebied van hun leven. De mens heeft een groot aandeel in dit geheel.

Ons beloofde land

In Hebreeën kun je lezen over het volk van Israel, dat in de woestijn zat en het beloofde land niet in wilde gaan. Dit beloofde land wordt in deze brief ook wel 'de belofte van Zijn rust' genoemd. Met dat in gedachten lezen we de volgende tekst:

Laten wij er dan beducht voor zijn dat van iemand van u ooit blijkt dat hij is achtergebleven, terwijl de belofte om in Zijn rust binnen te gaan nog van kracht is. Want ook aan ons is het Evangelie verkondigd evenals aan hen. Maar het gepredikte woord deed hun geen nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen die het hoorden. - Hebreeën 4:1-2

Het beloofde land was voor het hele volk. Iedereen had de belofte van God gekregen dat land te krijgen, maar slechts twee mannen hadden het geloof in God dit land te kunnen krijgen. Dat lees je in Numeri 13, waar ik een tekst uit aan wil halen:
De HEER zei tegen Mozes: 'Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen. - Numeri 13:1-2 [NBV]

Heb je je wel eens afgevraagd waarom God verspieders liet sturen? Waarom kon Hij niet gewoon dit land geven, zonder de reuzen. Dat zou dit veel gemakkelijker zijn? Bij God moet je beseffen dat de makkelijkste weg niet altijd de beste weg is. Hij kijkt verder dat het volk Israel op dit moment, want Hij ziet Jezus al.

Het beloofde land is namelijk een beeld van het Koninkrijk van God, die wij hier op aarde in ontvangst kunnen nemen. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan, zegt Jezus (Mat 11:12). In dit Koninkrijk wordt de wil van God uitgevoerd zoals in de Hemel. Alles is perfect: de mensen zijn gezond, rijk, gelukkig, hebben vrede in hun hart en een lach op hun gezicht. Er ontbreekt niets - geestelijk niet, lichamelijk niet, en financieel niet. Dat Koninkrijk nemen wij op dezelfde manier in, zoals het volk Israel het land uiteindelijk heeft ingenomen.

God stuurde verspieders

God stuurde verspieders om het land te zien. Vervolgens brachten zij in woorden de beschrijving van dat land. Het volk had echter het land niet gezien; zij moesten de verspieders op hun woord geloven. Laten we lezen wat er gebeurde toen deze verspieders terugkwamen:

Nadat ze het land veertig dagen lang verkend hadden, keerden ze terug naar Kades in de woestijn van Paran, naar Mozes, Aäron en de andere Israëlieten. Ze brachten aan het hele volk verslag uit en lieten de vruchten uit het land zien. 'Wij zijn in het land geweest waar u ons naartoe hebt gestuurd,' vertelden ze aan Mozes. 'Werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en deze vruchten groeien er. Maar daar staat tegenover dat de bevolking van dat land sterk is. De steden zijn versterkt en heel groot, en ook hebben we er Enakieten gezien. In de Negev wonen Amalekieten, in het bergland Hethieten, Jebusieten en Amorieten, en aan de kust en langs de Jordaan wonen Kanaänieten.' - Numeri 13:25-29 [NBV]

De verspieders hadden voor een geruime tijd het land gezien, precies 40 dagen. De discipelen van Jezus zagen en spraken met Jezus nadat Hij was opgestaan uit de dood, ook precies 40 dagen (Hand 1:3). Beiden zagen zij het beloofde land: de verspieders zagen het beeld, dat God later zou gebruiken om het Koninkrijk van de Hemel mee duidelijk te maken. De verspieders zagen het natuurlijke beloofde land in Kanaän, de discipelen zagen dit land. Het Koninkrijk van God, in Jezus.

Jezus leefde in de volmaakte wil van God

Zowel voor als na Zijn opstanding, zagen de discipelen in het leven van Jezus hoe het is om in het Koninkrijk van de Hemel te leven. Jezus leefde in de volmaakte wil van God. Hij was nooit ziek, Hij was nooit arm, Hij had vrede, vreugde en een geweldige relatie met Zijn Vader. Hij leefde in het Koninkrijk van de Hemel, op aarde.

Na Zijn opstanding onderwees Jezus Zijn discipelen 40 dagen lang over dit Koninkrijk. Waarom? Zodat zij daar ook in zouden kunnen leven. Zijn zouden exact dezelfde beloften van God kunnen ontvangen en daarin in kunnen wandelen, zoals Jezus dat deed. Hij was niet alleen een voorbeeld wat 'goed werken doen' betreft, maar wat 'goed leven' in zijn geheel
betreft. Hij liet zien wat het is om van top tot teen en overal om je heen gezegend te zijn, als voorbeeld voor ons.

Vervolgens brachten deze discipelen Zijn Woord de wereld in. Zij brachten niet Jezus de wereld in, want Jezus was naar de Vader gegaan. In Handelingen kun je lezen dat zij het Woord tot de mensen spraken, dat de mensen het aannamen, en dat het Woord groeide. Welk Woord? Het Woord van het evangelie van Jezus Christus, wat gaat over Zijn werk en het Koninkrijk van God hier op aarde.

Verspieders brachten het woord over het beloofde land aan het volk

Laten we nu eens teruggaan naar die verspieders. Zij brachten het woord over het beloofde land aan het volk. Op gelijke wijze brengen mannen en vrouwen van God het Woord over het Koninkrijk van de Hemel aan ons. De discipelen van Jezus zijn hier mee begonnen, en dat is nooit opgehouden. Lees eens met mij mee over de verschillende reacties die volgden toen de verspieders het woord brachten:

Kaleb, die wilde voorkomen dat het volk zich tegen Mozes zou verzetten, zei: 'We kunnen zonder probleem optrekken en het land in bezit nemen. We kunnen dat volk makkelijk aan.' Maar de mannen die met hem mee waren geweest zeiden: 'We kunnen dat volk niet aanvallen, het is te sterk voor ons.' En ze vertelden de Israëlieten allerlei ongunstigs over het land dat ze verkend hadden. 'Het land dat wij op onze verkenningstocht doorkruist hebben,' zeiden ze, 'verslindt zijn inwoners, en alle mensen die we er gezien hebben waren uitzonderlijk lang. We hebben daar zelfs reuzen gezien, de Enakieten. Vergeleken bij dat volk van reuzen voelden wij ons maar nietige sprinkhanen, en veel meer zullen we in hun ogen ook niet geweest zijn.'
- Numeri 13:30-33 [NBV]

Het volk was verdeeld. Jozua en Kaleb zeiden dat ze het land zonder probleem in bezit konden de nemen. Zij zouden zo vertrekken en dat land in gaan nemen. De andere verspieders zeiden echter dat het moeilijk zou zijn, zelfs onmogelijk. Ze vertelde de mensen dat ze slechts nietige sprinkhanen waren, en dat ze nooit opkonden tegen die reuzen. Beide groepen spraken over de reuzen, maar het waren niet de reuzen die ze ervan weerhielden dit land binnen te gaan, het waren de sprinkhanen!

Hier zien we weer een vergelijking met hoe Israël het goede nieuws kreeg, en hoe wij het goede nieuws krijgen. Israël kreeg nieuws over het land, zonder dat ze het land gezien hadden. Ze moesten geloven dat het land er was en er op vertrouwen dat de verspieders een woord van God brachten. Zo krijgen wij, net als het volk Israël, het Woord van God (het evangelie) over het beloofde land (het koninkrijk van God) zonder dat we dat land gezien hebben. Wij moeten het woord éérst geloven, en dán kunnen we het land in bezit nemen. Pas wanneer we het goede nieuws geloven, kunnen we de beloften van dat goede nieuws ontvangen in ons leven.

Kijk nu eens terug naar de tekst die we eerder hebben gelezen: Laten wij er dan beducht voor zijn dat van iemand van u ooit blijkt dat hij is achtergebleven, terwijl de belofte om in Zijn rust binnen te gaan nog van kracht is. Want ook aan ons is het Evangelie verkondigd evenals aan hen. Maar het gepredikte woord deed hun geen nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen die het hoorden. - Hebreeën 4:1-2

Door geloof op weg

Jozua en Kaleb hadden geloof. De andere verspieders niet. Geloof maakte hier het verschil tussen wel of niet het beloofde land in gaan. Lees de volgende teksten eens: Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen. - Markus 11:24

Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere.
- Jakobus 1:6-7 -

Wanneer je deze teksten combineert lees je de bevestiging van de tekst uit Hebreeën 4: door geloof ontvang je van God, zonder geloof ontvang je niets van God. Wanneer je geloof hebt, zul je van God ontvangen.

In Jozua en Kaleb zie je wat geloof is. Zij waren vrijmoedig, en drufden tegen de stroom in te gaan. Zij gingen niet uit van omstandigheden of logica, maar van wat God had gezegd. Hun houding was: als God het heeft gezegd, dan is het zo. Die houden zul jij ook moeten hebben, wil je hetzelfde bereiken als Jozua en Kaleb.

We hebben al gezien dat hun beloofde land het Koninkrijk van de Hemel beschrijft. Alle zegingen van God - genezing, voorspoed, vrede, redding - zit in dit Koninkrijk. Wanneer je weet hoe Zijn Koninkrijk werkt, kun je alles ontvangen wat Hij voor je heeft. Daarom zei Jezus ook éérst Zijn Koninkrijk te zoeken (Mat 6:33). Hij zei niet naar de zegen te zoeken, maar
naar de plek waar de zegen is. Dat is land dat God beloofd heeft: Zijn koninkrijk.

Wil jij de zegen ontvangen? Dan heb je geloof nodig. Geloof in de plannen van God voor jouw leven, en geloof in de wil van God voor jou leven. Geloof begint waar de wil van God bekend is, en Zijn wil staat duidelijk beschreven in Zijn Woord. Daarom schrijft de Bijbel: Geloof komt door het horen, en horen door het Woord van God -Romeinen 10:17

Wanneer je deze tekst in de Nederlands Bijbel opzoekt, vind je waarschijnlijk niet wat de grondtekst zegt. De meeste Nederlandse vertalingen hebben dit verkeerd vertaald, en zeggen dat geloof komt door de verkondiging van Christus. Echter, de grondtekst zegt het Woord van God. Niet alles over Jezus, maar het hele Woord van God openbaart de wil van God, en brengt daardoor geloof.

Neem je beloofde land in
De vraag is nu: hoe ontvang ik nu praktisch deze zegen van God in mijn leven? Wij pakken niet meer ons zwaard, en gaan niet meer letterlijk een land binnen om de reuzen daar te verjagen. In het geestelijke voeren we echter exact dezelfde strijd. Ook met zwaarden, en ook met reuzen.

De Bijbel zegt dat wij een wapenuitrustig hebben, waarmee wij strijden (Efe 6:10-17). Geestelijke strijd vindt plaats in je gedachten, en daar komen wij onze reuzen tegen: De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken de valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot gehoorzaamheid
aan Christus. -2 Korinthe 10:4-5

Één van de wapens die wij gebruiken, is het zwaard van de Geest. In Efeze hoofdstuk 6 wordt uitgelegd dat dit het Woord van God is. Wij gebruiken het Woord van God als wapen om de strijd van geloof te voeren. Deze strijd is niet vleselijk, of natuurlijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Deze bolwerken zijn valse redeneringen in je gedachten, die tegen het Woord van God in gaan. Je leert deze herkennen, naarmate je het Woord van God meer kent. Dan zul je met ze kunnen afrekenen.

Lees het Woord van God en zoekt beloften

Je leest het Woord van God, en zoekt beloften over de zegen die Hij je wilt geven. Neem bijvoorbeeld lichamelijke genezing in je leven. De Bijbel zegt dat Hij al je ziekten geneest (Ps 103:3), en dat Hij de Heer is die jou geneest (Exo 15:26). Jouw gedachten zullen misschien zeggen: 'maar tante Jo geloofde ook echt, en zij is niet genezen'. Deze gedachte kan twijfel zaaien in je hart, en zo het geloof uit je hart stelen, jij kunt dat stoppen! Jozua en Kaleb hoorde ook de twijfel om hen heen. De andere verspieders en het hele volk zeiden dat ze het land niet in konden nemen. Misschien zegt je hele familie en je hele kerk dat God je niet wil genezen, maar God zegt dat Hij het wél wil! Je doet hetzelfde als Jozua en Kaleb: je blijft staan op het Woord, spreekt niets anders dan het Woord en handelt alleen naar het Woord.

Jozua en Kaleb gingen niet in discussie met het volk. Zij spraken slechts wat God had gezegd, en onderwierpen omstandigheden daar aan. Zij zagen de reuzen, gaven toe dat die reuzen daar waren, maar spraken vervolgens Gods Woord dat boven die reuzen uit ging. Zij achten Zijn Woord hoger dan dat van het volk. En dát is precies wat jij ook zult moeten doen, wil jij Zijn zegen ontvangen.

Mensen zullen met allerlei theorieën komen, en logisch proberen te verklaren waarom je niet zou genezen. De Bijbel is echter heel duidelijk over dit onderwerp. Wanneer je Zijn Woord bestudeert, zul je ontdekken dat het altijd Zijn wil is dat iemand geneest. Ik weet dat, omdat ik zelf de teksten heb opgezocht en tot mij heb genomen. Zij hebben geloof in mijn hart gebouwd, zo sterk dat geen mens mij dat zal ontnemen. Heb je dat geloof niet? Voel je niet veroordeeld. Jozua en Kaleb moesten ook groeien, en ook zij moesten leren. Ze begonnen echter wel op het punt waren ze waren, klaagden niet, maar bleven ijverig op zoek naar Hem plezieren.

Doorzoek elke dag de schrift

Doorzoek elke dag de schrift, om te kijken of het waar is wat mensen allemaal tegen je hebben gezegd over God, zoals de nieuwe discipelen in Thessalonica deden (Hand 17:11). Dan zul je bolwerken om ver kunnen hallen, en geloof in je hart kunnen bouwen. Je zult weten wanneer je geloof hebt, want dan zal er niets anders dan dat uit je mond komen, wat mensen ook zeggen. Wanneer mensen beginnen over tantje Jo, dan zul je zeggen 'ik weet niet hoe het zit met tantje Jo, maar ik weet wel wat God heeft gezegd!'.

Wanneer je dat doet, blijft staan op het Woord en het nooit meer loslaat, zul je nie beschaamd uitkomen. Je zult hebben waar je voor gelooft (Mark 11:24).