Hier 5 Op een keer had Jozef een droom.
Toen hij die
aan zijn broers vertelde, kregen ze een nog grotere hekel aan hem. 6
‘Moeten jullie nu eens horen wat ik heb gedroomd,’
zei hij.
7 ‘We waren op het land schoven aan het binden, en toen kwam
mijn
schoof overeind en bleef rechtop staan. En jullie schoven gingen om die
van mij heen staan en bogen daarvoor.’ 8 Zijn broers zeiden:
‘Dacht je soms koning over ons te worden? Wil je over ons
heersen?’ Vanwege dat gepraat over zijn dromen gingen ze hem
hoe
langer hoe meer haten. 9 Opnieuw kreeg hij een droom die hij aan zijn
broers vertelde. ‘Ik heb alweer een droom gehad,’
zei hij.
‘Nu bogen de zon, de maan en elf sterren zich voor mij
neer.’ 10 Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers
vertelde,
wees zijn vader hem terecht: ‘Zeg, wat is dat voor een droom!
Moeten ik, je moeder en je broers ons soms voor jou komen
neerbuigen?’ 11 De broers konden Jozef wel vermoorden, maar
zijn
vader bleef nadenken over wat er gebeurd was.
De situatie in
het kort
Jakob heeft 12 zonen. Eén van hen is zijn favoriet: Jozef.
De
broers van Jozef zijn jaloers op hem, omdat hij een felgekleurde jas
heeft gekregen van zijn vader, een teken van waardering. Jozef zelf
droomt telkens weer dat hij de leider zal worden van zijn broers. De
broers van Jozef proberen hem te vernederen door hem in elkaar te
schoppen en hem in een waterput te gooien. Plotseling komen er een paar
ruwe handelaars langs en verandert hun plan. De broers verkopen Jozef
als slaaf aan de handelaars, die hem meenemen naar Egypte. Thuis
vertellen de broers dat Jozef vermoord is. Ze laten zijn jas zien die
is besmeurd met bloed, maar dat is van een geit die ze onderweg
geslacht hebben. Jakob is ontroostbaar.
Het verhaal
van Jozef
Jozef werd door zijn broers gehaat, omdat hun vader, Jakob, meer van
hem hield dan van hen. Bovendien had Jozef bijzondere dromen die zijn
broers niet zinden. Op zekere dag wordt Jozef er door Jakob op uit
gestuurd om te kijken hoe het zijn broers vergaat, die op dat ogenblik
de kudde hoeden bij Sichem. Terwijl Jozef op weg gaat, blijken zijn
broers het plan te hebben opgevat hem te doden. Ruben, zijn oudste
broer, blijkt daar bezwaar tegen te hebben, want hij wil niet dat er
bloed zal vloeien. Als Jozef zijn broers bereikt, wordt hij daarom in
een droge put gegooid, en wat later aan Midjanitische kooplui verkocht,
die met een Ismaëlitische karavaan op weg zijn naar Egypte
Het verhaal
van Jozef - Genesis 37
Net als zijn vader woonde Jakob in het land Kanaan.
Dit is het verhaal van de kinderen van Jakob. Toen Jozef zeventien jaar
was zorgde hij voor de schapen. Dat deed hij samen met zijn broers.
Jozef vertelde zijn vader lelijke dingen over hen. Jozef was geboren
toen Jakob al oud was. Daarom hield Jakob van hem het meest. Hij liet
voor Jozef een prachtig versierde mantel maken. Zijn broers merkten wel
dat hun vader meer van Jozef hield dan van hen. Ze kregen toen zo'n
hekel aan Jozef dat ze niet meer aardig tegen hem konden zijn.
Op een keer had Jozef een droom en hij vertelde die aan zijn broers.
Daardoor kregen ze een nog grotere hekel aan hem.
- 'Moet je horen wat ik gedroomd heb!' zei hij. 'We waren korenschoven
aan het binden op het land. Opeens ging mijn schoof rechtop staan.
jullie schoven kwamen om mijn schoof heen staan en bogen ervoor.'
'je denkt toch zeker niet datje koning wordt en over ons kunt regeren?'
riepen zijn broers. Door de dromen die Jozef vertelde kregen ze een
steeds grotere hekel aan hem.
Later had Jozef weer eens een droom. en hij vertelde die aan zijn
broers. 'Ik droomde, dat de zon en de maan en elf sterren voor mij
bogen.'
Hij vertelde deze droom ook aan zijn vader, maar die werd boos. 'Wat is
dat voor een droom?' zei hij. 'Je denkt toch zeker niet datje moeder en
je broers en ik voor jou zullen buigen?'
Zijn broers vonden Jozef erg eigenwijs, maar zijn vader bleef nadenken
over de dromen.
Op een keer waren de broers van Jozef naar Sichem gegaan om daar de
schapen van hun vader te laten grazen. Na een paar dagen zei Jakob
tegen Jozef: 'Je weet dat je broers met de schapen bij Sichem zijn. Ik
wil graag dat je naar hen toegaat. 'Dat is goed', antwoordde Jozef.
'Ga kijken of je broers en de dieren het goed maken en kom mij dan
vertellen hoe het met ze is,' zei Jakob.
Zo vertrok Jozef uit het Hebrondal naar Sichem. Toen hij ronddwaalde in
de buurt van Sichem, kwam er een man naar hem toe.
'Wat zoek je?' vroeg hij.
Jozef antwoordde: 'Ik ben op zoek naar mijn broers. Kunt u mij
vertellen waar ze zijn?'
'Ze zijn niet meer hier,' zei de man. 'Ik hoorde hen zeggen, dat ze
naar Dotan wilden.'
Jozef ging zijn broers achterna en vond hen in Dotan.
De broers zagen Jozef al uit de verte aankomen. Voordat hij bij hen
was, maakten ze het plan om hem te doden. Ze zeiden tegen elkaar: 'Daar
heb je onze dromer. Vooruit, laten we hem doden en in een put gooien.
En dan zeggen we, dat. een wild dier hem heeft opgegeten. We zullen
eens zien wat er terecht komt van die dromen van hem!'
Maar toen zijn oudste broer Ruben dit hoorde, wilde hij Jozef redden.
Daarom zei hij: 'We moeten hem niet doden.. Gooi hem in een put hier in
de woestijn, maar dood hem niet.' Ruben wilde Jozef redden en naar zijn
vader terugbrengen.
Toen Jozef bij zijn broers kwam, rukten ze de prachtige versierde
mantel van hem af, grepen hem beet en gooiden hem in de put. Er stond
geen water in de put. Daarna gingen de broers eten.
Opeens zagen ze een karavaan aankomen. Het waren Ismaëlieten
die
op weg waren naar Egypte. Hun kamelen droegen gom, balsem en hars. Juda
zei tegen zijn broers: 'Wat hebben we eraan, als we Jozef doden? We
kunnen hem beter verkopen aan die Ismaëlieten daar. We
móeten hem niet doden, want hij is onze eigen broer.'
De anderen waren het met Juda eens.
De kooplieden kwamen voorbij. De broers trokken Jozef uit de put omhoog
en verkochten hem voor twintig zilverstukken aan de
Ismaëlieten.
Die namen Jozef mee naar Egypte.
Toen Ruben weer bij de put kwam, zag hij dat Jozef weg was. Van
verdriet scheurde hij zijn kleren stuk. Hij ging naar zijn broers toe
en riep: 'De jongen is er niet! Wat moet ik nu toch beginnen?'
De broers slachtten een bokje en hielden de mantel van Jozef in het
bloed. Ze brachten de mantel naar hun vader en zeiden: 'Kijk eens, dit
hebben we gevonden. Is dit soms de mantel van Jozef?'
Jakob herkende de mantel. 'Ja, die is van Jozef' riep hij uit. 'Dan
heeft een wild dier hem opgegeten. Jozef is vast en zeker verscheurd.'
Hij scheurde zijn kleren stuk en deed een rouwkleed om. Hij had heel
lang verdriet om Jozef.
Dromen
in de bijbel - Oude Testament
Ook in Israël zag men de droom als het woord van God.
Profeten worden in het OT dromers genoemd. Ze stonden in directe
verbinding met de geestelijke wereld.
In Nummeri 12:8 zegt God:
Aan uw profeten maak ik mijn visioenen bekend en ik spreek tot hen in
dromen. Met mijn dienaar Mozes doe ik dat niet…. Met hem
spreek
ik van mond tot mond, duidelijk en niet in raadsels. Hij aanschouwt de
gestalte van de heer.
Voor Israël zijn dromen heilig, daarin wordt de sluier
weggenomen,
ontvangen wij inzicht en krijgen wij zicht op het geheim van ons leven.
De bijbel is bijna een dromenboek. We moeten leren weer onbevangen met
onze dromen om te gaan.
De droom van Jacob
Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder opgericht, waarvan
de top tot aan de hemel reikte, en zie, engelen Gods klommen daarlangs
op en daalden daarlangs neer. Ineens stond de heer bij hem en zei: ik
ben de Heer, de God van uw vader Abraham en de God van Izaäk.
Het
land, waar u op ligt, zal ik aan u en uw nakomelingen geven.
Dit is een mooie droom als je op de vlucht bent, zoals Jacob was. Deze
droom laat de verbinding zien tussen hemel en aarde.
De droom van Jozef
Jozef droomt dat de korenschoven voor hem buigen en dat de zon, de maan
en de sterren een buiging voor hem maken.
De korenschoven zijn zijn broers en zusters, de zon, maan en sterren,
zijn ouders, broers en zusters
Voor Jozef zijn dit roepingdromen. Eerst wordt hij verkocht als slaaf,
wordt later in de gevangenis geworpen, dan pas, na de juiste
droomuitleg over een droom van de Farao, wordt hij onderkoning. In die
rol buigen zijn vader, moeder, broers en zusters voor hem.
De droom van de schenker
Zie, er stond een wijnstok voor me. Aan de wijnstok waren drie ranken,
en nauwelijks begon hij te botten, of zijn bloesem was er, en zijn
trossen droegen rijpe druiven. En Farao’s beker was in mijn
hand.
Ik nam de druiven, perste ze uit in Farao’s beker en gaf de
beker
in Farao’s hand.
De opperschenker was degene die wijn voor de Farao inschonk. Jozef zegt
dat de 3 ranken voor 3 dagen staan, dan wordt hij weer in zijn oude
functie aangenomen en mag weer wijn schenken.
De droom van de bakker
Zie er waren op mijn hoofd drie korven met gebak. In de bovenste korf
was allerlei spijs voor Farao, wat een bakker bereidt. Het gevogelte at
dit uit de korf, boven mijn hoofd.
De 3 korven staan ook voor 3 dagen. De vogels zijn een negatief symbool
en betekent dat de bakker verraad had gepleegd jegens de Farao. Over 3
dagen zou hij sterven.
De droom van koning Saul
Van hem staat geschreven: Ik verkeer in grote nood: de Filistijnen
strijden tegen mij, en God is van mij geweken. Hij antwoordt niet meer,
noch door de dienst van profeten noch door dromen.
De koningen stonden via dromen in verbinding met God. Saul deed niets
met zijn dromen, zijn droomkanaal was dichtgeslibd.
Dromen
in de bijbel - Nieuwe Testament
De wijzen uit het Oosten
Van hen wordt verteld: En van Godswege in de droom gewaarschuwd om niet
tot Herodes terug te keren, trokken zij langs een andere weg naar hun
land terug.
De wijzen krijgen in hun droom te horen niet terug te gaan naar
Bethlehem, want dan zou Herodes hen doden.
De droom van Petrus
Hem wordt een schaal vol dieren getoond, die voor de Joden onrein zijn.
Dan zegt de stem van God; “Sta op , Petrus, slacht en
eet!”
Op Petrus verzet antwoordt de stem uit de droom: “ Wat God
gezuiverd heeft, moet jij niet onrein maken!”
Dromen kunnen onze verstarring doorbreken. Petrus wilde voor de
Christenen dezelfde dogma’s aanhouden die in de Joodse
traditie
werden gehanteerd.
De droom van Paulus
In een droom verschijnt een Macedoniër die hem vraagt:
“Steek over naar Macedonië en help ons”
Paulus stond bij de Bosparus. Op grond van deze droom is Paulus Europa
binnen getrokken om daar het Christendom te brengen.
Conclusies:
v God geeft in dromen
concrete leiding
v God onthult mij de
eigenlijke werkelijkheid over mijzelf
v God neemt de sluier
weg die over deze werkelijkheid ligt
v God doorbreekt in
de droom ons beperkte denken.
Lees ook eens het boeiend
document Dromen
en de Bijbel