EVANGELISCHE LIEDBUNDEL 1. O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam 1. O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam op de ganse aarde. Gij, die uw majesteit toont aan de hemel. Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uit tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen. Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers de maan en de sterren die Gij bereidt hebt, de maan en de sterren die Gij bereidt hebt, 2. wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: 3. schapen en rund’ren altegader en ook de dieren des velds, de voog’len des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeën doorkruist. O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam op de ganse aarde, op de ganse aarde. 2. HEER, onze Heer, hoe heerlijk is op aarde 1. HEER, onze Heer, hoe heerlijk is op aarde uw grote Naam, uw kracht, uw majesteit. Schepper en Heerser, creatieve maker, die aan de hemel heel uw luister spreidt. 2. Met kinderstem, met klanken van de kleinen bouwt U een bolwerk, dat de vijand stuit; uw wapen, waardoor vijanden gaan zwijgen wraakzucht en woede doven daarop uit. 3. Als ik omhoog kijk naar wat eens uw handen schiepen, het werk door vingers Gods gemaakt, zie ik de maan en fonkelende sterren, die op hun plaats door U zijn vastgemaakt. 4. Heer onze God, dan moet ik telkens denken: wat is de mens, dat U zo om hem geeft dat U voor hem wilt zorgen, hem wilt dragen, U die voor eeuwig en voor altijd leeft. 5. U hebt hem bijna goddelijk geschapen hem glorieus met heerlijkheid gekroond. U laat hem heersen over heel de schepping ja, over alles wat op aarde woont. 6. U hebt gelegd de schepping aan zijn voeten runderen, schapen, wildvee op het land, vogels omhoog en vissen in de zeeën, zoekend hun weg, geschapen door uw hand. 7. HEER, onze Heer, hoe heerlijk is op aarde uw grote Naam, uw kracht, uw majesteit. Schepper en Heerser, creatieve maker, die aan de hemel heel uw luister spreidt. 3. U zal ik loven, HEER U zal ik loven, HEER, met mijn ganse hart. O God, ik wil uw wonderen verhalen, in U wil ik mij verheugen. U zal ik loven, HEER, met mijn ganse hart. Ik zal U maken tot het voorwerp van mijn vreugde, halleluja. 4. Bewaar mij, o God Refrein: Bewaar mij, o God, mijn Beschermer, mijn Heer, bij U wil ik schuilen. 1. Mijn enige goed is de HEER! En vrienden vind ik in zijn huis: zijn heil’gen met wie ik verkeer - daar ben ik gezegend en thuis. Refrein 2. Verwacht het van afgoden niet - hun eredienst vier ik niet mee. Het brengt je slechts eenzaam verdriet: Je naam telt in Israël niet mee. Refrein 3. U bent, HEER, al wat ik bezit: mijn voorland, mijn beker vol wijn. Wat is zo bekoorlijk als dit: U zult er altijd voor mij zijn! Refrein 4. Ik prijs als mijn Raadsman de HEER. Mijn binnenste leert mij bij nacht. Mijn oog blijft gericht op de HEER; ik blijf overeind door zijn kracht. Refrein 5. Van blijdschap juich ik het nu uit: U zorgt nog voor mij als ik sterf! Uw vriend komt de groeve weer uit - zijn lichaam ontrijst het verderf! Refrein 6. De weg die ten leven mij leidt wijst U; van uw stralend gelaat stroomt eeuwig uw liefelijkheid… ww vreugde, die gaat waar U gaat! Refrein 2x 4. For You are my God Refrein: For You are my God, You alone are my joy; defend me, oh Lord. 1. You give marvellous comrades to me: the faithful who dwell in your land. Those who choose alien gods, have choosen an alien band. Refrein 2. You are my portion and cup. It is You that I claim for my prize. Your heritage is my delight: the lot You have given to me. Refrein 3. Glad are my heart and my soul; securely my body shall rest. For You will not leave me for dead; nor lead your beloved astray. Refrein 4. You show me the path for my life; in your presence the fullness of joy. To be at your right hand forever for me would be happiness always. Refrein 2x 5. Wie is God behalve onze HEER? Wie is God behalve onze HEER? En wie is een rots behalve onze God? Een schuilplaats en een schild, een burcht en een bevrijder is Hij voor wie vertrouwen op Hem. Wie is God behalve onze HEER? En wie is een rots behalve onze God? Hij sterkt mij in de strijd en doet mij overwinnen keer op keer, ik geef voor eeuwig Hem de eer. 6. De HERE is mijn herder 1. De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets; Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige waat’ren; Hij verkwikt mijn ziel. Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns Naam wil. 2. Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij. Gij richt voor mij een dis aan voor d’ogen van wie mij benauwen; 3. Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; ik zal in het huis des HEREN verblijven tot in lengte van dagen. De HERE is mijn herder. 7a. De HEER is mijn herder 1. De HEER is mijn herder en geen ding ontbreekt mij naar zijn wil. Hij schenkt mij rust in grazig land, aan waat’ren klaar en stil. 2. Hij is het die mijn ziel verkwikt en die mijn schreden leidt in rechte sporen, om de eer zijns Naams in eeuwigheid. 3. Al ga ik door een duister dal. ik vrees geen kwaad, want Gij zijt altijd met mij en uw stok en staf vertroosten mij. 4. Gij zijt het die mijn dis bereidt, voor ’t oog van wie mij krenkt, die zalft mijn hoofd en mij een kelk des overvloeiens schenkt. 5. Zo zullen heil en goedheid groot mij volgen dag aan dag en ik verkeer in ’s HEREN Huis, waar ’k eeuwig wonen mag. 7b. Mijn herder is de HERE God 1. Mijn herder is de HERE God, In Hem is al mijn lust; In groene weiden voert Hij mij Aan wateren der rust. 2. De Heer verkwikt mijn matte ziel, Hij doet mijn voeten gaan in ’t spoor van zijn gerechtigheid terwille van zijn Naam. 3. En ga ’k door ’t diepe doodsravijn, geen vrees verbijstert mij: Uw stok en staf zijn mij tot troost, Gijzelf zijt mij nabij. 4. Voor ’oog van wie mijn hater is, hebt Gij mijn dis gespreid, met olie wordt mijn hoofd gezalfd, mijn beker is bereid. 5. Genade en goedheid volgen mij mijn ganse levensdag, totdat ik eens in ’s HEREN huis voor eeuwig wonen mag. 7c. De HEER is mijn herder 1. De HEER is mijn herder en geen ding ontbreekt mij, naar zijn wil. Hij schenkt mij rust in grazig land, aan waat’ren klaar en stil. 2. Hij is het die mijn ziel verkwikt en die mijn schreden leidt in rechte sporen, om de eer zijns Naams in eeuwigheid. 3. Al ga ik door een duister dal. ik vrees geen kwaad, want Gij zijt altijd met mij en uw stok en staf vertroosten mij. 4. Gij zijt het die mijn dis bereidt, voor ’t oog van wie mij krenkt, die zalft mijn hoofd en mij een kelk des overvloeiens schenkt. 5. Zo zullen heil en goedheid groot mij volgen dag aan dag en ik verkeer in ’s HEREN Huis, waar ’k eeuwig wonen mag. 6. Halleluja, halleluja! Halleluja, halleluja! Halleluja, halleluja! Halleluja, Amen. 8. Als een hert dat verlangt naar water Als een hert dat verlangt naar water zo verlangt mijn ziel naar U. U alleen kunt mijn hart vervullen, mijn aanbidding is voor U. U alleen bent mijn kracht, mijn schild. Aan U alleen geef ik mij geheel. U alleen kunt mijn hart vervullen, mijn aanbidding is voor U. 10. Create in me a clean heart Create in me a clean heart, o God and renew a right spirit within me. Create in me a clean heart, o God and renew a right spirit within me. Cast me not away from thy presence, o Lord and take not thy Holy Spirit from me. Restore unto me the joy of thy salvation and renew a right spirit within me. 14. Thy loving kindness Thy loving kindness is better than life. Thy loving kindness is better than life. My lips shall praise Thee, thus will I bless Thee; I will lift my hands in thy Name. My lips shall praise Thee, thus will I bless Thee; I will lift my hands in thy Name. Lai, lai, lai, lai, lai, lai, lai ….. My lips shall praise Thee, thus will I bless Thee; I will lift my hands in thy Name. 25. Loof de HERE, mijn ziel Loof de HERE, mijn ziel. Loof de HERE, mijn ziel, en alles wat in mij is zijn heilige Naam. 30. Looft de HERE, alle gij volken Looft de HERE, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natiën, want zijn goedertierenheid is machtig over ons en des HEREN trouw is tot in eeuwigheid. Halleluja, halleluja, Halleluja, halleluja, Halleluja, halleluja, Halleluja, halleluja. 31. Laudate omnes gentes Laudate omnes gentes, laudate Dominum. Laudate omnes gentes, laudate Dominum. 32. Ik hef mijn ogen op naar de bergen Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal komen mijn hulp? Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal komen mijn hulp? Mijn hulp is van de HERE, Die heeft gemaaktde hemel en de aarde. 33. HERE, mijn hart is niet hovaardig HERE, mijn hart is niet hovaardig mijn ogen zijn niet trots; ik wandel niet in grootse dingen, noch in dingen die te wonderbaar voor mij zijn immers heb ik mijn ziel tot rust en stilte gebracht als een gespeend kind bij zijn moeder; als een gespeend kind is mijn ziel in mij. Israël hope op de HERE van nu aan en voor immer. 35. Komt prijst de HEER Komt prijst de HEER, al gij knechten van de HEER, die staan des nachts in het huis van de HEER. Komt prijst de HEER, al gij knechten van de HEER, en prijst zijn heil’ge Naam. Zing voor de Koning, want Hij is waardig. Kom, zing je vreugdelied tot eer van Hem. Kom voor zijn aangezicht, dien Hem met vreugde; breek uit in luid gejuich. Komt prijst de HEER, al gij knechten van de HEER, die staan des nachts in het huis van de HEER. Komt, prijst de HEER, al gij knechten van de HEER, en prijst zijn heil’ge Naam. 37. Prijs de HEER met blijde galmen 1. Prijs de HEER met blijde galmen, Gij, mijn ziel, hebt rijke stof; ’k Zal zo lang ik leef, mijn psalmen vrolijk wijden aan zijn lof. ’k Zal zo lang ik ’t licht geniet, Hem verhogen in mijn lied! Hem verhogen in mijn lied! 2. Vest op prinsen geen betrouwen, waar men nimmer heil bij vindt; zoudt g’ uw hoop op mensen bouwen? Als Gods hand hun geest ontbindt, keren zij tot d’ aarde weer, storten met hun aanslag neer, storten met hun aanslag neer. 3. Zalig hij, die in dit leven Jakobs God ter hulpe heeft; hij, die door de nood gedreven, zich tot Hem om troost begeeft; die zijn hoop in ’t hach’lijkst lot vestigt op de HEER, zijn God, vestigt op de HEER, zijn God. 4. ’t Is de HEER, wiens alvermogen ’t groot heelal heeft voortgebracht; die, genadig uit de hogen ziet, wie op zijn bijstand wacht, en aan elk, die Hem verbeidt, trouwe houdt in eeuwigheid, trouwe houdt in eeuwigheid. 5. ’t Is de HEER, die ’t recht der armen, der verdrukten gelden doet; die uit liefderijk erbarmen, hongerigen mild’lijk voedt; die gevang’nen vrijheid schenkt, en aan hun ellende denkt, en aan hun ellende denkt. 6. ’t Is de HEER, wiens mededogen, blinden schenkt het lief’lijk licht. Wie in ’t stof lag neergebogen, wordt door Hem weer opgericht. God, die lust in waarheid heeft, mint hem, die rechtvaardig leeft, mint hem, die rechtvaardig leeft. 7. ’t Is de HEER, die vreemdelingen met een wakend oog beschouwt, weeuw en wees in twistgedingen en in kommer staande houdt; maar zijn arm, der vromen hoop, stuit de bozen in hun loop, stuit de bozen in hun loop, 8. ’t Is de HEER van alle Heren, Sions God, geducht in macht, die voor eeuwig zal regeren van geslachte tot geslacht. Sion, zing uw God ter eer; prijs zijn grootheid, loof de HEER, prijs zijn grootheid, loof de HEER. 38. Israël, verheug u in uw Maker 1. Israël, verheug u in uw Maker, kinderen van Sion, juicht nu met uw Koning. Israël, de HEER is uw bewaker, Hij is als de muren van een sterke woning. Halleluja! 2. Israël, verheug u in de HERE, Hij heeft uw land met liefde overgoten. Israël, u zult met Hem regeren, dat is de luister van zijn gunstgenoten. Halleluja! 3. Israël, verheug u in uw Maker, kinderen van Sion, juicht nu met uw Koning. Hij is als de muren van een sterke woning. Halleluja! 39. Halleluja, looft God in Zijn heiligdom 1. Halleluja, looft God in zijn heiligdom. Looft Hem in zijn machtig uitspansel. Looft Hem om zijn machtige daden. Looft Hem naar zijn geweldige grootheid. Refrein: Alles wat adem heeft, love de Here, halleluja. Alles wat adem heeft love de Here, halleluja. 2. Looft Hem met bazuingeschal, looft Hem, looft Hem met de harp en de citer. looft Hem met de tamboerijn en reidans. looft Hem met het snarenspel en fluit. Refrein 3. Looft Hem met de klinkende cimbalen, looft Hem met de schallende cimbalen. Refrein 43a. De scepter zal van Juda niet wijken De scepter zal van Juda niet wijken noch de heersers staf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen. 43b. Heer, wij komen allen samen Heer, wij komen allen samen rondom U, Heer, wij komen allen samen rondom U. Alle volk’ren zullen U gehoorzaam zijn. Heer, wij komen allen samen rondom U. 45. Sj’ma Jisraeel Sj’ma Jisraeel, Adonaj Eloheenoe, Adonaj Echad. 47. De dorre vlakte der woestijnen 1. De dorre vlakte der woestijnen zal zich verblijden eindeloos; de zandzee zal herschapen schijnen, want bloeien zal zij als een roos. Van heil’ge vreugde zal zij beven, doortinteld van een heerlijk leven, dat nimmermeer verwelken zal. Zij zal de wonderen des HEREN aanschouwen en zijn grootheid eren met jubelend triomfgeschal. 2. Versterkt dan nu de slappe handen, en zet hem vast, de wank’le voet! Zegt tot wie zucht in pijn en banden: ’Wees sterk, vrees niet, heb goede moed!’ De Redder nadert ten gerichte; van zijn aanbidd’lijk aangezichte straalt waarheid en barmhartigheid. Hij zal uw lijden u vergelden, de boeien breken, die u knelden, Hij, die u uit het diensthuis leidt. 3. Dan ziet het oog des blindgeboren’ uw schepping in haar zomergloor; dan dringen tot des doven oren uw goddelijke woorden door. De kreup’le zal van vreugde springen, de sprakeloze tong zal zingen hosanna’s meng’lend tot uw lof; en stromen levend water spreiden hun zilv’ren beekjes door de heiden, zo fris als eens in Edens hof! 4. Waar eens vergeefs verdwaalden zochten is nu een welbereide baan, waarop des HEREN vrijgekochten bij duizenden naar Sion gaan. Zij voelen zich van Gods geslachte, verstomd is nu de laatste klachte, en alle kommer weggevloôn! Zij jubelen in blijde reien, zij kronen ’t hoofd met groene meien, een eeuw’ge blijdschap is hun kroon. 49. Ik zal mijn water gieten Ik zal mijn water gietenop dorstig land. Ik breng een vloed over droge grond. Ik giet mijn Geest over al uw kinderen stromen van zegen in overvloed. Stroom van levend water, kom en maak ons rein. Stroom van levend water, dat reinigt het hart en de ziel. Stroom van levend water, dat verzadigt de ziel. 2. Israël mijn dienstknecht. Ik ben uw Formeerder. Ik delg uw overtredingen uit. Nee, Ik vergeet u niet, keer weer terug naar Mij. Mijn helend water doorstroomt u opnieuw. Stroom van levend water, kom en maak ons rein. Stroom van levend water, dat reinigt het hart en de ziel. Stroom van levend water, dat verzadigt de ziel. 3. Ik ben de HEER, ja de Alpha en Omega. Rots en Verlosser, wie is als Ik. Hemel en aarde verheug u en zing uw lied. Neem levend water in stromen om niet. Stroom van levend water, kom en maak ons rein. Stroom van levend water, dat reinigt het hart en de ziel. Stroom van levend water, dat verzadigt de ziel. 57. Roeach Roeach, Roeach, Roeach. Roeach, Roeach, Roeach. Niet door kracht of geweld, maar door Mijn Geest, zegt de Heer. 60. Komt tot Mij Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt. Komt tot Mij en ik geef u rust. Neemt mij juk op u en leert van Mij. Want ik ben zachtmoedig en need’rig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht. 74. Een nieuw gebod Een nieuw gebod geef Ik aan u: dat gij houdt van elkander, zoals Ik van u; dat gij houdt van elkander, zoals Ik van u. En zo zal iedereen zien dat gij van Mij zijt: als gij elkander van harte liefhebt. En zo zal iedereen zien dat gij van Mij zijt: als gij elkander van harte liefhebt. 74. A new commandment A new commandment I give unto you, that you love another as I have loved you, that you love another as I have loved you. By this shall all men know that you are my disciples if you have love one to another By this shall all men know that you are my disciples if you have love one to another 76. Mijn vrede laat Ik u Mijn vrede laat Ik u. Mijn vrede geef Ik u. Weest dan niet bezorgd. Mijn vrede laat Ik u. Mijn vrede geef Ik u. Weest niet bevreesd! Couplet 2x 76. My peace I leave you My peace I leave you. My peace I give you. Trouble not your hearts. My peace I leave you. My peace I give you. Be not afraid. Couplet 2x 79. Vrede zij U 1. Vrede zij U, vrede zij u. Gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook U. Vrede zij U, vrede zij u, Gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook U. 2. Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn Woord moet in U zijn, dat maakt u vrij. Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn Woord moet in U zijn, dat maakt u vrij. 3. Ontvangt mijn Geest, heilige Geest Hij zal u leiden, weest niet bevreesd. Ontvangt Mijn Geest, heilige Geest Hij zal u leiden, weest niet bevreesd. 4. Vrede zij U, vrede zij u. Gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook U. Vrede zij U, vrede zij u, Gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook U. 84. Met Christus ben ik gekruisigd 1. Met Christus ben ik gekruisigd en toch leef ik, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. Met Christus ben ik gekruisigd en toch leef ik, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. 2. Leven door het geloof in de Zoon van God die mij heeft liefgehad, leven door het geloof in de Zoon van God die mij heeft liefgehad. 85. Zegen zij de God en Vader Zegen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Zegen, zegen, gezegend zij onze God, die met elke geest’lijke zegen in de heem’len ons heeft gezegend in Christus. Die met elke geest’lijke zegen in de heem’len ons heeft gezegend in Christus. 85. Blessed be the God and Father Blessed be the God and Father of our Lord Jesus Christ. Blessed, blessed, blessed be our God! Who hath blessen us with all spiritual blessings in heavenly places in Christ! 93. De zaligheid is van God 1. De zaligheid is van God die samen met het Lam regeert op zijn troon. Eer en rijkdom, wijsheid en macht, heerlijkheid, sterkte en kracht… Refrein: Zij onze God voor eeuwig en eeuwig, zij onze God voor eeuwig en eeuwig, zij onze God voor eeuwig en eeuwig. Amen! 2. En wij, de verlosten zijn sterk door ’t woord van ons getuigenis. En wij roepen uit: Eer en rijkdom, wijheid en macht, heerlijkheid, sterkte en kracht… Refrein 96. En de Geest en de bruid 1. En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegt: Kom! En wie dorst heeft, kome. En wie wil, neemt het water des levens om niet; neemt het water des levens om niet. 2. Hij die van deze dingen getuigt, Hij zegt: ’Ja, ik kom!’ Ik zal spoedig komen, ja, Ik kom. Amen, ja Here Jezus, kom. Amen, ja Here Jezus, kom. 101. Ere zij God Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde bij de mensen van zijn welbehagen. Ere zij God in de hoge, ere zij God in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, bij de mensen, bij de mensen van zijn behagen, bij de mensen, van zijn behagen, zijn welbehagen. Ere zij God, ere zij God, in de hoge, in de hoge, in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde bij de mensen van zijn welbehagen. Amen. Amen. 103. In Bethlehems stal 1. In Bethlehems stal lag christus de Heer, in doeken gehuld, als kindje terneer. Voor Hem was geen plaats meer in herberg of huis. Zijn wieg was een kribbe, zijn troon was een kruis. 2. Zó arm werd de Heer, der engelen Heer, die zondaren mint zo nameloos teer, die hun wil vregeven, hoeveel het ook zij; zó arm werd de Heiland voor u en voor mij. 3. Lam Gods, voor de schuld der wereld geslacht, dat eens aan het kruis voor mij hebt volbracht; ik kniel voor uw kribbe met dankend gemoed, en breng U eerbiedig mijn zeeg’nende groet. 4. U wijd ik mijn vreugd, mijn leven, mijn hart, bij U wil ik zijn in blijdschap en smart. Geef Gij mij een harte dat steeds U bemint, dan ben ik van nu aan voor eeuwig Gods kind. 104. Jezus, Koning, Redder, Heer Jezus, Koning, Redder, Heer, bij uw kribbe kniel ik neer. Kind, aanvaard wat ik u bied: heel mijn hart, mijn hoogste lied. 104. Jesus, Saviour, Lord and King Jesus, Saviour, Lord and King, to your craddle I will bring gifts you wanted from the start this, my song, and this, my heart. 116. Glorie zij aan Jezus 1. Glorie zij aan Jezus, die in lijden groot voor verloren zondaars hartebloed vergoot. 2. Aller eeuwen eeuwen zij ’t gehein beschouwd van dat heilig lijden, dat de mens behoudt. 3. Want het eeuwig leven vind ik in zijn dood. Lof zij zijn erbarmen, dat ook mij omsloot. 4. Abel’s bloed riep wrake van de Rechter af. Christus bloed: verzoening! Zelf droeg Hij de straf. 5. Glorie zij aan Jezus, die in bittere pijn onze Plaatsbekleder, Redder wilde zijn. 6. Glorie zij aan Jezus, die in heerlijkheid ons verloste zondaars, teder binnenleidt. Amen. 118. Hij kwam bij ons 1. Hij kwam bij ons, heel gewoon, de Zoon van God als mensenzoon. Hij diende ons als een knecht, en heeft zijn leven afgelegd. Refrein: Zie onze God, de Koning-Knecht. Hij heeft zijn leven afgelegd. Zijn voorbeeld roept om te dienen iedere dag, gedragen door zijn liefd' en kracht. 2. En in de tuin van de pijn verkoos Hij als een lam te zijn, verscheurd door angst en verdriet maar toch zei Hij: ’Uw wil geschied’. Refrein 3. Zie je de wonden zo diep? De hand die aard en hemel schiep vergaf de hand die Hem sloeg, de man, die onze zonden droeg. Refrein 4. Wij willen worden zoals Hij. Elkanders lasten dragen wij. Wie is er need’rig en klein? Die zal bij ons de grootste zijn. Refrein 119. Liefde was het, onuitputt'lijk 1. Liefde was het, onuitputt’lijk, liefd’ en goedheid, eind’loos groot, toen de Levensvorst op aarde tot ons heil zijn bloed vergoot. Komt, laat ons zijn liefde prijzen! God geeft vreugd’ en dankensstof. Eenmaal zingen wij voor eeuwig in de hemel Zijnen lof. 2. Rijd als Heerser door de velden, Jezus in uw grote kracht. Niets, niets kan U tegenhouden, zelfs de hel niet met haar macht Voor Uw Naam, zo groot en heerlijk, zinkt de vijand weg in ’t niet. Heel de schepping, Heer, zal beven, als zij U, haar Koning ziet. 120. Wij roemen in ’t Kruis Wij roemen in ’Kruis van de Heer Jezus Christus. In Hem is ons heil, ons leven en verrijzenis, door wie wij verlost en bevrijd zijn. God zij genadig en zegene ons, en dat zijn aanschijn over ons moge lichen. 122. Daar juicht een toon 1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans’ Jeruzalem; een heerlijk morgen licht breekt aan: de Zoon van God is opgestaan! 2. Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held, Hij steeg uit ’t graf door ’s Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht! 3. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan; Wie in ’t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en duivel niet. 4. Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan, een leven, door zijn dood bereid, een leven in zijn heerlijkheid. 123. De hemel juicht De hemel juicht tot eer van de verrezen Heer. En alles buigt voor de schoonheid van de Heer. In eeuwigheid zal Hij het Lam zijn op de troon. En daarom knielen wij uit eerbied voor Gods Zoon. Kom zing met mij tot eer van de verrezen Heer. Hij kocht ons vrij met zijn leven en zijn eer. In eeuwigheid zult Gij het Lam zijn op de troon. En daarom knielen wij uit eerbied voor Gods Zoon. 130. Juicht, want Jezus is Heer Refrein: Juicht, want Jezus is Heer. Kinderen Sions, verblijdt u ter ere van Hem, die ons liefheeft. Hij is verrezen en leeft. Jezus de Koning, die mensen het leven weer geeft. Tegenstem refrein: Wij juichen tot eer van onze God, die ons liefheeft. Wij juichen tot eer van onze God. 1. Liefde bedekt zijn schepping, de bloemen, de vogels, het gras; zou Hij dan jou vergeten? Jezus, die blinden genas, verrees. Tegenstem: Liefde is zijn schepping. Zal Hij jou vergeten? Refrein 2. Wees als een boom, die vruchtdraagt, ieder seizoen op zijn tijd. Drink van het levend water. Jezus, de bron voor altijd, verrees. Tegenstem: Wees een boom die vrucht draagt. Drink het levend water. Refrein 3. Wees dan het licht der wereld, Stralend herkenbaar van ver, Zodat men God zal eren. De blinkende Morgenster, verrees. Tegenstem: Wees het licht der wereld, dat men God zal eren. Refrein 137. Omdat Hij leeft Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen. Omdat Hij leeft, mijn angst is weg, omdat ik weet: Hij heeft de toekomst en het leven is het leven waard, omdat Hij leeft. Because He lives, I can face tomorrow. Because He lives, my fear is gone. Because I know: He holds the future And life is worth the living, just because He lives. 138. Heer, U draagt de hoogste kroon Heer, U draagt de hoogste kroon, De scepter van rechtmatigheid. Heer, U draagt de hoogste kroon, en draagt de schepping door uw woord. U heerst met luister, regeert met sterkte. U bent de Heer van hemel en aard’! Allerhoogste Heer! Allerhoogste Heer! Allerhoogste Heer! Allerhoogste Heer! 139. Jezus, wij verhogen U Jezus, wij verhogen U. Wij erkennen U als Heer. U bent hier in ons midden, Heer, en onze lofprijs geeft U eer. Als wij aanbidden, bouw uw troon. Als wij aanbidden, bouw uw troon. Als wij aanbidden, bouw uw troon, Kom, Heer Jezus, en neem uw plaats. 140. Kroon Hem met gouden Kroon 1. Kroon Hem met gouden Kroon, het Lam op zijne troon Hoor, hoe het hemels loflied al verwint in heerlijk schoon. Ontwaak, mijn ziel en zing van Hem, die voor u stierf. En prijs Hem in all’ eeuwigheên, die ’t heil voor u verwierf. 2. Kroon Hem, der liefde Heer! Aanschouw Hem, hoe Hij leed; Zij wonden tonen ’t gans heelal wat Hij voor ’t mensdom deed. De eng’len om Gods troon, all’ overheid en macht, zij buigen dienend zich ter neer voor zulke wond’re pracht. 3. Kroon Hem, de Vredevorst! wiens macht eens heersen zal van pool tot pool, van zee tot zee; ’t klinke over berg en dal. Als alles voor Hem buigt en vrede heerst alom, wordt d’ aarde weer een paradijs. Kom, Here Jezus, kom! 141. U hebt de overwinning behaald U hebt de overwinning behaald, triomfeerde over zond’ en dood. En wij, uw kerk, verkondigen uw Naam op aard’. Elke macht die troont in de hel beeft bij ’t horen van us heil’ge Naam. O, de glorie van uw Naam, de grootheid van uw Naam, niets is gelijk aan de almacht van uw Naam. U bent Jezus! U bent Heer! U bent God! 142. Majesteit, groot is zijn majesteit Majesteit, groot is zijn majesteit. Lof zij Jezus, en glorie, hulde en eer. Majesteit, God, die de zijnen leidt. Vanaf zijn troon vestigt de Zoon zijn heerschappij. Dus verhoog, maak eeuwig groot de Naam van Jezus. Volk van God, kom en breng lof aan Jezus, de Koning. Majesteit, groot is zijn majesteit. Dwars door de dood werd Hij verhoogd, Jezus regeert! 146. Kom, o heil’ge Geest van God Kom, o heil’ge Geest van God, wij verwachten U. Kom, o heil’ge Geest van God, bedauw ons hart opnieuw. Openbaar de Vader. Heilig Jezus’ naam. Leid ons in de waarheid. Bind ons saam. 147. Heer, Ik hoor van rijke zegen 1. Heer, ik hoor van rijke zegen, die Gij uitstort keer op keer; laat ook van die milde regen dropp’len vallen op mij neer. Ook op mij, ook op mij, dropp’len vallen ook op mij. 2. Ga mij niet voorbij, o Vader, zie hoe mij mijn zonde smart. Trek mij met uw koorden nader, stort uw liefd’ ook in mijn hart. Ook in mij, ook in mij, stort w liefde ook in mij. 3. Heil’ge Geest, wil niet voorbij gaan: Gij geeft blinden d’ ogen weer! Wil, o wil nu bij mij stilstaan. Werk in mij met kracht, o Heer! Ook in mij, ook in mij, werk ook door uw kracht in mij! 4. Wil m’ o Heiland, niet voorbij gaan. Doe mij leven U nabij; zie mij zuchtend aan uw zij staan; roept Gij and’ren, roep ook mij. Ja, ook mij, ja ook mij; roept Gij and’ren, roep ook mij. 5. Liefde Gods, zo rein, zo krachtig, bloed van Jezus, rijk en vrij, Gods genade, sterk en machtig, o, verheerlijk U in mij. Ook in mij, ook in mij, o, verheerlijk U in mij. 6. Ga mij niet voorbij, o Herder! Maak mij gans van zonden vrij. Vloeit de stroom van zegen verder, zegen and’ren, maar ook mij. Ja, ook mij, ja ook mij, zegen and’ren, maar ook mij. 148. Heilige Geest van God Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart. Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart. Vul mij opnieuw, vul mij opnieuw. Heilige Geest, vul opnieuw mijn hart. 151. Veni Creator Spiritus Veni Creator Spiritus Veni Creator Spiritus. Veni Creator, veni Creator, Veni Creator Spiritus Tegenstem: Veni, veni, veni, veni, veni, veni, veni, veni, veni, veni, veni, veni, Spiritus. 152. Veni sancte Spritus Veni sancte Spritus, tu-i amoris ignem accende, Veni sancte Spritus, Veni sancte Spritus. Kom tot ons, o heil’ge Geest, in ons ontsteekt Gij ’t vuur van uw liefde. Kom tot ons, o heil’ge Geest, kom tot ons, o heil’ge Geest, 163. Zie ik sterren aan de hemel staan Zie ik sterren aan de hemel staan, aan de donkerblauwe lucht de maan, is het of de nacht mij noemt de naam van een machtig God. Zie ik ’s morgens weer de zon opgaan, in het veld de bloemen opengaan, is het of de dag mij noemt de naam van een machtig God. Deze God die aard’ en hemel schiep, is dezelfde God die mij eens riep uit het duister tot zijn heerlijk licht, zodat ik elke dag Hem Vader noemen mag en die zijn liefde voor mij openbaart, mij rechtvaardig in zijn Zoon verklaart, elke dag mij in zijn hand bewaart: Hoe groot is God voor mij. 168. Dank U voor deze nieuwe morgen 1. Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag. 2. Dank U voor alle goede vrienden, dank U, o God voor al wat leeft, dank U voor wat ik niet verdiende: dat U mij vergeeft. 3. Dank U voor alle bloemengeuren, dank U voor ieder klein geluk, dank U voor alle held’re kleuren, dank U voor muziek. 4. Dank U dat U in moeilijkheden, dank U dat U in pijn en strijd, dank U dat U in alle tijden toch steeds bij ons zijt. 5. Dank U dat U hebt willen spreken, dat U, U hoort een ieders taal. Dank U dat U het brood wilt breken met ons allemaal. 6. Dank U dat ons uw woord bewaarde, dank U dat U uw Geest ons geeft. Dank U dat ieder mens op aarde van uw liefde leeft. 7. Dank U, uw liefde kent geen grenzen, dank U dat ik nu weet daarvan. Dank U, o God, ik wil U danken dat ik danken kan. 169. Er is geen grens Er is geen grens aan de liefde van Jezus. Zijn gunstbewijzen houden nooit op. Zij zijn nieuw elke morgen, nieuw elke morgen. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God. Er is geen grens aan de liefde van Jezus. Zijn gunstbewijzen houden nooit op. Zij zijn nieuw elke morgen, nieuw elke morgen. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God. Groot is uw trouw, o Heer. 170. Groot is uw trouw, o Heer 1. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu. Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. 2. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Refrein 171. Dans nos obscurités Dans nos obscurités, allume le feu qui ne s’éteint jamais, ne s’éteint jamais. Dans nos obscurités, allume le feu qui ne s’éteint jamais, ne s’éteint jamais. 171.Als alles duister is Als alles duister is, ontsteek dan het lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat noooit meer dooft. Als alles duister is, ontsteek dan het lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat noooit meer dooft. 175. Stilte over alle landen Refrein: Stilte over alle landen in deze nacht. Vouwen wij tezamen de handen voor deze nacht. 1. Welke zonden wij bedreven, wil ze Here, ons vergeven. God, wil goede rust ons geven in deze nacht. Refrein 2. God zal voor ons allen zorgen tot het dagen van de morgen. Veilig en bij Hem geborgen zijn wij vannacht. Refrein 178. Als ik maar weet, dat hier mijn weg 1. Als ik maar weet, dat hier mijn weg door U, Heer, wordt bereid, en dat die weg, hoe moeilijk ook, mij nader tot U leidt. Refrein: Nader tot U, nader tot U, nader, mijn Heiland tot U. Als ik maar weet, dat alles hier mij nader brengt tot U. 2. Als ik maar weet, dat ook voor mij de Heer aan ’t kruishout stierf; en dat de Heiland ook voor mij een levenskroon verwierf. Refrein 3. Als ik maar weet, Uw liefd’o Heer vertroost mij dag aan dag; dan juich ik voort, wat ook mijn lot op aarde wezen mag. Refrein 4. Als ik maar weet, ook als op aard’ mij droefheid wacht of kruis, dat ieder kruis mij nader brengt bij ’t eeuwig Vaderhuis. Refrein 184. Ik wandel in het licht met Jezus 1. Ik wandel in het licht met Jezus. Het donk’re dal ligt achter mij en ’k weet mij in zijn trouw geborgen; welk een liefdevolle vriend is Hij. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en ’k luister naar ijn dierb’re stem en niets kan m’ ooit van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem. 2. Ik wandel in het licht met Jezus, geen duist’re wolk bedekt de zon. en ’k kan niet anders, ’k moet Hem prijzen, die de zonde in mij overwon. Refrein 3. Ik wandel in het licht met Jezus, mijn ziel is Hem gans toegewijd, Met Hem verrezen tot nieuw leven, volg ’k mijn Heiland tot in eeuwigheid. Refrein 4. Ik wandel in het licht met Jezus, o mocht ik zelf een lichtje zijn, dat straalt temidden van de wereld, die gebukt gaat onder zorg en pijn. Refrein 186a. Leid mij, Heer 1. Leid mij Heer, o machtig Heiland, door dit leven aan uw hand. Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig, wees mijn Gids in ’t barre land. Gij, mijn sterkte, Gij mijn leider. vul mij met uw Geest steeds meer. Vul mij met uw Geest steeds meer. 2. Laat mij zijn een Godsgetuige, sprekend van U meer en meer. Leid mij steeds door uwe liefde, groeiend naar uw beeld, o Heer. Brood des Levens, brood des hemels, voed mij dat ik groei naar U. Voed mij dat ik groei naar U. 3. Laat door mij uw levend water vloeien als een klare stroom. O, Heer Jezus, ’t wordt steeds later dat uw Geest over allen koom’. Machtig Heiland, mijn Verlosser, kom, Heer Jezus, in Uw kracht. Kom, Heer Jezus, in Uw kracht. 186b. Wees mijn leidsman 1. Wees mijn leidsman, trouwe Here, voer mij, pelgrim, door de nacht. Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig, van wie ’k al mijn steun verwacht. Brood des hemels, brood des hemels, voed mij door uw heil’ge kracht, voed mij door uw heil’ge kracht. 2. Open uw kristalfonteinen, waar de heilstroom uit ontspringt. Laat uw wolkkolom verschijnen als mij moed en kracht ontzinkt. Doe mij reizen, doe mij reizen door uw trouwe zorg omringt, door uw trouwe zorg omringt. 3. Komt het uur, dat ik moet sterven, red mij dan uit angst en nood. Doe mij Kanaän beërven; vrij van satan, hel en dood. Eeuwig durend, eeuwig durend maak ik dan uw liefde groot, maak ik dan uw liefde groot. 187. ’t Scheepke onder Jezus’ hoede 1. ’t Scheepke onder Jezus’ hoede, met zijn kruisvlag hoog in top, neemt als arke der verlossing allen, die in nood zijn, op. Al staat de zee ook hol en hoog en zweept de storm ons voort, wij hebben ’s Vaders Zoon aan boord, en veilig strand voor ’t oog. 2. Zon, bestraal het kleine scheepke; Winden, stuwt het zacht vooruit; golven, draagt het naar de verten, waar Gods einder zich ontsluit. Dat nooit ’t geloof bezwijken moog’; God houdt zich aan zijn woord; wij hebben ’s Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor oog. 3. Zie, o zondaar hoe de kruisvlag wappert boven d’ oceaan! Kom tot Jezus; wie Hem volgen, kan geen storm ooit doen vergaan. Wij wenden ons tot God omhoog: ’O Heer, geleidt ons voort!’ Wij hebben ’s Vaders zoon aan boord. en veilig strand voor ’t oog. 188. ’k Stel mijn vertrouwen canon ’k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God. Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, zijn vrede woont om mij. ’k Zie naar Hem op en weet: Hij is mij steeds nabij. 189a. Vaste Rots van mijn behoud 1. Vaste Rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op uw trouw, laat mij rusten in uw schauw, waar het bloed, door U gestort, mij de bron des levens wordt. 2. Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, niet het offer dat ik breng, niet de tranen die ik pleng, schoon ik om mijn zonden ween, kunnen redden, Gij alleen. 3. Zie, ik breng voor mijn behoud U geen wierook, mirr’ of goud; moede kom ik, arm en naakt, tot de God, die zalig maakt, die de arme kleedt en voedt, die de zondaar leven doet! 4. Eenmaal als de stonde slaat dat dit lichaam sterven gaat, als mijn ziel uit d’aardse woon’ opklimt tot des Rechters troon, Rots der eeuwen, in uw schoot berg mijn ziele voor de dood. 189b. Rots, waaruit het leven welt 1. Rots, waaruit het leven welt, berg mj voor het wreed geweld; laat het water met het bloed, dat Gij stort in overvloed, als een bron van Sion zijn, die ontspringt in de woestijn. 2. Niet de arbeid, die ik lijd, niet mijn ijver en mjn strijd, niet mijn have en mijn goed komt uw wensen tegemoet; ook mijn tranen en verdriet zijn voor niets, redt Gij mij niet. 3. Ja, Gij zijt het die mij redt, van uw eigen strenge wet, van mijn eigen dwaze schuld die Gij delgt in uw geduld; God, die al mijn kwaad verdroeg, Uw genade is genoeg. 4. Wat ik in mijn handen houd is uw kruis tot mijn behoud. Gij die naakten overkleedt, die tot redding zijt gereed, die melaatsen rein doet zijn, kleed mij, redt mij, maak mij rein. 5. Als ik eens het leven laat en de adem mij ontgaat, als mijn oog gebroken is, als mijn ziel gedoken is in de dorre doodsvallei, o Gij Rots, wees daar nabij. 191. Veilig in Jezus’ armen 1. Veilig in Jezus’ armen veilig aan Jezus’ hart; dáár in zijn teer erbarmen, dáár rust mijn ziel van smart. Hoor, ’t is het lied der eng’len, zingend van liefd’ en vreê, ruisend uit ’s hemels zalen, over de glazen zee. Veilig in Jezus’ armen, veilig aan Jezus’ hart; dáár in zijn teer erbarmen, dáár rust mijn ziel van smart. 2. Veilig in Jezus’ armen, vrij bij mijn Heer en Borg, vrij van ’t gewoel der wereld, vrij van verdriet en zorg; vrij van de vrees en twijfel, vrij van der zonden macht; nog slechts een weinig lijden, nog slechts een korte nacht. Veilig in Jezus’ armen, vrij bij mijn Heer en Borg, vrij van ’t gewoel der wereld, vrij van verdriet en zorg. 3. Jezus, mijn dierb’re toevlucht, Jezus, Gij stierf voor mij! Dat op die rots der eeuwen, eeuwig mijn hope zij. Heer, laat mij lijdzaam wachten, totdat het duister vliedt, en ’t oog aan gindse kusten uw heillicht gloren ziet. Jezus, mijn dierb’re toevlucht, Jezus, Gij stierf voor mij! Dat op die rots der eeuwen, eeuwig mijn hope zij! 192. Als God zijn stem doet horen 1. Als God zijn stem doet horen in Israël dan zien wij al zijn luister en macht. Kom naar de heilige berg van God. Zing dit feestlied in de nacht. Refrein: Hij’s de Machtige van Israël, de Machtige van Israël. Zijn stem wordt gehoord in de sterkte van zijn woord, de Machtige van Israël. 2. Dan toont Hij Zijn kracht en de blinden zullen zien. De doven verstaan zijn stem. De tong van de stomme zal zingen in de nacht. De lamme zal dansen voor Hem. Refrein 3. De dorre woestijn zal gaan bloeien als een roos. De wildernis jubelt en lacht. Spreek tot het hart van wie moe is en bang: Wees sterk! De Heer vernieuwt uw kracht. Refrein 194. Er is een stad voor vriend en vreemde 1. Er is een stad voor vriend en vreemde diep in het bloemendal, er is een mens die roept om vrede, die mens roept overal. Refrein: Jeroesjalajiem, stad van God, wees voor de mensen een veilig huis. Jeroesjalajiem, stad van vrede, breng ons weer thuis. 2. Er is een huis om in te wonen voorbij het dodendal, er is een vader met zijn zonen, zij roepen overal. Refrein 3. Er is een tafel om te eten voorbij het niemandsland. Er is een volk dat wordt vergeten, dat volk roept overal. Refrein 4. Er is een wereld zonder grenzen, zo groot als het heelal. Er is een hemel voor de mensen, dat hoor je overal. Refrein 195. Gods volk wordt uitgeleid Gods volk wordt uitgeleid, zij gaan met vreugde voort en de bergen en de heuv’len juichen rondom hen, Alles zingt erbij, zelfs de bomen zijn blij en zij klappen voor hun God. En de bomen in het veld zullen klappen voor Hem, en de bomen in het veld zullen klappen voor Hem. En de bomen in het veld zullen klappen voor Hem en de bomen in het veld zullen klappen voor Hem, en zij gaan vrolijk voort. 196. He that keepeth Israel He that keepeth Israel neither slumbers nor sleeps, slumbers nor sleeps. He that keepeth Israel neither slumbers nor sleeps, slumbers nor sleeps. 196. Israëls Bewaarder, Hij sluimert noch slaapt Israëls Bewaarder, Hij sluimert noch slaapt sluimert noch slaapt, Hij sluimert noch slaapt. Israëls Bewaarder, Hij sluimert noch slaapt sluimert noch slaapt. 196. Hinnee lo-janoem Hinnee lo-janoem welo jisjan, lo janoem, welo jisnan Hinnee lo-janoem welo jisjan, Sjomeer Jisraeel. 197. Jubel, jubel dochter Sions Refrein: Jubel, jubel dochter Sions, juich van harte, Israël. Kom, verheug u en weest vrolijk, dochter van Jeruzalem. 1. Uw gerichten heeft Hij weggenomen. De vijand weggevaagd. Ja, de HERE, Koning Israëls, Is in uw midden, dus vrees niet. Refrein 2. Op die dag zal worden gezegd tot Jeruzalem: Vrees niet Sion, Sion, laten uw handen niet verslappen. Refrein 3. De HEER, uw God, is in uw midden, een Held die verlost. Hij zich over u met vreugde verblijden, met gejubel over u juichen! Refrein 199. Pray for the peace of Jerusalem Pray for the peace of Jerusalem, pray for the peace of Jerusalem. Pray for the peace of Jerusalem, Jerusalem peace be to you! Pray for the peace of Jerusalem, pray for the peace of Jerusalem. Pray for the peace of Jerusalem, Jerusalem peace be to you! 199. Bid voor de vrede Bid voor de vrede van Jeruzalem, bid voor de vrede van Jeruzalem. Bid voor de vrede van Jeruzalem, Jeruzalem, vrede zij u! Bid voor de vrede van Jeruzalem, bid voor de vrede van Jeruzalem. Bid voor de vrede van Jeruzalem, Jeruzalem, vrede zij u! 203. Genade, zo oneindig groot 1. Genade, zo oneindig groot, dat ik, die’t niet verdien, het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan ’k zien. 2. Genade, die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad. Maar ook, als ik mij tot Hem keer, dat God mij nooit verlaat. 3. Want Jezus droeg mijn zondelast en tranen aan het kruis. Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis. 4. Als ik daar in zijn heerlijkheid mag stralen als de zon, dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond. 206. Hoe kom ik van zonde vrij? 1. Hoe kom ik van zonde vrij? Leid mijnaar het kruis van Jezus. Vrij van schuld, van slavernij? Leid mij naar het kruis van Jezus. Niet door eigen kracht, door werk dat ik volbracht, maar het kruis dat is genoeg. Daar heeft Hij gebloed, in mijn plaats geboet, toen Hij al mijn zonden droeg. 2. Hoe weet ik wie vrede geeft? Leid mij naar het kruis van Jezus. Wie een lied van vreugde geeft? Leid mij naar het kruis van Jezus. Als een nieuw gebod uit het hart van God komt zijn liefde die vergeeft. Zijn gerechtigheid, genade die bevrijdt; en die mij in reinheid kleedt. 3. Hoe kan ik het leven aan? Leid mij naar het kruis van Jezus. En zijn weg gewillig gaan? Leid mij naar het kruis van Jezus, leid mij naar het kruis van Jezus. 207. I have decided 1. I have decided to follow Jesus, I have decided to follow Jesus. I have decided to follow Jesus, No turning back, no turning back. 2. Ik heb besloten de Heer te volgen. Ik heb besloten de Heer te volgen. Ik heb besloten de Heer te volgen, en keer niet terug, en keer niet terug. 3. Zou niemand meegaan, toch blijf ik volgen. Zou niemand meegaan, toch blijf ik volgen. Zou niemand meegaan, toch blijf ik volgen, ik zie niet om, ik zie niet om. 209. Kom in mijn hart 1. Kom in mijn hart, kom in mijn hart kom iedere macht onttronen. Aan U de kroon! Kom, Vader, Zoon, mijn hart door uw Geest bewonen. 2. Reinig mijn hart, reinig mijn hart in bronnen van uw genade; Uw Woord geneest; uw bloed, uw Geest - zij stuiten de stroom van ’t kwade. 3. Heer van mijn hart, Heer van mijn hart, blijf eeuwig daar resideren. Houd Gij er hof. Laat liefde’ en lof en vrede vandaar regeren. 212. Heer, wat een voorrecht 1. Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan, schouder aan schouder in uw wijngaard te staan; samen te dienen, te zien wie U bent, want uw woord maakt uw wegen bekend. Refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde, genade en kracht, als een lamp die nog schijnt in de nacht. 2. Samen te strijden in woord en in werk. Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk, delen in vreugde, in zorgen, in pijn, als uw kerk, die waarachtig wil zijn. Refrein 214. Jezus geeft een loflied in ons hart 1. Jezus geeft een loflied in ons hart. Jezus geeft een loflied in ons hart. ’t Is een lied van vreugde, niemand neemt het weg, Jezus geeft een loflied in ons hart. 2. Jezus leert ons samen zijn in harmonie. Jezus leert ons samen zijn in harmonie. Zoveel mensen, zoveel harten, Hij maakt ons één. Jezus leert ons samen zijn in harmonie. 3. Jezus leert ons samenleven als gezin. Jezus leert ons samenleven als gezin. Door zijn liefde groeit de liefde voor iedereen. Jezus bindt ons samen als gezin. 4. Jezus keert de rouwklacht om tot vreugdedans. Jezus keert de rouwklacht om tot vreugdedans. Wie gebukt gaan onder zorgen die richt Hij op, Jezus keert de rouwklacht om - tot vreugdedans! 217. U maakt ons één U maakt ons één, U bracht ons tezamen, Wij eren en aanbidden U. U maakt ons één, U bracht ons tezamen, Wij eren en aanbidden U. Wordt Uw wil gedaan, dan bindt het ons saam, iedereen zal deel zijn van uw gezin. Wordt Uw wil gedaan, dan bindt het ons saam, iedereen zal deel zijn van uw gezin. 218. Samen in de naam van Jezus 1. Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer. 2. Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is. en zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis. ’t Werk van God is niet te keren omdat Hij erover waakt en de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt. 3. Prijs de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. ’t Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer! 219. Ubi caritas Ubi caritas et amor, Ubi caritas, Deus ibi est. Vertaling: Waar barmhartigheid en liefde is, daar is God, daar is God. 220. ’k Ben een schip in de storm 1. ’k Ben een schip in de storm, dat de haven niet vindt. Refrein: Houd mij vast, houd mij vast, spreek mij aan als uw kind. 2. ’k Ben een vogel die vlucht Voortgejaagd door de wind Refrein 3. Als uw woord mij bereikt in uw richting vind. Refrein 4. Dan zijn stormen gestild, voorbij is vlucht en wind. Refrein 221. Geprezen zij de Here Refrein: Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. 1. Want het geknakte riet verbreekt Hij niet. Al wat beschadigd is, herstelt Hij op den duur. Wat walmt dat dooft Hij niet, want Hij kent ons verdriet. Barmhartig schenkt Hij ons zijn warmte en zijn vuur. Refrein 2. Want een verbroken hart veracht Hij niet Al wat vernederd is, verhoogt Hij op zijn tijd. Hij troost de treurenden, de zwakke beurt Hij op. Barmhartig schenkt Hij ons zijn goedertierenheid. Refrein 223. Ga niet alleen door ’t leven 1. Ga niet alleen door ’t leven, die last is u te zwaar. Laat Eén u sterkte geven, ga tot uw Middelaar! Daar is zoveel te klagen, daar is zoveel geween. en zoveel leed te dragen, Ga niet alleen. En zoveel leed te dragen. Ga niet alleen. 2. Ga niet alleen; uw Koning wil komen in uw hart. Ach, geef het Hem ter woning, hoe stilt Hij dan uw smart! Wie kan er tranen drogen, als Jezus? Immers geen! Richt dan de treurende ogen, naar Jezus heen! Richt dan de treurende ogen, naar Jezus heen! 3. O armen, droeven, blinden, de hoofden opgericht! Laat u door Jezus vinden, zijn last is zacht en licht. Daar is zoveel te dragen, daar is zoveel geween. Ach, wil dan niet vertragen! Naar Jezus heen! Ach, wil dan niet vertragen! Naar Jezus heen! 4. Welzalig, die ’t ervaren, dat Hij hun alles is; dan kennen z’ in gevaren, bezorgdheid noch gemis. Hij draagt dan in zijn armen, door alle nood hen heen. Wie steunt op zijn ontfermen is nooit alleen! Wie steunt op zijn ontfermen is nooit alleen! 5. En dan, als ’t leed der aarde voor immer is gedaan; als in des hemels gaarde uw blijde voeten staan, dan ziet g’in ’t zalig Eden slechts zaal’gen om u heen; dan prijst g’in eeuwigheden uw Heer alleen! Dan prijst g’in eeuwigheden uw Heer alleen! 225. Heer, raak mij hart aan Heer, raak mijn hart aan, maak mij bereid uw pijn te voelen om wie er lijdt, uw tranen te huilen, bewogen te zijn; o kom, raak mijn hart aan Heer, maak mij bereid. 227. Heer, U leidde mij in de wildernis Heer, U leidde mij in de wildernis, in het dal van Achor en opnieuw sprak U tot mijn hart. Heer, U leidde mij in de wildernis, in het dal van Achor en opnieuw sprak U tot mijn hart. Daar zal ik zingen, voor U zingen als in de dagen van mijn jeugd. In het dal van Achor klinkt mijn lied; want God maakte het dal tot een deur der hoop. Daarom zing ik vol vreugd dit lied. Zing halleluja, halleluja, zing halleluja, halleluja, halleluja, amen. Want God maakte het dal tot een deur der hoop. Daarom zing ik vol vreugd dit lied. 228. Heer, U staat in ons midden 1. Heer, U staat in ons midden, Uw nabijheid maakt ons stil; tot U richt zich ons bidden, ons zoeken naar uw wil. 2. Vol liefde zijn uw ogen, U noemt mijn echte naam; geduldig met mijn pogen leert U mij recht te staan; 3. en waar ik steeds bleef falen om uw liefde recht te doen, daar kom uw Geest neerdalen en bouwt ook daar uw troon. 4. Zo bent U steeds aanwezig als de Koning die regeert; zo blijft U met ons bezig, tot elke daad U eert. 230. U bent mijn schuilplaats, Heer U bent mijn schuilplaats, Heer. U vult mijn hart steeds weer met een verlossingslied. Telkens als ik angstig ben, steun ik op U. Ik vertrouw o U. Als ik zawak ben, ben ik sterk in de kracht van mijn Heer. U bent mijn schuilplaats, Heer. U vult mijn hart steeds weer met een verlossingslied. Telkens als ik angstig ben, steun ik op U. 232. Is hier een hart, door vrees benard 1. Is hier een hart, door vrees benard, vermoeid door ’s levens strijd? Twijfel druk u neer; gij struikelt telkens weer; o, vat weer moed, want God is goed en steeds tot hulp bereid! Zo gij slechts kunt geloven, ziet gij zijn heerlijkheid. Refrein: Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht voor elk die wond’ren van Hem verwacht. Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht. Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht. 2. Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt? Leg dan uw lasten neer! Tob niet langer voort, vertrouw op’s Heren woord! Hij hoort uw beê en schenkt u vreê in liefde eind’loos teer. Zo gij slechts kunt geloven, niets is onmooglijk meer! Refrein 235. Neem, Heer, mijn beide handen 1. Neem, Heer, mijn beide handen en leid uw kind, tot ik aan d’eeuw’ge stranden de ruste vind! Te zwaar valt m’elke schrede, als ’k U verlaat. O, neem mij met U mede, daar waar Gij gaat! 2. O, doe genaad’ ervaren ` aan ’t bevend hart, en breng het tot bedaren bij vreugd en smart! Laat m’ aan uw voeten rusten, mij, hulp’loos kind, vertrouwen en berusten, voor d’uitkomst blind! 3. En blijft m’ook soms verborgen uw grote macht, Gij voert mij tot de morgen ook door de nacht. Neem dan mijn beide handen en leid uw kind, tot ik aan d’eeuwige stranden de ruste vind! 237. Uw tederheid genas Uw tederheid genas, wat er bitter in mij was. Uw heil neem ik aan, o Heer. Uw liefde overwon, keerde al mijn boosheid om. Uw heil neem ik aan, o Heer. Uw heil neem ik aan, o Heer. Uw heil neem ik aan, o Heer. 238. Vader, daal nu met uw Geest neer Vader, daal nu met uw Geest neer op wie hopen op uw kracht. Vader, ga genezend rond, heel hen die verwond op uw liefde wachten. Vader, U kunt ons genezen, daarom bidden wij tot U: Kom en vul ons met uw vuur, heel ons in dit uur; Vader, wij verwachten U. 239. Wees stil en weet 1. Wees stil en weet, Ik ben uw God. Wees stil, weet, Ik ben uw God. Wees stil, weet, Ik ben uw God. 2. Ik ben de God die u geneest. Ik ben de God die u geneest. Ik ben de God die u geneest. 3. Ik ben de God die u doopt met zijn Geest. Ik ben de God die u doopt met zijn Geest. Ik ben de God die u doopt met zijn Geest. 4. Aan u, o God, geef ik al wat ik ben. Aan u, o God, geef ik al wat ik ben. Aan u, o God, geef ik al wat ik ben. 245. Glorie aan God Refrein: Glorie aan God, Glorie aan God. Glorie aan God, Glorie aan God. 1. Lof zij de Heer, Hem komt toe alle eer. Hij ’s het Lam dat regeert tot in de eeuwigheid. Zijn woord is macht, heeft ons vrijheid gebracht. Wij aanbidden, wij knielen voor Jezus. Groot is zijn troon, eeuwig zijn kroon. Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer! Refrein 2. Kondigt het aan door de kracht van zijn Naam: Heel de aard’ wordt vervuld van zijn glorie! Satan, hij beeft, want hij weet: Jezus leeft! Hij ’s verslagen, het Lam troont voor eeuwig. Jezus is Heer, Redder en Heer! Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer! Refrein 3. Heersen met Hem op de troon en zijn stem spreekt van liefde, vervult ons met glorie. Heilig en vrij, alle tranen voorbij, eeuwig vreugde van God, lof, aanbidding. Waardig het Lam, waardig het Lam! Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer! Refrein 246. Ik bouw op U 1. Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser. Niet eenzaam ga ik op de vijand aan. Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming. Ik bouw op U en ga in uwe naam. Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming. Ik bouw op U en ga in uwe naam. 2. Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend. En telkens meer moet ik uw kracht verstaan. Toch rijst in mij een lied van overwinning. Ik bouw op U en ga in uwe naam. Toch rijst in mij een lied van overwinning. Ik bouw op U en ga in uwe naam. 3. Ik bouw op U, mijn Sschild en mijn Verlosser. Gij voert de strijd, de huld’ is U gewijd. In ’t laatste uur zal ’k zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid. In ’t laatste uur zal ’k zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid. 249. Door uw genade, Vader Door uw genade, Vader, mogen wij hier binnengaan. Niet door rechtvaardige daden, maar door het bloed van het Lam. U roept ons in uw nabijheid en dankzij uw Zoon. Dankzij het bloed dat ons vrij pleit, komen wij voor uw troon, komen wij voor uw troon. Nooit konden wij zonder zonde voor U staan, maar in uw Zoon zijn wij schoon, door het bloed van het Lam. Nooit konden wij zonder zonde voor U staan, maar in uw Zoon zijn wij schoon, door het bloed van het Lam. Door uw genade, Vader, mogen wij hier binnengaan. Niet door rechtvaardige daden, maar door het bloed van het Lam. U roept ons in uw nabijheid en dankzij uw Zoon. Dankzij het bloed dat ons vrij pleit, komen wij voor uw troon, komen wij voor uw troon, komen wij voor uw troon. 250. Komt nu zijn poorten met dankzegging binnen Komt nu zijn poorten met dankzegging binnen Gaat tot zijn voorhof in met lof. Verheugt u, weest blij in onze Schepper. Verheugt u, weest blij in de Vader van ’t licht. Verheugt u, weest blij in de Redder. Verheugt u in Hem die was en die is. Komt nu zijn poorten met dankzegging binnen Gaat tot zijn voorhof in met lof. Verheugt u, weest blij in onze Schepper. Verheugt u, weest blij in de Vader van ’t licht. Verheugt u, weest blij in de Redder. Verheugt u in Hem die was en die is. 252. Wij zijn hier bijeen in Jezus’ Naam Wij zijn hier bijeen in Jezus’ Naam om U te loven, o Heer. Wij zijn hier bijeen in Jezus’ Naam om U te loven, o Heer. Eer aan de Vader, eer aan de Zoon, eer aan de heil’ge Geest, de Drie-In-Eén. Eer aan de Vader, eer aan de Zoon, eer aan de heil’ge Geest, de Drie-In-Eén. Halleluja, halleluja. Halleluja, halleluja. 254. Ere zij de Vader en de Zoon Ere zij de Vader en de Zoon en de heilge Geest, als in den beginne, nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen. 256. Kyrie eleison Kyrie eleison, Kyrie eleison, Kyrie eleison. 257. Vader, U zij glorie Vader, U zij glorie; Jezus Christus, U zij lof; Geest, U zij eer. 258. Eer zij de God van de hemel 1. Eer zij de God van de hemel de Heer van de geschiedenis. Eer zij de Koning der volken. Gloria in excelsis. Eer zij d eVader almachtig. De God die hoog verheven is wil onder mensen verkeren. Gloria in excelsis! 2. Vrede bij mensen op aarde, waar Hij al mee begonnen is. Vrede bij kleinen en groten. Gloria in excelsis. Licht van de zon in de opgang verdrijft de grote duisternis. Vrede bij mensen op aarde. Gloria in excelsis! 259. Gloria in excelsis Deo canon Gloria, gloria in excelsis Deo! Gloria, gloria, alleluja, alleluja! 261. Aan uw voeten, Heer Refrein: Aan uw voeten, Heer, is de hoogste plaats; daarom kniel ik neer bij U. Om bij U te zijn is de grootste eer; daarom buig ik mij voor U. Aan uw voeten, Heer, is de hoogste plaats; daarom kniel ik neer bij U. Om bij U te zijn is de grootste eer; daarom buig ik mij voor U. 1. Ja, ik verkies nu om bij U te zijn en om naar U te luist’ren. In plaats van altijd maar weer bezig te zijn, kom ik nu tot U, o Heer. Refrein 2. Mijn hart verlangt er naar om samen te zijn, hier in een plaats van aanbidding, in Geest en waarheid samen één te zijn, in aanbidding voor U. Refrein 3. Zoals een vader die zijn kind omarmt, ja, zo omarmt U ook mij. U bent een Vader die vertroost en beschermt en ik kom tot rust bij U. en ik kom tot rust bij U. en ik kom tot rust bij U. 262. Uw woord is een lamp voor mijn voet Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pas. Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pas. Uw Woord is een lamp, uw Woord is een licht. Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pas. 263. Door de wereld gaat een woord 1. Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’ Refrein: Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam’ met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. 2. Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein 3. Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan. Refrein 4. Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Refrein 5. Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein 6. Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’ 264. Licht en wijsheid canon Licht en wijsheid, vuur en sterkte, kom, o kom Gij Heilige Geest. Veni Creator, Veni Creator Veni Creator Spiritus. 265. Alleluia Alleluia, alleluia, alleluia. Alleluia! 266. Offer glorie en lofzang Offer glorie en lofzang aan Jezus. Glorie en lofzang aan Jezus. Glorie, lofzang, glorie en lofzang aan Hem. 267. U komt de lof toe U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie, oVader, o Zoon, o heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen. 268. Magnificat Magnificat, magnificat, Magnificat anima mea Dominum. Magnificat, magnificat, Magnificat anima mea! 269. Wij leggen onze gaven 1. Wij leggen onze gaven bij die van and’ren neer. Alleen wanneer wij delen kan ieder leven, Heer. 2. Alleen wanneer wij geven krijgt elk zijn part en deel, en heeft op aarde niemand te weinig of te veel. 3. Door ons bezit te delen geschiedt gerechtigheid. En wie niet wenst te delen is zijn bestaansrecht kwijt. 4. Wij leggen onze gaven bij alle and’re neer, opdat in deze wereld uw vrede wone, Heer. 270. Ga nu heen in vrede 1. Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar. Wat wij hier beleden samen met elkaar. Aan uw daag’lijks leven, uw gezin, uw werk. Wilt u daaraan geven, daar bent u Gods kerk. Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar. 2. Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar, wat wij hier beleden samen met elkaar. Neem van hieruit vrede, vrede mee naar huis, dan is vanaf heden Christus bij u thuis. Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar. 271. De HEER zegene u De HEER zegene u. De HEER zegene u en Hij behoede u. De HEER doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig. Amen. De HEER zegene u. De HEER zegene u. De HEER zegene u en Hij behoede u. De HEER verheffe Zijn aangezicht over uw leven en geven u vrede. Amen 272. De HEER zegene en behoede u De HEER zegene en behoede u, Hij doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de HEER verheffe zijn aanschijn over u en geven u vrede. Amen. 273. Amen Amen, amen, amen, amen, amen, amen, amen, amen, amen, amen, amen! 275. ’k Heb geloofd en daarom zing ik 1. ’k Heb geloofd en daarom zing ik, daarom zing ik van gena, van ontferming en verlossing door het bloed van Golgotha. Daarom zing ik U, die stervend alles, alles hebt volbracht; Lam Gods, dat de zonde wegneemt, Lam van God voor ons geslacht. 2. ’k Heb geloofd, en daarom hoger hoger dan Kalvarie’s top, zie ik boven lucht en wolken, Hogepriester, tot U op; die in ’s hemels tabernakel voor Gods aanschijn t’allen tijd als het Hoofd van zijn gemeente strijdend bidt en bidden strijdt. 3. ’k Heb geloofd in U, wien d’aarde met haar doornen heeft gekroond, maar die nu, gekroond met ere, aan Gods rechterzijde troont; U, aan wiens doorboorde voeten, eenmaal in het gans heelal, Heer, daarboven, hier beneden, alle knie zich buigen zal. 4. Ja ’k geloof en daarom zing ik, daarom zing ik, U ter eer, ’s werelds Heiland, Hogepriester, aller heren Opperheer. Zoon van God en Zoon des mensen, o, kom spoedig in uw kracht op des hemels wolken weder! Kom, Heer Jezus, kom, ik wacht. 276. Ik geloof in God de Vader 1. Ik geloof in God de Vader, Schepper, die de schepping draagt; in zijn zoon, in Christus Jezus, die, geboren uit een maagd, aan het kruis de wereld redde, onze zonden op zich nam; Opgestaan en opgevaren, troont Hij aan God’s rechterhand. Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer, Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer, Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer, Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer, Naam aller namen, Naam aller namen, Naam aller namen. 2. Ik geloof in God de Trooster, gaven van de heil’ge Geest, die Gods woord aan ons bevestigt: ’Gaat en predikt en geneest.’ Als Hij komt met macht en luister, zal de mensheid voor Hem staan. Dan zal elke knie zich buigen, elke tong belijdt zijn Naam: Jezus, U bent Heer, U bent Heer, Jezus, U bent Heer, U bent Heer, Jezus, U bent Heer, U bent Heer, Jezus, U bent Heer, U bent Heer, Naam aller namen, Naam aller namen, Naam aller namen. 277. Naam van Jezus, erewoord 1. Naam van Jezus, erewoord, hemelhoog aan ons gegeven. Ongedacht en ongehoord wekt de morgenster ten leven. Licht dat in het donker gloort, Naam van Jezus, erewoord. 2. Haasten zich de tijden voort, ons vertrouwen hier op aarde is op Jezus, op zijn woord. Het geringe is van waarde omdat alles Hem behoort, Naam van Jezus, erewoord. 3. Is de levensgang verstoord, één Naam blijft dan ongeschonden, heeft de dood het hart doorboord, gaan wij aan het leed ten onder, blijft zijn Naam het toevluchtsoord, Naam van Jezus, erewoord. 4. Die door mensen werd vermoord, die de mensheid kwam bevrijden, gaf zijn bloed, dat rode koord, als houvast en vrijgeleide, als een levend lichtend spoor, Naam van Jezus, erewoord. 5. Wie aan Jezus toebehoort leeft en zal opnieuw beginnen. Door zijn Naam, de erepoort, treden wij het Godsrijk binnen, zaligheid die ons bekoort. Naam van Jezus, erewoord. 278. Laat de kind’ren tot Mij komen 1. Laat de kind’ren tot Mij komen, alle alle kind’ren. Laat de kind’ren tot Mij komen, niemand mag ze hind’ren. Want de poorten van mijn rijk Staan voor kind’ren open, laat za allen groot en klein bij Mij binnenlopen. 2. Laat de mensen tot Mij komen over alle wegen. Laat de mensen tot Mij komen, houdt ze toch niet tegen! Want de poorten van mijn rijk gaan ook voor hen open, als ze aan een kind gelijk bij Mij binnenlopen. 281. Mijn lieve kleine kindje 1. Mijn lieve kleine kindje, vandaag zijn wij zo blij. Je kunt het niet begrijpen, maar tóch hoor jij erbij! 2. Je bent gedoopt met water en daarom is het feest! Wij hopen dat je later gedoopt wordt met Gods Geest; 3. dat je de weg zult wand’len die Jezus zelf ons wees: in liefde voor de ander en vrij van alle vrees. 288. Heilig, heilig, heilig, HEER Heilig, heilig, heilig, HEER, God van licht en kracht. Hemel en aarde zijn vol van glorie. Heilig, heilig, heilig, HEER, God van licht en kracht. Hemel en aarde zijn vol van glorie. Hosanna, hosanna in de hoge. Hosanna, hosanna in de hoge. Heilig, heilig, heilig, HEER, God van licht en kracht. Hemel en aarde zijn vol van glorie. Heilig, heilig, heilig, HEER, God van licht en kracht. Hemel en aarde zijn vol van glorie. Hosanna, hosanna in de hoge. 292. Ik zal er zijn voor jou 1. Ik zal er zijn voor jou zo heeft de Heer gezegd. Ik zal er zijn voor jou met vrede en met recht. 2. Ik zal er zijn voor jou met wijn, een stukje brood. Ik zal er zijn voor jou. mijn liefde is zo groot.. 3. Ik zal er zijn voor jou een schaduw aan je zij. Ik zal er zijn voor jou. Ik ben er altijd bij. 4. Ik zal er zijn voor jou. Ik laat je niet alleen. Ik zal er zijn voor jou mijn licht straalt om je heen. 296. Bleibet hier Bleibet hier und wachet mit mir. Wachet und betet, wachet und betet. Stay with me, remain here with me, watching and praying, watching and praying. 297. Hier in Uw heiligdom 1. Hier in Uw heiligdom, dichtbij de troon, vraagt uw aanwezigheid ons stil te zijn. Zo komen wij tot U met heilig ontzag als uw Geest ons trekt tot U. 2. Rein door uw zuiver bloed met zekerheid, dat wij geborgen in uw liefde zijn, staan wij vrijmoedig hier en antwoordt ons hart, op de roepstem van uw Geest. 3. Heer ik wil horen uw zachte stem. Laat and’re stemmen in mij zwijgen. Open mijn ogen, Heer, opdat ik het licht van uw aangezicht zal zien. 298. Ik kom Uw heiligdom binnen Ik kom uw heiligdom binnen. ’t Voorhangsel ga ik voorbij. ’k Breng U een offer, een zoete geur, vrucht van wat U deed in mij. Mijn mond brengt een offer van lof, Heer. ’t Gaat U alleen om uw eer. ’t Reukwerk van mijn lofgezang stijgt op in uw woning, ik kniel voor de troon van mijn Koning. Samen met mijn stem hef ik ook mijn handen op tot U. ’t Loflied komt diep uit mijn hart. Lofprijs, aanbidding, glorie en kracht komen U toe, God van ’t heelal voor eeuwig; lofprijs, aanbidding, glorie en kracht komen U toe, God van ’t heelal. 299. Welk een vriend is onze Jezus 1. Welk een vriend is onze Jezus, die in onze plaats wil staan! Welk een voorrecht, dat ik door Hem altijd vrij tot God mag gaan. Dikwijls derven wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer, juist omdat wij ’t al niet brengen in ’t gebed tot onze Heer. 2. Leidt de weg soms door verzoeking, dat ons hart in ’t strijduur beeft, gaan wij dan met al ons strijden, tot Hem die verlossing geeft. Kan een vriend ooit trouwer wezen dan Hij, die ons lijden draagt? Jezus biedt ons aan genezing; Hij alleen is ’t, die ons schraagt. 3. Zijn wij zwak, belast, beladen en terneer gedrukt door zorg, dierb’re Heiland, onze toevlucht Gij zijt onze Hulp en Borg. Als soms vrienden ons verlaten, gaan wij biddend tot de Heer; In zijn armen zijn wij veilig, Hij verlaat ons nimmermeer. 302. Heer, ik kom tot U 1. Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu en reinig mijn hart. 2. Met Uw liefde, Heer, kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed. 3. Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn. 4. Jezus, op Uw Woord, vestig ik mijn hoop. U leeft en U verhoort mijn bede tot U. 304. Vader, vol van vrees en schaamte 1. Vader, vol van vrees en schaamte buigen wij voor U. Heel uw werk, door ons vertreden, klaagt ons, mensheid aan bij U. 2. Heer ontferm U over ons die schuldig voor U staan. U bent onze God en Redder, neem ons in uw liefde aan. 3. Vader, in dit uur der waarheid keren we’ ons tot U. O, vergeef ons, Heer herstel ons, maak ons hart en leven nieuw. 4. Vul ons met uw heil'ge Geest, geef vuur en kracht steeds weer. Ieder zal uw macht aanschouwen, dat wij uw Naam verhogen, Heer. (2x) 308. Doorgrond mijn hart 1. Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer. Beproef me en zie wat niet is tot uw eer. Is soms de weg die ’k ga niet goed voor mij: leid me op de eeuw’gen weg, Heer, maak mij vrij! 2. O, Heer, heb dank, ’k mag toch de uwe zijn. Uw dierbaar bloed wast mij van zonden rein. Doop mij met vuur, opdat ’k mij niet meer schaam: ’k Wil leven Heer, tot eer van uwe Naam. 3. Zie Heer, hier ben ik; maak mij een vat voor U; Woon in mijn hart, vernieuw het, doe het nu! Verbreek mijn wil, maak me’ ook van hoogmoed vrij; ’k Wil in U blijven, Heer, blijf Gij in mij. 4. O, heil'ge Geest, kom tot uw heerschappij. Schenk een herleving en begin bij mij. Zegen Uw volk, maak ’t als een bruid bereid, wachtend op Jezus’ komst in heerlijkheid. 310. Geest van God, maak in dit uur. Geest van God, maak in dit uur al uw kind’ren vrij. Schenk nieuw leven, kracht en vuur, schenk het ook aan mij. Neem mij, vorm mij, vul mij, zend mij. Schenk nieuw leven, kracht en vuur, schenk het ook aan mij. 311. Heer, doorgrond mijn hart Heer, doorgrond mijn hart, maak het echt voor U. Heer, doorgrond mijn hart, laat mij zijn als U. U bent de maker, ik ben de klei. Kneed mij en vorm mij, Heer, verander mij. Heer, doorgrond mijn hart, maak het echt voor U. Heer, doorgrond mijn hart, laat mij zijn als U. 312. Jezus vol liefde Jezus vol liefde, U wilt ons leiden. Wij prijzen U als onze Heer. Kom met uw kracht, o Heer en vul ons tot uw eer, kom tot uw doel met ieder van ons. Maak ons een volk, Heer, heilig en rein, dat U, Heer, volkomen steeds toegewijd zal zijn. 313. Heer, ik geef me aan U volkomen 1. Heer, ik geef me aan U volkomen, ’k leg mijn al hier voor U neer, opdat Gij in mij zoudt wonen met uw Geest o Heer! Al de liefde van mijn harte zij U voortaan toegewijd! ’k Vrees geen moeiten meer of smarte, daar Gij met mij zijt. Refrein: Glorie, glorie, Halleluja! ’k Leg mijn al aan Jezus’ voet, en nu is mijn heil volkomen, door het dierbaar bloed. 2. Heer, mijn wil leg ’k voor U neder, neem hem aan nu voor altijd; dat niets kwaads hem immer weder van de uwe scheid! Heer, tot U breng ik mijn leven, hoor nu mijn geloften aan; ’k heb mijn al aan U gegeven, neem het, Heiland, aan. Refrein 3. Heer, mijn God, bestuur mijn wegen, strijden wil ik slechts voor U! Jezus’ bloed kocht ook mijn leven, Hem behoor ik nu. Openbaar u zelf aan mij, Heer, als mijn eeuwig trouwe Vriend! Tot in ’t stervensuur bewaar mij, voor altijd uw kind. Refrein 314. Maak mij rein voor U 1. Maak mij rein voor U als gelouterd goud, en zuiver zilver. Laat mij zijn voor U als gelouterd goud, puur goud. Refrein: Dwars door het vuur maakt U mij rein en puur. Ik strek mij uit, Jezus, naar meer van uw Geest en uw heiligheid. Ja, ik besluit, Jezus, een dienstknecht te zijn van U, mijn Meester, steeds tot uw wil bereid. 2. Maak mij rein voor U. Was mijn leven schoon. Vergeef mijn zonden. Laat mij zijn voor U zuiver als uw Zoon Heilig mij. Refrein 315. U die mij geschapen hebt U die mij geschapen hebt, U wil ik aanbidden als mijn God, in voor- of tegenspoed. Uw liefde doet mij zingen. U die mij geschapen hebt, U wil ’k danken hoe ik mij ook voel, en U gehoorzaam zijn. Heer, U bent mijn doel. Voorbede 319a. Heer, ontferm U Heer, ontferm U, Heer ontferm U, Heer, ontferm U. Amen. 319b. Heer, onze God Heer, onze God, wij bidden U, verhoor ons. 319c. Kyrie eleison. Kyrie, kyrie, kyrie eleison. 319d. Zend Uw Geest Zend Uw Geest om het gelaat der aarde te vernieuwen. Zend Uw Geest, die de schepping leven doet. 325. Onze Vader in de hemel 1. Onze Vader in de hemel, heilig is uw Naam. Laat uw Koninkrijk spoedig komen. Laat uw wil worden gedaan in de hemel, zo ook hier op aard’; Refrein: want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid; want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. 2. Onze Vader in de hemel, geef ons daag’lijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij dat doen: Hun vergeven die ons iets schuldig zijn; Refrein 3. En leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwaad. want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid; want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid Amen. Amen. 327a. Tel uw zegeningen Tel uw zegeningen, één voor één. Tel ze, alle en vergeet er geen. Tel ze, alle, noem ze één voor één en ge ziet Gods liefde dan door alles heen. 327b. Ja, onze God is een God die gebeden verhoort Ja, onze God is een God die gebeden verhoort, ja, onze God is een God die gebeden verhoort, ja, een God die gebeden verhoort. 328. Breng dank aan de Eeuwige Breng dank aan de Eeuwige, breng dank aan de Heilige, breng dank aan onze Vader die ons Jezus zond. Breng dank aan de Eeuwige, breng dank aan de Heilige, breng dank aan onze Vader die ons Jezus zond. Want nu zegt de zwakke: ik ben sterk; zegt de arme: ik ben rijk, om wat de Here heeft gedaan voor ons. Want nu zegt de zwakke: ik ben sterk; zegt de arme: ik ben rijk, om wat de Here heeft gedaan voor ons. Breng dank. 331. Bless the Lord Bless the Lord, my soul, and bless God’s holy Name. Bless the Lord, my soul, who leads me into life. Prijs de Heer, mijn ziel, en prijs zijn heil’ge Naam . Prijs de Heer, mijn ziel, die mij het leven geeft. 334. Eer aan de Vader 1. Miljoenen eng’len voor zijn troon aanbidden hem, de grote Koning Refrein: Eer aan de Vader, eer aan de Zoon, eer aan de Geest van God, halleluja. 2. Het Lam van God is waardig te ontvangen sterkte, lof en heerlijkheid. Refrein 3. Kom, Schepper Geest, vervul ons leven, Gij, Trooster uit de Vader. Refrein 335. Geef eer aan God in de hoge Geef eer aan God in de hoge. Geef eer aan God in de hoge. Want Hij alleen is waardig, want Hij alleen is waardig om te ontvangen alle macht en glorie; om te ontvangen alle macht en glorie; want Hij is de Koning der ere, want Hij is de Koning der ere. Prijst de Heer. Prijst de Heer. 340. Adon Hakavod Adon Hakavod, Melech ham’lachim Sjemesj tsdaka oemarpee Bichnafeeha. 340. He is the Lord of glory He is the Lord of glory, He is the King of kings. He is the Sun of righteousness, with healing in his wings. 340. Allerhoogste Koning Allerhoogste Koning, luisterrijke Heer, opgaande Zon der Gerechtigheid, die Hhlend haar vleugels spreidt. 347. Jubilate Deo canon Jubilate Deo, jubilate Deo, alleluja. 349. Lof, eer, aanbidding Lof, eer, aanbidding voor U, Heer Jezus, grote God, machtig Heer, stralende Ster. En door alle eeuwen heen wil ik U prijzen en met U regeren in uw Koninkrijk. 351. Machtig God, sterke Rots 1. Machtig God, sterke Rots, U alleen bent waardig. Aard’ en hemel prijzen U, glorie voor uw naam. . Lam van God, hoogste Heer, heilig en rechtvaardig, stralend Licht, Morgenster, niemand is als U. . Prijst de Vader, prijst de Zoon, prijst de Geest, die in ons woont. Prijst de Koning der heerlijkheid, prijst Hem tot in eeuwigheid. 352. O, kom nu en jubel, breng dank aan de Heer O, kom nu en jubel, breng dank aan de Heer en juich voor de Rots van ons heil. O, kom voor zijn aangezicht, breng Hem eer. Verheug Hem met snarenspel; want de Heer is een groot God en de Koning van alles wat leeft; want de Heer is een groot God en de Koning van alles wat leeft. 353. Prijs onze Heer Prijs onze Heer, Hij alleen is de machtige God, vol van majesteit. Kom en buig neer, loof zijn heil’ge Naam. Breng dan aan Hem als een offer, een zoete geur, de gebeden van je hart naar zijn troon. Geef Hem dank en eer. De Heer almachtig, zijn liefde duurt voor eeuwig. Zijn trouw en goedheid gaan ons voor. Zijn kracht zal nimmer falen of ontbreken en zijn liefde blijft. (lied 2x) 354. Prijst Hem, prijst Hem 1. Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder. Roemt zijn liefde, eeuwig en wereldwijd. Kroont Hem, kroont Hem, engelen vol van zijn glorie. Brengt Hem hulde, sterkte en heerlijkheid. Als een herder draagt Hij ons in zijn armen, waar Hij ons barmhartig zijn liefde geeft. Refrein: Prijst Hem, prijst Hem, om zijn geweldige grootheid. Prijst Hem, prijst Hem, alles wat adem heeft. 2. Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder. Om ons dwalen droeg Hij een doornenkroon, onze hoop, van wie wij verlossing verwachten. Kroont Hem, kroont Hem, Jezus, de Mensenzoon. Als een offerlam heeft Hij de schuld gedragen. Wat een liefde, dat Hij ons leven geeft. Refrein 3. Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder. Laat de hemel jubelen tot zijn eer. Jezus, Koning, Hij zal voor eeuwig regeren. Kroont Hem, kroont Hem, Priester, Profeet en Heer. Als Hij wederkomt, schitterend in zijn glorie, buigt zich voor Hem al wat op aarde leeft. Refrein 2x 355. Vader God, ik vraag me af Vader God, ik vraag me af hoe ik ooit heb geleefd zonder te weten dat uw vaderhart al zolang om mij geeft. Maar nu ben ik uw kind, nu mag ik wonen in uw huisgezin en ik zal nooit meer eenzaam zijn, want, Vader, U bent altijd bij mij. Heer, ik wil U prijzen. Heer, ik wil U prijzen. Heer, ik wil U prijzen, zolang ik leef. Heer, ik wil U prijzen. Heer, ik wil U prijzen. Heer, ik wil U prijzen, zolang ik leef. 355. Father God I wonder Father God, I wonder how I managed to exist without the knowledge of your parenthood and your loving care. But now I am your son, I am adopted in your family and I can never be alone ’cause Father God You’re there beside me. I will sing your praises, I will sing your praises, I will sing your praises, for ever more. I will sing your praises, I will sing your praises, I will sing your praises, for ever more. 358. Verblijdt u, zonen Gods Vrouwen: Verblijdt u, zonen Gods, al gij zonen Gods en verheugt u in de Heer, uw God. Mannen: Al gij dochters, dochters van de Heer, danst in het rond en weest verheugd, want de Heer heeft grote dingen gedaan. Allen: Gaat dan met vreugde zijn poorten binnen en komt met lofzang in Zijn Heiligdom. Kom, prijst de Heer met ons, groot is zijn trouw aan ons, Zijn Woord is vlees geworden onder ons. 359. Als ik opzie naar uw heiligheid Als ik opzie naar uw heiligheid, mij verbaas over uw lieflijkheid, dan vervagen de dingen rondom mij door uw helder licht. Als ik vreugde vind heel dicht bij uw hart, als uw liefde mijn wil heeft omvat, dan vervagen de dingen rondom mij door uw helder licht. Heer, ik aanbid U. Heer, ik aanbid U. U schiep mij om U te aanbidden, Heer. Heer, ik aanbid U. Heer, ik aanbid U. U schiep mij om U te aanbidden, Heer. 360. O Adoramus O Christe O Adoramus Te, o Christe. O Adoramus Te, Domine. 363. Gij zijt waardig Gij zijt waardig, Gij zijt waardig, Gij zijt waardig, o Heer. om te ontvangen, macht en ere, heerlijkheid, o Heer, want Gij hebt geschapen, ja, alles geschapen, Gij hebt geschapen het al. Ja, Gij zijt waardig om te ontvangen, macht en ere, o Heer. 364. Heerlijk is uw Naam 1. Heerlijk is uw Naam, heerlijk is uw Naam. Hoog verheven en vol van kracht. heerlijk is uw Naam. Jezus, Jezus, heerlijk is uw Naam. 2. Heilig Lam van God, heilig Lam van God. dat de zonde der wereld droeg. Heilig Lam van God. Jezus, Jezus, heilig Lam van God. 3. Waardig bent U, Heer, waardig bent U, Heer alle macht en heerlijkheid, alle lof en eer. Jezus, Jezus, waardig bent U, Heer. 367. Ik wil komen en knielen aan uw voeten Ik wil komen en knielen aan uw voeten, Heer Jezus. In uw nabijheid is volheid van vreugd. Er is niemand, niets en niemand die mij zo vervullen kan. ’k Vind mijn vreugde in U alleen, o Heer. 392. Mijn Jezus, ik houd van U 1. Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U mijn vriend, want U nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U; ’k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. 2. Mijn Jezus, ik houd van U, want U hield van mij, toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij. Voor mij de genade, een doornenkroon voor U; ’k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. 3. Ik zal van U houden in leven en dood. en ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U: ’k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. 4. Als ik in Uw Glorie, uw eeuwigheid kom, dan buig ik mij voor U in uw heiligdom. Gekroond met Uw heerlijkheid zal ’k zingen voor U: ’k Heb van U gehouden, maar nooit zo veel als nu. 372. Mijn Jezus, mijn Redder 1. Mijn Jezus, mijn Redder, Heer, er is niemand als U. Laat elk moment, al wat ik denk, vol zijn van uw liefde, Heer. Mijn schuilplaats, mijn trooster, veilige toren van kracht, adem en stem, al wat ik ben, brengen U voortdurend eer. 2. Juich voor de Heer, heel de aarde wees blij. Zing van de Koning en zijn heerschappij. Bergen aanbidden, de zee juicht mee bij het horen van uw Naam. U wil ik prijzen voor dat wat U schiep; mijn leven lang loven, want U heb ik lief. Niets is zo goed als een leven heel dicht bij U. 373. U bent het lied van mijn hart U bent het lied van mijn hart, U bent de liefde van mijn leven en U komt spoedig terug, als een lied in de nacht. Over de bergen en de heuvels, diep in de dalen klinkt uw stem. Ik kan U horen, mijn geliefde, het bruiloftslied! 374. O Heer, mijn God 1. O Heer, mijn God, wanneer ik in verwond’ring de wereld zie die U hebt voortgebracht. het sterrenlicht, het rollen van de donder, heel dit heelal, dat vol is van uw kracht. Refrein: Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God: Hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij. Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God: Hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij! 2. Als ik bedenk dat Jezus zonder klagen tot in de dood gegaan is als een am, sta ik verbaasd dat Hij mijn schuld wou dragen en aan het kruis mijn zonde op zich nam. Refrein 3. Als Christus komt met majesteit en luister, brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn. Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen, en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij. Refrein 376. Abba, Vader 1. Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. 2. Abba, Vader, laat mij zijn, slechts voor u alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d’uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. 3. Abba, Father, let me be yours and yours alone. May my will forever be evermore your own. Never let my heart grow cold. Never let my go. Abba, Father, let me be yours and yours alone. 378. Vader, ik aanbid U Vader, ik aanbid U. ’k Leg mijn leven voor U. Halleluja. Jezus ik aanbid U. ’k Leg mij leven voor U. Halleluja. Heil’ge Geest, ik aanbid U. ’k Leg mijn leven voor U. Halleluja. 380. Wij eren en aanbidden U Wij eren en aanbidden U, Koning en Heer Koning en Heer. Wij eren en aanbidden U, Koning en Heer Koning en Heer. en wij volgen U tezamen, volgen U tezamen. en wij volgen U tezamen, Koning en Heer Koning en Heer. 381. Daar ruist langs de wolken 1. Daar ruist langs de wolken een lief’lijke Naam, die hemel en aarde verenigt te zaam. Geen naam is er zoeter en beter voor ’t hart, Hij balsemt de wonden en heelt alle smart. Kent gij, kent gij die naam nog niet? Die naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied! 2. Die naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard, want Hij kwam om zalig te maken op aard; zo lief had Hij zondaars dat Hij voor hen stierf, genade bij God door zijn zoenbloed verwierf. Kent gij, kent gij die Jezus niet, die, om ons te redden, de hemel verliet? 3. Eens buigt zich ook alles voor Jezus in ’t stof, en d’engelen zingen voortdurend zijn lof. O mochten w’om Jezus verheerlijkt eens staan, dan hieven wij juichend de jubeltoon aan: Jezus, Jezus, uw Naam zij d’eer, want Gij zijt der mensen en engelen Heer! 382. Heer, uw licht en uw liefde schijnen 1. Heer, uw licht en uw liefde schijnen, waar U bent zal de nacht verdwijnen. Jezus, Licht van de wereld, vernieuw ons. Levend Woord, ja uw waarheid bevrijdt ons. Schijn in mij, schijn door mij. Refrein: Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom Heil’ge Geest, stort op ons uw vuur. Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard’ vervullen. Spreek, Heer uw woord dat het licht overwint. 2. Heer, ’k wil komen in uw nabijheid. Uit de schaduwen in uw heerlijkheid. Door het bloed mag ik U toebehoren. Leer mij, toets mij, uw stem wil ik horen. Schijn in mij, schijn door mij. Refrein 3. Staan wij oog in oog met U Heer, daalt uw stralende licht op ons neer, zichtbaar, tastbaar wordt U in ons leven, U volmaakt wie volkomen zich geven. Schijn in mij, schijn door mij. Refrein 385. Laat je licht helder schijnen Laat je licht helder schijnen als het duister d’aarde bedekt voor een volk dat dwaalt in ’t donker opdat zij zien, zullen zien een groot licht. Keep your light shining brightly as the darkness covers the earth for a people that walk in darkness They shall see, they shall see a great light. 388. Laat heel de wereld het zien 1. Laat heel de wereld het zien, maak de volk’ren weer blij door de klank van zijn stem. Heuvels en dalen breek uit! Kom en juich, zing het luid! Klap je handen voor Hem! Refrein: Liefde en recht zal Hij brengen op aard', een eeuwige heerschappij. In onze hand ligt het tweesnijdend zwaard. ’t Woord van de waarheid maakt vrij, 2. Laat heel de wereld het zien, maak gevangenen vrij, breng de eenzamen thuis. Heel satans bolwerk stort neer, door ’t gebed tot de Heer. Refrein 3. Laat heel de wereld nu staan vol ontzag voor zijn Naam, zing het lied dat Hem eert. Wees niet meer stil; zeg het voort tot de wereld het hoort: Jezus regeert! Refrein 390. Maak ons tot een stralend licht voor de volken 1. Maak ons tot een stralend licht voor de volken, een stralend licht voor de mensen om ons heen, Tot de wereld ziet wie haar het leven geeft. Laat het schijnen door ons heen. 2. Maak ons tot een woord van hoop voor de volken, een levend woord voor de mensen om ons heen, Tot de wereld weet dat U verlossing geeft. Uw genade door ons heen. 3. Maak ons tot een zegening voor de volken, een zegening voor de mensen om ons heen, Tot de wereld weet wie elke schuld vergeeft. Uw genezing door ons heen. 4. Maak ons tot een vrolijk lied voor de volken, een lied van dank voor de mensen om ons heen, Tot de wereld zingt voor Degeen’ die eeuwig leeft. Laat het klinken door ons heen. 5. En bouw uw Koninkrijk in de volken, uw wil geschied’ in de mensen om ons heen, tot de wereld weet dat Jezus Christus heerst. Bouw uw koninkrijk in ons. Bouw uw koninkrijk op aard’! 393. Wij gaan op weg met brandend hart 1. Wij gaan op weg met brandend hart, met een gebed bij elke stap; het lied van hoop klinkt door de landen, zingend van de nieuwe dag. 2. Tweeduizend jaar, en dag en nacht, brandt deze vlam, verlicht ons land; mensen wachten, harten smachten naar een liefde die verwarmt. Refrein: Laat de vlam weer branden als een helder baken, als heraut van ’t morgenuur. Laat het lied weer sprank’len laat de liefde branden als een vuur. 3. De liefde roept, de waarheid spreekt, dat is de kracht waarmee wij gaan, om hen die vallen, hen die wank’len op te vangen in uw Naam. Refrein 2x 395. Wilt u van zonde en schuld zijn verlost? 1. Wilt u van zonde en schuld zijn verlost? Daar’s kracht in het bloed! Daar’s kracht in het bloed! Weet, dat uw redding zoveel heeft gekost. Daar's kracht in het bloed van het Lam! Refrein: Daar is kracht, kracht, wonderbare kracht in het bloed van het Lam. Daar is kracht, kracht, wonderbare kracht in het dierbaar bloed van het Lam 2. Satan gaat rond als een briesende leeuw. Daar’s kracht in het bloed! Daar’s kracht in het bloed! Wilt u verlost zijn en witter dan sneeuw? Daar’s kracht in het bloed van het Lam. Refrein 3. Kom dan tot Jezus, Hij stierf ook voor u. Daar’s kracht in het bloed! Daar’s kracht in het bloed! Hoort naar zijn woord en gelooft in Hem nu. Daar’s kracht in het bloed van het Lam! Refrein 396. Grijp toch de kansen 1. Grijp toch de kansen, door God u gegeven. Kort is uw zijn hier, de tijd snelt daarheen. Wat toch blijft over, o zeg, van dit leven? D’arbeid der liefde, gedaan om u heen. Refrein: Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend. Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en’ zal blijven bestaan. Refrein 2. Geef dan uw tijd niet aan ijdele zorgen., Help hen, die vielen, breng troost in hun smart. O, laat uw licht schijnen, blij als de morgen. Wijs op de Heiland, die rust geeft voor ’t hart. Refrein 3. Weet, al uw arbeid, uw lijden voor Jezus, ’t wordt door Hem zelven geschat naar zijn waard’, en eens daarboven, daar vinden we weder, vruchten van ’t zaad, dat wij strooiden op aard. Refrein 404. De woestijn zal bloeien De woestijn zal bloeien als een roos. En de steppe zal jubelen en juichen, want het levend water van Gods Geest maakt dorstig land tot waterbronnen. De woestijn zal bloeien als een roos. En de steppe zal jubelen en juichen, want het levend water van Gods Geest maakt dorstig land tot waterbronnen. Sta op, Sion en juich, want de HERE heeft u verlost. Want de lamme zal springen als een hert en de stomme zal jubelen en juichen. Lai,lai,lai.... Sta op! Sion en juich, want de HERE heeft u verlost. Want de lamme zal springen als een hert en de stomme zal jubelen en juichen. Lai,lai,lai.... 411. Jezus leeft in eeuwigheid Refrein 1: Jezus leeft in eeuwigheid, Zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven. 1. Straks als er een nieuwe dag begint en het licht het van het duister wint, mag ik bij Hem binnengaan, voor Zijn Troon gaan staan, Hef ik daar mijn loflied aan: Refrein 1 2. Straks wanneer de grote dag begint, en het licht voor altijd overwint, zal de hemel opengaan, komt de Heer er aan. heffen wij dit loflied aan: Refrein 2: Jezus komt in heerlijkheid, zijn sjaloom wordt wereldwijd. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van ons leven. 413. Lichtstad met uw paarlen poorten 1. Lichtstad met uw paarlen poorten, wond’re stad, zo hoog gebouwd, nimmer heeft men op de deze aarde ooit uw heerlijkheid aanschouwd. Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist’ren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem. 2. Heilig oord vol licht en glorie, waar de boom des levens bloeit en de stroom van levend water door de gouden Godsstad vloeit. Refrein 3. Schoon tehuis voor moede pelgrims, komend uit de zandwoestijn, waar zij rusten van hun werken bij de springende fontein. Refrein 4. Wat een vreugde zal dat wezen, straks vereend te zijn met Hem in de stad met paarlen poorten in het nieuw Jeruzalem. Refrein 414. Maranatha! Maranatha! De Heer komt spoedig! Maranatha! Kom spoedig Heer! 415. Sjalom ha Masjieach Sjalom, sjalom, sjalom ha Masjieach, Sjalom, sjalom, sjalom! 417. Zegen, aanbidding Zegen, aanbidding, kracht, overwinning, ere zij de eeuwige God. Laat elke natie, elke creatie buigen voor de eeuwige God. Elke tong in hemel, op aard’ zal uw macht belijden. Elke knie buigt neer voor uw troon, aanbiddend. U wordt hoog verheven, o God en oneindig is uw heerschappij, o, eeuwig God. Couplet 2x De aarde wordt vol van uw koninkrijk. Zing nu voor de eeuwige God. Geen andere macht is aan U gelijk. Zing nu voor de eeuwige God. Elke tong in hemel, op aard’ zal uw macht belijden. Elke knie buigt neer voor uw troon, aanbiddend. U wordt hoog verheven, o God en oneindig is uw heerschappij, o, eeuwige God, o, eeuwige God, o, eeuwige God,. 421. Ben je groot of ben je klein Ben je groot of ben je kleinof ergens tussen in: God houdt van jou. Ben je dik of ben je dun of ben blank of bruin: God houdt van jou. Hij kent je als je blij bent, Hij kent je als je baalt. Hij kent je als je droevig bent, Hij kent je als je straalt. Het geeft niet of je knap bent, het geeft niet wat je doet: God houdt van jou,. Hij is vol liefde. God houdt van jou. 422. Als je geen liefde hebt voor elkaar 1. Als je geen liefde hebt voor elkaar, vallen de dromen in duigen. Dromen van vrede worden niet waar, kwaad is niet om te buigen. Refrein: Als je geen liefde hebt voor elkaar leef je buiten Gods gloria. Als je geen liefde hebt voor elkaar leef je buiten Gods gloria. 2. Als je geen antwoord geeft op verdriet, zullen de tranen niet drogen. Als je het leed in de wereld niet ziet, worden Gods woorden verbogen. Refrein 3. Als je geen oog hebt voor het gemis, als je geen brood weet te delen, denk dan aan Jezus die brood en die vis uit liefde deelde met velen. Refrein 4. Als je geen liefde hebt voor elkaar, is er geen hoop meer op zegen. Kinderen, maak de liefde toch waar; schrijf het op alle wegen: Refrein 425. Dit is de dag Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft, die de Heer ons geeft. Weest daarom blij, wees daarom blij en zingt verheugd en zingt verheugd. Dit is de dag die de Heer ons geeft. Weest daarom blij en zingt verheugd. Dit is de dag, dit is de dag, die de HEER ons geeft. 429. Een rivier vol van vrede 1. Een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede in mijn hart. Een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede in mijn hart. 2. Een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap in mijn hart. Een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap in mijn hart. 3. Ik heb lief als mijn Jezus, ik heb lief als mijn Jezus, ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. Ik heb lief als mijn Jezus, ik heb lief als mijn Jezus, ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. 4. Een rivier vol van vrede, een fontein vol van blijdschap, ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. Een rivier vol van vrede, een fontein vol van blijdschap, ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. 430. Een wijs man 1. Een wijs man bouwde zijn huis op de rots, een wijs man bouwde zijn huis op de rots, een wijs man bouwde zijn huis op de rots en de regen stroomde neer en de regen stroomde neer en de vloed kwam op, en de regen stroomde neer en de vloed kwam op, en de regen stroomde neer en de vloed kwam op en het huis op de rots stond vast. 2. Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand, een dwaas man bouwde zijn huis op het zand, een dwaas man bouwde zijn huis op het zand en de regen stroomde neer en de regen stroomde neer en de vloed kwam op, en de regen stroomde neer en de vloed kwam op, en de regen stroomde neer en de vloed kwam op en het huis stortte in met een plof. 3. Dus bouw je huis op Jezus, de Rots, dus bouw je huis op Jezus, de Rots, dus bouw je huis op Jezus, de Rots en de zegen daalt dan neer en de zegen daalt dan neer en ’t gebed stijgt op, en de zegen daalt dan neer en ’t gebed stijgt op, en de zegen daalt dan neer en ’t gebed stijgt op. Bouw je levenshuis op Hem. 438. Ho! Stop! Sta eens even stil 1. Als je in de trein zou stappen en je zou niet weten waar je heen wou gaan (heen wou gaan) kon je beter in je warme bedje blijven liggen zonder op te staan (op te staa.n.) Alles gaat uiteindelijk mis als je niet weet wie Jezus is. Refrein: Ho! Stop! Sta eens even stil. Waar wou je heengaan of maakt het geen verschil? Ho! Stop! Ga er niet vandoor. Je bent er toch niet zomaar, je leeft ergens voor. 2. Als je in het donker wandelt kun je niet goed kijken waar je heen wilt gaan (heen wilt gaan) Daarom heb je Jezus nodig, want Hij steekt een lichtje in je leven aan (je leven aan) Reken maar dat jij je vergist als je het Licht van de wereld mist. Refrein 3. Als je in de put zou vallen en je zou voor niemand meer te horen zijn, (horen zijn) zat je daar te kniezen in de duisternis en alles zou verloren zijn (verloren zijn). Weet je als het donker wordt, Jezus’ arm is nooit te kort. Refrein Ho! Stop 439. Hoger dan de blauwe luchten 1. Hoger dan de blauwe luchten en de sterretjes van goud woont de Vader in de hemel die van alle kind’ren houdt. 2. Ook voor zieke kind’ren zorgt Hij, kent hun tranen en hun pijn, ja, voor groten en voor kleinen wil de Heer een helper zijn. 3. Daarom vragen wij eerbiedig, vouwen onze handjes saam: Heer die altijd naar ons luistert, neem nu ons gebedje aan. Amen. 444. Ik zegen jou in Jezus’ naam 1. Ik zegen jou in Jezus’ Naam Hij bewijst zijn trouw. Ik zegen jou in Jezus’ Naam: Hij blijft bij jou. 2. Een bloem die in de schaduw groeit houdt zijn blaadjes dicht. Een bloem bloeit open in de zon, groeit naar het licht. 3. Wanneer het leven tegenvalt - mensen doen je zeer - bedenk: op wie de regen valt groeit naar de Heer. 4. Ik zegen jou in Jezus’ Naam Hij bewijst zijn trouw. Ik zegen jou in Jezus’ Naam Hij blijft bij jou. 447. Is je deur nog op slot? Is je deur nog op slot? Is je deur nog op slot? Van je krr krr krr, doe ’m open voor God, want de Heer wil bij je wonen en dan ben je nooit alleen. Je hart is net een huisje waar het gezellig is, maar ’t is er nog zo donker, Er is iets wat ik mis! Is je deur nog op slot? Is je deur nog op slot? Van je krr krr krr, doe ’m open voor God, want de Heer wil bij je wonen en dan ben je nooit alleen. 454. Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht 1. Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht. En Hij wenst dat ieder tot zijn ere schijn’, jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn! 2. Jezus zegt, dat Hij ieders kaarsje ziet, of het helder licht geeft, of ook bijna niet. Hij ziet uit de hemel, of wij lichtjes zijn, jij in jouw klein hoekje, en ik in ’t mijn! 3. Jezus zegt ons ook, dat ’t zo donker is, overal op aarde zonde en droefenis. Laat ons dan in ’t duister held’re lichtjes zijn, jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn! 457. Klein, klein kindje 1. Klein, klein kindje, je leven loopt gevaar. Ik maak een biezen mandje en morgen is het klaar. 2. Klein, klein kindje, dit mandje wordt een boot. Daarmee moet jij gaan varen op leven of op dood. 3. Klein, klein kindje, ik zet je tussen het riet. Wie weet gebeurt het wonder dat de prinses je ziet. 4. Klein, klein kindje, als de prinses jou vindt, dan gaat je boot niet onder: jij bent een koningskind. 460. Komt laat ons zingen vandaag Komt, laat ons zingen vandaag, zingen vandaag, zingen tot de eer van God. Komt, laat ons zingen vandaag, zingen vandaag, zingen tot de eer van God. (klappen, prijzen, juichen etc.) 462. Maak een vrolijk geluid voor de Heer 1. Maak een vrolijk geluid voor de Heer, of je thuis bent of buiten op straat. Maak een vrolijk geluid voor de Heer, met de bel van je fiets op de maat. Want een vrolijk geluid maakt Hem blij. Doe je mee, want ook jij hoort erbij. Zing en fluit! *** Roep het uit! *** Maak een vrolijk geluid voor de Heer. Maak een vrolijk geluid voor de Heer. 2. Maak een vrolijk geluid voor de Heer, of je bruin bent of sproetig of blond. Maak een vrolijk geluid voor de Heer met je hand of je voet of je mond. Want een vrolijk geluid maakt je blij. Ben je ziek of gezond, kom erbij! Ook je stem *** is van Hem. *** Maak een vrolijk geluid voor de Heer. Maak een vrolijk geluid voor de Heer. 3. Maak een vrolijk geluid voor de Heer, of je thuis bent of buiten op straat. Maak een vrolijk geluid voor de Heer, met de bel van je fiets op de maat. Want een vrolijk geluid maakt Hem blij, dat Hij jubelt met jou en met mij. Zing en fluit! *** Roep het uit! *** Maak een vrolijk geluid voor de Heer. Maak een vrolijk geluid voor de Heer. 467. Vanwaar de zon opgaat Vanwaar de zon opgaat, tot waar zij daalt, ondergaat, zij de Naam van God geloofd. Prijs dan de Heer, allen die Hem echt willen dienen. Looft de Naam van onze God. Halleluja, prijst dan de Heer, van nu af aan tot in eeuwigheid. 468. Sta ’s even op 1. Sta ’s even op als je Jezus liefhebt, sta eens even op als je van Hem houdt. Laat eens merken, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 2. Klap eens in je hand, als je Jezus liefhebt, klap eens in je hand, als je van Hem houdt. Laat eens merken, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 3. Draai eens even rond, als je Jezus lief hebt, draai eens even rond, als je van Hem houdt. Laat eens merken, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 4. Spring eens in de lucht, als je Jezus liefhebt, spring eens in de lucht, als je van Hem houdt. Laat eens mermen, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 5. Geef elkaar de hand, als je Jezus liefhebt, geef elkaar de hand, als je van Hem houdt. Laat eens merken, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 6. Sta eens op je stoel, als je Jezus liefhebt, sta eens op je stoel, als je van Hem houdt. Laat eens merken, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 7. Swing eens lekker uit, als je Jezus liefhebt, swing eens lekker uit, als je van Hem houdt. Laat eens merken, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 8. Ga eens even zitten, als je Jezus leifhebt, ga eens even zitten, als je van Hem houdt. Laat eens merken, laat eens merken, dat je van Hem houdt. 479. Zoals klei in de hand van de pottenbakker 1. ’Zoals klei in de hand van de pottenbakker, zo ben jij in mijn hand’, zegt de HEER. ’Zoals klei in de hand van de pottenbakker, zo maak Ik jou een vat tot mijn eer’. Kneed mij, Here God, ook als het soms wel eens pijn doet. Kneed mij, Here God, U weet precies hoe ik zijn moet. 2. Zoals klei in de hand van de pottenbakker, zo ben ik in uw handen, o Heer. Zoals klei in de hand van de pottenbakker, zo maakt U mij een vat tot uw eer. Kneed mij, Here God, ’k wil mij opnieuw aan U geven. Kneed mij, Here God, U maakt iets moois van mijn leven. 482. Bron van levend water 1. Bron van levend water, ontspring nu in mij. Zend uw Geest, o Heilig God en maak mij vrij van elke situatie die mijn hart bezwaart. 'k Geef mijn last aan U, die heel mijn ziel bewaart. Refrein: Jezus , Jezus, Jezus. Vader, Vader, Vader. Geest van God, Geest van God, Geest van God. 2. Heer, U bent de Herder, die mij geneest. Neem mij in uw armen, leid mij door uw Geest. Neem mijn trots, mijn twijfels en mijn angsten nu. Trek mij met uw liefde, ik verlang naar U. Refrein 3. Geef jezelf aan Jezus, die jou geneest. Laat Hem je omarmen en ontvang zijn Geest. Als je Hem vertrouwt, word je door Hem bevrijd; zul je met Hem leven tot in eeuwigheid. Refrein Jezus (3x) Vader (3x) Geest van God (3x) 487. Groot en machtig is Hij Groot en machtig is Hij. groot en machtig is Hij: Bekleed met sterkte, gehuld in luister. Groot en machtig is Hij. Groot en machtig is Hij. groot en machtig is Hij: Bekleed met sterkte, gehuld in luister. Groot en machtig is Hij. Prijs met mij de Naam van God., Vier het feest met mij, want Hij heeft ons vrijgekocht: Wat een Heer is Hij! Groot en machtig is Hij. groot en machtig is Hij: Bekleed met sterkte, gehuld in luister. Groot en machtig is Hij. . Groot en machtig is Hij. groot en machtig is Hij: Bekleed met sterkte, gehuld in luister. Groot en machtig is, groot en machtig is, groot en machtig is Hij! 492. I will celebrate I will celebrate, sing unto the Lord. I will sing to Him a new song. I will praise Him, for He has triumphed victoriously. 494. Jong en oud Jong en oud, wees niet koud, zegt het voort. Hij is groter, mooier en sterker, beter: Jezus Christus. Halleluja. Halleluja. 495. King of kings and Lord of lords King of kings and Lord of lords, halleluja. King of kings and Lord of lords, glory, halleluja. Jezus, Prince of peace, glory, halleluja. Jezus, Prince of peace, glory, halleluja.