Na Pasen verscheen Jezus vele
keren aan de leerlingen
Op een avond gingen enkele leerlingen op het meer vissen.
Heel de nacht lang vingen ze niets.
’s Morgens stond Jezus aan de oever van het meer.
Maar de leerlingen begrepen niet dat het Hij was.
Jezus riep: “Hebben jullie soms iets om te eten?”
“Niets”, antwoordden ze, “niet
één vis?”
“Gooi het net eens uit aan de andere kant van de
boot”, zei Jezus.
De leerlingen deden dat.
Toen vingen ze heel veel vis, zoveel dat ze hun net niet omhoog konden
trekken.
Ze waren daar zeer verbaasd over.
Johannes zei tegen Petrus: “Die man daar is Jezus”.
Toen Petrus dat hoorde sprong hij in het water en zwom naar de oever.
De anderen leerlingen trokken het net vol vis naar het land.
Jezus had een vuurtje gemaakt.
Hij bakte wat vis en gaf ervan aan zijn leerlingen, met wat brood.
Denk eens na over de
volgende vragen (met de mogelijke antwoorden)
1. Waar vond dit wonder plaats? Heeft die plaats nog een betekenis of
komen we deze plaats of omgeving ook elders tegen?
(Antw: Aan de oever van het meer van Galilea werden de
meeste discipelen door Jezus geroepen - Mat. 4:19 en Marc. 1:17. Het is
tevens hun “geboorte”streek. Ze waren dus uit
Jeruzalem gegaan.)
2. Wat zou de reden
kunnen zijn dat Petrus zei: “Ik ga vissen?”
a. Is dat omdat hij nu eenmaal een natuurlijk leiders was?
(Antw.: mogelijk)
b. Is dat omdat ze vissers waren en dat iedere dag deden?
(Antw.: met hun rondtrekken met Jezus was dit al drie jaar geen
dagelijkse bezigheid meer)
c. Is dit een beeld van terugvallen in oude gewoonten?
(Antw.: De roeping in Mat 4:19 wijst naar iets anders dan natuurlijke
vissen vangen en het feit dat ze niets vingen wijst op dat dit niet de
goede weg was)
3. Hoe moeten die mannen
zich gevoeld hebben na een nacht vissen en niets vangen? Kun je dat
gevoel ook naar je persoonlijk geestelijk leven trekken? (Antw:
persoonlijke invulling)
4. Wat was het resultaat
van niets vangen?
a. moe
b. teleurgesteld
c. honger
(Antw.: alle drie zal zeker spelen. probeer deze gevoelens eens op het
geestelijk vlak te omschrijven. Hoe voelt geestelijke vermoeidheid,
teleurstelling en honger?)
5. Waarom herkenden de
discipelen Jezus niet?
a. Omdat de zon op het water scheen of andere natuurlijke
redenen?
(Antw.: de bijbel zegt niets over de omstandigheden. vermeld wordt dat
ze slechts tweehonderd el – 60 tot 70 meter van het strand
waren.)
b. Ze waren teruggevallen – verwachtten Jezus ook niet.
(Antw.: Dit overkwam Maria ook – Joh. 20:14-16, en ook de
Emmaüsgangers Luc. 24:13-21. Let wel op. Dit is de opgestane
Jezus)
(Op welke momenten verwachten wij Jezus niet in onze levens en zien wij
Hem ook niet? – Zorg, depressie, of juiste drukte en
afleiding)
6. De instructie van
Jezus was duidelijk de netten aan de andere kant te werpen.
Kun je een voorbeeld uit je eigen leven noemen waarin je de les leerde
het “anders” te moeten doen. Liefst een les die je
na gebed of naar aanleiding van een preek heb geleerd?
(Antw.: Persoonlijke invulling. Vaak leert God ons lessen
in de omgang met mensen of in de opvoeding waar dit principe ook om de
hoek komt kijken. Daarnaast is bekering natuurlijk een helder
voorbeeld. Of disciplinaire lessen over verkeerde zaken)
7. Wie ontdekt dat het
Jezus is en wat doen de discipelen?
(Antw.: Johannes de discipel van de liefde ontdekt het, maar haantje de
voorste Petrus neemt actie. Liefde en actie gaan hand in hand.
Herkennen we dat in onze levens? Herken je ook liefde zonder acte en
actie zonder liefde? Mat. 7:21)
8.Kunnen we iets leren
uit het feit dat Petrus zijn kleed opschort en pardoes in het water
springt.
(Antw.: De bijbel spreekt over de lendenen omgorden. Als men moest gaan
lopen dan trok men de kleding een stuk van de grond op en gordde dat
vast met de riem, zodat het niet over de grond sleepten of je er niet
over struikelde. Dit wordt specifiek genoemd bij de exodus –
Ex. 12:11.
In andere vertalingen staat dat hij zijn bovenkleed omsloeg. Dit is om
zijn naaktheid te bekleden – ze werkten aan boord in hun
ondergoed. Ook daarover spreekt de bijbel in beeldspraak: wij zijn
bekleed met de mantel der gerechtigheid – Jes. 61:10)
9. Hoeveel wonderen
vinden in dit stuk eigenlijk plaats?
( Antw: minstens 4:
1. De wonderlijke visvangst en zo specifiek geteld: 153 vissen
2. Zeven man konden het net niet omhoog trekken – vers 6
en zes man hadden moeite het net achter zich aan te slepen –
vers 8
toch trekt Petrus alleen het net aan land! – vers 11.
3. Dat de netten niet scheurden.
4. Het zien van Jezus)
10. waarom voorzag Jezus op twee manieren van vis? Had hij niet genoeg
op het vuur of was het wonder niet groot genoeg? Welke les kan hier in
zitten?
(Antw.: Je kunt niet op een wonder alleen leven. Jezus leert ons zowel
te werken voor onze levenvoorziening en geestelijke inzet als te
vertrouwen op zijn voorzienigheid)