Afbeelding Missale Romanum - 069
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under onder de titel Adnotationes et
Meditationes in Evangelia ("Notes and Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE GULLE VADER
AANVAARDT DE ZOON

BIJBELTEKST Lucas 15
Uit het evangelie volgens Lukas:
Vervolgens zei hij [Jezus]: 'Iemand had twee zonen. De jongste van hen
zei tegen zijn vader: "Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik
recht heb[1]." De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele
dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver
land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte.
Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware
hongersnood en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij
één van de inwoners van dat land, die hem op het
veld zijn varkens[2] liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen
met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem.
Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben
eten in overvloed en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn
vader gaan en tegen hem zeggen: "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel
en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden;
behandel mij als een van uw dagloners." Hij vertrok meteen en ging op
weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en
rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. "Vader," zei
zijn zoon tegen hem, "ik heb bezondigd tegen de hemel en tegen u, ik
ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden." Maar de vader zei
tegen zijn knechten: "Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem
aan[3], doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen [4].
Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren,
want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was
verloren en is teruggevonden." En ze begonnen feest te vieren.
De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij
was, hoorde hij muziek en gedans. Hij riep één
van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht
zei tegen hem: "Uw broer is thuisgekomen en uw vader heeft het gemeste
kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen."
De oudste zoon werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn
vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. Hij zei tegen zijn
vader: "Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam
geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een
geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die
zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de
hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht." Zijn vader zei
tegen hem: "Mijn jongen, jij bent altijd bij me en alles wat van mij
is, is van jou. Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij
zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was
verloren en is teruggevonden."
Door de vader aangenomen
Door deze gelijkenis, in Lukas 15:11-24, wil Jezus de
liefde van de Vader tegenover zondaren illustreren. “En toen
hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke
ontferming bewogen; en toelopende, viel hem om zijn hals, en kuste
hem.” Lukas 15:20. De vader zei tot zijn slaven dat zij het
beste kleed moesten brengen en hem een ring aan zijn hand zouden
doen(teken van lidmaatschap). De verloren zoon werd volledig in ere
gesteld als zoon van het gezin. Op het moment waarop een mens in Jezus
Christus gelooft als zijn persoonlijke Verlosser heeft die mens het
recht voor altijd in Gods tegenwoordigheid te leven. De eeuwigheid
opent zich voor hem. Op het moment dat iemand Jezus aanvaardt als zijn
Verlosser, ontvangt hij het kleed van Christus gerechtigheid en wordt
hij door de Vader aangenomen als Zijn eigen zoon. Hij is overgegaan van
de dood tot het leven.
De vader zei: “Want deze mijn zoon was dood, en is weer
levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden!” Lukas
15:20. God bemint de mens die het offer van Christus aanvaardt precies
zoals Hij Zijn eigen Zoon bemint. Het zou de Vader niet bevredigen als
Hij Zijn kinderen minder zou behandelen dan Hij Zijn eigen Zoon zou
behandeld. De Schrift zegt: “Zo is er dan nu geen verdoemenis
voor hen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen,
maar naar de Geest. Want de wet van de Geest des levens in Christus
Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des
doods.” Romeinen 8:1,2. Wij zijn dan gerechtvaardig door God,
door het geloof in Christus Jezus. Dat wil zeggen: God heeft ons
vrijgesproken van onze zondeschuld. Wij zijn vrij, wij zijn verloste
zondaars. Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft zult u werkelijk vrij
zijn. U bent niet meer een slaaf van de zonde. Dit punt moet zo
duidelijk zijn, als het opkomen van de zomerse zon.
“Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het
hout; opdat wij, aan de zonden afgestorven zijnde, voor de
gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen
zijt.” 1 Petrus 2:24. Wat wilt Petrus hiermee zeggen? Wat
kunnen wij hieruit leren?
1: Jezus heeft onze zonden in Zijn lichaam aan het kruis gedragen.
2: Dat wij voortaan van de zonde zijn afgestorven.
3: Dat wij nu voor de gerechtigheid zullen leven.
“Wat is gerechtigheid? Gerechtigheid is ‘goed
doen’. Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en
wat eist de HEERE van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te
hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God?” Micha 6:8. In
de tijd van de slavenhandel werd een jongeman te koop aangeboden. Hij
vroeg zich af of de man die hem kocht, wreed of vriendelijk zou zijn.
Hij was gezond en sterk en bracht hierdoor een hoge prijs op, op de
slavenmarkt. Toen de koper hem kwam halen stond hij verbaasd. In plaats
van om met zijn koper naar huis te gaan, hoorde hij hem zeggen:
‘Je kunt gaan. Je bent vrij. Ik heb je gekocht om je vrij te
laten.’ De jongeslaaf viel op zijn knieën en zei:
‘O mijn heer, laat mij u dienen zolang ik leef, niet als een
slaaf, maar in dankbaarheid aan u voor mijn vrijheid.’ Gods
liefde en vergeving zijn gaven die wij niet verdienen. God heeft de
mensen de vrijheid gegeven Zijn vergeving te aanvaarden of te
verwerpen. Wanneer iemand het moeilijk vindt om te geloven dat God hem
heeft vergeven, dan moet hij eens goed nadenken over het voorval aan
het kruis. Als Jezus een stervende misdadiger kon vergeven, zal Hij
beslist iedereen die berouw heeft vergeven.
“En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien gij iets
hebt tegen iemand; opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, u uw
misdaden vergeve. Maar indien gij niet vergeeft, zo zal uw Vader, Die
in de hemelen is, ook uw misdaden niet vergeven.” Markus
11:25,26. Eén van Gods bedoeling van vergeving is dat wij
onszelf beginnen te respecteren als Zijn kinderen en door Zijn liefde
een gevoel van eigenwaarde krijgen. Wij hebben allen
één Vader, God. Wij hebben allen
één Heer, Jezus Christus. Als God ons zegt om te
vergeven heeft Hij het zelf al gedaan. De apostel Paulus zegt dat God
Zich met ons verzoend heeft toen wij nog vijanden waren, Romeinen 5:10.
God heeft de mens het vermogen gegeve om lief te hebben. Hij heeft de
mens het vermogen gegeven om Zijn vergeving te aanvaarden om ook te
kunnen vergeven. Maar Hij zal ons nooit dwingen Zijn vergeving te
ontvangen. Maar als wij Hem aanvaarden worden wij krachtig en sterk in
het geloof zodat wij anderen kunnen vergeven. Het zijn niet onze
woorden, maar onze daden die bewijzen of wij Gods vergeving hebben
aanvaard.

READ
THE BOOK - THE
BIBLE CHANGE YOUR LIFE