Afbeelding Missale Romanum - 043
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under onder de titel Adnotationes et
Meditationes in Evangelia ("Notes and Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE SPIJZIGING VAN DE
5000

Mattheüs 14, Markus 6, Lukas 9, Johannes 6
Uit het evangelie volgens
Mattheüs
13 Toen Jezus hiervan hoorde, week hij per boot uit naar een afgelegen
plaats waar hij alleen kon zijn. Maar de mensen kwamen het te weten, en
vanuit de steden volgden ze hem over land. 14 Toen hij uit de boot
stapte en de grote menigte zag, voelde hij medelijden met hen en hij
genas hun zieken.
15 Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar hem toe en
zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur
de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te
kopen.’ 16 Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg,
geven jullie hun maar te eten.’ 17 Ze antwoordden hem:
‘We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee
vissen.’ 18 Hij zei: ‘Breng ze mij.’ 19
En nadat hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten,
nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel,
sprak het zegengebed uit en brak de broden; hij gaf ze aan de
leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen. 20 Iedereen
at en werd verzadigd, en toen ze de stukken brood die over waren
ophaalden, hadden ze twaalf manden vol. 21 Er hadden ongeveer
vijfduizend man gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld.
22 Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en
alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de
mensen had weggestuurd. 23 Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de
berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar
helemaal alleen. 24 De boot was intussen al vele stadiën van
de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind, door de
golven geteisterd. 25 Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen
toe, lopend over het meer. 26 Toen de leerlingen hem op het meer zagen
lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een
spook!’ en schreeuwden het uit van angst. 27 Meteen sprak
Jezus hen aan: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet
bang!’ 28 Petrus antwoordde: ‘Heer, als u het bent,
zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’ 29
Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep
over het water naar Jezus toe. 30 Maar toen hij voelde hoe sterk de
wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit:
‘Heer, red me!’ 31 Meteen strekte Jezus zijn hand
uit, hij greep hem vast en zei: ‘Kleingelovige, waarom heb je
getwijfeld?’ 32 Toen ze in de boot stapten, ging de wind
liggen. 33 In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden:
‘U bent werkelijk Gods Zoon!’
34 Toen ze overgestoken waren, gingen ze aan land bij Gennesaret. 35 De
mensen daar herkenden hem en maakten zijn komst overal in de omgeving
bekend, en men bracht allen die ziek waren bij hem. 36 Die smeekten hem
alleen maar de zoom van zijn kleed te mogen aanraken. En iedereen die
dat deed werd genezen en was volkomen gezond.
Verhaal voor
de kinderen: De wonderlijke maaltijd
"Mama, waar gaan we naar toe? Ik ben zo moe, we moeten al zo lang
lopen."
"Ja, jongen", zegt moeder, "ik weet niet hoelang we nog moeten lopen."
"Ja maar mama, waarom doen we dit dan? En waarom weet u niet hoe lang
we nog moeten lopen?"
"Weet je waarom we lopen, lieve jongen? We lopen achter Jezus aan. Je
weet wel Die bijzondere profeet Die zo mooi kan vertellen en Die ook al
die zieke mensen beter maakt. We willen zo graag nog meer van Jezus
horen en nog meer wonderen van Hem zien."
"Ja mama, maar waar is Jezus dan nu?"
"Lieve jongen", zegt mama. "Jezus is in een boot gestapt en weggegaan.
Hij was heel verdrietig, want die mannen die net bij Hem kwamen hebben
Hem iets heel ergs verteld."
"Ze vertelden dat koning Herodes Zijn vriend Johannes de Doper heeft
vermoord."
"Je weet wel dat is die andere profeet die ook zo mooi kon vertellen."
"O, dat is erg mama, wat een stoute koning. Waarom deed hij dat dan?
Die Johannes kon ook zo mooi vertellen. En nu heeft de koning hem dood
gemaakt, waarom dan mama?"
"Ik weet het niet jongen", zegt mama. "Ik weet ook niet precies wat er
is gebeurd. De koning had Johannes al gevangen genomen, maar waarom hij
hem vermoord heeft weet ik niet, misschien dat we dat nog wel horen."
Jezus weet het Zelf ook nog maar net."
"Maar nu gaan we achter Jezus aan. Hij zal best nog wel meer verhalen
vertellen over God. Die noemt Hij Zijn Vader. We zijn best wel
nieuwsgierig naar wat Hij verteld."
"En misschien maakt Hij ook nog wel meer mensen beter."
"Maar nu is Jezus in een boot gestapt en weggegaan en nu proberen we
Hem te volgen."
Nou dat is best wel waar wat mama zegt. Zelfs ik kan sommige verhalen
van Jezus begrijpen. Maar ik vind wel dat we nu een heel eind moeten
lopen.
Maar kijk daar zie ik het bootje van Jezus weer. Ja, volgens mij is
Jezus daar uit het bootje gegaan.
Daar is het wel een heel erg ruige plaats. Ik denk dat Jezus daar is om
te huilen omdat Zijn vriend dood is.
Maar gelukkig zijn we bijna bij dat bootje van Jezus en daar is Jezus
vast ook wel.
Maar als ik zoveel verdriet had, dan zou ik helemaal niet meer tegen al
die mensen kunnen praten.
Of zou Jezus wel al die zieke mensen die bij ons lopen zielig vinden?
Misschien dat Hij die mensen wel beter wil maken.
Net als die man die naast mij loopt, die loopt helemaal te strompelen.
Ik zal eens aan hem vragen wat er met hem is.
"Meneer, heeft u een zere been?"
"Ja jongen", antwoord de man. "Dat heb ik heel mijn leven al. En nu
hoop ik dat Jezus mij beter kan maken."
"O, dat hoop ik ook voor u"
O, kijk ik zie dat we nu bij de boot zijn. En Jezus is daar vlakbij en
Hij kijkt nu naar al die zieke mensen. Ik kan aan Zijn gezicht zien dat
Hij het zielig vindt. En kijk nou, Hij laat alle zieke mensen bij Hem
komen en Hij maakt ze allemaal beter. Ook die man van daarnet. Volgens
mij vond Hij het helemaal niet erg dat wij achter Hem aangelopen zijn.
Maar toch moest Hij wel erg verdrietig zijn omdat Zijn vriend dood is.
Zou Hij die zieke mensen belangrijker vinden dan Zijn eigen verdriet?
Wat is Die Jezus toch een bijzondere man. Ik zou eerst gaan als
één van mijn vriendjes dood zou zijn.
Ik ben wel blij dat ik met mama zo vooraan sta. Nu kan ik alles goed
zien.
Ondertussen wordt het al wel heel laat. Jezus maakt zoveel mensen
beter, de tijd vliegt om en het begint zelf al avond te worden.
Hé nu komen die mannen die altijd bij Jezus zijn naar Hem
toe. Ik kan niet erg goed verstaan wat ze zeggen maar ze hebben het
over eten. Nou, dat lust ik ook wel. Het is al erg laat en ik begin ook
honger te krijgen. Maar nu kan ik het wel horen.
"Zullen we de mensen weg sturen, zodat ze eten kunnen gaan kopen, want
het is al laat.", zegt één van die mannen.
"Nee", zegt Jezus, "dat is helemaal niet nodig, geven jullie die mensen
maar te eten."
"Maar", zeggen de mannen, "we hebben niets meer dan vijf broden en twee
vissen!"
"Breng dat maar hier", zegt Jezus
"Mensen", zegt Jezus, gaan jullie allemaal maar op het gras zitten, dan
gaan we eten."
En Jezus kijkt naar de hemel en zegent de vijf broden en de twee vissen.
"Maar mama, dat is toch nooit genoeg voor ons allemaal?"
"Nee, jongen dat is het inderdaad niet, maar laten we maar kijken wat
Jezus doet", zegt moeder.
Kijk nu, Jezus blijft maar breken van het brood en de vissen. O, kijk
wij krijgen ook. Ik snap er niets meer van. Jezus kan alles! Hij kan
niet alleen zieke mensen beter maken, maar Hij geeft ons ook allemaal
te eten.
"Mama, ik snap er niets van hoe dit kan, maar ik heb nu wel genoeg
gegeten."
"Ja jongen, ik begrijp het ook niet. Moet je nu eens kijken. Iedereen
is klaar met eten en nu is er nog heel veel over. Die mannen gaan alles
ophalen wat over is. Dat zijn nog hele manden vol. Deze Jezus is toch
wel een heel bijzondere profeet van de Heere."
Zo beste kinderen dat was een echt gebeurd verhaal uit de Bijbel. Wat
de mensen toen niet begrepen was dat Jezus, Gods Zoon was. En Gods Zoon
deed deze wonderen om te laten zien dat Hij Gods Zoon was. Er was met
al die wonderen maar één bedoeling: de mensen
moesten in Hem gaan geloven. En zoals Jezus alle mensen die ziek waren
beter maakte en de mensen heel veel eten gaf, zo wil Jezus nu nog voor
ons zorgen.
Ook nu maakt Jezus nog mensen beter. Maar Hij doet nog veel meer. Hij
wil ons helemaal beter maken van alle verkeerde dingen die wij doen.
Want daarvoor is Hij eigenlijk gekomen. En al die andere dingen deed
Hij om de mensen te laten geloven dat Hij de beloofde Zoon van God was.
Hij heeft de straf voor jouw en voor mij willen dragen. God had toch
gezegd dat we allemaal straf zouden krijgen omdat we ongehoorzaam zijn?
Nu is Jezus gekomen om voor ons de straf te dragen. En Hij wil dat ook
jij in Hem gelooft.
Daarom laat jij ons ook zien welke wonderen Hij deed, zodat jij en ik
zouden geloven dat Jezus de Zoon van God is. En alleen als we geloven
dat Jezus de Zoon van God is en dat Hij is gekomen om voor onze
verkeerde dingen de straf te dragen, kunnen we in de hemel bij Hem
komen. Die straf die droeg Hij door aan het kruis te sterven, terwijl
Hij nooit verkeerde dingen had gedaan.
En jij en ik kunnen nooit onze straf van God voorkomen. God moet ons
straffen omdat we ongehoorzaam zijn. Maar als je in Jezus gelooft, dan
krijg je geen straf, maar de beloning die je krijgt omdat Jezus jouw
straf heeft gedragen. Maar als je dat niet geloofd, dan krijg je voor
altijd straf van God. Dan zul je altijd pijn hebben. Nooit zal daar dan
meer een einde aan komen. Weet je hoe je nou kunt geloven in Jezus?
Door aan Hem te vragen of Hij jouw dat wil leren.
De
wonderbaarlijke spijziging
In het Nieuwe Testament Bijbelhoofdstuk : Marcus 6: 41 - 44
staat over de 'De wonderbaarlijke spijziging': En Hij nam de vijf
broden en de twee vissen, zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en
brak de broden en gaf ze aan de discipelen, dat die ze hun zouden
voorzetten en de twee vissen verdeelde Hij onder allen. En zij aten
allen en werden verzadigd. En zij raapten de brokken op, twaalf manden
vol, en ook van de vissen. En die de broden gegeten hadden, waren
vijfduizend man. 'De wonderbaarlijke spijziging' was een veel
voorkomend onderwerp in de Nederlandse kunst omdat liefdadigheid en de
nood der armen belangrijke deugden waren. Ook in wederopbouw jaren was
deze thematiek, vanuit maatschappelijke overwegingen, populair.
Kunstenaar: Jan Frearks van der Bij
Titel: De wonderbaarlijke spijziging
Locatie: C.S.G. Liudger, Splitting 17 in Drachten
Materiaal: Stukjes keramische tegel
Soort kunstwerk: Mozaïek
Jaartal: 1979
Jan Frearks van der Bij is
in 1922 te Drachten geboren. Hij is autodidact en maakt voornamelijk
schilderijen en tekeningen. Hij was lid van Yn 'e line Dat was een
groep van vijf zich aan elkaar verwant voelende expressionistische
kunstenaars die vaak samen hun werk exposeerden. De groep bestond van
ongeveer 1950 tot 1970. Hij heeft daarnaast in de jaren vijftig, zestig
en zeventig monumentale opdrachten gerealiseerd, met name
mozaïeken en wandschilderingen. In de gemeente Smallingerland,
maar ook in de rest van de provincie zijn verschillende kunstwerken van
hem te zien.
In de jaren 70 van de vorige eeuw
was hij een college van mij op de Rehoboth-Mavo in Drachten. Hij had
een tijdje z'n tekenlokaal naast mijn godsdienstlokaal in het houten
Noord-Oost Kerkje aan de Klokhuislaan. Bewaar dierbare herinnering aan
hem.

READ
THE BOOK - THE
BIBLE CHANGE YOUR LIFE