De Tien Geboden - HET
ACHTSTE GEBOD

De Bijbel is
niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan
lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat
zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel
beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van
God:
1 2
3 4
5 6
7 8
9 10

Volgens het boek
Exodus, ontving Mozes op de top van de berg Horeb in de woestijn
Sinaï van de HERE ofwel JHWH op twee stenen tafels
Gij zult niet stelen
Sleutelwoorden:
oprechtheid,
rechtvaardigheid,
gerechtigheid

Uitwerking
-
Wees eerlijk met declaraties, ga zorgvuldig met uw
(werk)tijd om, bereken meer- en minderwerk correct.
- Hoedt u voor politieke diefstal: met het idee van een
collega aan de haal gaan en haar verkopen als uw eigen
voorstel.
- Wie zich onterecht ziek meldt steelt gemeenschapsgelden.
- Zorg voor een eerlijke en billijke beloning en
zorgvuldige inzet van winst uit arbeid en vermogen.
- Eerlijk zakendoen.

Aandachtspunten
God
is de HEER van de schepping.
Gebruik
zorgvuldig de schepping, met
Voorkoming van uitputting en overproductie. Eerst denken, dan
doen.
God regeert de wereld(politiek). Hij is het begin en het
einde.
Heb God lief en niet het geld. Verslinger je niet aan idolen.
Winst is een levensmiddel geen levensdoel. Wees geen slaaf
van geld.
Het eigen ego is een afgod. Verhef je nimmer boven de ander.
Breng offers aan God, niet aan de zakelijke carrière. Geen
torens van Babel.

Redenen
om met het
bovenstaande rekening te houden
Oorspronkelijk
had het woord 'stelen' betrekking op het roven van mensen: zich van
iemand meester maken, een vrije mens ontvoeren om hem als slaaf te
verkopen. Het waren praktijken die in de tijd waarin deze woorden
geschreven werden, nog volop beoefend werden. In het begin werd dus
niet de gelddief, maar de mensendief geviseerd. Daar beschermt dit
woord niet de bezitters, maar het komt op voor de rechtelozen.
Tot op vandaag worden mensen 'gestolen'. Onschuldige mensen worden
ontvoerd en gegijzeld. Vliegtuigkapingen kunnen mensen
dagenlang in spanning houden. Onder de terreur van militaire regimes
'verdwijnen' tienduizenden zonder proces. Bepaalde volken en
groepen worden onderdrukt door zovele vormen van geweld. Mensen worden
opgesloten en van hun vrijheid beroofd. Er is vandaag zelfs nog sprake
van kinderarbeid. We horen hoe overal ter wereld vrouwen en
kinderen de wereld van de prostitutie ingedreven worden om zich te
laten 'gebruiken'. Er zijn ook andere, minder spectaculaire vormen van
'mensenroof'. Persoonlijke relaties tussen mensen worden vaak door een
of andere vorm van 'bezitsdenken' 'ontmenselijkt'. 'Mijn kind', 'mijn
vrouw' als een verstikkende omklemming. 'Ik krijg je nog wel' als een
dreigende vuist. Mensen worden soms 'gebruikt' als een wegwerpvoorwerp,
interessant zolang zij / hij bruikbaar is.
En hoe kan iemand zichzelf ontplooien, als men hem niet de
materiële mogelijkheden biedt om zijn
eigen leven te leiden? Gaandeweg kreeg dit 'woord van God' een nieuwe
dimensie: vrijheidsberoving heeft ook iets te maken met het ontnemen
van dingen die je voor het leven nodig hebt. Je bent al op weg daartoe,
als je iets van zijn bezittingen ontvreemdt. Van zijn eigenheid naar
zijn eigendom. Van 'een mens stelen' naar 'een mens bestelen'. Denk
slechts aan auto- en fietsdiefstallen. Inbraak en diefstallen nemen
toe. Warenhuizen hebben dagelijks met diefstallen te maken. Naast de
kruimeldiefstallen zijn er de brutale roofovervallen.
Er is
ook de witteboordencriminaliteit. Met het aanvaarden van
steekpenningen, smeergeld en snoepreisjes weten bepaalde individuen
zich onrechtmatig te verrijken. Mensen knoeien bij het invullen van
schadeformulieren of ziekenbriefjes.
Privé-gesprekken worden gevoerd tijdens de
werkuren, enzovoort. Onrecht en corruptie lijken wel in ons systeem
ingebakken. Denk maar aan oneerlijke handelspraktijken, geraffineerde
vormen van reclame en verkooptechnieken, je schulden niet betalen of je
schuldeisers jarenlang laten wachten, je mond houden als men je per
ongeluk te weinig aanrekent. Zoveel onrecht wordt gecamoufleerd of
goedgepraat met 'zaken zijn zaken', 'ik moet al genoeg afdragen',
‘iedereen doet het'...
Waar
bezit nodig is om een vrij mens te kunnen worden, kan aan de andere
kant dat bezit het een mens ook wel eens onmogelijk maken om echt vrij
te zijn. Het kan hem tot slaaf maken. Dit is niet zozeer het geval voor
de armen en de kleinen, maar veeleer voor de hebbers en de houders.
Er is nog een derde laag in de betekenis van dit gebod. In het Eerste
Testament wordt telkens weer in alle toonaarden herhaald: deze aarde is
van God, en dus van ons allen samen. Alles komt van God en moet ter
beschikking staan van ons allen. Wij zijn geen eigenaars, maar slechts
rentmeesters van wat ons werd toevertrouwd. Van huize uit
behoren de goederen van deze wereld aan niemand in het bijzonder, maar
ze zijn er voor héél de mensheid. Dit betekent
dat mensen die zoveel bezitten dat anderen niets hebben, aan die
anderen tekortdoen. Er bestaat zoiets als de sociale gebondenheid van
de eigendom. Zo hebben eigenaars van productiekapitaal de plicht dit
kapitaal bereidwillig en verantwoord in te zetten.
Het
is ook een plicht van de eigen overvloed aan de noodlijdenden te geven.
In de Middeleeuwen werd een niet gering deel van de bevolking verzorgd
door middel van aalmoezen. Tegenwoordig wordt de sociale gebondenheid
van de eigendom grotendeels gerealiseerd door belastingen die
progressief stijgen met het inkomen. Het individu kan thans zijn
sociale verplichtingen niet nakomen door alleen maar aalmoezen te
geven. Bovendien blijft de solidariteitsverplichting gelden: hij moet
de noodlijdenden helpen.
Dit kan hij concreet realiseren door…het verbod te stelen;
bij diefstal spelen verschillende motieven een rol: macht,
geldingsdrang, een ziekelijke neiging, afgunst, hebzucht, genotzucht,
egoïsme. Tegenwoordig wordt diefstal vaak niet meer gezien als
een vergrijp, maar veeleer als een onbelangrijk delict. Plannen
bedenken die ingaan tegen de economische existentie van de medemens,
legaal en onrechtmatig schenden van eigendom zijn tegenwoordig aan de
orde van de dag in het economische leven. Aan de morele en wettelijke
plicht gestolen goed terug te geven, wordt vaak niet eens meer gedacht.
Het
verbod andermans eigendom te beschadigen; niet alleen het stelen, maar
ook het vernielen van eigendom schaadt de naaste. Het is niet alleen
gericht tegen objecten, maar het is ook een inbreuk op de rechten van
de persoon, want eigendomsrecht is uiteindelijk een toepassing van de
persoonsrechten tot in de zakenwereld. De essentie van het vergrijp
ligt in het onrecht dat de medemens aangedaan wordt. Daarom hoort de
ondoelmatige en slordige omgang met machines en installaties op het
werk evengoed bij het gebod dat diefstal veroordeelt.
Het
verbod bedrieglijk te handelen; een onrechtmatige toe-eigening of
beschadiging van andermans eigendom gebeurt vaak door bedrog. Dat
begint bij valsheid in geschrifte en gaat via verduistering en allerlei
vormen van oplichterij tot de meest verschillende manieren van
oneerlijke concurrentie.
Het respecteren van geestelijke eigendom; hieronder valt het
respecteren van octrooirechten en auteursrechten.
De
plichten tegenover maatschappelijke eigendom; maatschappelijke eigendom
moet net zo goed gerespecteerd worden als persoonlijke eigendom. Dit
houdt in dat volgende zaken eigenlijk niet horen: misbruik van het
sociale verzekeringssysteem, verzekeringsbedrog, belastingontduiking,
smokkel, zwartrijden, vandalisme…
de inachtneming van de ecologische houdbaarheid.
De
opbouw van een wereldwijde sociale gerechtigheid. God heeft de aarde
met alles wat ze bevat geschapen voor alle mensen en alle volkeren.
Daarom moeten de goederen der aarde zo ontgonnen en verdeeld worden,
dat alle mensen menswaardig kunnen leven. De basisprincipes voor de
opbouw van rechtvaardige internationale economische betrekkingen zijn:
rekening houden met het welzijn van zwakkere en armere volkeren, zorgen
voor gerechtigheid en ontwikkeling van de benadeelde volkeren. Men moet
streven naar een samenwerking van partners die zoveel mogelijk gelijke
kansen hebben.
Het blijkt dat we ten
aanzien van onze eigen belangen wel overal rekening mee houden.

UIT DANKBAARHEID GAAN VOOR HET
BESTE RESULTAAT
Nadat de God des hemels
vanaf de berg Sinaï met donderende stem de geboden had
uitgesproken aangaande de ware aanbidding van Hem, en de wetten die de
meest heilige zaken van de mens beschermen – het gezin, het
huwelijk en het menselijk leven zelf – gaf God het achtste
gebod. Dit is Gods wet waardoor alle particuliere eigendommen en
bezittingen worden beschermd:
Exodus 20:15 Gij zult niet stelen.
Omdat
de mensen niet geloven dat
de God die dit gebod gaf werkelijk bestaat, en niet vrezen Zijn wetten
ongehoorzaam te zijn, is er meer letterlijke diefstal dan ooit. Wij
overtreden het achtste gebod evenwel ook op honderden andere manieren
door een verwaterd stelsel van morele wetten.
Na de bespreking van een of ander laag plan om een concurrent of een
klant te bedriegen, halen zakenlieden de schouders op en zeggen: "Ach,
dat is gewoon zaken doen." Of na een vergadering over onjuist meten,
slechte kwaliteit of misleidende reclame zal een zakenman opmerken:
"Wat maakt het uit? Als ik het niet doe, doet een ander 't wel." Er
wordt heel wat uitgedacht om wetten en regels oneigenlijk te gebruiken
of te misbruiken om zichzelf te verrijken. Bij het bedriegen van de
overheid of bij het doen van valse belastingaangifte sust men zijn
geweten meestal met de woorden: "Laat de regering maar wat zuiniger aan
doen. Ze pikken toch al te veel geld in. Dus wat geeft het?"
Ja, wat geeft het? Dat is toch "gewoon zaken
doen"?
Welnu,
het zijn toevallig ook
zaken die God aangaan – en Hij heeft een wet in werking
gesteld die luidt: "Gij zult niet stelen."
Wanneer
u Gods wet schendt,
schendt zij u! Want Gods wetten zijn levend en actief –
evenals de wet van de zwaartekracht. Wanneer u ze overtreedt, volgt
automatisch de straf.
Het recht op eigendom
Overeenkomstig Gods Woord en Zijn wet bestaan er slechts twee
rechtmatige manieren om in het bezit van iets te komen. De eerste is
door een schenking – of een erfenis – van een ander
mens, dan wel van God zelf. De tweede is door eerlijke arbeid, waardoor
iets als rechtmatige terugbetaling wordt verkregen. Iedere andere
manier is diefstal: iets wegnemen wat een ander toebehoort.
Het
achtste gebod erkent het
rechtmatig verwerven van bezit en verbiedt diefstal. Het is belangrijk
hierbij op te merken dat het achtste gebod in principe alle vormen van
communisme verbiedt die het recht van de mens op eigendom afwijzen.
Tevens verbiedt dit gebod internationale diefstal, waarbij regeringen
met toepassing van geweld eigendommen en bezittingen van hun eigen
onderdanen of die van andere naties verbeurd verklaren en stelen. En
tot onze voortdurende schande moet worden gezegd dat wat dit betreft
alle naties schuldig zijn aan het schenden van Gods wet!
De mensen leren tegenwoordig op enorme schaal en in georganiseerd
verband te stelen. Niet alleen pikken zij duizenden artikelen uit
warenhuizen, winkels, scholen en zelfs kerken, maar ook organiseren
jonge mensen regelmatig ingewikkelde systemen van bedrog bij
proefwerken en examens op scholen en universiteiten. Omdat men daar in
het algemeen niet al te ongerust over is, verbreidt deze praktijk zich
ongehoord snel. Maar wat deze jonge mensen wellicht niet is verteld, is
dat zij door dit bedrog op een onrechtmatige wijze voor een examen
slagen of een bevoegdheid verwerven – en dat is stelen. Het
is een directe schending van het achtste gebod van God!
De
industrieel of winkelier die
onjuiste maten en gewichten gebruikt, of die een slechte kwaliteit of
ondeugdelijk werk levert om het publiek te bedriegen, is even schuldig
aan schending van het achtste gebod als een gewone dief! Hij probeert
meer voor zijn product te krijgen dan wat hem rechtmatig toekomt. Gelet
op de onrechtmatige winsten die hij hoopt te maken, probeert hij iets
extra's voor niets te krijgen. In principe doet hij niets anders dan
stelen! In hoeveel duizenden gevallen dit type wetteloosheid en bedrog
wordt toegepast weet God alleen.
Diefstal door misleidende reclame
Een van de grootste commerciële zonden van onze tijd is de
algemene praktijk van misleidende reclame. Men brengt de consument in
de verwachting dat bijvoorbeeld een bepaalde 'pil' hem zal doen
afvallen of aankomen, zijn potentie zal vergroten, zijn dunner wordend
haar zal genezen, of wat ook het geval mag zijn. En in de meeste
gevallen is die bewering zonder enige twijfel een verdraaiing van de
feiten.
Een
dergelijke
handelwijze is in feite stelen van mensen die geld uitgeven om het
beloofde resultaat te bereiken.
In veel gevallen worden de slachtoffers van een dergelijk grootscheeps
bedrog niet alleen van hun geld beroofd, maar tevens van hun
gezondheid, geluk en gemoedsrust. Menig 'gerespecteerd' zakenman of
maatschappelijk leider heeft zijn positie grotendeels bereikt door
soortgelijke massale misleiding en diefstal!
Onze
naties en volken dienen de
ogen te openen! Al kan men een zonde aan de buitenkant als
'respectabel' doen voorkomen, vergeet niet dat God de ware Rechter is.
De
Almachtige zegt:
1
Corinthe 6:9 Of weet
gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet
beërven zullen? afgodendienaars, overspelers, schandjongens,
knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of
oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.
Laat
er geen misverstand over
bestaan, het is Gods wil dat Zijn dienstknechten voorspoedig zijn in
materiële rijkdom zolang zij deze op eerlijke wijze verwerven
en niet hun zinnen erop zetten. De apostel Johannes schreef: "Geliefde,
ik bid, dat het u in alles wel ga en gij gezond zijt, gelijk het uw
ziel wel gaat" (3 Joh. 1:2).
Bezoedelde welvaart
Bovendien moeten wij ons realiseren dat de rijkdom van een industrieel
die is bezoedeld door een onnodig hoog aantal dodelijke
bedrijfsongevallen in zijn fabrieken, onrechtvaardig verkregen winst
is, en in het licht van Gods wet is hij gebrandmerkt als een dief, zo
niet als een moordenaar!
Het
beginsel van het achtste
gebod wordt in de verhouding tussen kapitaal en arbeid keer op keer
geschonden. Jakobus werd geïnspireerd de oneerlijke werkgever
te waarschuwen:
Jakobus
5:4 Zie, het
loon, dat door u is ingehouden van de arbeiders, die uw landen hebben
gemaaid, schreeuwt, en het geroep van hen, die uw oogst hebben
binnengehaald, is doorgedrongen tot de oren van de Here Sebaot [dat is
de Here der heerscharen, waarmee Hij Zijn macht en kracht aanduidt, die
Zijn oordeel nog verschrikkelijker maken].
Het
is evenzeer waar dat menige
werknemer zijn werkgever berooft! Hij doet dit door zijn loon in
ontvangst te nemen zonder er een eerlijke, volwaardige arbeidsprestatie
tegenover te stellen. En dat is stelen!
De werknemers in de Westerse wereld, die een overmatig deel van hun
arbeidstijd doorbrengen met 'koffiepauzes' en 'rookpauzes', zijn er de
oorzaak van dat onze industrieën in de wereldomvattende
handelsoorlog van tegenwoordig ernstig worden benadeeld. Dit gebrek aan
productiviteit is van invloed op het lot van de Westerse volken!
Het
achtste gebod van de
Almachtige God bevat een boodschap voor zowel kapitaal als arbeid. Voor
het kapitaal: "Een eerlijk dagloon voor een dag eerlijke arbeid." Voor
de arbeid: "Een dag eerlijke arbeid voor een eerlijk dagloon."
Het
stelen van een medemens is
evenwel niet het enige principe dat in het achtste gebod ligt besloten.
God is eigenaar van veel meer bezit dan enig mens.
Haggai
2:9 Van Mij is
het zilver en van Mij is het goud, luidt het woord van de Here der
heerscharen.
Stelen van God
In Maleachi 3, waar God spreekt tot het hedendaagse Jakob of
Israël (vers 6), verklaart Hij:
Maleachi
3:8 Mag een
mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven
wij U? In de tienden en de heffing.
Hier
beschuldigt God de Westerse
volken van deze tijd ervan dat zij hun Schepper en Zijn Werk beroven!
Geen wonder dat er zo weinig ware religie op aarde is overgebleven!
Geen wonder dat er zoveel verwarring en bedrog is in de naam van het
christendom!
God vervolgt:
Vers
9 Met de vloek
zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel.
10 Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er
spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der
heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen
en zegen in overvloed over u uitgieten.
Dit is een krachtige uitdaging van de Almachtige God!
God
zegt dat Hij u zal zegenen
wanneer u – volgens Zijn gebod – door geloof in Hem
en in Zijn Woord begint tienden te betalen. Er kunnen letterlijk
honderden voorbeelden worden genoemd waaruit blijkt dat God inderdaad
de tiendenbetaler zegent, ook in materieel opzicht. Hij doet dit niet
altijd onmiddellijk. Wellicht moet u Hem eerst enige tijd gehoorzamen
en geloof tonen. Maar als u Hem dient, Hem gehoorzaamt, Hem vertrouwt,
zal God Zijn deel van de overeenkomst uitvoeren. Uw zegen zal zeker
komen!
De positieve toepassing van het gebod
De positieve toepassing van het achtste gebod vindt men in de
nieuwtestamentische brief aan de Efeziërs.
Efeze 4:28 Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne
zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij
iets kan mededelen aan de behoeftige.
Enerzijds wordt in deze passage stelen veroordeeld. Anderzijds worden
werken en geven geschetst als de levenswijze die door de positieve
toepassing van Gods gebod wordt voorgeschreven.
Eigendom en bezit moeten worden verworven door eerlijke arbeid
– niet louter om persoonlijke verlangens en behoeften te
bevredigen, maar opdat eventuele overvloed vrijwillig aan een broeder
in nood wordt geschonken. De diepste intentie en geest van Gods wet
impliceren dat iemand niet alleen steelt door zich iets van een ander
toe te eigenen, maar evenzeer door te weigeren arbeid te verrichten
teneinde de vruchten daarvan met anderen, die in nood verkeren, te
delen! De ware christen behoort bij te dragen in de noden der heiligen
en zich toe te leggen op gastvrijheid (Rom. 12:13). Als Gods verwekte
kinderen moeten wij worden als Hij (Matth. 5:48). En Jezus zei: "Mijn
Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook" (Joh. 5:17).
De
positieve les van het achtste
gebod is ook samen te vatten in deze allesomvattende woorden van Jezus,
de Christus: ,,Het is zaliger te geven dan te ontvangen" (Hand. 20:35).
Indien wij, door Gods Geest, werkelijk leren volgens deze woorden te
leven, zullen wij inderdaad de geest van het achtste gebod vervullen!
Het blijkt dat we ten aanzien van onze eigen belangen wel
overal rekening mee houden.

UIT DANKBAARHEID GAAN VOOR
INNOVATIE VAN JE HANDELEN
De profeet David was een man naar Gods hart (Hand. 13:22). David
schreef:
Psalmen
119:97 Hoe lief heb ik uw wet! Zij is mijn overdenking de
ganse dag.
David bestudeerde en overpeinsde Gods wet dagelijks! Hij leerde de wet
op elke situatie in het leven toe te passen.
Dit schonk hem wijsheid.
Vers 98 Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het
is altoos bij mij.
Gods wet wees David de weg die hij diende te gaan – schonk
hem een levenswijze.
Vers 105 Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op
mijn pad.
In deze 119e Psalm verklaarde David voortdurend hoe lief hij Gods wet
had en hoe hij deze wet als richtsnoer voor zijn leven gebruikte. Doet
u dat ook?
De meeste mensen is geleerd dat Gods wet is afgeschaft. Of anders heeft
u zich eenvoudig niet gerealiseerd dat het de enige levenswijze is die
de mens geluk en vreugde zal brengen. U wist niet dat Gods wet de
natuur en het karakter van God openbaart. En God gebiedt ons:
1 Petrus 1:16 … Weest heilig, want Ik ben heilig.
Bedenk dat christenen, de 'kleine kudde' van Jezus, worden aangeduid
als degenen, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus
hebben.
Openbaring 12:17 En de draak werd toornig op de vrouw en ging
heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de
geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben.
God geeft ons de volgende beschrijving van het karakter van Zijn
heiligen:
Openbaring 14:12 Hier blijkt de volharding der heiligen, die
de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren.
Indien u wilt worden gerekend tot Gods kinderen, dan dient u dit
levende geloof – dit gehoorzame geloof – in de
Almachtige God te hebben door Jezus Christus Zijn leven in u te laten
leven! Dan dient u Gods geestelijke wet, zoals die wordt geopenbaard in
de Tien Geboden, te begrijpen en te onderhouden, al is het ook met
vallen en opstaan.
Het blijkt dat we ten aanzien van onze eigen belangen wel overal
rekening mee houden. Met diezelfde vastberadenheid zouden we
ook de geest van het eerste gebod dienen te implanteren in onze
levenstijl.

TOT
BESLUIT DIT GEBOD
Vergeet niet de wet van Christus
"de wet van Christus" (1 Kor. 9:21)
Voor christenen is niet de wet van Mozes de leefregel. Hoe God wil dat
wij zullen leven vinden we in het Nieuwe Testament, in het onderwijs
van Jezus en in het onderwijs van de apostelen. Deze gedeelten
van de bijbel zijn immers rechtstreeks tot ons, christenen, gericht.
Het onderwijs van de apostelen vinden we in de brieven van het Nieuwe
Testament. Daar, en in het onderwijs van Jezus, staat hoe wij moeten
leven.
Wij moeten leren om de geboden van Jezus te onderhouden
(Mattheus 28:19). Ook op andere plaatsen spreekt de Here Jezus
over zijn geboden (Johannes 14:15,21; 15:10)
Jezus heeft ons een nieuw gebod gegeven (Johannes 13:34). Voor ons
geldt de eis der liefde, daar moeten we naar wandelen
(Romeinen 14:15). We zijn schuldig om lief te hebben (Rom.
13:8).
Wij moeten doen wat de apostelen ons in het Nieuwe Testament hebben
voorgeschreven. We moeten ons houden aan het onderwijs der apostelen.
- "Wie God kent hoort naar ons (de apostelen); wie uit God niet is
hoort naar ons niet"
(1 Johannes 4:6)
Jezus verwacht gehoorzaamheid van ons. "Wat noemt gij mij Here Here en
doet niet hetgeen Ik zeg" (Lucas 6:46). Als we Jezus Heer noemen dan
verwacht de Here Jezus ook dat we Hem als Heer gehoorzamen.
We moeten daders van het woord zijn (Jak. 1:22). We moeten doen wat in
de bijbel staat. Geloof en gehoorzaamheid horen bij elkaar.
In het onderwijs van de apostelen worden 9 van de 10 geboden van de wet
van Mozes herhaald en bekrachtigd. Alleen het sabbatsgebod ontbreekt.
Dat komt omdat het sabbatsgebod speciaal het teken was van het verbond
van Mozes. Wij staan als christenen niet onder dit verbond en daarom
vinden we in het Nieuw Testament geen enkele opdracht om de sabbat te
houden. Integendeel er wordt juist gewaarschuwd tegen het verplicht
houden van de sabbat (Kol. 2:16,17; zie ook Romeinen 14:5).
De leefregel voor de Christen wordt gevormd door de geboden van Jezus,
door het onderwijs van de apostelen, en de leiding van de Heilige Geest.
Ik ben de Heer uw God, gij zult geen afgoden vereren,
maar Mij alleen aanbidden.
“God is er”, aldus een eigentijdse vertaling. Zo
goed als dit een belofte is aan het volk Israël, zo goed is
het in de traditie van de Kerk een belofte aan het volk Gods geworden,
aan ieder die christen wil zijn. Het is de vraag om het hart naar God
toe open te houden, God recht te doen en de weg naar God toe niet te
blokkeren met voorstellingen en praktijken die ten koste van God gaan.
De Kerk heeft hier het recht op godsdienstvrijheid mee verbonden: ieder
mens moet vrij tot God kunnen gaan en zijn godsdienst in vrijheid
kunnen beleven.
De eis God niet gevangen te houden in eigen beelden en voorstellingen
blijft ook hier en nu onverminderd van kracht. Je kunt daarbij
bijvoorbeeld denken aan de vraag: in hoeverre vereren we de economie
als afgod?
Naar
een volgend gebod : 1
2 3
4 5
6 7
8 9
10
READ
THE BOOK - THE
BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE
WAARHEID - HET LEVEN
- FILM
- AUDIO