HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                                                                                     

De Tuin van Eden - Hof van Eden  - Paradijs

Herinneringen om te koesteren

Om de kinderen te laten kennismaken met de Bijbel werden er vroeger schoolplaten gebruikt. Aan de hand van de afbeeldingen op de schoolplaten kon de meester of de juf een verhaal uitleggen. 

Deze manier van les geven werd ook wel aanschouwingsonderwijs genoemd. Aanschouwen is een ander woord voor kijken. De meesten kennen het nog wel denk ik, die oude schoolplaten die vroeger in het klaslokaal hingen of uit een grote opbergkist achter in de klas tevoorschijn werden gehaald. Het was vooral dán steeds weer een verrassing. Wij kijken nu in de klas naar dia's of een videofilm in plaats van schoolplaten.

   Terug naar het overzicht van alle platen? Klik HIER

'Voorts plantte de Heere God een hof in Eden.'

(Genesis 2: 8)
1 Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. 2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. 3 God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.
4 Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen.

De tuin van Eden

In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, 5 groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken;
6 wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. 7 Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.

8 God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. 9 Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.

10 Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit. Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. 11 Een daarvan is de Pison; die stroomt om heel Chawila heen, het land waar goud gevonden wordt. 12 (Het goud van dat land is uitstekend, en er is daar ook balsemhars en onyx.) 13 De tweede rivier heet Gichon; die stroomt om heel Nubië heen. 14 De derde rivier heet Tigris; die loopt ten oosten van Assyrië. De vierde ten slotte is de Eufraat.

15 God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. 16 Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’

18 God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. 19 Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. 20 De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste. 21 Toen liet God, de HEER, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. 22 Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens.

23 Toen riep de mens uit:
‘Eindelijk een gelijk aan mij,
mijn eigen gebeente,
mijn eigen vlees,
een die zal heten: vrouw,
een uit een man gebouwd.’ 

24 Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt.
25 Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.

1 - Vertel over de Tuin van Eden  aan de kinderen

Ooit legde God een tuin aan in Eden. Het was een vruchtbare plaats. Er ontsprong een rivier in de tuin, die zich vertakte en de hele tuin omvloeide. Er groeide bomen in de tuin, die vruchten gaven. God schiep een mens, hij schiep er twee en liet hen wonen in de tuin


Lang geleden, voordat de wereld begon, was er overal duisternis. En dus besloot God om licht te laten schijnen in de duisternis. Het licht noemde hij ‘de dag’ en de duisternis ‘de nacht’. Eén dag was voorbij.
Toen scheidde God de watermassa’s en liet het land droogvallen. Op dit kale en levenloze land schiep God prachtige groene bomen en planten met kleurrijke bloemen en heerlijke vruchten. Hij vulde de vruchten met zaden, zodat er nog meer planten en bomen konden groeien.

God vond deze wereld mooi, dus ging hij verder en maakte twee lichten aan de hemelkoepel, die de zon en de maan gingen heten. Ze moesten de dag scheiden van de nacht en bovendien de jaargetijden aangeven en het verloop van dagen en jaren. God schiep de zon om overdag helder te stralen en de maan en de sterren om ’s nachts een zachter licht te geven.

‘Nu wil ik mijn wereld vullen met levende wezens,’ dacht God. Hij schiep vogels om door de lucht te vliegen, vissen om te zwemmen in de oceanen en allerlei soorten dieren, groot en klein, om over het land te trekken. Hij gaf ze opdracht jongen te krijgen en zich te vermenigvuldigen, zodat ze zich over de hele aarde zouden verspreiden. God was gelukkig met alles wat hij had gemaakt. En dus besloot hij mensen te maken: zij zouden van zijn schepping genieten en ervoor gaan zorgen.
God schiep eerst een man, die Adam heette. Hij zette Adam tussen de prachtige bomen en planten van de tuin van Eden. Daarna maakte God een vrouw, die Eva heette, om naast Adam te staan. Adam en Eva woonden gelukkig in de tuin van Eden en God zorgde voor alles wat ze nodig hadden.

Midden in de tuin stonden twee aparte bomen. De vruchten van de ene boom konden de mens het eeuwige leven geven, die van de andere boom inzicht in goed en kwaad. God zei tegen Adam: ‘Je mag eten van alle bomen in de tuin, alleen niet van de boom die inzicht geeft in goed en kwaad. Zodra je daarvan eet, zul je sterven.’
 De duivel, de vijand van God, besloot ervoor te zorgen dat Adam en Eva ongehoorzaam zouden worden aan Gods gebod. Hij maakte gebruik van een slimme slang om Eva over te halen de vruchten van de verboden boom te eten. De slang vertelde haar dat zij, als zij ervan at, aan God gelijk zou zijn.

En dus at Eva van de boom en verleidde Adam om dat ook te doen. Zodra ze gegeten hadden en ongehoorzaam waren aan God, hadden ze inzicht in goed en kwaad en schaamden ze zich. God was heel kwaad. Hij vervloekte de slang en verbande Adam en Eva uit de tuin van Eden. Omdat Adam en Eva de vruchten van de levensboom niet meer konden bereiken, konden ze niet meer voor eeuwig leven.

‘Voortaan zul je je in het zweet moeten werken voor je dagelijks brood,’ zei God. Adam en Eva hadden gekozen voor ongehoorzaamheid aan God. Nu moesten ze hun eigen weg door de wereld gaan zoeken.
 
2 - De tuin van Eden roept heimwee op en verlangen

Heimwee naar die toestand van geluk die verloren ging. Verlangen naar een nieuw paradijs met alles wat je maar kunt wensen. Paradijs, dat is iets om van te dromen.

In Genesis 2 en 3 vind je geen droom, maar werkelijkheid. Een paradijs heet het niet letterlijk, dat hebben wij er van gemaakt. God legt in het oosten, in Eden, een tuin aan, en daar mag de mens leven. Of die tuin past bij het ideaalplaatje dat wij ervan maken – een paar van zulke plaatjes krijgen we straks te zien op de beamer – is al meteen de vraag. Het woord ‘tuin’ geeft aan dat er een hek, een omheining omheen zit. En de mens krijgt als taak om de tuin niet alleen te bewerken, maar die ook te bewaken. Is er toch al een dreiging van buitenaf?

Die tuin van Eden is voor ons niet meer te bereiken. Dat komt door hoe het verhaal afloopt. Zodoende kunnen wij de plek ook niet meer op de landkaart aanwijzen. En eigenlijk wordt al ons denken en ons spreken over het paradijs erdoor beperkt, dat wij er niet meer bij kunnen.

De tuin van Eden ons veel te zeggen

Ook dit hoort bij onze voorgeschiedenis. Er zit die vreselijke breuk in het verhaal, dat de mens en zijn vrouw zich tegen God keren. Toch loopt de lijn door, over die breuk heen. Het is God die de lijn blijft doortrekken. En zo zullen we vanmiddag evangelie mogen horen, goed nieuws, over het paradijs dat voor ons op slot ging.

In die tuinvan Eden  staan bomen

Echte bomen: hoe zouden Adam en Eva er anders van kunnen eten? Maar die bomen staan niet op zichzelf. Ze krijgen een functie toegewezen door God, de HEER. De HEER maakt hier de start van zijn omgang met de mens. En die omgang wordt concreet door die twee bomen en wat God erover zegt.

De eeuwen door hebben christenen in die paradijsbomen iets van een sacrament gezien: een teken dat een geheim aanduidt in de omgang met God. Gewoon een boom, die tegelijk meer is dan een boom. Want God geeft er zijn belofte bij. Net zoals het brood dat volgende week hier op tafel staat, gewoon brood is; en tegelijk meer dan brood, want God geeft er zijn belofte bij. Daarmee is meteen de verbinding aangegeven die we proberen te leggen, een verbinding tussen dit verhaal over de bomen in de tuin, en het Avondmaal dat we volgende week willen vieren.

Als we Genesis 2 en 3 lezen, draait het vaak om die tweede boom: de boom van kennis van goed en kwaad. Maar vanmiddag wil ik het vooral over de eerste boom hebben: de levensboom. Ik vat de boodschap zo samen:

Eten van de levensboom door Gods goedheid

God heeft de mens de levensadem ingeblazen – dat hebben we vorige week gehoord. Maar God laat het daar niet bij: Hij verzorgt de mens met alles wat hij voor z’n leven nodig heeft. Dat zit erin als je hoort hoe God een tuin aanplant waar de mens mag wonen. Het begint niet met de naakte strijd om het bestaan, het begint met God die zijn goedheid bewijst.

In die tuin van Eden staan allerlei soorten bomen met heerlijke vruchten eraan. Er staat ook een levensboom. Misschien mag je die levensboom wel zien als de samenvatting van al die mooie vruchtbomen. In overvloed en variatie zorgt God dat de mens kan leven. In die tuin vol bomen is het leven goed. En nu moeten wij ons niet vergapen aan die tuin zelf met bomen vol vruchten. Het leven is goed, omdat God goed is. Dat is de reden dat we van het paradijs geen ideaalplaatje moeten maken, alsof het een soort Luilekkerland is. De levensboom geeft levenskracht, niet als een magische sprookjesboom, maar omdat God de levenskracht eraan geeft.

Zo zet Genesis het met een heel concreet beeld neer, aan het begin van de geschiedenis: een leven met God, dat is een leven vol overvloed en geluk. Houdt dat beeld vast! Zo gemakkelijk raken wij het kwijt, omdat wij niet meer leven in die heerlijke tuin.

Leven door Gods goedheid – daar houdt God aan vast. Ook aan ons blijft Hij zijn goedheid bewijzen. Dan kun je denken aan al het moois dat nog altijd om ons heen is.Ons eigen land met vette graslanden en vruchtbare grond voor het kweken van bloemen en groente. Planten en kruiden met geneeskrachtige werking. Nee, een paradijs is het niet meer, en vanzelf opschieten doet het ook niet, behalve het onkruid. Toch is Gods goedheid aan alle kanten om je heen. Vergaap je niet aan de mooie dingen op zichzelf, maar ontdek er de zorg van God in voor de mens die Hij met eigen hand gemaakt heeft.

Gods goedheid mag je nog specialer opmerken als Hij ons komt opzoeken en ons komt verlossen in Jezus Christus. Want een paradijs is ons leven lang niet meer. En Gods goedheid komt niet zomaar op je af. Daar moet heel wat voor gebeuren. En zo kom ik bij het Avondmaal dat in de kerken wordt gevierd. Je zou kunnen zeggen: het Avondmaal is een stukje paradijs in geconcentreerde vorm. Daar mag je ervaren hoe goed het is om in verbondenheid met God te leven. Daar deelt God door zijn Zoon het leven aan ons uit. Niet een levensboom staat er dan in de kerk. Maar het levensbrood ligt klaar om uitgedeeld te worden aan ieder die gelooft, die bij God het leven zoekt. Een stukje paradijs – want het Avondmaal is een voorproef van het heerlijke leven dat ons nog te wachten staat. Jezus heeft zelf bij het eerste Avondmaal vooruit gewezen naar de dag dat Hij opnieuw wijn met ons zou drinken in het Koninkrijk van zijn Vader. En in het bijbelboek Openbaring hoor je hoe dat werkelijkheid wordt. We kennen via het Avondmaalsformulier dat stukje uit Openb. 19 over de bruiloft van het Lam: 9 Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd.”’ En hij vervolgde: ‘Wat God hier zegt, is betrouwbaar.’ 

Hier ook  Openb. 22:

1 Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. 2 In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. 3 Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen hem vereren 4 en hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd. 5 Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid.

Hier kom je trekken tegen van de paradijstuin uit Genesis 2: een rivier, en de levensboom. God komt weer terug bij het begin. Wat er in de tuin van Eden gebeurd is met de levensboom, of en hoe vaak Adam en Eva ervan gegeten hebben, weten wij niet. Maar deze levensboom in Openb. 22 doet z’n naam eer aan: elke maand is er een royale oogst aan vruchten, en de bladeren van deze boom geven genezing aan de volken. Zo komt God weer terug bij het begin: een plek waar het leven goed is omdat God daar is de troon van God en het lam zal daar staan. Daar mag je eten van de levensboom, proeven van Gods goedheid.

Eten van de levensboom volgens Gods gebod

Leven van Gods goedheid – daar moet je het dan ook alleen van hebben. Dat zie je als God een gebod oplegt aan de eerste mens (Gen. 2:16-17). Dat gebod maakt duidelijk: wil je in deze heerlijke tuin blijven leven, blijf dan dicht bij God. Houd je vast aan zijn woord, ga daar geen millimeter vanaf.

Straks krijg je over dat gebod van God een hele discussie tussen de slang en de vrouw. Die discussie bederft het goede woord van God, zomaar ook voor ons. De slang begint met een klein leugentje: jullie mogen van God zeker van geen enkele boom eten. En als de vrouw hem tegenspreekt – ze wil wel goed! – dan trekt ze het al een beetje scheef: wat God verbiedt, overdrijft ze door te zeggen “we mogen die boom zelfs niet aanraken”; en de straf waarmee God dreigt, zwakt ze af. Ga geen millimeter van Gods woord af, dat houdt de mens meteen al niet vol.

Maar even terug naar wat God tegen de mens zegt. Het valt op dat de HEER begint met een royale vergunning om te eten: de hele tuin staat vol met bomen waar je vrijuit van mag eten. Dit is dus geen gebod om te plagen, om de mens het leven zuur te maken. Gods goedheid kent geen grenzen. Ja toch, die ene grens: dat je respecteert dat het Gods goedheid is. En die grens houdt in dat je geen stap wilt zetten buiten het goede dat je van God krijgt. Dat is de grens die het strenge verbod in vers 17 aangeeft: van de boom van kennis van goed en kwaad mag je niet eten; als je dat toch doet, zul je zeker sterven.

Over die boom van kennis van goed en kwaad kun je je het hoofd breken. Het kwaad blijft altijd een groot raadsel. Genesis 3 vertelt dat de mens inderdaad goed en kwaad leert kennen, door die ene foute keus om niet naar God te luisteren, maar naar de slang. Dat is, denk ik, de kern: je weet pas wat kwaad is, als je ervoor gekozen hebt. En dan is er geen weg meer terug. Want daarmee heb je God en zijn goedheid losgelaten.

Ja maar, kun je doorvragen, is het niet ook een beetje Gods schuld? God heeft als eerste het woord ‘kwaad’ genoemd. Bracht Hij ons daarmee op het idee? Heeft God dan niet zelf de mogelijkheid van de verkeerde keus dichtbij gebracht? In zulke vragen komt het gelispel van de slang terug: kun je God eigenlijk wel vertrouwen? Daar zijn wij als mensen na de val zo gevoelig voor! We kunnen ons niet eens voorstellen hoe het is om te leven zonder enige vorm van kwaad. We kunnen er haast niet bij dat als je alleen maar blijft doen wat God zegt, dat het dan echt goed gaat. Maar denk eens aan een moeder die tegen haar kind van vier zegt: pas op, niet bij de sloot spelen, want als je er in valt … Is het dan de schuld van die moeder als het kind toch de waterkant opzoekt?

Wat God hier zegt tegen de mens, wordt vaak een ‘proefgebod’ genoemd. Je kunt ook zeggen: een niet-proefgebod, want de mens mag juist niet van die boom proeven. Maar het is een proefgebod omdat de mens op de proef gesteld wordt: zal hij/zij het volhouden om aan God te gehoorzamen? Blijf je het leven alleen zoeken in Gods goedheid? God is uit op omgang met de mens, hebben we gezien. Dat maakt het leven in de tuin zo goed, dat je van God en zijn goedheid kunt genieten. Maar is dat je nu ook genoeg?

We denken weer even vooruit aan het Avondmaal van volgende week. Het is een stukje paradijs, heb ik zostraks gezegd. Maar er zit ook een heel andere kant aan. Scherp gezegd: in het Avondmaal kom je ook de hel tegen. Niet alleen het leven dat Christus je aanreikt, maar ook de dood van Christus komt naar je toe. Dat Christus moest sterven, dat spreekt van Gods oordeel, Gods vloek over onze slechtheid, onze ongehoorzaamheid, ons weglopen bij Hem. Christus’ dood, dat moest eigenlijk ónze dood zijn. Het ís ook onze dood, want Hij sterft in onze plaats, voor ons. Zo kom je ook uit met die andere moeilijke vraag die Genesis 2/3 oproept: God dreigt met de dood als de mens toch van de boom eet. Maar straks leeft Adam nog 930 jaar. Heeft God de straf wel uitgevoerd? Aan het Avondmaal leer je het antwoord geven: jazeker! God is ongelooflijk geduldig geweest. Hij laat de mensen, die de dood verdienen, nog tijd van leven. Hij maakt ruimte voor een geschiedenis van verlossing, waarin Hij telkens de mens blijft opzoeken. En die geschiedenis loopt uit op de dood van Gods Zoon. Toen Jezus stierf aan het kruis op Golgotha, is de dreiging van het begin volledig uitgevoerd. En toen is de vloek ook
 uitgewerkt.

Een proefgebod gaf God aan de eerste mens. Als wij straks aan het Avondmaal gaan, moeten wij onszelf ook beproeven. Nagaan hoe je er tegenover God voor staat. Maak je dan de diagnose van Genesis 3 maar eigen. De val van Adam en Eva is ook mijn val. Ik blijf als mens geen moment zelf op de been. Het gebod van God, hoe goed het ook is, kan ik niet houden. Altijd zoek ik de grens op, denk ik dat ik het zelf wel beter weet. Het oordeel dat God uitspreekt over de mens die zijn woord loslaat, leer je ook op jezelf betrekken: ik ben dood in mezelf, want ik leef niet in verbinding met God. En juist als je dat leert zeggen, ga je ook het leven buiten jezelf zoeken, het leven dat God je schenkt door Jezus Christus. Gods goedheid weet van geen ophouden, dat mag je aan het Avondmaal ondervinden. Uit de hel mag je terugkeren in het paradijs van een levende omgang met de HEER.

Eten van de levensboom krachtens Gods belofte

We hebben het over de levensboom. Maar in het spannende verhaal van Genesis 3 speelt de levensboom nauwelijks een rol. Het gaat vooral over die andere boom waardoor je goed en kwaad leert kennen.

Aan het eind komt de levensboom wel weer in beeld. Maar dan omdat God de toegang tot die boom verspert. Het eten van de levensboom is ten einde. Het lijkt ook een somber einde van het hele verhaal.

Opnieuw heeft het niet zoveel zin om je af te vragen hoe het precies met die levensboom zit. En wat er gebeurd zou zijn als de mens toch van die boom had kunnen blijven eten. Eén ding is duidelijk: God wil niet dat de mens nog directe toegang heeft tot een leven dat altijd duurt. Door het eten van de vrucht is de mens in feite zelf uit het paradijs gestapt. Het goede van dat paradijs is door de mens bedorven. Nu maakt God het onmogelijk om nog zomaar naar dat paradijs terug te keren.

Nog zomaar – want als God de weg naar de tuin blokkeert, zit daar goed nieuws in verstopt. Dat goede nieuws klinkt al door in de woorden waarmee God de slang en de mens bestraft. Je zult zeker sterven, dat was de straf waarmee God had gedreigd. Maar nu Adam en Eva de fatale stap gezet hebben, maakt God toch een vervolg mogelijk. Hij gaat met deze ontrouwe mens verder. Niet voor altijd zal de mens onder de vloek blijven liggen. De listige slang zal het onderspit delven. Er komt een Mensenzoon die zal overwinnen.

Dat is de belofte die in Gods woorden tegen de slang ligt opgesloten. En met die belofte gaat een hele geschiedenis open. Het is de geschiedenis die ons in de rest van de bijbel wordt verteld. En die geschiedenis draait dus op de belofte van God, dat Hij het weer goed gaat maken.

In het Avondmaal vieren we dat God die belofte vervuld heeft. Het begon in de tuin van Eden met een levensboom. Midden in de geschiedenis staat een andere boom, het kruishout waar Christus zijn leven voor ons gaf. Geen levensboom, maar een doodshout, zou je zeggen. Toch wordt dat kruishout de nieuwe levensboom waar wij het van moeten hebben. Die levensboom staat voor ons opgericht in het teken van het Avondmaal. Zichtbaar en tastbaar. Maar nu even oppassen: dat wil niet zeggen dat het leven van deze nieuwe levensboom zomaar te grijpen is, dat we zomaar onze hand erop kunnen leggen. In brood en wijn geeft God ons het leven, als een belofte die we in geloof mogen aannemen. Aanpakken en eten doe je niet met de hand en de mond van je lichaam, maar met de hand en mond van je geloof.

Vertrouwen op Gods belofte – dat is de manier waarop je het leven mag terugkrijgen

Dat is de route die God inzet in Genesis 3. En voor die route blokkeert God de directe toegang tot de levensboom. Vertrouwen op Gods belofte – dat pakt ons precies aan op onze zwakke plek. Want daar is het toch begonnen bij Eva, dat ze ging twijfelen aan wat God gezegd heeft. Dat ze zich eerst een millimeter, en later een heel eind, liet afbrengen van Gods woord. En dat gaat God nu weer terugdraaien. Dat we opnieuw mogen leren om God te vertrouwen met heel ons hart, om zijn woord aan te pakken en het leven dat Hij daarin aan ons geeft ons eigen te maken. Avondmaal, daar kom je weer terug in het paradijs. Daar komt God je te hulp om zijn woord te geloven, om op Hem alleen te vertrouwen, om steeds meer in innige verbinding met Hem te leven. Je mag eten van de levensboom, door te geloven dat Jezus voor jou aan het kruishout hing. Dat is Gods belofte, pak die aan en neem die in je op.
    Terug naar het overzicht van alle platen? Klik HIER
               

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)