HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                                                                                     

Elia op de Karmel

Herinneringen om te koesteren

Om de kinderen te laten kennismaken met de Bijbel werden er vroeger schoolplaten gebruikt. Aan de hand van de afbeeldingen op de schoolplaten kon de meester of de juf een verhaal uitleggen. 

Deze manier van les geven werd ook wel aanschouwingsonderwijs genoemd. Aanschouwen is een ander woord voor kijken. De meesten kennen het nog wel denk ik, die oude schoolplaten die vroeger in het klaslokaal hingen of uit een grote opbergkist achter in de klas tevoorschijn werden gehaald. Het was vooral dán steeds weer een verrassing. Wij kijken nu in de klas naar dia's of een videofilm in plaats van schoolplaten.

   Terug naar het overzicht van alle platen? Klik HIER

'Antwoord mij, Heere, opdat dit volk weet, dat U de
HEERE bent' (1 Koningen 18: 37)
1 Voor er drie jaren verstreken waren, richtte de HEER zich opnieuw tot Elia, met de woorden: ‘Ga je opwachting maken bij Achab. Ik zal weer regen op de aarde laten vallen.’ 2 Elia ging dus op weg naar de koning. Intussen was de hongersnood in Samaria zo groot geworden, 3 dat Achab zijn hofmeester Obadja ontboden had. Deze Obadja had groot ontzag voor de HEER. 4 Toen koningin Izebel de profeten van de HEER liet uitroeien, had Obadja honderd van hen in twee groepen van vijftig in grotten verborgen en hen daar van voedsel en drinkwater voorzien. 5 Achab zei tegen Obadja: ‘Ga alle bronnen en rivieren in het land langs. Misschien is er ergens gras te vinden, zodat we onze paarden en muildieren in leven kunnen houden en het vee niet hoeven af te maken.’ 6 Ze namen ieder een deel van het land voor hun rekening: Achab ging de ene kant uit, alleen, en Obadja de andere kant, ook alleen.

7 Onderweg kwam Obadja Elia tegen. Toen hij hem herkende, boog hij diep voorover en vroeg: ‘Bent u het, Elia, mijn heer?’ 8 ‘Jazeker,’ antwoordde Elia. ‘Ga uw meester zeggen dat Elia eraan komt.’ 9 Maar Obadja protesteerde: ‘Dat zou mijn dood zijn! Wat heb ik misdaan, heer, dat u mij aan Achabs genade wilt overleveren? 10 Zo waar de HEER, uw God, leeft, er is geen volk of koninkrijk waar mijn meester niet naar u heeft laten zoeken. En als ze zeiden dat u daar niet was, dan liet hij dat volk of dat koninkrijk zweren dat ze u niet konden vinden. 11 En nu wilt u dat ik mijn meester ga zeggen dat u eraan komt? 12 Zodra ik van u wegga komt er natuurlijk een geest van de HEER die u meevoert naar ik weet niet waar, en als ik dan tegen Achab zeg dat u er bent en hij kan u niet vinden, dan zal hij me vermoorden. Vanaf mijn vroegste jeugd heb ik een groot ontzag voor de HEER. 13 Hebben ze u nooit verteld, heer, wat ik gedaan heb toen Izebel de profeten van de HEER liet uitmoorden? Dat ik honderd van hen een schuilplaats heb geboden, vijftig in één grot en vijftig in een andere, en dat ik hen van voedsel en drinkwater heb voorzien? 14 En nu wilt u dat ik mijn meester ga zeggen dat u eraan komt? Hij zal me vermoorden!’ 15 Maar Elia antwoordde: ‘Zo waar de HEER van de hemelse machten, in wiens dienst ik sta, leeft, vandaag zal ik bij Achab mijn opwachting maken.’

16 Obadja zocht Achab op en vertelde hem dat Elia eraan kwam. Achab ging Elia tegemoet, 17 en zodra hij hem in het oog kreeg riep hij uit: ‘Bent u het, Elia? U, die Israël in het ongeluk hebt gestort?’ 18 Elia antwoordde: ‘Ik heb Israël niet in het ongeluk gestort, dat hebt u zelf gedaan, u en het koningshuis van uw vader, omdat u de geboden van de HEER naast u hebt neergelegd en de Baäls bent gaan vereren. 19 Welnu, laat heel Israël naar mij toe komen, bij de Karmel. Laat alle vierhonderdvijftig profeten van Baäl bij me komen, en ook alle vierhonderd profeten van Asjera, die door Izebel aan het hof zijn opgenomen.’

20 Achab stuurde boden naar alle stammen van Israël en liet ook alle profeten bij de Karmel bijeenkomen. 21 Daar sprak Elia het volk als volgt toe: ‘Hoe lang blijft u nog op twee gedachten hinken? Als de HEER God is, volg hem dan; is Baäl het, volg dan hem.’ De Israëlieten zeiden niets. 22 Toen zei Elia: ‘Ik ben de enige profeet van de HEER die nog over is. De profeten van Baäl zijn met vierhonderdvijftig man. 23 Breng ons twee stieren. Zij mogen als eersten een stier uitkiezen. Laten ze die in stukken snijden en op een brandstapel leggen, maar ze mogen het hout niet aansteken. Ik zal de andere stier gereedmaken en op een brandstapel leggen, maar ik zal het hout niet aansteken. 24 U moet de naam van uw god aanroepen, en ik zal de naam van de HEER aanroepen. De god die antwoordt met vuur, is de ware God.’ Heel het volk stemde met dit voorstel in.

25 ‘Begint u maar, u bent met velen,’ zei Elia tegen de profeten van Baäl. ‘Kies maar een dier en maak het gereed voor het offer. Roep dan de naam van uw god aan, maar steek het hout niet in brand.’ 26 De profeten namen een van de twee beschikbare stieren en maakten die voor het offer gereed. De hele morgen lang riepen ze Baäl aan: ‘Baäl, geef ons antwoord!’ Maar het bleef stil en niemand gaf antwoord, hoe ze ook dansten en sprongen rond het altaar dat daar was opgericht. 27 Toen het middaguur aanbrak, begon Elia hen te honen: ‘Roep zo hard u kunt! Hij is toch een god? Hij heeft zeker iets anders te doen. Ik denk dat hij zich even moest afzonderen. Is hij soms op reis gegaan? Misschien slaapt hij, en moet u hem wekken!’ 28 De profeten riepen uit alle macht en brachten zichzelf, zoals hun gewoonte was, met zwaarden en lansen verwondingen toe tot het bloed over hun lijf stroomde. 29 In vervoering bleven ze schreeuwen, maar ook toen het middaguur allang voorbij was en het uur voor het graanoffer aanbrak, was er nog steeds geen enkele reactie gekomen: het bleef stil, niemand gaf antwoord.

30 Elia zei tegen de Israëlieten dat ze naar hem toe moesten komen. Toen ze bij hem waren komen staan, bouwde hij het verwoeste altaar van de HEER weer op. 31 Hij nam twaalf stenen, evenveel als het aantal stammen van Israël, de nakomelingen van de zonen van Jakob, tot wie de HEER had gezegd: ‘Israël is je nieuwe naam.’ 32 Met die twaalf stenen maakte hij een altaar ter ere van de HEER, en daaromheen liet hij een geul graven met een lengte van tweehonderd el. 33 Hij stapelde het brandhout op, sneed de stier in stukken en legde die op de brandstapel. 34 Toen zei hij: ‘Vul vier kruiken met water en giet die over het offer en het brandhout uit.’ Toen dat gebeurd was, liet hij het nog een tweede en een derde keer doen. 35 Het water liep over het altaar heen en de geul eromheen kwam vol water te staan. 36 Toen het uur voor het graanoffer was aangebroken, trad de profeet Elia op het altaar toe en zei: ‘HEER, God van Abraham, Isaak en Israël, vandaag zal blijken dat u in Israël God bent, en dat ik u dien en dit alles in uw opdracht gedaan heb. 37 Geef mij antwoord, HEER, geef antwoord. Dan zal dit volk beseffen dat u, HEER, God bent en dat u het bent die hen tot inkeer brengt.’ 38 Het vuur van de HEER sloeg in en verteerde het brandoffer met brandhout, stenen, as en al; zelfs het water in de geul likte het op. 39 Alle Israëlieten zagen het, en allen vielen op hun knieën en riepen: ‘De HEER is God, de HEER is God!’

40 Toen zei Elia tegen hen: ‘Grijp de profeten van Baäl; laat niet één van hen ontkomen!’ De profeten werden gevangengenomen, en Elia liet hen afdalen naar het dal van de Kison, waar hij hen ter dood liet brengen.

41 Tegen Achab zei Elia: ‘Ga nu wat eten en drinken, ik hoor het geruis van de stortregen al.’ 42 Achab ging iets eten en drinken en Elia ging naar de top van de Karmel. Daar ging hij gehurkt op de grond zitten, met zijn gezicht tussen zijn knieën. 43 Zijn knecht droeg hij op: ‘Ga jij eens kijken, de kant van de zee uit.’ De knecht ging kijken, maar toen hij terugkwam zei hij: ‘Er is niets te zien.’ Zeven keer stuurde Elia hem terug, 44 en toen de knecht voor de zevende keer was gaan kijken zei hij: ‘Er komt een klein wolkje uit zee opzetten, niet groter dan een handpalm.’ Daarop zei Elia: ‘Ga snel naar Achab en zeg hem dat hij zijn wagen moet inspannen en vertrekken, anders zal de regen hem de weg afsnijden.’ 45 In minder dan geen tijd werd de hemel verduisterd door wolken, stak de wind op en barstte er een enorme regenbui los. Achab reed in de richting van Jizreël. 46 Elia werd door de hand van de HEER gegrepen. Hij schortte zijn lendendoek op en rende voor Achab uit, helemaal tot Jizreël.

Elia leefde rond 850 voor Christus

De Eliaverhalen (1 Koningen 17-19; 21; 2 Koningen 1-2) stammen uit 550 voor Christus. Is er een verklaring voor deze 3 eeuwen tijdsverschil tussen het leven van deze profeet en het neerschrijven van zijn ervaringen? Misschien heeft het wel te maken met het feit dat Elia een echte volksprofeet is in het Jodendom. Tot op vandaag krijgt hij veel aandacht in het Joodse geloof. Het neerschrijven van de verhalen 3 eeuwen na zijn leven kadert in deze sympathie voor het leven en werken van deze profeet. Zo worden en werden telkens weer nieuwe facetten van het leven van Elia naar voor gebracht. Deze gevoeligheid vinden wij overigens ook terug in het Christendom en de Islam. Wij zien hoe in deze godsdiensten Elia doorheen de eeuwen een grote interesse wegdraagt en een respectabele plaats heeft verworven in het geloof.

Let op de gebedshouding van Elia

Let op Elia’s gebedshouding. We weten niet precies of Elia nu een houding aannam ongeveer zoals moslims bidden, dus met de knieën op de grond en dan vervolgens het hoofd ter aarde gebogen, of dat Elia gehurkt ging zitten met zijn hoofd tussen de knieën. Hoe dan ook, het is duidelijk dat Elia zich letterlijk zo klein mogelijk maakt in het gebed tot God.

Elia was blijkbaar niet alleen maar groot. Groot was hij, leek hij althans, tijdens de vorige episode op de Karmel, toen hij in zijn eentje de 450 Baälspriesters bespotte, en hun afgod er bij. Toen hij eenvoudig bad, en verhoord werd door de Heere met vuur uit de hemel. Toen hij de executie beval van de Baälspriesters. Wat lijkt Elia daar groot.

Toch is Elia tegenover de Heere klein. Dat is hét geheim van het leven van het gebed. Om in het leven van elke dag sterk te zijn in de Heere, is het nodig om eerst en vooral klein te zijn in de binnenkamer. Daaraan herken je het werk van de Heilige Geest, die me in ootmoed leert knielen voor de levende God.

Wat een contrast: Elia en Achab. Elia heeft zich in Gods kracht groot getoond op de Karmel, maar vernedert zich hier en maakt zich klein. Achab daarentegen is met zijn getwijfel en zijn Baälsdienst vernederd op de Karmel, maar Achab houdt zich groot. Hij knielt niet neer voor Israëls God, maar hij gaat even een hapje eten en wat drinken, want het is toch een hele dag geweest. Hij is immers de koning, en de koning moet zich groot houden. Zo hard is een mens dus als Gods Geest niet in zijn hart werkt. Zelfs het meest indrukwekkende kan hem niet vermurwen en bekeren.

Wat is het nodig dat wij allen deze gebedshouding leren, dat de Heere me op de knieën brengt, zodat ik me niet langer groot houd, maar mijn kleinheid besef. Helaas is er ook namaak van ootmoed, en van alle vormen van namaak is deze welhaast de ergste. Je ootmoediger voordoen dan je bent, zó dat je het haast zelf nog zou geloven. Dat niet!

Hhij bidt om wat God al beloofde

De reden waarom hij zijn toevluchtsoord Zarfath moest verlaten om naar Achab te gaan, lag in Gods bevel, “want Ik zal regen geven op de aardbodem.” (1 Kon. 18:1). En wat God belooft, doet Hij ook. Daarvan was Elia overtuigd, want nog voordat er een wolk te zien is, zegt hij al tegen Achab dat hij een geraas hoort van een stortbui. Dat hoort hij met de oren van het geloof, met natuurlijke oren is er nog niets te horen.

Maar als God het beloofd heeft, hoef je er toch niet nog een keer om te bidden? Juist wel, zo blijkt. Bidden is wachten op wat God beloofd heeft. Stil zijn en wachten op wat Hij doet. Dat is wezenlijk voor het echte geloof: de Heere vertrouwen op Zijn beloftewoord, en je daarom biddend, verwachtend vastklemmen aan dat Woord. “Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.” (Psalm 130:5). Gods belofte wil in geloof ontvangen zijn. Gebed is de houding die daarbij past: stil wachten op het heil des Heeren.

Gods belofte betekent dus niet dat we achterover kunnen leunen: de Heere heeft het beloofd, dus het komt goed, en daarom maar werkloos afwachten. Wie zo met Gods belofte omgaat, miskent het karakter van die belofte. Hetzelfde geldt voor degene die Gods belofte in het geheel niet vertrouwt en naar wat anders zoekt dan het Woord van de Heere. Belofte en geloof, belofte en gebed horen onlosmakelijk bij elkaar.

Laten we zó werkzaam zijn met de belofte. Bijvoorbeeld die belofte die ons in de doop geschonken is. Die betekent niet dat we maar stil kunnen rusten, omdat de belofte ons geschonken is. Integendeel. Wie niet gelovig werkzaam wordt met de belofte – tegen hem of haar zal de belofte eens getuigen. De belofte wil het geloof wakker roepen.

Biddend wachten op wat God doet vraagt om volharding

Maar liefst zeven keer moet Elia zijn knecht sturen om te kijken of er al wat gebeurt. Hij moet wachten. Waarom eigenlijk? Toen hij bad om vuur hoefde hij immers niet te wachten. De reden is waarschijnlijk dat Israël, en Elia, moeten zien dat het niet aan Elia ligt dat het gebed wordt verhoord, maar dat God alleen de machtige is. En misschien ook om Elia nog weer nederigheid te leren. Die leer je namelijk niet ineens, maar in een levenslange oefening.

Uiteindelijk ziet Elia’s knecht het wolkje ter grootte van de hand van een man. Elia weet: dit is de hand van God. Dat is geloofstaal. Het was denkbaar geweest dat Elia gedacht had: “zo’n klein wolkje is nog geen stortregen, zoals beloofd is.” Maar hij merkt het op als de vervulling van zijn gebed. Misschien is de reden waarom wij zo weinig gebedsverhoring zien, wel dat we zo onnauwkeurig kijken. De Heere begint vaak klein. Maar het kleine heeft de belofte van de volheid in zich.

Voor de moderne gelovige heeft Elia een boodschap

Zijn tijd lijkt immers op de moderne tijd. Ten tijde van Elia leefde het land in economische voorspoed maar het kende een religieuze crisis. Jahweh God was immers niet meer de enige God die werd aanbeden. De vruchtbaarheidsgod Baäl was een geduchte concurrent. Dat er toen zoveel aandacht was voor Baäl had te maken met het feit dat de bevolking hoofdzakelijk uit landbouwers bestond voor wie de vruchtbaarheid van groot belang was. In die zin kreeg de vruchtbaarheidscultus rond Baäl meer en meer succes. Hij werd dan ook gepromoot door koning Achab die er een kans in zag de bevolking naar zijn hand te zetten. Hij liet Israël immers aanleunen bij Tyrus en Sidon die de economisch leidende centra waren.

Ook zij gebruikten de Baälcultus als religieus middel voor de maatschappelijk-politieke stabiliteit gebaseerd op economische voorspoed. Maar zoals elke welvarende regio zich zelfgenoegzaam nestelt in het eigen rijke gelijk, zo was ook in Israël de aandacht voor de armen, de weduwen en wezen, weggevallen. Juist hier haakt Elia op in als hij Jahweh verkondigt als een God van de gerechtigheid en geen God van de rijken alleen. Jahweh gaat mee met zijn volk in de geschiedenis. Hij trekt zich het lot van de armen aan. Zo kan Hij niet anders dan in concurrentie komen met Baäl. Voor deze heidense god telt alleen de vruchtbaarheid. Het lot van mensen gaat hem niet aan. Juist dit religieuze nihilisme klaagt Elia aan. Hij affirmeert de Joodse religieuze waarden midden een periode van economische hoogconjunctuur.

Elia wordt door Godop  weg gestuurd

Ook al staat er heel wat werk op de plank in Israël, toch wordt Elia in eerste instantie door Jahweh God weg gestuurd. "Houd je verborgen in het dal van de Kerit" (1 Kon. 17, 3-4). De profeet heeft immers de ware geloofshouding nog niet aangenomen. Hij dient zichzelf nog te bekeren. De genade heeft nog geen bezit genomen van zijn hart. Elk echt religieus leven begint met een wachttijd, met passiviteit. Laat ik God werken in mijzelf? Kan ik afstand nemen van mijn "Ik"? Alleen in confrontatie met de leegte, kun je God leren kennen. Elia leert God op een niet-alledaagse wijze kennen. In het dal van de Kerit wordt hij gevoed door een raaf. Bij de Joden was dit een onrein dier en een rover. Jahweh sluit niets of niemand uit in zijn heilsgebeuren. Zelfs een onrein dier in de ogen van mensen heeft een plaats in het scheppingsgebeuren. Dan wordt Elia naar Sarefat in Sidon gezonden.

Dit is heidens gebied. Hij dient er niet te missioneren maar moet bij een heidense weduwe verblijven. Zij heeft het niet breed maar deelt alles wat zij heeft met de profeet. Haar gastvrijheid is een voorbeeld voor het krenterige Israël. Haar onbewuste geloof in Jahweh is een aanklacht tegen het afkalvende geloof van het volk Gods. Elia ontdekt er meer en meer zijn ware roeping. Een tragisch gebeuren ligt mee aan de oorsprong ervan: de enige zoon van de weduwe sterft. Zo wordt de identiteit van Elia en van Jahweh God in vraag gesteld. De weduwe vraagt aan Elia wie hij eigenlijk is dat er ongeluk over haar komt? En wie is Jahweh God dat Hij niet verhindert dat haar enige zoon sterft? Doorheen dit gebeuren en doorheen de vragen van de weduwe ontdekt Elia zijn ware roeping: hij wordt voorspreker bij Jahweh God.

Eliazet  koers naar Israël. Hij pakt er koning Achab aan

Na deze bezinnings- en rijpingsperiode zet Elia koers naar Israël. Hij pakt er koning Achab aan. In tegenstelling tot de gastvrijheid die hij van de heidense weduwe mocht ervaren, wordt hij door de rijke 'gelovige' koning als een gevaar bekeken en gemarginaliseerd. Er wordt aan Elia verweten dat hij droogte heeft gebracht over Israël. Achab beschouwt Elia als de ontwrichter van Israël. Dit is het moment waarop de profeet de ware identiteit van Jahweh God naar voor brengt tegenover de valsheid van Baäl. Hij doet een voorstel om de 850 profeten van Baäl te testen tegenover de ene profeet van Jahweh. Het wordt een test tussen de verslaving en onvrijheid van de heidense cultus en de bevrijding van het Jahweh-geloof. Het volk wordt uitgedaagd: "Hoelang blijven jullie nog op twee gedachten hinken?" Waar blijft jullie keuze voor de ene en ware God? Naar vandaag toe kan ons dezelfde vraag gesteld worden: wie is je God? Ook moderne mensen en moderne gelovigen maken niet altijd het onderscheid tussen Baäl en Jahweh, tussen de goden en God. Kiezen wij ook niet voor wie of wat ons het best uitkomt?

Je kan je de vraag stellen: waar heb ik offers voor over? Waarmee laat ik niet spotten? Zijn er geen dwingende machten die in de vaagheid opereren en ons afhouden van het ware bevrijdende geloof? De markteconomie, de nucleaire groei, de erotiek, de snelheid, zijn dit niet de moderne varianten van de vruchtbaarheidscultus van Baäl? De vraag dient scherp gesteld te worden: wie is je God? Compromissen zijn uit den boze. Een vaag godsaanvoelen betekent nog niet dat je de God van Jezus in je leven toelaat. Wanneer laat je je raken door Gods genade? Wanneer laat je je ware "Ik" omvormen door Gods aanwezigheid? Zelfs de meest heilige principes en gebedstechnieken kunnen een scherm optrekken tussen jezelf en Gods genade. De weg van de ontlediging is een moeizame weg! In 1 Koningen 18 komt de ware God naar voor. Hij openbaart zich in een verblindend vuur. Het doet ons ook denken aan de Godsopenbaring aan Mozes in het brandende braambos en de Godsopenbaring in het vuur op de Sinaï. Als Elia later in vuur ten hemel wordt opgenomen, is dit een teken dat er in zijn leven voor niets of niemand anders nog plaats was dan voor zijn roeping: hij is de ware profeet geworden als voorspreker van Jahweh God.

Elia is als profeet van vuur ook een mens als wij

Na zijn succesvol optreden tegenover de heidense profeten van Baäl komt hij in een crisis terecht. In 1 Koningen 19, 1-15 wordt dit beschreven. Elia capituleert omdat hij fysisch en psychisch aan de grond zit. Hij wordt uit zijn evenwicht gebracht door Izebel, de vrouw van Achab. Zij staat symbool voor de duistere machten die het leven beheersen en die een beproeving zijn voor elk geloven. Elia ervaart de duistere nacht die later ook wordt beschreven door de mysticus Johannes van het Kruis en die eigen is aan elk geloven. Het oorspronkelijke vuur kan doven. Het enthousiasme van weleer kan omslaan in moedeloosheid. Moedeloosheid drijft mensen in de eenzaamheid.

Je kan je afvragen of moedeloosheid geen blindheid is voor wat God gedaan heeft, doet en nog wil doen? Is het geen vorm van ongeloof? Elia heeft er mee te maken, maar ook andere voortrekkers zoals Jeremia, Job en Paulus geven blijk van een gelijkaardig wegzinken in de twijfel. Het kan dus ook ons overkomen. Herkennen wij vandaag niet eenzelfde problematiek bij priesters en religieuzen die stellen dat zij zich buitengewoon hebben ingezet maar toch lijdzaam moeten toezien hoe vele kerken leeg lopen? Ook gewone gelovigen vragen zich vertwijfeld af waar het met de kerkgemeenschap heen moet nu haar zichtbare gestalte in de samenleving meer en meer afneemt en hier en daar zelfs haar aanwezigheid in vraag wordt gesteld?

God breekt niet het geknakte riet

In deze situatie kan het verhaal van Elia een uitweg bieden: hoe handelt God om Elia uit zijn ontmoediging te halen? God breekt niet het geknakte riet, Hij dooft niet de kwijnende vlaspit. In de eerste plaats geeft God energie aan Elia in de vorm van slaap, eten en drinken. Een engel zorgt hiervoor. Dan wordt hij naar de Horeb gezonden. Zo toont God dat Hij dezelfde God is als diegene die verscheen aan Mozes, Aäron en Jozua. Zij hebben ook moeilijkheden ervaren in hun roeping. Jahweh tovert de moeilijkheden niet weg, maar verwijst naar anderen die hetzelfde hebben ondergaan.

Wat doet gij hier?

Na 40 dagen vraagt God aan Elia: "Wat doet gij hier?" De diepste levensvraag wordt gesteld. Elia antwoordt niet op de vraag die God hem stelt. Hij zit in zijn eigen denken gevangen en schuift de schuld op anderen. Hij stelt zichzelf buiten de uitdaging. Jahweh openbaart zich dan op unieke wijze. Hij doet Elia uit zijn grot treden en toont dat Hij niet ervaarbaar is in het gedonder en het beven van de aarde. Deze rumoerige fasen zijn tekenen die naar Baäl verwijzen. Jahweh is anders dan de heidense goden. Wel maakt Hij zich kenbaar doorheen het suizen van een zachte bries. Veel meer dan in de natuur, het terrein bij uitstek van Baäl, openbaart God zich in het Woord.

Opnieuw moet hij de woestijn door

Elia wordt dan teruggestuurd naar zijn oude standplaats. Dit heeft alles te maken met het feit dat onze roeping ter plaatse ligt. Thomas a Kempis verwoordt het als volgt: "Wie veel op pelgrimage gaat, zal zelden geheiligd worden." Wel krijgt de profeet een nieuwe opdracht mee die drievoudig is. Hij moet immers twee koningen zalven en Elisa als zijn opvolger zalven. Opnieuw moet hij de woestijn door maar zijn zending is hem opnieuw duidelijk. Het basisinzicht voor Elia is dat de geschiedenis niet om hem draait maar wel om God. In het uitvoeren van de drievoudige opdracht ervaart hij dat de profetie doorgaat.

God neemt een buitenlands volk in dienst om zijn volk weer tot inzicht te brengen. Wel behoudt Jahweh zich een restvolk in Israël. Het is een teken dat Elia toch niet alleen stond. 7000 man waren Jahweh God trouw gebleven. Voor ons vandaag is dit een hoopvolle boodschap. De kerken lopen leeg. Wij hebben de indruk nog als enigen over te blijven. God behoudt zich echter een heilige rest. Dit mag onze ogen open houden voor de nabijheid van Jahweh God en voor hen die ondanks alles blijven geloven. Wel blijft geloven te maken te hebben met strijd tegen corruptie en sociaal onrecht. Dit blijkt uit 1 Koningen 21 waar het tragische verhaal van de wijngaard van Nabot is neergeschreven.

Veel leren voor het gelovige leven

Als moderne mensen hebben wij een technologisch wetenschappelijke kijk op het leven. Toch kunnen wij uit de verhalen van Elia, geschreven in een landbouwersmaatschappij, veel leren voor het gelovige leven. In 1 Koningen 18 blijkt dat Elia een vurige verdediger is van Jahweh God. Hij is een profeet van vuur. Hij buigt niet voor het getal en voor de publieke opinie. In 1 Koningen 19 blijkt dat Elia ook depressief kan zijn. Hier zien wij hoe zelfs een profeet bekering nodig heeft. Dit doet ons ook denken aan de profeet Jona die op zijn manier een zelfde bekering heeft doorgemaakt. Elia blijkt geen martelaarstype te zijn. Hij gaat op de vlucht en vraagt te mogen sterven. God verhoort zijn 'dwaas gebed' niet. Maar toch blijft Hij hem nabij. Dit laatste doet ons denken aan Jezus in de hof van olijven die in het aanschijn van lijden en dood een zekere ontmoediging ervaart na het succesvolle instellen van de eucharistie op het laatste avondmaal.

Ook hier verhoort God Jezus' gebed "laat deze kelk aan mij voorbijgaan" niet, maar blijft zijn Zoon midden de beproeving nabij. Zoals Jezus, geeft ook Elia blijk van gehoorzaamheid en bewaart het vertrouwen in Jahweh God. Net als bij hen, mogen wij er vandaag op vertrouwen God echt te leren kennen als alles verloren lijkt. Tot slot komen wij nog even terug op het feit dat Elia deel uitmaakte van een profetenkring. Daar binnen werd er samengekomen om de naam van God te leren uitspreken, om te leven naar het Woord van Jahweh. Zo mag het vertrouwen groeien in de diepste ervaring van anderen die door God op onze levensweg zijn geplaatst. Ook al zijn dit niet altijd de meest sympathieke mensen of zelfs 'oenen', zij kunnen nodig zijn om je geloof te tonen. In de profetenkring kan 'toekomst' worden ingeoefend. Het is een samenleven waarin andere waarden centraal staan dan die van jan en alleman. Profeten worden tot op vandaag ontweken. Zij hebben toegang tot een mystieke kijk op God en ook vandaag slaat dat niet aan in de moderne nihilistische samenleving.
    Terug naar het overzicht van alle platen? Klik HIER

               

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)