HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                                                                                     

Nagedacht over vergeving

Lees de Bijbel   De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 607 - Nagedacht over vergeving

Een vooral bevrijdende maar niet gemakkelijke studie
Neem er de tijd voor

Vergeving

We hebben allemaal gezondigd en we verdienen allemaal God’s oordeel. God, de schepper van alles wat bestaat, stuurde Zijn enige Zoon om dat oordeel op zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield volgens de Bijbel zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op zich te nemen die wij verdienden, begraven werd en uit de dood opstond. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Verlosser aanvaard door te zeggen: "Jezus is de Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Vergeving: levensnoodzakelijk voor iedereen!

We hebben allemaal vergeving nodig, of we nu christen zijn of niet. Vergeving van fouten die we maakten, bewust of onbewust.
Als we ernstig in het leven staan, wimpelen we niet elke fout weg met ‘maar ja, ik zit zo in elkaar’ of ‘zo erg is het eigenlijk ook niet’, maar weten we in het diepst van onszelf dat we af en toe tekortschieten. Wie vergeving vraagt, stelt zich eerlijk en kwetsbaar op. Hij of zij legt de vraag om vergeving bij de ander en daarmee ook de vraag om de relatie, om de communicatie weer te herstellen.

Liefde ten top

In de vergeving bereikt de liefde de grootste diepte en kracht. Daar is de liefde het meest echt. En indien vergeving mogelijk is, worden teleurstelling, verbittering en wraakgevoelens doorbroken. De relatie wordt weer hersteld. Dan kan de liefde in al haar glorie weer nieuw leven geven! Maar dit gaat niet vanzelf. Het vraagt een zekere edelmoedigheid en nederigheid om dit toe te laten.
 
Van God te leren

God is de eerste die ons leert wat vergeving is, en die ons oproept om ook onszelf en anderen te vergeven. In tegenstelling tot ons, mensen, is Hij altijd bereid om vergeving te schenken. Hij doet dat graag, omdat Hij in die momenten ook weer kan tonen dat Hij ons graag ziet.
Hij weet dat wij daar Zijn liefde nodig hebben om de verbroken liefdesdraad tussen mij en Hem weer te herstellen.   

Een nieuwe toekomst

Als christen zouden wij geoefende mensen moeten zijn, die beseffen en ervaren dat vergeving een noodzakelijke voorwaarde is in het samenleven van mensen. Hoe meer we ons ook door God bemind weten, hoe meer we ook zullen vertrouwen op de vergeving als sleutel tot een leven waarin we kunnen leren van onze fouten. Psalm 130 verwoordt het zo: ‘Bij U is vergeving en daarvan leven wij’ (vertaling H. Oosterhuis & M.van der Plas). ‘Weten’ dat die Liefde er is om de relatie telkens weer te herstellen, doet ons leven en geeft ons een toekomst. Die Liefde, die ons telkens weer in het leven zet na een verkeerde stap, dat is misschien wel het hart van de blijde boodschap van Jezus.

“Vader vergeef hen, ze weten niet wat ze doen”

Waarom zei Jezus dat ze niet wisten wat ze deden? Ze beseften het resultaat van hun handelen niet; ze beseften niet dat anderen pijn doen jezelf pijn doen is, en alleen maar leidt tot meer pijn.

Vergeven is in algemene zin…

Vergeven is een keus, zeggen zo veel mensen. Deze uitspraak benadrukt de krachtigheid van het vermogen om te bewust te kiezen voor een positieve beslissing.

Bewust vergeven is dan wel een nobel streven, maar het bewustzijn is het topje van de ijsberg. Als het bewustzijn 20 % is en het onderbewuste 80%, hoeveel invloed denk je dat bewust willen vergeven dan heeft?

Vergeven is dus (maar) deels een keus

Een beslissing is sterker dan een keus maken. Een beslissing is iets waar je naar leeft.

Vergeven is loslaten van hoop dat het anders kon, of anders moest. Het uitspreken van onuitgesproken verwachtingen en teleurstelling kan helpen. Als de verwachting wordt bijgesteld is het makkelijker om te vergeven.

Vergeven is loslaten van alle boosheid, beschuldigingen en oordelen loslaten

Vergeven is ook loslaten van de pijn en het verdriet.

Om te vergeven moeten we de pijn niet meer ontvluchten of ontkennen maar accepteren en verwerken, en dat betekent echt loslaten.

Vergeven is ophouden het tijdelijke eeuwig te maken.
Houdt niet vast aan de pijn en het lijden wat je niet wilt behouden.

Vergeven maar niet vergeten?

Hoe vaak hoor je dit niet? Hoe kan je vergeven maar niet vergeten? Als je vergeeft vanuit je hoofd, dwz vergeven moet (christelijke opvoeding die het hoogst bereikbare resultaat tot norm voor de massa maakt). Vergeven omdat het moet werkt niet. Als je zegt te vergeven maar je vergeet het niet, dan heb je het niet emotioneel vergeven. Vergeven is loslaten van pijn, verdriet, boosheid en dan de ander een nieuwe kans geven alsof het eerste niet is gebeurt.

“ik wil vergeven, maar…” hoor je dan ook vaak.

Vergeven moet niet

Om te vergeven.
Vergeven komt haast vanzelf als de boosheid en gekwetstheid is verwerkt en losgelaten.

Om te vergeven moet je jezelf (even) kunnen loslaten, en je kunnen inleven in het leven van de ander, en kunnen voorstellen dat jij die fout zou kunnen maken. Hoe meer je beseft dat je zelf die fout zou kunnen maken, (als je in andere situatie zou zijn geboren, andere kansen en perspectieven had) hoe makkelijker je een ander kan vergeven. En om dat te kunnen moet je je eigen menselijkheid erkennen; je moet erkennen dat je zelf emoties voelt, en de invloed van emoties erkend.

Vergeven is verwerken, of komt door verwerken van pijn, gekwetstheid en angst van de bedreiging.

Om te vergeven …

Kan het uitspreken van de onuitgesproken verwachtingen en teleurstellingen flink helpen. Bij het niet vergeven wordt vastgehouden aan verwachtingen die niet uitkwamen. “Het moest anders, en het had niet mogen gebeuren”. Door het uitspreken van de verwachtingen en teleurstellingen wordt het makkelijker om die verwachtingen los te laten of bij te stellen.

Gebed om Vergeving: Een Waardevol Geschenk

Een gebed om vergeving is iets waar we op een bepaald moment in ons leven allemaal naar op zoek zijn. Vergeving is een waardevol geschenk dat noch gemakkelijk is verkregen, noch gemakkelijk wordt gegeven. Vergeving is essentieel voor het leven; het bevrijdt ons van dingen die we in het verleden verkeerd hebben gedaan en geeft ons hoop voor de toekomst. Het is omwille van vergeving dat Jezus Christus naar de aarde kwam om voor de mensheid te sterven.

Gebed om Vergeving: Mogelijk Gemaakt door Jezus Christus

Het gebed om vergeving is een gebed dat aan God wordt aangeboden. Hoewel we elkaar weliswaar direct kunnen kwetsen, kwetsen al onze zonden uiteindelijk God zelf. Je zal je misschien afvragen hoe dat mogelijk is. Hoe kunnen onze tekortkomingen de almachtige Schepper van het universum kwetsen? Geeft God er ook maar wat om? In Genesis 6 lezen we dat God zelf feitelijk bedroefd is over alle verkeerde dingen die de mensen elkaar hadden aangedaan: "De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst." (Genesis 6:5-6).

God is alwetend en is al bedroefd door een enkele gedachte aan kwaad. De uiteindelijke vergeving moet dus ook van God komen. Maar, vanwege Zijn rechtvaardigheid kan vergeving niet zomaar vrijuit gegeven worden. Elke slechte daad moet verrekend worden, anders zou God geen rechtvaardig rechter kunnen zijn. Jezus Christus stierf voor ons in onze plaats aan het kruis in Golgota zodat onze zonden vergeven zouden zijn. Zijn lijden betaalde voor onze zonden. "Dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden." (Matteüs 26:28).

In Zijn liefde wist God dat ons geweten bevrijd moest worden van schuld en afkeuring. Hij wist dat vergeving van onze zonden onze grootste behoefte was. In de ultieme daad van liefde, leed God niet alleen de pijn voor onze slechte daden, maar betaalde hij ook voor de gevolgen er van zodat aan ons allemaal vergeving wordt aangeboden wanneer we zondigen. Het enige dat we hoeven te doen is het accepteren van Zijn gratis geschenk van vergeving.

Gebed om Vergeving: Vraag God om Vergeving

Misschien ben je toevallig op deze web pagina terechtgekomen, op zoek naar een gebed om vergeving om een gekwelde ziel gerust te stellen. Of misschien worstel je met een poging om iemand anders te vergeven die je diep heeft gekwetst. Aan allen die Jezus Christus als hun Heer en Verlosser hebben geaccepteerd wordt vergeving vrijelijk verleend. Als we onze verkeerde daden erkennen en om vergeving vragen, dan zal God ons vergeven - zonder verdere vragen te stellen: "Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad." (1 Johannes 1:9).

Als we Jezus afwijzen, dan wijzen we in essentie God's geschenk van vergeving af. We zeggen dan feitelijk dat we niet met God verzoend willen worden (1 Johannes 1:10). Hoewel het onze vrije keus is om de vergeving van God niet te accepteren, zullen we uiteindelijk aan het einde van ons leven verantwoordelijk worden gehouden voor alle zonden die we begaan hebben. Het is God's oprechte verlangen om met jou verzoend te worden. "Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:16). Als je er naar verlangt om werkelijk vergeven te worden, bedenk dan wat Jezus zei en accepteer hem oprecht als je Heer en Verlosser. Je zal vergeven zijn en God zal zijn transformerende werk in je leven beginnen.

Gebed om Vergeving: Ontvang een Nieuw Leven


Het gebed om vergeving geeft ons nieuwe hoop en een nieuw begin. Al onze zonden worden door God weggevaagd. "Ik zal hun wandaden vergeven en aan hun zonden zal ik niet meer denken." (Hebreeën 8:12).

Als je begrijpt dat je een zondaar bent, en als je begrijpt dat Jezus Christus als de enige Verlosser van zonde naar de aarde kwam, dan begrijp je nu het gebed van vergeving. De vraag is - ben je er klaar voor om dit gebed uit te voeren, door God's geschenk van Zijn zoon, Jezus Christus, te ontvangen? Als dat zo is, heb dan berouw van je zonden, en wijdt de rest van je leven aan Hem als Heer:

"Vader, ik weet dat ik Uw wetten heb gebroken en dat mijn zonden mij van U hebben weggehouden. Het spijt me echt, en ik wil nu van mijn vroegere zondige leven tegenover U weglopen. Vergeef mij alstublieft, en help me om niet meer te zondigen. Ik geloof dat Uw zoon, Jezus Christus, voor mijn zonden stierf, dat Hij uit de dood is opgestaan, leeft, en mijn gebeden hoort. Ik nodig Jezus uit om de Heer van mijn leven te worden, om vanaf vandaag in mijn hart te heersen en te regeren. Zend alstublieft Uw Heilige Geest om mij te helpen U te gehoorzamen, en om voor de rest van mijn leven Uw wil te volbrengen. Ik bid hiervoor in de naam van Jezus. Amen."

"Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden."(Handelingen 2:38)

Vergeving in relatie tot vergelding

In een drieluik besteden we aandacht aan verschillende aspecten van vergeving. Pastorale werkers krijgen veel met dit thema te maken. In deel één gaan we vooral op het aspect van vergelding. Om een begrip duidelijk te maken moet je soms aandacht besteden aan het tegenovergestelde. Vergelding staat tegenover vergeving. De drang om te vergelden bemoeilijkt ook vaak het proces van vergeving.

Schuld

We leven in een schuldcultuur. Als er iets is gebeurd, of het nu een ramp is of een klein voorval, moet er worden uitgezocht wie de schuld heeft. Een belangrijke motor achter deze ontwikkeling zijn de financiële instellingen en de verzekeraars. De belangen van de verzekeraars zijn groot en het is belangrijk om uit te zoeken wie voor de kosten moet opdraaien. Dit neemt steeds extremere vormen aan. Zaken die we vijf jaar geleden nog betitelden als ‘Amerikaanse toestanden’ zijn ondertussen in Nederland normaal geworden.

Onschuld

Het gedrag dat als gevolg hiervan ontstaat, is het bewijzen van de onschuld of het minimaliseren van de schuld. Dit zijn mechanismen die niet alleen in de rechtsgang, maar ook in de onderlinge contacten steeds sterker naar voren komen.

Rechtvaardigheid

In dit alles speelt ook ons rechtvaardigheidsgevoel een belangrijke rol. Degene die verantwoordelijk is moet gestraft worden. Dit gevoel is bij de meeste mensen wel aanwezig, maar wordt extra gevoed doordat er vanuit de maatschappij (o.a. de financiële wereld) veel nadruk op wordt gelegd.
 
Toenemende druk

De normen worden steeds zwaarder en de bedragen worden steeds groter. Als twee personen een vergelijkbare overtreding begaan en de één krijgt wel een claim maar de ander niet, dan voelt dat niet goed. Het gevolg is dat de druk op overtredingen steeds groter wordt en de roep om vergelding steeds duidelijker te horen is.

Rechtvaardigheid is moeilijk objectiveerbaar. Daarom is het belangrijk dat hiervoor goede normen zijn.

Rechtvaardigheidsgevoel

Rechtvaardigheid is iets wat heel sterk te maken heeft met gevoel en emotie. Als iemand van wie je van houdt zwaar wordt gestraft voor iets onbenulligs, vind je dat niet rechtvaardig. In veel gevallen blijkt ook dat degene die aangifte heeft gedaan, de opgelegde straf veel te laag vind. Rechtvaardigheid is moeilijk objectiveerbaar en daarom is het belangrijk dat hiervoor goede normen zijn.

Vergoeding

Het vergoeden van schade door schuld is een Bijbels gegeven In de Bijbel wordt bijvoorbeeld in Leviticus 5 gesproken over een vergoeding nadat je iemand hebt benadeeld. De hoogte van die vergoeding wordt ook gedefinieerd. In sommige gevallen moest alleen de schade worden vergoed, in andere gevallen iets meer. De schade was duidelijk gedefinieerd. Voor een verdere uitwerking hiervan verwijs ik naar het vervolgartikel van Corry Sleebos.

Spanningsveld

Als we deze gedachte van ‘vergoeden’ toepassen in de huidige cultuur dan komen we in een spanningsveld. Wij leven in een schuldcultuur. Voor veel mensen is het een uitgangspunt om schuld te vergelden. Als gelovigen hebben wij een ander uitgangspunt, namelijk het woord van God.
 
Twee werelden

Dat is een lastige situatie. We leven in deze wereld, maar ons uitgangspunt ligt in een andere wereld: Gods wereld. De apostel Paulus schrijft in Filippenzen 3 dat wij “burgers zijn van een rijk in de hemel” en dat het onze trots mag zijn om ons als zodanig te gedragen. Hij zegt er niet bij dat het eenvoudig is.
 
In het Oude Testament zien we dat het volk Israël leefde in een omgeving die gedomineerd was door afgodendienst. God zei: “Deze wereld is niet jullie wereld. Jullie moeten die beelden weg doen en Mij volgen”. Dat was voor de Israëlieten niet eenvoudig. Het gedrag van de omgeving beïnvloedde de Israëlieten zodanig, dat ze steeds weer terugvielen in het patroon van hun omgeving.
70 x 7 maal vergeven

God zegt in de Bijbel dat we onze naaste zeventig maal zeven maal moeten vergeven (Matteüs 18: 22). Dit getal geeft aan dat vergeven een uitgangspunt is voor ons leven. Deze houding staat volledig haaks op de vergeldingsgedachte van onze maatschappij. Dat lijkt onrechtvaardig, maar vergeven betekent niet dat er geen gerechtigheid is.

Vergeven betekent niet dat er geen gerechtigheid is

Vergeven betekent dat we tegen die persoon zeggen: “Ik kies er voor om je niet te veroordelen, ik geef je terug aan God. God oordeelt rechtvaardig (1 Petrus 2: 23), dus ik kan je rustig aan Hem overlaten.”

Een rechtvaardig oordeel

Als je iemand op die manier aan God geeft, loop je het ‘risico’ dat God diegene vergeeft. Dan lijkt het alsof hij zijn straf ontloopt. Maar dat is niet zo, die heeft Jezus dan gedragen. Het is dus een aaneenschakeling van zaken:
 
• Wij kiezen er voor om de persoon te vergeven, we geven deze persoon aan God.
• Bij God is hij in goede handen, want God is een God die rechtvaardig oordeelt.
• Dat betekent dat wij moeten loslaten. God is het die oordeelt, niet wij.
• In het proces dat God aangaat met de persoon die ons onrecht heeft aangedaan, is ook ruimte voor vergeving.
• Welke oordeel er plaats vindt en of er vergeving plaats vindt is aan God, niet aan ons.
• Als er vergeving plaats vindt dat is dat altijd op basis van het offer van Christus, die ook de straf heeft gedragen van degene die ons kwaad heeft aangedaan.
 
Deze manier van het benaderen lijkt enigszins op de manier die we dagelijks om ons heen zien. Vergelding heeft een belangrijke plaats. Het belangrijkste verschil is dat we het oordeel uitbesteden. Niet wij, maar God bepaalt de mate van vergelding. Hij is rechtvaardig en heeft dus de juiste normen die wij missen.
 
Dat is ook de manier die ons wordt voorgehouden in de Bijbel. Michaël, de aartsengel, sprak zelfs over de duivel geen oordeel uit, maar hij zei: “De Heer straffe u” (Judas 9). Het oordeel is niet aan ons. Het oordelen is aan God en de straf er voor is al gedragen. Het moeilijke is dat we dit niet los willen of kunnen laten. God is de enige die dit voor ons kan doen.

Heb je vijanden lief

Jezus gaat nog een stap verder. Hij geeft aan dat we onze vijanden lief moeten hebben. In de evangeliën Matteüs, Marcus en Lucas, zien we dat de Heer Jezus dit als een gebod geeft. In Matteüs zegt Jezus er nog iets bij: “Bid voor wie jou vervolgen (Matteüs 5:44)

De Heer Jezus gaf zelf het voorbeeld toen Hij aan het kruis geslagen werd. Hij bad voor de personen die Hem dood martelden: “Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat zij doen” (Lucas 23:34). Stefanus, één van de eerste martelaars, zei iets vergelijkbaars toen hij gestenigd werd: “Heer, reken hun deze zonde niet toe“ (Handelingen 7:60). Dat is de manier waarin Jezus ons voorgaat. Dit bedoelt Jezus als Hij het heeft over het liefhebben van je naaste als jezelf.

De gevolgen van niet vergeven 

Je kunt er ook voor kiezen om niet te vergeven. In veel gevallen kan ik me goed voorstellen dat vergeving menselijkerwijs gesproken onmogelijk is. In het pastoraat komen we dit vaak tegen. Toch kunnen de gevolgen van het niet vergeven desastreus zijn.
 
Als iemand je iets heel ergs heeft aangedaan, dan word je boos. Die boosheid kan regelmatig de kop opsteken. Het kan zelfs een deel van je leven beheersen. De boosheid verandert dan in bitterheid en haat. Als haat gaat vast zitten komen er gevoelens van wrok. Als je tenslotte deze gevoelens niet meer kunt beheersen, komt er een moment waarop je wraak gaat nemen. Vaak staat de wraak dan niet meer in verhouding tot wat de persoon je heeft aangedaan.
 
Blokkades voor Gods vergeving

Een ander probleem waar we tegenaan loopt bij niet vergeven is dat God ons ook niet kan vergeven. In het bekende ‘Onze Vader’ bidden we: “…en vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.” Als we de mensen niet vergeven die ons iets schuldig zijn, kan God ons ook niet vergeven (vgl. Matteüs 18:34-35). Het gevolg is dat we met schulden rondloopt die te groot voor ons zijn om te dragen. We kunnen God niet meer volgen (1 Johannes 4:20). De wrok en de bitterheid staan tussen ons en God in. Vergeving is de enige weg om die blokkade die er is tussen God en ons, op te ruimen. Als vergeven onmogelijk is en liefhebben een probleem is, kunnen we er mee naar God toe gaan. Hij geeft door zijn Geest de liefde in ons hart (Romeinen 5:5) . Als wij te weinig liefde hebben, wil God ons die geven.

Soms kan een geur of een beeld herinneringen aan verschrikkelijke gebeurtenissen naar boven halen.

Ruimte voor de boze

We moeten God dan wel toestaan om dat te doen. Als we in onze boosheid blijven (=niet vergeven), geven we de duivel ruimte in ons leven (Efeziërs 4:26-27). Dat wil zeggen dat we gedachten toelaten die niet van God zijn. De duivel houdt van expansie. Elke keer als we een negatieve gedachte over een persoon toelaten, geven we de boze meer ruimte in ons leven. Daarmee verdringt hij God, zonder dat we het willen. Op die manier raken we verder van God verwijderd.

De gevolgen van vergeving

Als wij uiteindelijk toegeven aan Gods roep om te vergeven, zorgt God er voor dat het ook kan. Hij geeft ons rust in de wetenschap dat de persoon bij God rechtvaardig wordt beoordeeld of Hij schenkt ons zelfs liefde voor de persoon die we moeten vergeven. Het onrecht staat niet meer tussen de dader en ons in. God heeft het er tussenuit genomen. Het is aan het kruis gespijkerd. Daarmee bestaat het niet meer. God komt er niet meer op terug. Wij dus ook niet meer… 

Vergeven en vergeten?

We kunnen wel zeggen dat we hebben vergeven, maar kunnen we het ook vergeten? Vaak bewaren we de herinneringen toch nog ergens in onze gedachten. Of we bewaren bewijsstukken zodat het, mocht het ooit nog eens ter sprake komen, volledig duidelijk is wie schuldig is. God doet dat niet. Dat wat vergeven is doet Hij weg. Hij komt er niet meer op terug (Psalm 103:12). Zo mogen wij ook alle sporen uitwissen van dingen die mensen ons hebben aangedaan. Waarom zouden wij de herinneringen wel vasthouden terwijl God dat niet doet?
 
Proces van verwerken en vergeven

Natuurlijk is dat een leerproces. Soms kan een geur of een beeld herinneringen aan verschrikkelijke gebeurtenissen naar boven halen. We kunnen er tegen vechten en toch dringt het steeds weer aan je op. We worden dan opgeroepen om die herinneringen en de gevoelens van boosheid niet te koesteren, maar terug te grijpen op het moment dat we onze vergeving hebben uitgesproken en het aan Jezus over te geven. Dit is een proces van verwerken en vergeven, waar we altijd beter zullen uitkomen.

God vraagt van ons dat we onze naaste van harte vergeven. Uit onszelf hebben we alleen maar haat voor de mensen die ons iets hebben aangedaan. We willen dat de persoon gaat boeten. Dat er vergelding gaat komen. Wat een troost is het om te weten dat God ons belooft dat Hij zal vergelden wat ons is aangedaan. Wij moeten daarvoor de ander vergeven en het onrecht dat ons is aangedaan overgeven aan het oordeel van God. We mogen daarbij bidden dat de ander de vergeving van Jezus Christus aanneemt, opdat de vergelding door Jezus aan het kruis kan worden weggedragen.

Vergeving in relatie tot vergoeding

Hier nu aandacht aan het aspect van vergoeding. In de meeste conflicten die tussen mensen kunnen ontstaan lijkt het vragen en ontvangen van vergeving op het eerste gezicht een afdoende oplossing. Toch is er meestal meer nodig om tot volledige verzoening te komen. Een eenvoudig ‘het spijt me’ van de schuldige en het daarop volgend ‘ik vergeef je’ van het slachtoffer blijkt veelal te schraal. Vergoeding is een integraal onderdeel van het bijbels concept vergeven.

Mijn verantwoordelijkheid naar de ander

Voor een ieder van ons geldt de opdracht dat we ons best moeten doen om in vrede met elkaar om te gaan. Paulus zegt: “Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen” (Romeinen 12:18). Hierin ligt besloten dat het niet reëel is om in elke moeilijke relatie een volmaakte verzoening te verwachten. De zin ‘voor zover het van u afhangt’ zegt dat wij niet verantwoordelijk gehouden worden voor houding, motief en gedrag van anderen.
Maar we zijn wel verantwoordelijk voor dat van onszelf!

De ander schadeloos stellen

Degene, die schuldig is zou eens dieper na moeten denken of vergoeden niet op z’n plaats is. Vergoeden is niet het opleggen van straf of een eis van schadeloosstellen, welke van het slachtoffer uitgaat. Nee, het is de vergoeding die wij als schuldige vrijwillig aanbieden aan diegene, die we schade berokkend hebben. Vergoeding is de vrucht van een diepgaand berouw.

Vergoeden in het Oude Testament

In het Oude Testament eiste de wet vergoeding voor het kwaad dat was aangedaan.
 
“Wanneer iemand, man of vrouw, één of andere zonde doet, die mensen begaan, en daardoor ontrouw wordt tegenover de Here, zodat hij een schuld op zich laadt, dan zullen zij de zonden belijden, die zij begaan hebben; en daarna de volle waarde van wat hij schuldig is, vergoeden, vermeerderd met een vijfde, en dat geven aan degene tegenover wie hij zich schuldig gemaakt heeft.” (Numeri 5:6,7).

Vergoeden in het Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament regeert de wet niet meer, maar vallen wij onder de genade. Maar zelfs dan zien wij dat iemand, die vergeving ontvangt van de Here Jezus, uit zichzelf meervoudig vergoedt wat hij de ander ontnomen heeft. “Maar Zacheüs ging staan en zeide tot de Here: Zie, de helft van mijn bezit, Here, geef ik aan de armen, en indien ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig. En Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is” (Lucas 19:8,9).

Zacheüs erkende Jezus als Heer, wilde de helft van zijn bezit aan de armen schenken en toonde zich bereidwillig om datgene wat hij gestolen had, viervoudig te vergoeden. Dit laatste voornemen was waarschijnlijk gebaseerd op Exodus 22:1, waar staat dat iemand, die een stuk kleinvee steelt en het slacht of verkoopt, hiervoor in de plaats vier stuks kleinvee moet teruggeven.
 Het voorbeeld van de verloren zoon

Jezus herhaalde het principe van vergoeden nog eens in de gelijkenis van de verloren zoon

De zoon, die het kapitaal van zijn vader verbrast had, beleed dat hij gezondigd had tegen God én tegen zijn vader. Hij bood zijn vader vergoeding aan voor het onrecht door zichzelf als knecht aan te bieden om voor vader te werken. (Lucas 15:21). Zijn vader bleef hem echter erkennen als zijn zoon. We kunnen echter wel aannemen dat de zoon daarna daadwerkelijk werkzaam zou zijn op het familiebedrijf (zie ook de taak van de oudste zoon)!  

Vergoeding maakt deel uit van het verzoeningsproces

Het proces van verzoening bereikt zijn doel als de schuldige:

1. overtuigd is dat hij verkeerd gehandeld of gereageerd heeft,
2. bereid is om diegenen te ontmoeten wie hij onrecht heeft aangedaan,
3. zijn schuld belijdt,
4. zich bekeert (afstand nemen van zijn verkeerde gedrag),
5. in nederigheid vergeving aanvaardt,
6. op vrijwillige basis de ander vergoedt of de schade compenseert,
7. daadwerkelijk de relatie probeert te herstellen en
8. indien mogelijk, zich toewijdt aan een blijvende verzoening
 
Oppervlakkige vergeving leidt tot oppervlakkige verzoening

Soms zien we dat de schuldige een kortere versie van dit proces voorstaat. Je krijgt dan een oppervlakkige bekentenis in de geest van: ‘jammer dat ik betrapt ben’ of een verzoek om vergeving met woorden als ‘neem me mijn fouten niet kwalijk'.
Dit leidt tot een vage verzoening in de trant van ’laten we doen of er niets gebeurd is’. Zo’n proces brengt geen genezing aan beschadigde of verbroken relaties. Het laat slechts het gedrag voortbestaan van een disfunctioneel iemand, die anderen zal blijven beschadigen.
Inzet van beide partijen is nodig
Werkelijke verzoening veronderstelt een bereidheid en inzet van beide partijen.
 
De schuldige

Van de kant van de schuldige is erkenning van de schuld en oprecht berouw nodig. Dat moet zichtbaar worden in de inspanning om te vergoeden: de schade te verminderen, te compenseren en het welzijn van het slachtoffer te zoeken.
 
Het slachtoffer

Van de kant van het slachtoffer is vergeving nodig. Vergeven van het onrecht is het recht van het slachtoffer en kan nooit opgeëist worden door de schuldige. De schuldige kan nooit zeggen “Nu moet je me vergeven”. Het moet hem geschonken worden. Daarin wordt de machtsverhouding, waarin de schuldige het slachtoffer gevangen hield, doorbroken en staan zij weer als gelijken naast elkaar.

Vergoeding is een integraal deel van vergeving

Omdat wij Gods vrijmakende vergeving mochten ervaren, worden we in staat gesteld om anderen te vergeven. Om dit te zien moeten we beseffen dat we nooit alleen slachtoffer zijn, maar altijd ook dader binnen het zondebegrip. Anders gezegd, als zondaar hebben wij de zwaarte van de last ervaren van het daderschap, om daarna de bevrijdende kracht van de vergeving te ontvangen, welke God ons schenkt, als wij met een berouwvol hart tot Hem komen[2].
 
De bijbelse weg

Gods plan is eigenlijk eenvoudig. Wanneer wij gezondigd hebben tegen de ander moeten we direct vergeving vragen, ons bekeren (veranderen) en de schade, ontstaan door ons gedrag of houding vergoeden. Jezus zei: ”Ziet toe op uzelf. Indien uw broeder zondigt, bestraf hem, en indien hij berouw heeft, vergeef hem. En zelfs indien hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal tot u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, zult gij het hem vergeven” (Lucas 17:3,4). De sleutel in dit voorbeeld is de bereidwilligheid van de schuldige om schuld te bekennen, zijn gedachten te veranderen en zich af te keren van zijn verkeerd gedrag.

Wat als de schuldige zijn schuld niet erkent?

Als een overtreding van dien aard is dat er iets mee gedaan moet worden en de schuldige zijn schuld niet erkent, is het nodig om vergeving als een proces in twee fases te benaderen. De eerste fase zouden we positionele vergeving kunnen noemen en de tweede fase de transactionele vergeving.
 
Positionele vergeving

Positionele vergeving is onvoorwaardelijk en is een afspraak, die wij maken met God en voltrekt zich tussen God en ons. Wij bepalen hierin als het ware onze positie in het vergevingsproces. In de intieme omgang met God zoeken we een plekje voor onze pijn en verdriet en worstelen wij ons toe naar een vergevingsgezinde intentie ten opzichte van de schuldige.
 
Transactionele vergeving

Na de positionele vergeving, die onvoorwaardelijk is, komt de transactionele vergeving. Deze hangt af van de houding en gedrag van de schuldige en voltrekt zich tussen de schuldige en ons. Als de schuldige zijn schuld niet erkent zal deze vergeving dan ook niet plaats kunnen vinden tussen beiden. De vergeving kan niet worden weggeschonken. Er kan geen ‘transactie’ van de vergeving plaats vinden. Dit verandert echter niet onze positie’ (vergevingsgezind zijn).
Goddelijke en menselijke vergeving

Voor de schuldige geldt dat hij vergeving nodig heeft van God én van degenen die hij kwaad heeft berokkend. Goddelijke en menselijke vergeving zijn niet een kwestie van gelijk oversteken, omdat ze niet identiek zijn.
Mensen kunnen onrecht vergeven; ze kunnen geen zonden vergeven. Dit duidt niet alleen op een verschil in reikwijdte (mensen vergeven het onrecht dat de ander hen aandoet, Gods vergeving omvat alle ongerechtigheid), het is vooral een verschil in niveau en diepte. Als we de ander treffen, treffen we God. Daarom is het niet genoeg om vergeving van de ander te krijgen; om weer met jezelf te kunnen leven is ook vergeving van God nodig [4]. Wanneer wij als schuldigen vergeving ontvangen van God, roept God ons op om de schade, die wij de ander berokkend hebben, te vergoeden als teken en vrucht van ons berouw.

Niet terugkomen op het onrecht dat is aangedaan

Het kan voorkomen dat er zoveel negatieve dingen over en weer gezegd en gedaan zijn dat het bijna onmogelijk is om ze allemaal in herinnering te brengen en ze te benoemen. In zo’n situatie is vergeving wellicht slechts mogelijk doordat beiden zeggen: “Laten we opnieuw beginnen”. Beiden geven zich daarbij over aan God en aan elkaar. Beiden stemmen overeen dat ze elkaar lief willen hebben en beiden zullen zich inzetten om weer een gezonde relatie met elkaar op te bouwen.
 
Als de schuldige geen berouw toont zal degene die het kwaad is aangedaan toch de weg van vergeving moeten gaan met het oog op zijn eigen welzijn. Door zich te plaatsen in de positionele vergeving maakt het slachtoffer zich los van de schuldige en is hij vrij om verder te gaan met zijn leven. Ook al vindt de transactionele vergeving binnen het totale proces van berouw, vergeving, vergoeding en verzoening dan feitelijk niet plaats.
Vergeven is niet…

Hierbij is het belangrijk om te begrijpen wat vergeving niet is:
 
1. Vergeving is geen verontschuldiging. Bij vergeving blijft de ander verantwoordelijk voor zijn gedrag.

2. Vergeving is niet vergeten. Wij houden de herinnering aan de gebeurtenis, welke misschien nog verdriet en pijn met zich mee brengt. Maar we kiezen er voor om willen niet langer gevangen te worden door gevoelens van boosheid en bitterheid. Deze gevoelens doen niet de schuldige, maar juist onszelf kwaad.

3. Vergeving is niet tolereren of bagatelliseren. We vegen de gebeurtenis niet onder de mat. Destructief en kwaadwillend gedrag is onaanvaardbaar en heeft consequenties. Soms kan dat uitmonden in gevangenisstraf, schadeloosstelling of andere maatregelen.

4. Vergeving is niet het negeren van onze pijn. Het betekent juist dat we heel erg eerlijk zijn over onze pijn en de oorzaak daarvan, ook al is dit een ingrijpend proces. Het zegt juist ‘nee’ tegen het wegduwen, ontkennen, bagatelliseren of verstoppen van onze gevoelens.

5. Vergeving is geen verzoening. Vergeving kan wel of niet leiden naar verzoening. Vergeving is iets wat wij doen en daardoor onze positie bepalen, waardoor wijzelf heling ontvangen, ongeacht de houding van de schuldige. Voor verzoening is er herstel van vertrouwen nodig en dat vereist een werkelijke bekering van de schuldige [4].

Vergoeden is gewoon het juiste gedrag

Als we emotionele pijn hebben veroorzaakt, materiele schade hebben berokkend of iemand iets hebben ontnomen, is vergoeding op zijn plaats. Een rechtvaardige daad in de context van de relatie is een daad die de vrede en het welzijn van de ander voorstaat en de onderlinge relatie onderbouwt.
 
Vormen van vergoeden

Gerechtigheid heeft evenveel te maken met hoe wij elkaar behandelen als hoe we ons verhouden tot God. Vergoeding kan concreet of symbolisch plaatsvinden. Als de schuld op het materiele vlak ligt, zal op dit vlak vergoeding plaats moeten vinden. Als de schuld financieel zo groot is dat het onmogelijk vergoed kan worden zou een gedeeltelijke of symbolische vergoeding op zijn plaats kunnen zijn. Als we het karakter en de reputatie van de ander beschadigd of bezoedeld hebben, zou vergoeding plaats kunnen vinden in het feit dat wij ons actief inzetten om publiekelijk de integriteit van de ander te herstellen en naar derden rechtzetten wat wij hebben kromgetrokken.
 
Vergoeden kan ‘kwaad tot erger’ voorkomen

Als we vergeving en vergoeding toepassen in ons leven kan dit gedrag voorkómen dat persoonlijke onenigheid ontaardt in een destructief conflict. Voor de ontvanger van vergeving houdt het in, dat deze vergeving een moreel beroep doet op hem tot vergoeding. Liefdevolle woorden en vergeving zijn geweldig, maar verandering van gedrag en concrete daden van herstel zijn nog belangrijker. Vergoeding, concreet of symbolisch, geïnitieerd door de schuldige, is van vitaal belang voor het verzoeningsproces. Zij geeft blijk van een veranderde hartsgesteldheid, waardoor er een oprechte verzoening kan plaatsvinde.

Toch doemt steeds weer de vraag op : Wil God ook mijn zonden vergeven?

WELK BEELD VAN GOD HEB JE?

Allereerst een woord van dank aan de organisatoren van deze avonden dat ze mij hebben uitgenodigd om ook vanavond het Woord te bedienen. Want het heet dan wel een lezing, maar het gaat uiteindelijk om het Woord van de levende God.
Het dat het gaat vaak over het Godsbeeld. ‘Er is een verkeerd Godsbeeld’, zo word gezegd. Je wet natuurlijk waar dat vandaan komt. Dat komt bij satan vandaan. Het is al begonnen in het paradijs, toen satan tot Eva kwam. Toen heeft hij ook een verkeerd Godsbeeld getekend. Eva en Adam hebben dat geloofd. En nu is de duivel nog steeds aan het werk. Al moet hij dan een orthodoxe duivel worden, niettemin gaat het er hem om dat wij een verkeerd Godsbeeld hebben. Waarom? Het is dé weg om een mens bij God vandaan te houden. Wat wordt Gods Geest hierdoor bedroefd.

Ik denk bijvoorbeeld aan het laatste hoofdstuk van het boek Job. Daar worden de vrienden van Job door de Heere op het matje geroepen. Het is heel treffend wat de Heere dan tot deze mannen zegt. Hij zegt tot tweemaal toe: ‘Gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken’ (Job 42:7 en 8). Als je al die hoofdstukken leest, moet je eens nagaan, wat de vrienden van Job allemaal gezegd hebben. Er staan toch echt wel dingen bij die waar zijn. Maar wat was nu het probleem? Ondanks het feit dat de vrienden van Job ‘ware’ dingen zeiden, was het de waarheid niet! De Heere zegt dus niet: ‘Wat je daar gezegd hebt, was goed en dat was goed.’ De Heere vaagt het allemaal weg en Hij zegt tot tweemaal toe: ‘Gij hebt niet recht van Mij gesproken.’ Een verkeerd Godsbeeld.

IS GOD GEWILLIG?

Nu is het mijn bedoeling om je een bijbels Godsbeeld te geven, ook over de vergeving der zonden. Want wat heerst daar een onkunde over! Wat heerst daar een misverstand over! Ik heb dan ook heel bewust het thema zo gekozen: ‘Wil God ook mijn zonden vergeven?’
En dan moet je er even op letten wat er niet staat in de vraag. Er staat niet: Vergeeft God de zonden? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat er vanavond iemand is die betwijfelt of God de zonden vergeeft. Dat weten we wel uit het Woord van God.

Er staat ook niet: Kan God de zonden vergeven? Natuurlijk kan Hij dat, want Hij is God. Maar daar gaat het vanavond niet over.
Het gaat over: Wil God mijn zonden vergeven? Is God gewillig om de zonden te vergeven? Of is het - met eerbied gezegd - iets wat God met tegenzin doet? Iets wat Hij maar zelden doet? Want de duivel wil natuurlijk dat je dat gelooft. Hij wil dat je gelooft dat de ver-geving der zonden eigenlijk iets is dat bijna niet te verkrijgen is. Dat het iets is wat maar voor enkelen is weggelegd. En zeker het bewústzijn van de vergeving.
Er niets is minder waar dan dat. En daarom heel bewust Gods Woord laten spreken. God Zelf aan het woord laten. Want het gaat er uiteindelijk niet om wat ik ervan denk. Ik wil je Góds Woord laten horen. God Zélf laten spreken.

ALS HET EEN VRAAG VOOR JE?

Wat een belangrijke vraag is dat, nietwaar? Wil God ook mijn zonden vergeven? Misschien is er wel iemand die met deze vraag hier zit te lezen. Misschien is het wel een brandende vraag vanbinnen. Omdat je de last van je zonden gevoelt. Dat is op zichzelf al een wonder, want van nature stelt niemand die vraag.

Van nature heeft de mens geen behoefte aan de vergeving der zonden. Van nature heeft hij geen last van de zonde. Ook de vrome, godsdienstige mens heeft er geen last van. Hij is tevreden met zijn godsdienstige leven. Hij is tevreden als de buitenkant er maar netjes uitziet. En zo heeft de godsdienstige mens, de farizeeër, geen behoefte aan de vergeving der zonden. Maar als die vraag geboren wordt, is dat het bewijs van het zaligmakende werk van Gods Geest. Want het is díe Geest, Die een mens ontdekt aan zijn zondige bestaan. Het is díe Geest, Die een mens ervan overtuigt dat hij tegen God gezondigd heeft. Dat hij voor God niet kan bestaan.

DE GEEST LEIDT TOT CHRISTUS

En waarom doet de Geest dat? De Geest is de Geest van de Vader en van de Zoon. De Geest doet het opdat wij met onze zonden en onze schuld juist bij God terecht zouden komen, opdat we zouden mogen ervaren dat er voor zulke ellendige zondaren als wij zijn, vergeving is. Volkomen vergeving. Dáár is het de Geest om te doen. Met eerbied gezegd heeft de Geest maar één doel en wordt de Geest maar door één ding gedreven en dat is: de zondaar bij Christus brengen. Want de Heere Jezus heeft het Zelf gezegd in Johannes 16, waarin Hij sprak over het werk van de Geest: ‘De Geest zal van Mij getuigen, de Geest zal Mij ver-heerlijken.’ Daar gaat het de Geest om. De overtuiging van zonden is geen doel op zich. De overtuiging van zonden is de zaligheid niet. Het leidt wel tot de zaligheid. Het overtuigende werk van Gods Geest heeft maar één doel: om de zondaar dáár te krijgen waar hij van zichzelf afziet en waar hij ziet op Christus en Zijn volbrachte Middelaarsarbeid.

En hoe sneller een zondaar daar komt, hoe liever. Het komt door onze dwaasheid en onze onkunde dat de Geest van God zoveel werk heeft aan een zondaar voordat hij eindelijk uitgewerkt is, voordat hij eindelijk afziet van zichzelf, voordat hij eindelijk beseft dat al zijn gerechtigheden als een wegwerpelijk kleed zijn. Hij heeft - met eerbied gezegd - veel werk voordat iemand eindelijk als een verdoemde zondaar, als een schuldige zondaar op Jezus gaat zien en door Hem deelachtig wordt aan de vergeving der zonden.

UITGANGSPUNT

Als uitgangspunt nemen we de aangrijpende woorden uit Psalm  86.

I. GOD IS EEN GAARNE VERGEVEND GOD; HIJ SCHEPT BEHAGEN IN HET VERGEVEN VAN ZONDEN.


Psalm 86 vers 4,5: ‘Verheug de ziel Uws knechts; want tot U, HEERE! verhef ik mijn ziel. Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid over allen, die U aanroepen.’
Het woordje ‘gaarne’ is natuurlijk wat ouderwets. Wij zouden vandaag zeggen dat de Heere een God is Die de zonden graag vergeeft.

Mag ik het nog eens anders zeggen? Wat hier staat, is dat het vergeven van de zonden Gods lievelingswerk is. Hij doet niets liever dan een zondaar de zonden vergeven. Eigenlijk zou ik het zo willen zeggen: in niets schittert de heerlijkheid van Gods Goddelijke wezen zo zeer als in het feit dat de God tegen Wie wij gezondigd hebben, een God is Die de zonden gaarne vergeeft. Matthew Henry geeft een treffende opmerking in zijn commentaar. Hij zegt dit: ‘God is meer gewillig om ons de zonden te vergeven dan dat wij gewillig zijn om ons te bekeren’. Een treffende uitdrukking.
Het is mijn doel om te laten zien dat dit Godswoord uit Psalm 86 niet zomaar op zichzelf staat. Al was het nu de enige tekst in de Bijbel waar het vermeld stond, dan zou het nog waar zijn en dan zouden we het nog moeten (en mogen) geloven. Maar ik wil jullie laten zien vanavond dat dit thema door de hele Schrift loopt. En dat de Heere Jezus Christus (Die het levende Woord is Dat uit de hemel ge-komen is) uiteindelijk hét bewijs is van het feit dat God een gaarne vergevend God is.
Letterlijk door de Bijbel gaan, stap voor stap.

II.     HET BEVESTIGENDE GETUIGENIS VAN DE SCHRIFT DAT GOD EEN GAARNE VERGEVEND GOD IS, IS OP DE VOLGENDE PLAATSEN TE ZIEN:

1.    GOD AANVAARDT HET OFFER VAN ABEL

 We beginnen dan met het offer van Abel. We weten van de Heere Jezus dat Abel de eerste dominee was. Hij was de eerste getuige van het Evangelie. Abel was de man die de boodschap van het Evangelie had begrepen en die de boodschap van het Lam Gods verkondigde, de boodschap van het bloedige offer. En hoe wist Abel dat? Wel, hij was daarin door zijn ouders onderwezen. En hoe wisten zij het dan? Daar heeft God Zelf hen in onderwezen. Voordat ze de hof van Eden uitgingen, heeft God een dier geslacht. En op grond van bloedstorting heeft God de mantel der gerechtigheid om de schouders van Adam en Eva gehangen. Toen heeft God als het ware aan Adam en Eva het Evangelie uitgelegd. Het Evangelie van het bloedige offer. Dit Evangelie heeft Abel verkondigd, als de eerste van al de profeten.

Tegen dit Evangelie kwam vijandschap, tóen al. Daar kwam de vijandschap van Kaïn tegenop. Want wat was nu de zonde van Kaïn? De zonde van Kaïn was dat hij niets moest hebben van het bloedige offer. Daarom haatte hij zijn broeder. Hij wilde met zijn landbouwproducten komen en hij dacht dat dát goed genoeg was. Hij wilde niet naar zijn jongere broer om hem te vragen om een lam. Hij wilde hem niet vragen dat lam voor hem te slachten. Uit deze vijandschap is de eerste moord voortgekomen. Maar Abel heeft het Evangelie begrepen. Hij heeft begrepen dat God een behagen schept in de vergeving van de zonden.

We lezen in Hebr. 11 vers 4: ‘Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf.’ God getuigde aan Abel dat hij rechtvaardig was, juist omdat hij geloofde in het geslachte lam, dat wees op het Lam Gods dat in de wereld gekomen is. Het wees op de Heere Jezus. Zijn geloof in dat Lam heeft hem rechtvaardig gemaakt. We zouden kunnen zeggen: Abel werd gerechtvaardigd door het geloof.

En hoe wist hij dat nu? Wat voor getuigenis gaf God hem? Daar is wel over gespeculeerd, maar de meeste commentators van de Bijbel geloven dat God door het vuur geantwoord heeft. Je leest dit meerdere malen in het Oude Testament.
Andrew Bonar gelooft dat het altaar gestaan heeft bij de poort van het paradijs. Je weet, daar stonden engelen met vurige zwaarden, want de weg tot God was afgesloten. Maar nu stond juist dáár dat altaar, want op grond van het bloedige offer van het Lam kon de mens weer in gemeenschap met God komen.

De Heere zegt tegen Kaïn: ‘De zonde ligt aan de deur.’ Deze tekst wordt vaak misverstaan. Het Hebreeuwse woordje wijst eigenlijk op het zondeoffer. Voordat hij de moord pleegt, zegt de Heere: ‘Kaïn, je bent nu wel zo boos, maar Ik ben ook gewillig om jou de zonden te vergeven.’ Hij heeft hem gewezen op het zondeoffer. Het zondoffer bij de deur.

Later zien we deze deur terug in de tabernakel. Daar staat óók een altaar. En op grond van dat altaar was er toegang tot God, zie je? Dus van het begin af aan heeft God Zich geopenbaard als een gaarne vergevend God. Dat komt zo prachtig openbaar in Exodus 34. Deze tekst was voor de heiligen van het Oude Testament heel belangrijk. Daar komen ze ook telkens op terug. Je moet er eens op letten als je de Psalmen leest, hoe vaak hierop gezinspeeld wordt of hoe vaak deze woorden aangehaald worden.
        
2.    GODS ZELFGETUIGENIS IN EXODUS 34

Wat is het verband? Wel, je weet, Mozes heeft de Heere een vraag gesteld, een indringende vraag. Een vraag die opkomt uit de diepte van zijn hart, het hart van een man die naar God hijgde, een man die God liefhad. Wat zei hij?

Exodus 33 vers 18 en 19: ‘Toen zeide hij: Toon mij nu Uw heerlijkheid! Doch Hij zeide: Ik zal al Mijn goedigheid voorbij uw aangezicht laten gaan, en zal den Naam des HEEREN uitroepen voor uw aangezicht.’

De Heere verhoorde het gebed van Mozes. Hij liet al Zijn goedigheid aan hem voorbijgaan. En dan staan er deze ontroerende woorden, woorden waarin God met eerbied gezegd Zijn hart bloot legt, woorden waarin God Zijn hart laat kloppen.

Wat zegt de Heere van Zichzelf?

Exodus 34 vers 6: Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE , God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die den schuldige geenszins onschuldig houdt.
 
Maar waarom staat er dan achter: ‘Die den schuldige geenszins onschuldig houdt?’

Het staat erbij opdat we niet een verkeerd beeld zouden hebben van de barmhartigheid van God; opdat we heel goed zouden beseffen dat God een rechtvaardig God is, Die de schuldige geenszins onschuldig kan houden. Maar dat God nu juist een oplossing gevonden heeft in het bloedige offer. Het kruis van Golgotha is het zuiverste bewijs dat God de schuldige geenszins onschuldig houdt, want daar hing de Heere Jezus aan het kruis. En nooit is er op aarde een mens geweest Die zó schuldig was als Jezus. Niet schuldig aan Zijn eigen zonden maar als Middelaar, als Plaatsvervanger stond Hij schuldig voor God. En dáárom moest het kruis komen. Daarom heeft Hij de wraak Gods moeten verduren. Daarom is Hij tot een vloek geworden. Waarom? Opdat God Zich op grond van dat volbrachte werk aan ons zou kunnen openbaren als een God Die barmhartig en genadig is.

Thomas Watson zegt dat de barmhartigheid van God Gods lievelingsdeugd is, ‘His darling attribute’. En dat is ook het eerste wat Hij van Zichzelf zegt.
We zien dat ook in dit gedeelte van de Godsopenbaring hetzelfde schittert als in Psalm 86: God is een gaarne vergevend God. God Zelf heeft de oplossing gevonden in het geven van Zijn eniggeboren Zoon. En daarom kan God de zonden vergeven zonder dat Hij daarin tekort doet aan Zijn recht, want op Golgotha heeft het recht van God zijn volle loop gehad. Dáárom kan God de zonden vergeven.

De Heere openbaarde dit ook op een hele treffende wijze in:

3.    DE INSTELLING VAN HET MORGEN - EN AVONDOFFER

Ik kan het alleen maar aanstippen. Je moet deze verzen zelf maar eens heel nauwkeurig nalezen en er over mediteren, want het is zo rijk en zo vol met Evangelie!

Exodus 29: 38 en 45: ‘Dit nu is het, wat gij op het altaar bereiden zult: twee lammeren, die eenjarig zijn, des daags, geduriglijk…En Ik zal in het midden der kinderen Israëls wonen, en Ik zal hun tot een God zijn.’

Wat was de bedoeling van deze offers? 

De Heere wilde Zijn volk Israël onderwijzen wat het Evangelie betreft. Hij wilde ze laten zien dat Hij op grond van het morgen- en avondoffer dat dagelijks gebracht werd, hun God wilde zijn. Op grond daarvan kon Hij temidden van een zondig volk wonen. De Heere weet - en wist - hoe moeilijk het is voor een zondig mensenkind om dát te durven geloven. Te geloven dat de God Die gedonderd heeft op de berg Sinaï, dat díe God onder ons wonen wil! Dat die God de God van een zondaar wil zijn! Dat die God als het ware Zijn armen uitstrekt naar de zondaar en hem tot Zich nodigt om bij Hem de vergeving te verkrijgen! En daarom stelde Hij dat offer in, om als het ware iedere morgen en iedere avond dezelfde boodschap tot het volk Israël uit te stallen, op zichtbare wijze.

Ik zou het als volgt willen zeggen. Aan het begin van de dag zei de Heere door middel van het offer: ‘Zie hier ben Ik, zie hier ben Ik! Ik sta ook deze dag gereed om u genadig te zijn. Hoe u ook zondigt, u mag tot Mij komen. Hier is het offer, hier is de oplossing voor uw schuld, hier wordt het bloed gestort waardoor uw schuld voor Mijn aangezicht bedekt kan worden.’

En dan het wonder: aan het einde van de dag was er dat offer weer, werd er weer een lam geslacht. Het moest een lam zijn. Jullie begrijpen natuurlijk wel waarom. Het wees op het Lam Gods Dat in de wereld zou komen. Het wees op de Heere Jezus. En dan, aan het einde van de dag, een dag waarin ze weer gezondigd hadden, een dag waarin ze God ontrouw geweest waren, een dag waarin ze gemurmureerd hadden tegen God, kwam de Heere toch nog en zei: ‘Aan het einde van deze dag waarop jullie Mij vermoeid hebben met je zonden, wil Ik het weer aan jullie verklaren dat Ik toch een gaarne vergevend God blijf.’

Je zou het zo kunnen zeggen: elke dag begon en eindigde met een goddelijke verklaring dat Hij een gaarne vergevend God is, dat Hij het vergeven nooit moe wordt. Want dit herhaalde zich. Niet alleen tijdens de veertig jaren in de woestijn, maar door heel de geschiedenis van het Oude Testament, totdat het Lam Gods Zelf in de wereld kwam. Toen - en toen alleen - is het offer opgeheven.

Als je dan in Numeri 14 leest, begrijp je ook waarom Mozes zo pleit met God. Het volk van Israël had weer gezondigd en dan gaat Mozes pleiten. En wat doet Mozes zo vaak? Lees zijn gebeden maar. Met eerbied gezegd grijpt hij God aan op wat Hij Zelf gezegd heeft. Hij grijpt God aan op Zijn eigen Woord en op Zijn eigen belofte.

Lees maar mee in Numeri 14 vers 17 tot en met 20

‘Nu dan, laat toch de kracht des HEEREN groot worden, gelijk als Gij gesproken hebt, zeggende: De HEERE is lankmoedig en groot van weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het derde en in het vierde lid. (Zien jullie dat Mozes pleit op wat in Exodus 34 geschreven staat?) Vergeef toch de ongerechtigheid dezes volks, naar de grootte Uwer goeder-tierenheid, en gelijk Gij ze aan dit volk, van Egypteland af tot hiertoe, vergeven hebt!’  

‘Heere, U hebt het altijd gedaan, ik weet dat het volk heeft weer gezondigd; maar Heere, U hebt toch Zelf geopenbaard aan ons dat Gij een God zijt Die de zonde vergeeft?’ Geliefde vrienden, met eerbied gezegd, tegen zo’n gebed kan de Heere niet op. Als wij Hem aanspreken op Zijn eigen woord gaan de hartsnaren van God trillen. Want dat wil Hij! Hij kan van Zijn eigen Woord niet af. Met eerbied gezegd, wij mogen Zijn handen binden en dan moet Hij doen wat Hij Zelf gezegd heeft. Want als Hij niet zou doen wat Hij zelf gezegd heeft, zou Hij Zichzelf loochenen. En dat kan Hij niet en dat wil Hij niet. Hij laat Zich dus ver-bidden. Kijk maar naar vers 20: ‘En de HEERE zeide: Ik heb hun vergeven naar uw woord.’

Wie je ook bent, zo moeten wij nu ook leren bidden. Wij moeten op onze knieën gaan en we moeten in het gebed gaan worstelen met Gods eigen Woord. Dat wil de Heere. Met eerbied gezegd wil de Heere aan Zijn eigen Woord herinnerd worden. Daarom geeft Hij ons dat Woord! Daarom geeft Hij ons de evangeliebelofte en mag je zeggen: ‘Heere, ik weet het niet meer, ik ben een arme, ellendige zondaar, maar U hebt gezegd: ‘Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ U heeft het gezegd, Heere, dat het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden.’ Zo moet je worstelen in het gebed, net zoals Mozes deed.

4.    HET GETUIGENIS VAN LEVITICUS EN DE CEREMONIËLE WET

Leviticus 4 vers 20: ‘En de priester zal voor hen verzoening doen, en het zal hun vergeven worden.’

Het thema van de vergeving der zonden komt ook zo duidelijk openbaar in de ceremoniële wet, vooral in het boek Leviticus. Je zou het boek Leviticus ‘het evangelie van de boeken van Mozes’ kunnen noemen. Het is ook het middenboek. Daarin schittert het evangelie. Want weten jullie, de ceremoniële wet is de schoolmeester die ons tot Christus leidt. Dat was de bedoeling van de ceremoniële wet. Daarin gaf God aan Israël aanschouwelijk onderwijs. Dat hebben vooral kinderen nodig. Een goede onderwijzer weet dat het voor kinderen het beste is om twee voorwerpen te nemen en nog eens een keer twee om dan aan de kinderen te laten zien dat het vier is. En nu gaf God in de ceremoniële wet aanschouwelijk onderwijs over het evangelie, opdat ze zouden gaan begrijpen Wie Hij nu eigenlijk is. Het doel van de ceremoniële wet en vooral van de tabernakel was dat Israël een juist Godsbeeld zou hebben.

We weten dat het daar nu juist fout ging, direct na de wetgeving. Je moet niet denken dat het volk de Heere verwierp toen ze het gouden kalf maakten. Nee, ze geloofden wel dat God hen uit Egypte geleid had, maar ze wilden iets zichtbaars hebben. Daarom hebben ze toen een beeld gemaakt naar hun eigen goeddunken. Jullie weten dat Mozes gekomen is en het beeld met een hamer stukgeslagen heeft. Dat móest, want het was een verkeerd Godsbeeld. Als Mozes dan weer terugkomt van de berg brengt hij de ceremoniële wet mee, opdat Israël daardoor een juist Godsbeeld zou hebben.

Dat was de roeping van de priester. Als een Israëliet door middel van de bediening van Mozes van zijn zonde overtuigd werd en voelde: ‘Daaraan ben ik nu schuldig’, wat deed hij dan? Hij wist dat er een oplossing was voor zijn zondeschuld, want de Heere had een offer aangewezen. Dus ging hij met het offerdier naar de tabernakel. Daar werd hij door de priester ontvangen.

En wat doet deze Israëliet dan? Hij legt zijn handen op de kop van het offerdier. Daarbij draagt hij als het ware zijn schuld over op het onschuldige offerdier en wordt de onschuld van het offerdier de zijne. Dan is voor God het díer schuldig. Hij is niet schuldig meer. De schuld rust nu op het offerdier. Het moet sterven, want de rechtvaardigheid van God eist de dood van de zondaar. Omdat het offerdier de plaats van die schuldige Israëliet inneemt, gaat het sterven en wordt zijn bloed vergoten. En wat zegt de priester dan als dat eenmaal gebeurd is? Hij moet van Godswege tegen die Israëliet zeggen: ‘…en het zal hun vergeven worden.’ Dat lees je wel negen keer in het boek Leviticus. De priester die Gods gezant was, die Gods getuige was, moest namens God zeggen: ‘Zondig mens, Ik getuig dat u de zonden vergeven zijn op grond van het offer.’

God is niet alleen een God Die gaarne de zonden vergeeft. De Heere wil ook dat degenen die door het geloof de toevlucht nemen tot die bloedige offerande wéten dat hen de zonden vergeven zijn. Het is niet zo dat God Zijn volk gewoonlijk in het duister wil laten over het feit of hun zonden wel of niet vergeven zijn.

Hoe kan het nu dat een God Die er Zijn eigen Zoon voor over had om zondaren te vergeven, een God Die een gaarne vergevend God is, hoe kan het nu dat díe God de mensen in het donker wil laten over het feit dat hun zonden vergeven zijn? Daarom blijft het de heilige roeping van Gods knechten tot op deze dag om jullie van Godswege toe te roepen dat God de zondaar vergeeft. Je ontvangt vergeving als je als een arme schuldige zondaar de toevlucht hebt genomen tot Christus, tot het Lam Gods en als je door het geloof (misschien met een bevende hand) de zoom van Zijn kleed hebt aangeraakt, als je behoort tot de mensen die hongeren en dorsten naar Zijn gerechtigheid, als het jouw levenskreet is geworden: ‘Geef mij die Jezus, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf’.

Gods woord zegt dat het eenvoudige geloof dat ziet op Jezus tot gevolg heeft dat God de zondaar vergeeft. Want zodra de vrouw het kleed van Christus aanraakte, ging er kracht van Hem uit. Waarom? Omdat God een gaarne vergevend God is. Het is Zijn lievelingswerk, mijn geliefde vrienden. De Psalmen staan daar vol van.

5.    HET GETUIGENIS VAN DE PSALMEN

 Wil op een paar teksten letten :

 In Psalm 32 vers 1 en 2 staat: ‘Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.’

 We weten natuurlijk wel dat er geen verschil is tussen bedekte zonde en vergeven zonde. Dit is gewoon een Hebreeuws parallellisme. Wij gebruiken een uitroepteken om ergens de nadruk op te leggen, in het Hebreeuws herhaalt men zich. Dus: bedekte schuld is vergeven schuld, omdat het bedekt is door het bloed van het Lam. En juist omdat het bloed de zondaar dekt, ziet God de zonde niet meer. De zonde wordt bedekt door het bloed.

Psalm 99 vers 8: ‘Gij zijt hun geweest een vergevend God.’

Als je deze psalm in zijn verband leest, zie je dat het ook gaat over de dwaasheid van het volk. Over hun ongehoorzaamheid. Wat hebben ze God een verdriet berokkend in de woestijn met al hun gemurmureer. Wat heeft God een werk gehad aan dat dwaze volk van Israël. En toch, ondanks alles bleef Hij in hun midden. Elke dag zagen ze daar het levende bewijs van. Ze zagen de vuurkolom en de wolk des daags. Daar zagen ze hoe die kolom zich uitspreidde over het volk. God breidde Zijn vleugels uit over een zondig volk. En elke dag ‘s morgens en ‘s avonds verklaarde de Heere aan hen dat Hij gaarne vergevend was. Daarom staat er: ‘Gij zijt hun geweest een vergevend God.’

Daarom zijn de woorden van Psalm 103 vers 12 zo ontroerend, maar zo treffend: ‘Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtreding van ons.’
 O, dat past bij het hart van God! Jullie weten, het oosten en het westen komen nooit bij elkaar. De Psalmist zegt: ‘Zover doet God onze overtredingen van ons.’ Want Hij is een God Die menigvuldiglijk vergeeft. Hij is een God Die een overvloeiende fontein is van goedheid en van genade (Nederlandse Geloofsbelijdenis). God vergeeft de zonde niet zomaar een beetje. Nee, Hij vergeeft de zonde totaal. Door het bloed wordt de zonde volledig verwijderd. De zondaar die op Jezus ziet, wordt door die blik genezen – net zoals de arme Israëliet, die, gebeten door de slang, stervende, met een gebroken oog, zag op de verhoogde slang.

De verhoogde slang is het beeld van een God Die gaarne vergeeft. Zie dan met een gebroken oog op het Lam Gods en je zult vergeving ontvangen. Door het eenvoudige zien wordt de zondaar de vergeving deelachtig. Wij worden rechtvaardig door het geloof. Wij worden niet rechtvaardig op grond van een heel bijzondere ervaring. Dat leert Gods Woord ons niet.

Wij worden gerechtvaardigd door het geloof

'Op het moment dat een zondaar voor het eerst het geloof in Jezus oefent, is hij voor eeuwig gerechtvaardigd’; al mist hij misschien op het moment de bewustheid daarvan of misschien is de bewustheid maar heel kort. Het is net als met een kind dat probeert te gaan lopen. In het begin valt het kind steeds weer. Het probeert te staan, eventjes staan de beentjes te trillen, het staat even en dan valt het weer. Zo is het ook in het begin van het geestelijk leven. Maar iedere keer trekt het kind zich weer aan de spijlen van de box omhoog en dan staat het weer. En elke keer staat het langer.

Met eerbied gezegd, zo werkt de Geest in het hart van een zondaar. De Heilige Geest leert de zondaar zich telkens weer vastklampen aan de beloften van het Evangelie. En dan gaat hij weer staan. Hoe meer het geloof geoefend wordt, hoe sterker het wordt. Het is net als met een spier. Jullie weten wel dat een spier steeds sterker wordt als je blijft oefenen. Zo wordt het geloof ook langzaam maar zeker steeds sterker. Maar dít moeten jullie weten en dit moet ik jullie zeggen: het eenvoudige geloof is de grond waarop God de zondaar rechtvaardigt. Niet dat er iets verdienstelijks is in het geloof. Nee, dat niet. Het geloof is alleen maar een instrument. Het geloof is de lege hand waarmee de zondaar een volle Christus ontvangt tot vergeving der zonden.

Maar waarom is het dat God juist op het geloof die vergeving geeft? Lieve vrienden, er is niets wat God zo behaagt als wanneer een zondaar in Zijn Zoon gelooft! Weten jullie waarom? Omdat de Zoon het eeuwige Voorwerp is van de liefde van Zijn Vader. In Joh.3:35 staat: ‘De Vader heeft de Zoon lief.’

Het is het werk Gods als wij de Zoon ook gaan liefhebben. Het is het zuiverste kenmerk van genade. Dan gaat de Heere Zijn liefde uitstorten in het hart van een zondaar. Jullie moeten niet vergeten dat het voorwerp van de liefde die God in het hart van een zondaar uitstort, Zijn Zoon is. Want de Zoon is het eeuwige en oneindige Voorwerp van de liefde van Zijn Vader en díe liefde wordt in het hart uitgestort. Als vrucht daarvan krijgt zo’n zondaar de Zoon ook lief.

Daarom, als een zondaar op Jezus ziet, als hij met bevende hand de zoom van Zijn kleed aanraakt, wordt God - met eerbied gezegd - ontroerd in het diepste van Zijn ingewanden. Dan rommelen Zijn heilige ingewanden. Dan kan God Zich niet langer bedwingen. Net zoals bij de bloedvloeiende vrouw. De Heere Jezus kende deze vrouw. De mensen stonden om Hem heen te dringen. Er waren er velen die Hem aanraakten, maar ze raakten Hem niet in het geloof aan. Maar Jezus wist het: de aanraking van deze vrouw was de aanraking van het geloof. Het was een zwak geloof, maar zodra ze de zoom van Zijn kleed aanraakte, ging er kracht van Hem uit.

Psalm 130 is ook zo’n prachtige Psalm. Een Psalm waar John Owen een heel boek over heeft geschreven

‘Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! Wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving!’

Aan de ene kant ziet de Psalmist zijn schuld tegenover God en hij weet dat hij voor God niet kan bestaan. Hij weet: als de Heere met hem in het recht zou treden, is het een afgelopen zaak. Maar dan breekt het licht van het Evangelie door en hij jubelt het uit: ‘Maar bij U is vergeving! Bij U, bij die God tegen Wie ik gezondigd heb, bij die God voor wie ik niet kan bestaan, bij díe God is er vergeving!’ Waarom? Op grond van het bloedige offer van het Lam.

6.    HET GETUIGENIS VAN DE PROFETEN

 We vinden dit getuigenis ook terug in de profeten. Je kent misschien wel  die ontroerende tekst in Jesaja 1 vers 18. Om deze tekst echt te leren waarderen, moet je hem in zijn verband lezen. Je moet het begin van dat hoofdstuk eens lezen. En daar zet de Heere Israël hun zonde voor ogen. Wat de Heere daar zegt van het volk liegt er niet om. Bijvoorbeeld in vers 4: ‘Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israëls gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts.’
 En wat zegt de Heere nu tot datzelfde volk in vers 18? ‘Komt dan, en laat ons samen rechten, nu zet Ik er een punt achter, nu ben Ik jullie zat, jullie bezorgen Mij niets dan verdriet, jullie vermoeien Mij met je zonden!? Nee, dat zegt Hij niet! Hij zegt:

‘Komt dan, en laat ons samen rechten, al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.’

Weet je wat de Heere daar zegt? Jullie hebben het er heel erg slecht afgebracht. Maar ondanks dat ben Ik een gaarne vergevend God. Misschien is er iemand die zegt: ‘als u eens wist wat ik op mijn kerfstok heb staan, als u eens wist wat ik allemaal heb uitgespookt…’ Misschien ben je de wanhoop nabij. Dan zegt de Heere vanavond: ‘Zondaar, kom nu maar met je schuldige leven, kom maar, laten we nu samen eens rechten, al waren je zonden zo rood als karmozijn, Ik zal ze maken als de witte wol.’ Ik zou het zo kunnen vertalen: ‘Al heb je het nog zo bont gemaakt, het bloed van Jezus Christus, Mijn Zoon, van het Lam Gods, reinigt van alle zonden.’
 Hetzelfde vind je ook in Jesaja 55 vers 7.

‘De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.’

Niet zomaar een beetje, de Heere is niet karig met deze vergeving. Hij vergeeft menigvuldiglijk. Het Hebreeuws zegt eigenlijk: God blijft maar vergeven. Hij houdt er niet mee op, Hij doet het telkens weer. Hij blijft vergeven. Waarom? Omdat Hij een gaarne vergevend God is. Een God Die zegt:

‘Zie, Ik zal haar de gezondheid en de genezing doen rijzen en Ik zal vergeven al hun ongerechtigheden, met dewelke zij tegen Mij gezondigd en met dewelke zij tegen Mij overtreden hebben (Jeremia 33 vers 6 tot en met 8).’

7.    DE VERWONDERDE UITROEP VAN DE PROFEET MICHA

Geen wonder dat de profeet Micha het in grote verwondering uitroept en ik hoop dat het met jou net zo is! Als hij daar aan denkt, kan hij het niet meer vatten. Hij kan het niet begrijpen dat de God die het volk zo getergd heeft, zo bedroefd met hun afgoderij, dat díe God Zich telkens weer openbaart als een gaarne vergevend God.
En dan roept hij het uit in heilige verwondering:

‘Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft, en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis voorbij gaat ? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid; want Hij heeft lust aan goedertierenheid (Micha 7 vers 18).’

 Dat is God. Hier klopt het hart van God, geliefde vrienden, een God Die geen lust heeft aan jouw dood en aan uw dood en mijn dood. Een God Die lust heeft aan barmhartigheid, een God Die niets liever doet dan de zonden vergeven. Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen. Dat is het wonder van de vergeving. Weten jullie wat dat betekent? De Heere zegt: ‘Als ik jou eenmaal de zonden vergeef, kom Ik er nooit meer op terug, nooit meer.’ Dan zijn ze als het ware verdwenen in de diepte van de zee.

Je begrijpt wel, als het O.T. al zo vol is van het Evangelie van de vergeving dat we het in het Nieuwe Testament uiteraard ook tegenkomen.

8.    HET GETUIGENIS VAN DE LOFZANG VAN ZACHARIAS

 Heel mooi is wat je leest in de Lofzang van Zacharias. Zijn mond wordt geopend en gedreven door de Geest van Christus gaat hij de lof van Israëls God bezingen. Dan zegt hij van Johannes: ‘Gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan om Zijn wegen te bereiden. Waarom? Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden. Dat was het doel van zijn bediening. Zie je, dat wil de Heere! Hij roept Zijn knechten om zondaren de kennis der zaligheid te geven. En waar bestaat die kennis uit? Het is een kennis van de vergeving der zonden, door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid van onze God (Lukas 1).

Ja, dat komt op uit het eeuwige hart van een Drie-enige God. In niets komt de heerlijkheid Gods zo openbaar als in Zijn vergevingsgezindheid die Hij toont in de levens van ellendige, schuldige zondaren zoals wij zijn.

9.    DE HEERE JEZUS: EEN GAARNE VERGEVEND GOD IN HET VLEES!

 n dan komt de Heere Jezus, dan komt God Zélf op deze aarde in de Persoon van Zijn Zoon, dan komt God in het vlees.
Wat is de Heere Jezus? ‘Hij is het levende Woord’, zegt Johannes. Hij is dus het Woord Zelf. In Zijn Persoon is Hij het Woord Gods. Wat betekent dat? Waar gebruikt u woorden voor? Waar gebruik ik vanavond woorden voor? Ik gebruik woorden om jullie te laten weten hoe ik over deze materie denk. Door mijn woorden worden mijn gedachten dus openbaar. En daartoe heeft nu God Zijn Woord gegeven: opdat wij Zijn gedachten zouden leren kennen, opdat we zouden weten hoe God denkt! En dáár gaat het vanavond over. Het gaat niet om mijn gedachten, maar om Gods gedachten over deze zaken.

En nu is Jezus het levende Woord. Christus Zelf is dus de volle Godsopenbaring. In Christus leren wij Wie God is! In Christus, in Zijn Persoon, komt openbaar hoe God denkt en wat er in Zijn hart leeft. Het Woord is vlees geworden. En daarom is deze Bijbel, het beschreven Woord van God, niets anders dan Gods getuigenis van het levende Woord, Gods getuigenis van Zijn Zoon. Het geschreven Woord - van Genesis tot Openbaring geïnspireerd door de Geest van Christus - getuigt van het levende Woord, Jezus Christus. In Jezus Christus komt de God Die een gaarne vergevend God is, Zelf in de wereld. Hij komt Zelf in het vlees.

En daarom zien we in de Evangeliën dat Jezus een gaarne vergevende Jezus was. Jullie kennen de geschiedenis van de geraakte wel. Wat zegt Jezus tegen Hem voor Hij deze man geneest? ‘Zoon! Wees wel gemoed, uw zonden zijn u vergeven.’ Dat was kennelijk de grote nood van deze man en dat wist de Heere Jezus. En dit zegt Jezus nóg tot zondaren. Hij zegt nóg: ‘Als u tot Mij komt, dan zal Ik u geenszins uitwerpen. Als u tot Mij komt in het ware geloof, als een arme, ellendige zondaar, o wees dan maar welgemoed zondaar, want dan zijn en dan worden uw zonden vergeven.’

In Lukas 7 treffen we het weer aan in de geschiedenis van de zondige vrouw. De zondige vrouw komt binnen als de Heere Jezus aanzit bij Simon de Farizeeër. Het is een vrouw die bekend stond om haar onzedelijke leven. Maar zij komt binnen en beweent haar zonden en komt naar Jezus toe. Want wat had ze van Hem gehoord? O, ze had het gehoord: Deze ontvangt de zondaren en Hij eet met hen! En wat gebeurt er dan? Dan vergeeft de Heere Jezus deze zondige vrouw.

‘Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief. En Hij zeide tot haar: Uw zonden zijn u vergeven.’
Want daartoe is Hij uiteindelijk gekomen, geliefde vrienden! Dát is het doel van Zijn vleeswording, van Zijn komen op de aarde. Er was maar één wijze waarop God zondaren genadig kon zijn, waarop God - met eerbied gezegd - uiting kon geven aan Zijn vergevingsgezindheid: slechts door het offer van Zijn eniggeboren Zoon.

‘Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, als een Slachtoffer, als een Zondoffer, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet zou verderven, maar het eeuwige leven zou beërven.’

10.    DE GELIJKENIS VAN DE ONBARMHARTIGE DIENSTKNECHT – ZEVENTIG MAAL ZEVEN MAAL

En dan zijn er ook een aantal gelijkenissen waarin de Heere Jezus als het ware de vergevingsgezindheid van God onderstreept. Dan denk ik aan de gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht, jullie kennen de geschiedenis wel. De man heeft een schuld die niet te betalen is. Eén penning was het dagloon van een arbeider. En één pond bevatte zesduizend penningen. Als je het omrekent, komt deze schuld neer op zeven à negen miljard euro. Dat kunnen wij nog niet eens begrijpen, zoveel schuld had die man. En wat deed die koning nu? Hij vergaf hem deze schuld. In één keer was de man van zijn ontzaglijke schuld af.

En dat is nu het beeld van onze schuld. Onze schuld tegenover God is zo groot, dat kunnen wij nog niet eens beseffen. Als God een mens overtuigt van zijn zonde, laat Hij daar maar iets van zien. Als wij onze schuld zouden zien in zijn volledigheid zoals God hem ziet, zouden wij daardoor verpletterd worden. Maar deze koning vergeeft zijn onderdaan al zijn schuld.

We weten waarom de Heere Jezus deze gelijkenis vertelde. Petrus kwam met een vraag: ‘Heere, als mijn broeder tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik hem dan vergeven? Zeven keer?’ Petrus dacht: ‘Dat is al heel wat!’ Zeven keer, dat is het getal van de volheid. ‘Nee’, zegt de Heere Jezus, ‘niet zeven keer, maar je moet het zeventig maal zeven maal doen.’ Dat betekent eigenlijk: ga maar door, telkens maar een zeven er achter blijven zetten. Dus als iemand duizend keer dezelfde zonde tegen je begaat, moet je hem duizend keer vergeven. 

En waarom zegt de Heere Jezus dat? Weten jullie waarom, vrienden? Omdat God dat ook doet! God is een God Die zeventig maal zeven maal vergeeft. Met eerbied gezegd, als een Israëliet op één dag duizend keer zou zondigen en hij zou duizend keer naar de tabernakel komen met een offerdier, dan zou hij duizend keer uit de mond van de priester horen: ‘Uw zonde is u vergeven’, want God vergeeft menigvuldiglijk.

Een schuld die onbetaalbaar is voor de mens, maar een schuld die betaald is door Jezus Christus, Die Zijn bloed gestort heeft. Bloed dat een oneindige waarde voor God heeft! Op grond van dat offer kan God de zonden vergeven.

11.    DE GELIJKENIS VAN DE VERGEVENDE VADER – HET BEELD VAN EEN GAARNE VERGEVEND GOD

 Nog zo’n treffende gelijkenis: de gelijkenis van de verloren zoon. Zo noemen wij deze gelijkenis tenminste. Eigenlijk zou de gelijkenis een andere titel moeten hebben, want het draait in de gelijkenis uiteindelijk niet om de verloren zoon. Eigenlijk zou het moeten zijn: de gelijkenis van de vergevende en barmhartige vader. Weet je waarom de Heere Jezus deze gelijkenis vertelde? Juist omdat Hij wist dat de mensen door middel van de leer van de Farizeeër een volslagen verkeerd Godsbeeld hadden.

De Farizeeën hadden ook zo’n soort gelijkenis. En weet je wat er gebeurde met die zoon toen hij terugkwam? Die werd een slaaf van zijn vader. Hij werd niet met open armen ontvangen. De mensen hadden zo’n beeld van God. Ze gingen zwaar gebogen onder de last die de Farizeeën hen op de schouders legden. Ze waren vermoeid en belast. Daarom zei de Heere Jezus ook dat ze vermoeide en belaste mensen waren. En juist daarom heeft de Heere Jezus deze gelijkenis verteld. Smalend zeggen ze in het begin van hoofdstuk 15: ‘Deze ontvangt de zondaren’. Ze noemen Hem niet eens bij Zijn naam. Maar ze wisten niet dat ze Jezus juist daarin hadden getekend. Hij is Degene Die de Vriend is van hoeren en van tollenaren en van zondaren. Deze ontvangt de zondaren! Ter gelegenheid van deze uitspraak vertelde de Heere Jezus deze drie gelijkenissen waarin Hij wilde tekenen Wie Zijn Vader nu echt is.
Wat is dit een ontroerende geschiedenis. Want wat lezen we daar? Laten we het samen lezen, Lukas 15:

‘En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen; en toe lopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem. En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden. Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten; En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn’.
     
Je kunt wel nagaan wat er door die jongen heenging. Hij wist dat hij zijn erfenis verkwist had. Hij wist dat hij zijn vader zo diep had bedroefd. Hij wist dat hij het niet meer waardig was om zijns vaders zoon genaamd te worden. Maar er lag zo’n betrekking op zijn vader, hij kon niet langer bij zijn vader vandaan blijven. Hij dacht: ‘Als ik nu maar een dienstknecht mag zijn of een huurling, dan ben ik toch nog bij mijn vader in de buurt!’ Het was zijn voornemen om zijn schuld te belijden. Maar weten jullie, hij kreeg er niet eens de kans voor!! Als zijn vader hem ziet, kan hij zich niet langer bedwingen. Hij is bewogen met innerlijke ontferming. In het Engels staat dat hij naar hem toe rent. Dat was wat voor een Israëliet, dat deed hij zomaar niet. Dat deed aan zijn waardigheid tekort. En vooral naar zo’n jongen die bij de zwijnen geweest was. Kun je nagaan hoe hij eruit zag! En hoe hij stonk! Maar hij rent naar de jongen toe die hem op zijn hart getrapt heeft. En wat zegt hij tegen hem? Laat hij hem eerst op de grond kruipen en zegt hij: ‘Dat gaat zomaar niet? Denk jij dat je zomaar bij me terug mag komen? Jongen, je stinkt! Je moet je eerst op gaan knappen, je moet je eerst gaan wassen en dan pas mag je bij me komen, dan pas gaan we eens verder praten!’ Dat zei deze vader niet. Hij rent naar zijn jongen toe en gooit zijn armen om hem heen. En nog voor hij maar één woord zeggen kon, kuste hij zijn mond dicht met de kussen van zijn liefde.

Ik kan me goed indenken dat die jongen nog nooit zo gevoeld heeft wat het betekende dat hij tegen zo’n vader gezondigd had dan op dat moment. En dan zegt hij toch nog: ‘Vader, vergeef het me, ik ben niet waardig uw zoon genaamd te worden.’ Wat doet die vader dan? Hij doet net of hij niets hoort. Hij zegt tegen zijn knechten: ‘Kom, breng nu het beste kleed, doe hem dat kleed aan, geef hem een ring aan zijn hand, schoenen aan zijn voeten en breng het gemeste kalf.’ De vader omhelst hem niet alleen, maar hij wil ook dat zijn zoon weet dat hij het echt meent. Hij wil dat zijn zoon de zichtbare bewijzen heeft van het feit dat hij hem volledig vergeven heeft en dat hij hem aanvaardt als zijn zoon. En dan staat er: ‘Laat ons eten en vrolijk zijn.’

Eerder staat er dat er blijdschap in de hemel is over één zondaar die zich bekeert. Weet u waarom? Omdat God Zich verheugt in de bekering van een zondaar. Als God een zondaar tot Hem ziet komen, een zondaar die komt op de nodiging van Zijn eigen Evangelie, een zondaar die eindelijk gelooft dat God een gaarne vergevend God is, een zondaar die zich vastgrijpt aan de belofte van het eeuwig Evangelie, dan wordt de Heere met innerlijke barmhartigheid bewogen, dan kan Hij Zichzelf niet langer bedwingen en dan komt God zo’n zondaar tegemoet. Dan omhelst Hij die arme zondaar met Zijn liefdesarmen zó, dat hij weet dat Hij een gaarne vergevend God is. Hier tekent Christus het hart van Zijn Vader. En je moet niet vergeten: Christus kende dat hart van binnen uit, want dat hart was Zijn eeuwige woonplaats. Van eeuwigheid heeft de Zoon in het hart van Zijn Vader gewoond. ‘Hij is gekomen’, zegt Johannes, ‘om ons dat hart te verklaren.’ Met deze gelijkenis verklaart Christus het hart van Zijn Vader als een gaarne vergevend God. Dit is het juiste Godsbeeld, lieve vrienden. Zo wil God dat wij Hem leren kennen. Dát is de boodschap van Zijn Woord. Een gaarne vergevend God.

12.    HET GESCHEURDE VOORHANGSEL – DE DAAD VAN EEN GAARNE VERGEVEND GOD!

Nu komen we bij het kruis terecht. Daar zijn we eigenlijk al geweest, want over alles wat ik gezegd heb, valt de schaduw van het kruis. Het wijst allemaal naar het kruis van de Heere Jezus. Daar hebben we het bewijs dat ‘zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt’ (Hebr. 9 vers 22). Dat kan niet. Wij kunnen de zonden door de vingers zien, maar dat kan God niet. Dan zou God ophouden God te zijn. Als ouders kunnen we zeggen tegen onze kinderen: ‘We zullen het deze keer maar laten gaan.’ Dat kan God niet doen. Elke zonde moet gestraft worden. Dat eist het recht van God. En daarom moest het kruis komen. Daarom moest de Zoon van God aan het kruis hangen, want zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving. Dat was de boodschap van de hele ceremoniële wet. En daarom moest het bloed gestort worden van de Zoon van God, van het vleesgeworden Woord.
En wat zegt de Heere Jezus over Zijn eigen bloed in Mattheüs 26 vers 28?

‘Want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden’.

Het is alsof Hij zegt: ‘Daarom ga Ik nu naar het kruis. Daarom zullen dadelijk de spijkers door Mijn handen en voeten geslagen worden. Daarom zal Ik Mijn bloed gaan vergieten, opdat de zonden vergeven kunnen worden. Daarom ben Ik gekomen. Daarom ben Ik gewillig om naar dat kruis te gaan. Daarom heb Ik me in eeuwigheid gegeven aan Mijn Vader, Die Mij een zondig volk heeft gegeven. Daarom ben Ik gekomen, opdat vele zondaren de vergeving der zonden deelachtig zouden kunnen worden.’

Wat gebeurt er nu? O, wat is dat diep ontroerend. Eindelijk weet Jezus dat Hij de laatste druppel van de beker van de wrake Gods leeggedronken heeft. Hij overziet Zijn eigen woord, want Hij is het Woord. Dus Hij kende dat woord dat Hij Zelf geïnspireerd had. Er was nog één profetie die nog onvervuld was. ‘Mij dorst’, roept Hij uit. En zodra die profetie vervuld is, roept Hij het uit met een machtige stem: ‘Het is volbracht!’ En dan geeft Hij de geest en wat gebeurt er dan?
Dan wordt in de tempel het dikke voorhangsel - het was ontzettend dik - met onzichtbare handen in tweeën gescheurd, van boven naar beneden. Wie deed dat? Het waren de handen van een gaarne vergevend God. God heeft, op dat ogenblik gewacht. En toen Zijn Zoon het uitriep en toen God het hoorde: ‘Het is volbracht!’, toen kon God zich niet langer bedwingen, net als Jozef. Met Zijn heilige handen heeft Hij het voorhangsel in tweeën gescheurd. Toen heeft Hij de scheidsmuur weggehaald tussen God en de mens. Toen heeft Hij als het ware gezegd: ‘Zie hier ben Ik, zie hier ben Ik! Zondaar, nu kunt u zo maar bij Me binnen komen. De scheiding is weggevallen. Ik neem een welbehagen in het volbrachte Middelaarswerk van Mijn Zoon. Ik ben een gaarne vergevend God.’

Het voorhangsel is weg. Wat is dat een aangrijpend ogenblik, geliefde vrienden. Daar zien we het bewijs, daar zien we hét bewijs. Toen kwam er een eind aan de hele offerandedienst, want dat was niet meer nodig. De arme stakkers hebben het niet begrepen. Zij begrepen het Evangelie niet. Zij begrepen het wonder niet eens. Ze zagen niet dat het een wonder van de hemel was dat het dikke voorhangsel zo maar gescheurd werd, van boven naar beneden. En toen hebben ze in hun dwaasheid het voorhangsel weer dichtgenaaid.

En weten we, de duivel is nog steeds bezig om het voorhangsel weer netjes dicht te naaien. Want de duivel wil niet dat jij weet dat God een gaarne vergevend God is. De duivel wil dat jij een verkeerd Godsbeeld hebt. Denk erom dat de duivel dit ook doet als een orthodoxe duivel. Met een orthodox gewaad en met orthodox gepraat zorgt hij ervoor dat wij blind zijn voor het gescheurde voorhangsel, voor het wonder van het kruis.

13.    DE OPDRACHT VAN CHRISTUS AAN ZIJN KERK – LUKAS 24

Daarom moet het ons ook niet verbazen als de Heere Jezus Zijn discipelen uitzendt tot het einde van de aarde. Wat zegt Hij dan? Dan geeft Hij ze als het ware een samenvatting van de boodschap die ze moeten verkondigen. Wat staat er dan in Lukas 24 vers 47?

‘En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem’.

Met andere woorden zegt Hij: ‘Dit moet nu de kerninhoud van de prediking zijn. Je moet zondaren oproepen tot bekering en dan moet je ze in Mijn Naam vertellen dat de zonden vergeven worden van degene zich tot God bekeert en die tot Mij de toevlucht neemt. Jullie moeten in de wereld het Evangelie van de vergeving der zonden verkondigen aan alle creaturen, zonder onderscheid.’ En daar kun je vandaag de dag de Evangelieprediking aan toetsen. Klinkt dát door in de prediking: ‘Bekeert u en gelooft het Evangelie!’?

Wij weten dat de Heere Jezus Zelf Zijn bediening op deze manier begonnen is. Het waren Zijn eerste woorden: ‘Bekeert u en gelooft het Evangelie (Markus 1).’ En dan zegt Jezus: ‘Dat moeten jullie nu ook doen. Jullie moeten de wereld ingaan en in Mijn Naam moeten jullie de bekering en de vergeving der zonden verkondigen.’
Dat hadden de discipelen goed begrepen. Zo hebben ze ook gepreekt.

14.    HET GETUIGENIS VAN DE APOSTELEN

 Laten we het maar even lezen in Handelingen 2 vers 38. Aan het einde van zijn preek waarin Petrus heel scherp met de vinger gewezen heeft naar dat schuldige volk: ‘Gij hebt de Zoon van God gekruisigd’, wijst hij hen op de vergeving der zonden, want dat moest hij van Godswege. Dat was Zijn opdracht, dat had Christus gezegd. Verkondig de vergeving der zonden aan zondaren.
‘Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden.’

Handelingen 5 vers 30 en 31:
‘De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, Deze heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving der zonden’.

Mooi is dat, hè? De Heere Jezus geeft niet alleen de opdracht aan Zijn knechten om bekering en vergeving der zonden te verkondigen, maar hier staat dat Hij het Zelf ook geeft. Dat is het wonder van het Evangelie. Christus geeft wat Hij eist van de zondaar. Hij vraagt nooit iets van ons zonder dat Hij belooft daarvoor de genade te geven om te doen wat Hij eist. En nu zegt Petrus: ‘Hij is verhoogd aan de rechterhand Gods om Israël te geven bekering en vergeving van zonden.’

Handelingen 10 vers 42 en 43:
‘Hij is Degene, Die van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden. Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam.’

Zien we het? Een iegelijk die in Hem gelooft, wie het dan ook is, of zijn geloof zwak is of sterk, ontvangt de vergeving der zonden. En dat mag en moet ik jullie toeroepen. Ik zou ongehoorzaam zijn aan mijn roeping, aan het Woord van deze God, Die Zijn Woord geïnspireerd heeft, deze gaarne vergevende God, als ik niet tot jullie zou zeggen: ‘Zondaar, als je niet kunt ontkennen dat Christus je alles geworden is en je met je zonden en ellenden tot Hem gevlucht bent, heeft dat geloof je behouden.’

Paulus zegt in Handelingen 13 vers 38:
‘Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt’.

Paulus predikte dit aan iedereen. Er zaten Joden onder zijn gehoor die van woede zaten te knarsen met hun tanden om de boodschap die hij bracht in de synagoge van Antiochië. Maar hij zegt ook tot hen: ‘Aan u predik ik de vergeving der zonde.’ Hij preekte dus heel persoonlijk. Als wij onder de bediening van het Evangelie zitten, vrienden, dan is het alsof God jou persoonlijk aanspreekt. En zo mag ik Paulus nazeggen: ‘Zo zij jullie dan bekend, geliefde vrienden, dat door deze Jezus jullie de vergeving der zonden verkondigd wordt.’

Wat zegt de Heere Jezus in de verschijning aan de apostel Paulus waarvan hij getuigt in Handelingen 26, waar de Heere Jezus het duidelijk maakt dat hij tot de heidenen moet gaan?
‘… en van de heidenen, tot dewelke Ik u nu zend, om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht des satans tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij.’

Zien we wel? Hij predikt de vergeving van de zonden, want dat is de inhoud van het Evangelie; dat is het goede en het blijde nieuws van het Evangelie.

Dan schrijft Paulus in Efeze 1 vers 7:
‘In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade’.

Kolossenzen 1 vers 13 en 14:
‘…overgezet in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; in Denwelken wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden.’

1 Johannes 1 vers 9:
‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid’.

Weet je wat Johannes hier zegt? Zo is nu Gods natuur, zo is God. Hij is trouw en rechtvaardig. Hij kan Zichzelf niet ontkennen, dat is onmogelijk. Als God de zonde niet zou vergeven aan een zondaar die zich tot Hem ter genezing wendt, een zondaar die tot Jezus de toevlucht neemt, dan zou God geen God meer zijn. Maar omdat God Gód is, omdat Hij trouw en rechtvaardig is, zal Hij de zonden vergeven en ons reinigen van alle ongerechtigheid.
 
15.    HET GETUIGENIS VAN DE BELIJDENISGESCHRIFTEN

Het moet ons dus niet verbazen dat wij deze leer zo duidelijk terugvinden in onze belijdenisgeschriften. Ik wil even voorlezen wat er in de Heidelbergse Catechismus staat, waar we zo bekend mee zijn. Luister eens naar de verwoording.

Vraag 84: Hoe wordt het hemelrijk door de prediking van het heilige Evangelie ontsloten en toegesloten?

Antwoord: Alzo, als, volgens het bevel van Christus, aan de gelovigen, allen en een iegelijk, verkondigd en openlijk betuigd wordt dat hun, zo dikwijls als zij de beloftenis des Evangelies met een waar geloof aannemen, waarachtiglijk al hun zonden van God, om der verdiensten van Christus wil, vergeven zijn.
 Niet ‘kunnen’, maar ‘zijn’. Dat is de roeping van Gods knechten. We moeten de sleutel van de prediking gebruiken om het Koninkrijk der hemelen te ontsluiten. En dan zegt de Catechismus zo prachtig wat dat betekent, de ontsluiting van het koninkrijk der hemelen.

NGB Artikel 23. Dat onze rechtvaardigmaking bestaat in de vergeving der zonden en toerekening der gehoorzaamheid van Christus. Wij geloven dat onze gelukzaligheid gelegen is in de vergeving onzer zonden om Jezus Christus’ wil, en dat daarin onze rechtvaardigheid voor God begrepen is; gelijk David en Paulus ons leren, verklarende de gelukzaligheid des mensen te zijn, dat God hem de rechtvaardigheid zonder werken toerekent. En dezelfde apostel zegt dat wij om niet, of uit genade gerechtvaardigd zijn, door de verlossing die in Christus Jezus is.

 Dordtse Leerregels, hoofdstuk 2, punt 5: Voorts is de belofte des Evangelies, dat een iegelijk, die in den gekruisigden Christus gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe; welke belofte aan alle volken en mensen, tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van bekering en geloof.

III.    DE BELOFTE VAN DE VERGEVING DER ZONDEN: DE HOEKSTEEN VAN HET EVANGELIE!

We weten dat een huis instort als je de hoeksteen weghaalt. De kracht van het huis ligt namelijk in de hoeksteen. Jezus is de grote, de uiterste Hoeksteen; verworpen door de Farizeeërs. De vergeving der zonden is de Hoeksteen van het Evangelie. Als je dát weghaalt uit de Bijbelse boodschap heb je geen Evangelie meer. Dan is het geen Bijbelse boodschap meer. En daarom hier geprobeerd om God Zelf aan het woord te laten, vanuit Zijn eigen Woord. Opdat wij ervan overtuigd zouden worden. Niet door wat gezegd is, maar door te luisteren naar wat God Zelf zegt.

IV.    GODS HEILIGE OPDRACHT AAN AL ZIJN KNECHTEN

Wat wordt het ontroerend als je denkt aan de opdracht die God gaf aan Jesaja, de opdracht die Hij geeft aan al Zijn knechten. Luister dan eens in het licht van wat ik vanavond gezegd heb over een gaarne vergevend God, Die menigvuldiglijk vergeeft.

Jesaja 40 vers 1 en 2:
‘Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden.’

Ben jij zo iemand die naar Jezus hijgt? Ben jij iemand die zonder Christus niet kan leven? Ben jij iemand die zegt: ‘Heere, U weet alle dingen; ondanks al mijn afmakingen, ondanks mijn verzondigde leven weet U dat ik U zo liefheb! Geef me Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is een eeuwig zielsverderf!’ Is dit in jouw leven zo? Het is er het beste bewijs van dat de Heilige Geest ook in jouw hart het geloof gewerkt heeft. Want hét kenmerk van het ware geloof is dat het de toevlucht neemt tot Christus. Het kan niet bij Christus vandaan blijven en het rechtvaardigt de zondaar. Op dát geloof vergeeft God de zondaar. Daarom zegt Hij: ‘Troost toch Mijn volk, troost ze toch met die wetenschap, spreek toch naar het hart van Jeruzalem, want ze willen weten of ze met Mij verzoend zijn.’
 
Want als de liefde Gods in onze harten uitgestort is, kunnen we zonder God niet meer leven. Dan kan er geen troost in ons leven zijn, tenzij we weten ook persoonlijk met die God verzoend te zijn. Dan gaat het erom te weten dat ook mijn schuld uitgedelgd is, dat ook mijn zonden vergeven zijn. Dát leeft in het hart van Jeruzalem. En dan zegt de Heere: ‘Zeg het nu, spreek nu naar het hart van Jeruzalem, troost mijn volk en zeg tot hen dat hun strijd vervuld is en hun ongerechtigheid verzoend is. Ze zullen dubbele genade ontvangen voor al hun zonden. Mijn genade is twee keer zo groot als al hun zonden.’

V.    DE HEERLIJKE NODIGING VAN EEN GAARNE VERGEVEND  GOD IN CHRISTUS

Daarom, er is niemand die te slecht is om door deze God vergeven te worden. Al zou je al de zonden hebben van Adams nageslacht, dan reinigt het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, van alle zonden. Dan mag je met je hele schuld tot deze Christus komen. Dan zal deze Christus jou geenszins uitwerpen. Dan mag je het wagen op Zijn eigen Woord. Want dan is het Christus Die Zijn armen uitstrekt en Die ook vanavond zegt: ‘Kom nu toch, allen die vermoeid en belast zijt. Kom nu maar tot Mij, kom nu maar met je hele zondeschuld, kom nu maar met je verbeurde leven, kom maar en Ik zal je rust geven!’

Zie je, het is niet zomaar een ‘misschientje’. ‘Ik zal u rust geven.’ Zondaar, daar kun je het mee wagen. Op dat Woord mag je pleiten. Zeg maar: ‘Heere, U hebt het Zelf in Uw woord gezegd, ik heb het zelf uit Uw mond gehoord.’ Daarom eindigt Gods Woord met zulke treffende woorden. Wat zijn de woorden van de laatste Evangelie - nodiging? Het zijn de woorden van de God van de Bijbel, de God van Zijn Woord, de God Die het Woord geïnspireerd heeft. Hij wil dat wij het levende Woord, Jezus Christus, zouden mogen leren kennen, Die gekomen is om de vergeving der zonden te geven. O, dan zegt de Heere:

‘En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet. Amen.’  

 

 

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)