HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                 

Bidden is best wel gemakkelijk !

Lees de Bijbel   De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 203 - Bidden is best wel gemakkelijk !


Echt bidden kan alleen als je weet wat God wil

Bidden is moeilijk. Echt bidden kan alleen als je weet wat God wil, dat wij zullen bidden. We moeten Zijn wil kennen, maar ook Zijn macht en Zijn beloften. Bidden moet ook tegelijkertijd danken zijn. God heeft zichzelf bekend gemaakt in de Bijbel; maar het kost ons moeite Hem te kennen. En dan weet je vaak niet wat je moet bidden of wat je mag bidden. Maar toch. .. Bidden is gemakkelijk.

Je mag 'Vader' zeggen. Bidden is dan uitgesloten. Maar: God belooft Zijn Zoon; God geeft

Je mag 'Vader' zeggen

Bidden is gemakkelijk. God zelf maakt het gemakkelijk. Dat komt vooral door één woordje: Vader. Door de Here Jezus is God weer onze Vader geworden. Wil God weer onze Vader zijn. Maar dat betekent nog niet dat iedereen maar weer 'Vader' tegen God mag zeggen. Niet alle mensen zonder onderscheid zijn 'kinderen van één Vader'. Wij zijn wel allemaal kinderen van één vader . Zonder hoofdletter. Kinderen van Adam. Maar door de zondeval van Adam hebben wij samen met hem afscheid van God genomen. Vanaf dat moment is God onze Vader niet meer.

Bidden is dan uitgesloten. Maar: God belooft Zijn Zoon; God geeft ons ook werkelijk Jezus. En door Hém worden wij weer 'tot kinderen (Joh. 1 ; 10-13) van God aangenomen' .Na Zijn opstanding zegt de Heiland Jezus tot de gelovigen: 'Ik vaar op naar MijnVader en uw Vader, naar Mijn God (Joh. 20; 17) en uw God! ' (1 Joh. 3 ; 1).

Door Jezus mogen gelovigen weer zeggen: Vader. Dat wordt ons zelfs met klem geleerd. Ook door Jezus als hij ons het 'Onze Vader' leert bidden.

Je moet dat woord eens goed tot je laten doordringen: Vader. Het is toch wel een geweldig woord. Je mag met je verdriet naar je Vader gaan. Je mag als een kind aan je Vader vragen of Hij je helpen wil. Nee, God is helemaal niet zo ver weg. God is geen vreemde voor zijn volk. En daarom is het ook niet de vraag of God je wel wil helpen. Lees maar (Luc.11;11-13) eens wat er staat in de Bijbel, het boek Lukas.

De Vader is ook Koning

Als Jezus Zijn discipelen leert bidden, leert Hij hen 'Vader' te zeggen tegen God. Maar Hij voegt er ook nog een paar woorden aan toe: 'die , in de hemelen is'. Is nu opeens alles toch weer anders? Is God toch weer ver weg, toch onbereikbaar? Een Va- der van wie we niets weten ? Vader , dat betekent vertrouwen. In de hemelen, betekent dat afstand? Geluk- kig niet.

De Here Jezus maakt dat aan Zijn discipelen duidelijk. Een vader op aarde, een mens, probeert goed te zijn voor zijn kind. Maar de Vader (Mat th. 7:9-11) in de hemelen gaat aardse vaders ver te boven. In een leerboek van de kerk, de Heidelbergse Catechismus, wordt gevraagd waarom die woorden 'in de hemelen' er nou bij staan. En dan luidt het antwoord, dat het erbij staat om ons erop te wijzen dat je niet aards van God mag denken. Hij is zo machtig, dat je alles wat je nodig hebt voor je zielof voor je lichaam van Hem kunt verwachten.

Je Vader is méér dan je je kunt voor- stellen: denk dus nooit te klein van Hem. We moeten hoog tot God op- zien. Niet tégen Hem opzien; Hij is immers je Vader. Maar wel hoog tot Hem opzien; ook Ietterlijk: 'in de hemelen'.. Onze Vader in de hemelen is ook de Koning over de hele schep- ping. Alle schepselen zijn Zijn onderdanen. Kinderen, maar ook onderdanen (Ps. 103: 13)

Ons bidden moet dus een zaak van diepe eerbied zijn. Je gaat niet even snel bidden; je bent ook niet slordig in de houding waarin je bidt. Altijd: eerbied. Bidden in vol kinderlijk vertrouwen, zonder angst, zonder onzekerheid. En tegelijkertijd weten dat . je op audiëntie bent. Je spreekt met Zijne Majesteit de Vader. En je gedraagt je dan ook zo. De ogen dicht, de handen gevouwen. Of zoals vroeger, de handen omhoog. Of juist de ogen open. Soms knielend, soms zittend, soms staand. Maar altijd: vol eerbied.

Hoog tot God opzien wilook zeggen dat je alles van Hem verwacht. Hij is volkomen te vertrouwen. Wat Zijn liefde (als Vader) wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen (in de he- melen) niet. Vol vertrouwen. Vertrouwen, dat niet uit onszelf komt. Jezus werkt dat vertrouwen in ons, door te Ieren dat we Vader tegen God mogen zeggen. Maar zeg wel: hemelse Vader. Jezus heeft ons tot kinderen van God gemaakt. Gekocht. Zijn Vader is nu ook onze Vader. Zijn God is nu ook onze God. (Joh. 20: 17)

Het houdt niet in dat we alleen maar ~ deze naam voor God mogen gebruiken. Je mag ook bijvoorbeeld zeggen: 'Trouwe God in de hemel'. Hoe we God kunnen aanspreken vind je (Hand. 4 : 24) bijvoorbeeld in het boek Handelingen. Het hangt af van wat we aan God vragen. Maar altijd, ook als je gebed maar een enkele schreeuw is (en dat kan), moet zich het kinderlijk vertrouwen én het hoog opzien in ons gebed weerspiegelen. Ook het goede 'schietgebedje' is een bewijs van diep vertrouwen en van grote (Neh.2 : 4, 5) eerbied.

Kinderlijk eenvoudig

Als we 'mooi' zouden moeten bidden, zou bidden moeilijk zijn. Maar we hoeven gelukkig niet te bidden om bij mensen op te vallen. Het gaat er niet om onze vroomheid te tonen. Je eert Gód met je gebed. Je vertrouwt Gód. Je hebt lief. En dan is bidden: in vertrouwen omgaan met God. Zijn Vaderschap is een garantie voor zekerheid voor Zijn kinderen. Het is dan ook niet nodig bij je gebed de woorden opeen te stapelen.

God en mensen kunnen zich met afschuw van ons afwenden, als we zo bidden, dat onze eigen 'vroomheid' er als het ware vanaf druipt. Jezus (Matth. 6: 5-8) spreekt daarvan in Mattheüs. Het is belangrijk goed in je op te nemen wat Hij daar zegt. Niet omdat je daarmee anderen zou kunnen veroordelen, maar om er zelf steun aan te hebben. Het gaat el niet om dat mensen ons zien; het gaat er om dat God hóórt. Zoek niet de publiciteit, als je tot God bidt. Maar bid in af- zondering, alleen, zonder vertoon.

Het is natuurlijk niet zo, dat je niet zou mogen bidden, in omstandigheden waarin mensen je zouden kun- nen zien. Het gaat om je omgaan met God. De plaats waar je bidt is voor God niet belangrijk. Maar wel hoe je hart is, wat je bedoeling is bij het bidden. Dat blijft niet verborgen voor God. Mensen zullen er niets van merken, maar' God weet wat je in je binnenste werkelijk denkt en bedoelt. Bidden is zeker niet een zinloze omhaal van woorden gebruiken. wel mogen we sméken, en als dat nodig is, zelfs een hele nacht lang.

Smeken, dat is niet zeuren, je zin willen doordrijven, kinderachtig en egoïstisch. Smekend bidden is volhouden, kinderlijk, vol vertrouwen.

Een voorbeeld van het dwingend bidden uit zelfzucht vindt u in het boek Koningen. Daar wordt verteld (I Kon.18:25) hoe de Baalpriesters zich afbeulden om maar op de een of andere manier hun afgod zover te krijgen, dat hij zou doen wat ze van hem vroegen. Wat heeft Elia daar mee gespot!

God laat zich wel 'verbidden', Hij (Gen.25: 21) wil luisteren en doen wat wij van Hem vragen. Maar we kunnen Hem (Ezra 8: 23) niet vermurwen, niet op hem 'inwer- ken' om toch maar onze zin te krij- gen. God is onze Vader, die, beter dan aardse vaders, weet wat wij nodig hebben. Een Vader die Zijn kinderen hoort, een Vader die zich al- tijd aan Zijn belofte zal houden, die zal blijven die Hij is.

Bidden is gemakkelijk. Want bidden is rekenen op God. Hem al je vertrouwen geven. Zijn Woord is vast en zeker. Wie bidt, ziet uitkomst. Wie bidt weet een weg. Wie bidt heeft toekomst. Want God is trouw. Lees Psalm 130 maar eens.

Een paar notities over het 'Onze Vader'

Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.' (Mt 6:9-13) Telkens als er naar de woorden “Onze Vader in de hemelen” wordt verwezen wordt ermee te kennen gegeven dat we kinderen of zonen van God zijn (Mt 6:9)  Eeuwen had God de natie Israël omringt met zijn vaderlijke zorg. Het onderwijs van Christus zorgde voor verandering. Het ware licht, dat alle soorten van mensen licht geeft, stond op het punt in de wereld te komen. Hij was in de wereld en de wereld is door bemiddeling van hem ontstaan, maar de wereld kende hem niet. Hij kwam tot zijn eigen huis, maar de zijnen namen hem niet tot zich.

Doch aan allen die hem wel ontvingen, heeft hij de macht gegeven Gods kinderen te worden, omdat zij geloof oefenden in zijn naam - Joh 1:9-12. Zij die Christus ontvingen zijn de kinderen en zonen van God, allen, [Gr. Hosos - zoveel als er zijn], zonder enige begrenzing in aantal. Paulus schrijft overeenkomstig. `Allen [hosos] die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God.' (Rom 8:14) Ze worden door Gods Geest geleid. `En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.' (Rom 8:28) De liefde die God voor de gemeente heeft is in het oog springend. `Luister, geliefde broeders en zusters: heeft God niet juist hen die naar wereldse maatstaven arm zijn, uitgekozen om rijk te zijn door het geloof en deel te krijgen aan het koninkrijk dat hij heeft beloofd aan wie hem liefhebben?' (Jak 2:5) De zonen hebben elkaar lief, `want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God' - 1 Joh 4:7.

Zo kan iedereen die geloof oefent rechtvaardigheid verkrijgen - Rom 10:4.  Als we Christus toebehoren zullen we de hemelse beloning ontvangen en deel uitmaken van Abrahams zaad - 1 Kor 15:23; Gal 3:29. Indien we in eendracht met Christus zijn, zijn we een nieuwe schepping - 2 Kor 5:17. `Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft. Want wie de proef doorstaat, ontvangt als lauwerkrans het leven, zoals God heeft beloofd aan iedereen die hem liefheeft.' (Jak 1:12) Op 7:9-17 spreekt over een grote menigte die uit de verdrukking komt, die 3½ jaar duurt. Dit zijn zij die overwinnen `de levenden' zoals Paulus ze noemt: `daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn.'  (1 Th 4:17) `En omdat u zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die `Abba, Vader' roept. U bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van God en als zijn kinderen bent u erfgenamen, door de wil van God.' (Gal 4:6-7)

Hemelen

`Ik ken een volgeling van Christus die veertien jaar geleden tot in de derde hemel werd weggevoerd [Gr. harpazo - gegrepen, meegesleept] - in zijn lichaam of buiten zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen. Maar ik weet dat deze man - in zijn lichaam of zonder zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen - werd weggevoerd [harpazo] tot in het paradijs en dat hij daar woorden hoorde die door geen mens mogen worden uitgesproken.' (2 Kor 12:2-4) Telkens wanneer het woord paradijs wordt gebruikt verwijst dit naar het oorspronkelijke paradijs te Eden of naar het komende. In dit gedeelte verklaart Paulus echter dat hij naar de derde hemel, tot in het paradijs werd weggerukt. Wat deze `derde hemel' is geeft de schift elders te kennen. In Petrus lezen we: `Ze gaan er dan willens en wetens aan voorbij dat er in het begin al eens een hemel is geweest en een aarde die door Gods woord gevormd was uit water en door middel van water.` (2 Pe 3:5) Petrus vervolgt: `Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur.' (2 Pe 3:7) Hier wordt over de hemelen van nu gesproken en ook die zullen verdwijnen. `Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.' (2 Pe 3:13)

De derde hemel heeft derhalve geen betrekking op nieuwe planeten en evenmin verheft de ene hemel zich boven de andere. Ze duidt op een nieuw tijdperk. Zoals de hemel en aarde voor de vloed verdwenen en het einde van een periode inhield, zo zal de huidige hemel en aarde voorbij gaan. Christus heeft zichzelf gegeven voor onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld. Dat is de wil van onze God en Vader - Gal 1:4. `Wacht maar - spreekt de HEER -, wacht op de dag dat ik mijn buit kom halen. Ik heb besloten volken te verzamelen en koninkrijken bijeen te halen, en mijn toorn, mijn laaiende woede over ze uit te storten. Door het vuur van mijn woede vergaat heel de aarde. Dan zal ik de lippen van de volken rein maken, zij zullen de naam van de HEER aanroepen, ze zullen hem dienen, zij aan zij.' (Zef 3:8-9)

De nieuwe hemel zal rechtvaardig zijn. Nu wordt er gehandeld overeenkomstig de autoriteit van de wereld, `waarmee u de weg ging van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ongehoorzaam zijn' - Ef 2:2. Hierdoor wordt het licht van het evangelie niet gezien, de luister van Christus, het beeld van God - 2 Kor 4:4. De nieuwe hemel heeft Christus als hoofd. Hij regeert samen met de gemeente, zijn lichaam. De huidige hemel is verantwoordelijk voor de godsdienstige systemen, met onder hen die beweren Christus te dienen, maar in werkelijk verbonden zijn met de werktuigen van de god en heerser van deze wereld. Gods koninkrijk zal rein en rechtvaardig zijn. Maar alles wat niet heilig is en een ieder die iets walgelijks en de leugen beoefent, zal er geenszins binnengaan, alleen zij die geschreven staan in de boekrol des levens van het Lam - Op 21:27. `De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het lam. Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam.' (Op 21:14,22)

Uw naam worde geheiligd

De Goddelijke naam Jhwh treffen we veelvuldig in `Mozes en de profeten' aan. Telkens als de wet werd voorgelezen, maar ook in de gewone omgangstaal, werd de naam Jhwh gebruikt. Met de komst van de Messias is er een verschuiving in nadruk ontstaan. De naam van Jezus Christus werd van grote betekenis. Aan de christenen in Rome werd geschreven: `maar ik heb er een eer in gesteld het niet op plaatsen te verkondigen waar Christus al bekend was. Ik wilde niet op het fundament van een ander bouwen, want er staat geschreven: `Zij aan wie hij niet verkondigd is, zullen zien; zij die niet over hem hebben gehoord, zullen tot inzicht komen.'  (Rom 15:20-21) Na Jezus opstanding gaf hij zijn discipelen te kennen: `Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.' (Mt 28:18). Want God `heeft alles aan zijn voeten gelegd.' Wanneer er `alles' staat, is dat natuurlijk uitgezonderd degene die alles aan hem onderwerpt - 1Kor 15:27.
 Matthéüs deed meer dan honderd aanhalingen uit de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften. Alle schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften haalden verzen uit de Hebreeuwse tekst of uit de Septuaginta aan waarin de goddelijke naam voorkomt.

Johannes, die zijn werken tussen 96 en 98 AD schreef, gebruikte Gods naam slechts enkele malen. In Joh 17 zegt Jezus: `Ik heb aan de mensen die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekendgemaakt. Zij waren van u, maar u hebt hen aan mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard.' (Joh 17:6) De eerste Christenen werden niet langer meer geïdentificeerd aan het gebruik van de goddelijke naam maar omdat ze door toedoen van God christenen werden genoemd [chrematizo - Strongs: aangemaand door God, door een wonder geuit]. (Han 11:26) Jezus zei: `je zult gehaat zijn bij alle volkeren vanwege mijn naam' - Mt 24:9. We weten dat de Vader verheven is boven al. Tegelijkertijd beseffen we ook tot welk een verheven positie Christus is verhoogd. `Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de allerhoogste titel geschonken, zodat iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde, de knieën zou buigen voor hem die Jezus heet en allen openlijk zouden uitroepen, tot eer van God, de Vader: Jezus Christus is de Heer.' (Fil 2:9-11)

Jakobus schreef: `Zijn zij het niet die de goede naam lasteren die over u is aangeroepen?' (Jak 2:7) Welke naam zou Jakobus daarbij in gedachte hebben gehad? In Han 15 is te lezen hoe de apostelen tot een eensgezinde mening kwamen. `Daarna zal ik terugkeren, zegt de Heer, en het vervallen huis van David weer opbouwen. Ik zal het uit het puin laten herrijzen, ik zal het weer opbouwen. Dan zal ook het overige deel van de mensheid mij, de Heer, zoeken, aan alle volken zal ik mijn naam geven. Ja, wat ik sinds oude tijden heb bekendgemaakt, ga ik doen.' (Han 15:16-18) Na vers 7 in Jakobus 2, zien we dat het woord `naam' nog tweemaal betrekking heeft op Jhwh. Echter, in Jak 2:1 wordt Jezus `de Heer der heerlijkheid' genoemd. De heiliging van Gods naam zal klinken als een vreugdelied als heel de hemel en aarde zijn naam zal eren en heiligen. Dan zal iedereen Gods positie erkennen en de wens hebben Hem te dienen. In Hebr 10:5-10 haalt de apostel Paulus delen uit Ps 40:5-10 aan. De woorden zijn van toepassing op Christus. Door hem zijn wij geheiligd door middel van het offer van zijn lichaam, eens voor altijd.

Uw koninkrijk kome

De Schrift spreekt geregeld over een mysterie met betrekking tot het koninkrijk. Een koninkrijk heeft een koning en Christus is door zijn Vader verhoogd tot deze positie. De Christelijke geschriften verwijzen overvloedig naar de Hebreeuwse Schrift. David zelf heeft door de heilige geest gezegd: 'De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Neem plaats aan mijn rechterzijde.' (Luk 20:42) En Jezus zei: `Maar ik verzeker u: van nu af zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterzijde van de almachtige God en u zult hem zien komen op de wolken van de hemel.' (Mt 26:64) En Paulus tot slot: `De kern van mijn betoog is dat wij een hogepriester hebben die in de hemel plaatsgenomen heeft aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit.' (Hebr 8:1) Het is Christus die de wereld heeft overwonnen en heeft plaatsgenomen op de troon van zijn Vader - Op 3:21. Reeds lang geleden werd de verheven positie van Christus profetisch beschreven. `Mijn koning, God zegt tegen u: `Neem plaats aan mijn rechterzijde, ik zal uw vijanden neerleggen als een bank voor uw voeten.' (Ps 110:1) `Daarna zag ik in het nachtelijke visioen iemand verschijnen die omringd was door wolken en het uiterlijk van een mens had. Hij werd bij de oude man gebracht.' (Dan 7:13)

Christus macht als Koning is volledig en onbegrensd. `Hoe alles overtreffend zijn macht is in ons die geloven. Die macht is dezelfde sterke kracht die hij heeft ontplooid in Christus: hem heeft hij opgewekt uit de dood en hem heeft hij in de hemel de ereplaats gegeven aan zijn rechterzijde, hoog boven alle overheden, machten, krachten, heerschappijen en hoe ze ook maar genoemd worden, zowel in deze als in de komende tijd. God heeft alles aan hem onderworpen, hem boven alles verheven en hem aan het hoofd gesteld van de kerk. En de kerk is Christus' lichaam, de volheid van hem die heel het heelal vervult.' (Ef 1:19-23) Christus besteeg zijn hemelse troon in 33 AD. Beschouw in dit verband hoe Petrus in Handelingen verwijst naar de tweede Psalm: `Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde.' (Ps 2:1-2) `U hebt door de heilige Geest, bij monde van onze voorvader David, uw dienaar, gezegd: “Waarom snoeven de volken en beramen de volksstammen zinloze plannen?

De koningen van de aarde zijn aangetreden en de heersers spannen samen tegen de Heer en zijn gezalfde.” Want inderdaad, in deze stad hebben allen samengespannen tegen Jezus, uw heilige dienaar, die door u is gezalfd: Herodes, Pontius Pilatus, alle volken en ook de stammen van Israël.' (Han 4:25-27) Zich bewust van zijn komende verdrukking zei Christus: `Vuur ben ik komen werpen op de aarde, hoe graag zou ik willen dat het al brandde! Maar een doop moet ik ondergaan. Hoe beklemt dat mij zolang het niet volbracht is!' (Luk 12:49-50) Voordat Jezus in getrouwheid stierf en aanspraak op de hemelse troon kon maken sprak hij: `Het is volbracht!' - Joh 19:30. Christus werd aldus in 33 AD geïnstalleerd en niet op een moment ver in de toekomst: `Ikzelf heb hem aangesteld als koning, als koning op Sion, mijn heilige berg.' (Ps 2:6)

We gaan terug naar Daniël 7. Na het visioen van een vierde beest, ziet Daniël in vers 9-14 de installatie van de Messias in koninklijke macht. Daniël raakt beklemd in de geest, de visioenen maken hem bevreesd. In korte schetsen wordt verteld hoe zijn verwarring wordt weggenomen (vs 17, 18), maar hierin wordt de zoon des mensen niet meer vermeld. Wel wordt er gezegd dat de heiligen van het Opperwezen het koninkrijk zullen ontvangen en dat zij het koninkrijk voor onbepaalde tijd in bezit zullen nemen, ja voor onbepaalde tijd tot onbepaalde tijden. (vs 18) Wel, een mens van vlees en bloed kan geen deel krijgen aan het koninkrijk van God. Wat vergankelijk is, zal geen deel krijgen aan wat onvergankelijk is - 1 Kor 15:50. Het wordt mogelijk gemaakt doordat Christus hen vergadert - 2 Th 2:1. Zo herkennen we twee fases waarin Dan 7:13 wordt vervuld. In de eerste fase stijgt de Zoon des mensen in de wolken op om de troonruimte van Almachtig binnen te gaan (zie Op 5). Hierop zullen de heiligen worden overgezet [Gr. Methistano - getransformeerd] in het koninkrijk van de Zoon - Kol 1:13. Hiervoor zou Christus terugkomen. `Wees niet ongerust. Geloof in God en geloof in mij. Er kunnen veel mensen wonen in het huis van mijn Vader. Als dat niet zo was, zou ik het jullie gezegd hebben. Ik ga nu weg om een plaats voor jullie in orde te maken, en daarna kom ik terug om jullie te halen. Dan zullen ook jullie zijn waar ik ben.' (Joh 14:1-3)

Begin dus een nieuw leven en keer terug naar God, dan zullen uw zonden u worden kwijtgescholden. Dan zal de Heer zorgen dat de tijd aanbreekt dat alle druk zal zijn weggenomen en zal hij de Christus zenden die hij voor u bestemd heeft: Jezus. Hem die de hemel moest opnemen tot de tijd dat alles vernieuwd wordt en waarover God door zijn heilige profeten van oudsher heeft gesproken.' (Han 3:19-21) Hij zal terugkeren en het getal van de heiligen verzegelen. `De heiligen, Gods volk, zullen dan het koningschap ontvangen en de macht en rijkdom van alle koninkrijken op aarde overnemen. Het rijk van de allerhoogste God is eeuwig. Alle machten zullen het dienen en gehoorzamen.' (Dan 7:27) Het gehele lichaam, de gehele gemeente zal worden bijeengebracht. Zij die waren gestorven verkrijgen de hemelse opstanding. Zij die dan nog op aarde verblijven en als getrouwen door die verdrukking komen vormen een grote menigte - Op 7:9-17. Samen worden ze voor de troon van God gebracht om deel te nemen aan de 1000-jarige regering zoals omschreven in Op 20.

Uw wil geschiede, gelijk in de hemel

Gods oorspronkelijke wil was een wereldomvattend paradijs. Hij gaf de mensen de opdracht er zorg voor te dragen. Ondanks alles is zijn wil nimmer gewijzigd. `De Heer, de enige God, hij schiep de hemel, hij boetseerde de aarde, hij legde haar fundamenten. Hij schiep geen onherbergzaam land, maar een bewoonbaar gebied. De Heer zegt: `Alleen ik ben de Heer, en geen ander.' (Jes 45:18) Het was Gods wil dat de Messias zou komen welke met zijn heiligen zou regeren. `Daarna zag ik in het nachtelijke visioen iemand verschijnen die omringd was door wolken en het uiterlijk van een mens had. Hij werd bij de oude man gebracht.' (Dan 7:13) `De heiligen, Gods volk, zullen dan het koningschap ontvangen en de macht en rijkdom van alle koninkrijken op aarde overnemen. Het rijk van de allerhoogste God is eeuwig. Alle machten zullen het dienen en gehoorzamen.' (Dan 7:27) Het is Gods wil dat de aarde nimmer vernietigd zal worden. Ze zal tot onbepaalde tijd, of voor eeuwig, niet aan het wankelen worden gebracht - Ps 104:5. Ja, de aarde staat zelfs tot onbepaalde tijd - Pr 1:4.

Gods stad zal uit de hemel neerdalen om over de aarde te regeren - Op 20:4,6. Gods wil met betrekking tot de hemel beschrijft de profeet Daniël: `En al de inwoners der aarde zijn als niets geacht, en Hij doet naar Zijn wil met het heer des hemels en de inwoners der aarde, en er is niemand, die Zijn hand afslaan, of tot Hem zeggen kan: Wat doet Gij?' (Dan 4:35) SV. `En hij heeft dat ten uitvoer gebracht nu de tijd er rijp voor is, door alles wat in de hemel en op de aarde bestaat onder één hoofd te plaatsen: onder Christus.' (Ef 1:10) Eeuwen was deze wil, die middels het koninkrijk tot uitdrukking zou worden gebracht, een geheim, een Heilig Geheim. Maar de mensen zouden zien hoe het heilige geheim geopenbaard wordt, dat sinds het onbepaalde verleden verborgen is geweest in God, die alle dingen heeft geschapen. Dit zal plaatsvinden opdat de autoriteiten in de hemelse gewesten, door middel van de gemeente, de rijk gevarieerde wijsheid van God bekendgemaakt zou worden - Ef 3:9-10. `Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn: in hem heeft heel de volheid willen wonen en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.' (Kol 1:18-20)

Uw wil geschiede, zo ook op aarde

Tot de Christenen in Rome schrijft Paulus: `De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.' (Rom 8:19-21) Er is geen reden denkbaar waarvoor Gods oorspronkelijke plan voor een alomvattend paradijs, zou zijn gewijzigd. Dat staat vast. In Handelingen wordt gesproken over de opstanding voor de mensheid. `God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen.' (Han 17:30) `En evenals mijn aanklagers hoop en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen uit de dood zal doen opstaan.' (Han 24:15) Paulus geeft hiermee te kennen dat allen die zijn gestorven een opstanding zullen krijgen om dan op grond van hun waardering en geloof in het koninkrijk te worden geoordeeld. Eerder had hij gezegd: `Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.

Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt. Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer hij komt, zij die hem toebehoren.' (1 Kor 15:20-23) `Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen.' (1 Tim 2:3-4) Dit is dus tijdens het 1000-jaar koninkrijk van Christus dat hij deelt met de verheerlijkte heiligen die als koningen, priesters en rechters dienen - Op 1:6; 5:9,10; 20:4-6; 1 Kor 4:8. De wereld zal worden geoordeeld in rechtvaardigheid. Weet u dan niet dat Gods heiligen over de wereld zullen oordelen? En als u over de wereld zult oordelen, zou u dan niet in staat zijn om te oordelen over de meest onbeduidende rechtsgeschillen? - 1 Kor 6:2. `Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.' (2 Pe 3:13)

De doden zullen een opstanding krijgen. Maar wat zal er met de mensen gebeuren die nu leven. Worden zij zoals we in Paulus brief aan de Thessalonicenzen lezen, vernietigd? `Wanneer hij wraak oefent over hen die God niet kennen en over hen die het goede nieuws `Ze zullen voor eeuwig worden verstoten, ver van de Heer en van zijn kracht en majesteit.' (2 Th 1:9) Inderdaad, zij die de heiligen verdrukken zullen dit ervaren. Ook, zij die in een schandelijke corruptie leven zijn zelf aansprakelijk voor de straf die God hen oplegt. `Omdat ze het beneden hun waardigheid achtten God te erkennen, heeft God hen overgeleverd aan hun eigen onbetrouwbaarheid en doen ze wat verwerpelijk is. Ze zijn door en door onrechtvaardig en boosaardig, hebzuchtig en slecht. Ze zijn door en door afgunstig, moordzuchtig en twistziek, doortrapt en kwaadaardig. Ze roddelen en spreken kwaad, haten God, zijn hoogmoedig, trots en verwaand. Ze zijn vindingrijk in het kwaad, tonen geen ontzag voor hun ouders, zijn kortzichtig en trouweloos, zonder liefde en onbarmhartig. En hoewel ze het vonnis van God kennen en weten dat mensen die dergelijke dingen doen de dood verdienen, doen ze dit alles toch. Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook doen.'  (Rom 1:28-32) `Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten. Dit alles zal blijken op de dag waarop, volgens het evangelie dat ik verkondig, God door Christus Jezus oordeelt over wat er in de mens verborgen is.' (Rom 2:15-16)

Maar wat te denken van de mensen die in onwetendheid handelen. Mensen aanbidden hun afgoden zonder te beseffen dat ze niets zijn. `God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.'  (Han 17:30-31) We kunnen erop vertrouwen dat dit zo is. `Maar wat is daarvan de zin? Wanneer sommigen van hen God ontrouw zijn geworden, zal dat dan geen einde maken aan Gods trouw? Natuurlijk niet. Ieder mens is onbetrouwbaar, maar God is betrouwbaar, zoals ook geschreven staat: `U blijkt rechtvaardig wanneer u rechtspreekt, u overwint wanneer u vonnist.' Maar wanneer het onrecht dat wij doen bewijst dat God rechtvaardig is, is het dan niet zo - ik redeneer nu zoals anderen zouden doen - dat God onrechtvaardig is wanneer hij ons toch nog veroordeelt? Dat in geen geval. Hoe kan God anders rechter van de wereld zijn?'  (Rom 3:3-6)

Geef ons heden ons brood

In het vervolg van het gebed wijst Jezus op de dagelijkse behoeften, niet het opgestapelde bezit of materialisme. In de evangelieverslagen worden de sleutelwoorden zoals: rijk, armen, geld, dingen, bezit, huizen, land, en eigendom veelvuldig toegepast. Wanneer wij dit beschouwen is het duidelijk hoe Jezus dit in zijn leven toonde. Hij was geen huichelaar die het brengen van offers onderwees en ondertussen in weelde leefde. Petrus die dit onderscheidde zei: `Zie! Wij hebben onze eigen dingen verlaten en zijn u gevolgd. Doe ijdelheid en leugentaal verre van mij; armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood van het mij bescheiden deel. Hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt.' (Spr 30:8; De 8:3)

Jezus werd geboren in Bethlehem, hetgeen `huis des broods' betekent - Mi 5:2. `Ik ben het brood dat leven geeft. Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet. Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.' (Jo 6:48-51). Door Christus de Messias wordt voor de hele mensheid leven gevend `brood' verschaft - Jo 6:31-35. Dagelijks trekken we profijt van zijn offer. Dagelijks wordt onze schuld vergeven.

READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE

       

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)