HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Bidden is best wel
gemakkelijk !
De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot
kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als
je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen
om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord
van God:
Bijbelstudie 203 - Bidden is best wel gemakkelijk !
Echt bidden kan alleen als je weet wat God wil
Bidden is moeilijk. Echt bidden kan alleen als je weet wat God
wil, dat wij zullen bidden. We moeten Zijn wil kennen, maar ook Zijn
macht en Zijn beloften. Bidden moet ook tegelijkertijd danken zijn. God
heeft zichzelf bekend gemaakt in de Bijbel; maar het kost ons moeite
Hem te kennen. En dan weet je vaak niet wat je moet bidden of wat je
mag bidden. Maar toch. .. Bidden is gemakkelijk.
Je mag 'Vader' zeggen. Bidden is dan uitgesloten. Maar: God belooft
Zijn Zoon; God geeft
Je mag
'Vader' zeggen
Bidden is gemakkelijk. God zelf maakt het gemakkelijk. Dat komt vooral
door één woordje: Vader. Door de Here Jezus is
God weer onze Vader geworden. Wil God weer onze Vader zijn. Maar dat
betekent nog niet dat iedereen maar weer 'Vader' tegen God mag zeggen.
Niet alle mensen zonder onderscheid zijn 'kinderen van
één Vader'. Wij zijn wel allemaal kinderen van
één vader . Zonder hoofdletter. Kinderen van
Adam. Maar door de zondeval van Adam hebben wij samen met hem afscheid
van God genomen. Vanaf dat moment is God onze Vader niet meer.
Bidden is dan uitgesloten. Maar: God belooft Zijn Zoon; God geeft ons
ook werkelijk Jezus. En door Hém worden wij weer 'tot
kinderen (Joh. 1 ; 10-13) van God aangenomen' .Na Zijn opstanding zegt
de Heiland Jezus tot de gelovigen: 'Ik vaar op naar MijnVader en uw
Vader, naar Mijn God (Joh. 20; 17) en uw God! ' (1 Joh. 3 ; 1).
Door Jezus mogen gelovigen weer zeggen: Vader. Dat wordt ons zelfs met
klem geleerd. Ook door Jezus als hij ons het 'Onze Vader' leert bidden.
Je moet dat woord eens goed tot je laten doordringen: Vader. Het is
toch wel een geweldig woord. Je mag met je verdriet naar je Vader gaan.
Je mag als een kind aan je Vader vragen of Hij je helpen wil. Nee, God
is helemaal niet zo ver weg. God is geen vreemde voor zijn volk. En
daarom is het ook niet de vraag of God je wel wil helpen. Lees maar
(Luc.11;11-13) eens wat er staat in de Bijbel, het boek Lukas.
De Vader is
ook Koning
Als Jezus Zijn discipelen leert bidden, leert Hij hen 'Vader' te zeggen
tegen God. Maar Hij voegt er ook nog een paar woorden aan toe: 'die ,
in de hemelen is'. Is nu opeens alles toch weer anders? Is God toch
weer ver weg, toch onbereikbaar? Een Va- der van wie we niets weten ?
Vader , dat betekent vertrouwen. In de hemelen, betekent dat afstand?
Geluk- kig niet.
De Here Jezus maakt dat aan Zijn discipelen duidelijk. Een vader op
aarde, een mens, probeert goed te zijn voor zijn kind. Maar de Vader
(Mat th. 7:9-11) in de hemelen gaat aardse vaders ver te boven. In een
leerboek van de kerk, de Heidelbergse Catechismus, wordt gevraagd
waarom die woorden 'in de hemelen' er nou bij staan. En dan luidt het
antwoord, dat het erbij staat om ons erop te wijzen dat je niet aards
van God mag denken. Hij is zo machtig, dat je alles wat je nodig hebt
voor je zielof voor je lichaam van Hem kunt verwachten.
Je Vader is méér dan je je kunt voor- stellen:
denk dus nooit te klein van Hem. We moeten hoog tot God op- zien. Niet
tégen Hem opzien; Hij is immers je Vader. Maar wel hoog tot
Hem opzien; ook Ietterlijk: 'in de hemelen'.. Onze Vader in de hemelen
is ook de Koning over de hele schep- ping. Alle schepselen zijn Zijn
onderdanen. Kinderen, maar ook onderdanen (Ps. 103: 13)
Ons bidden moet dus een zaak van diepe eerbied zijn. Je gaat niet even
snel bidden; je bent ook niet slordig in de houding waarin je bidt.
Altijd: eerbied. Bidden in vol kinderlijk vertrouwen, zonder angst,
zonder onzekerheid. En tegelijkertijd weten dat . je op
audiëntie bent. Je spreekt met Zijne Majesteit de Vader. En je
gedraagt je dan ook zo. De ogen dicht, de handen gevouwen. Of zoals
vroeger, de handen omhoog. Of juist de ogen open. Soms knielend, soms
zittend, soms staand. Maar altijd: vol eerbied.
Hoog tot God opzien wilook zeggen dat je alles van Hem verwacht. Hij is
volkomen te vertrouwen. Wat Zijn liefde (als Vader) wil bewerken,
ontzegt Hem zijn vermogen (in de he- melen) niet. Vol vertrouwen.
Vertrouwen, dat niet uit onszelf komt. Jezus werkt dat vertrouwen in
ons, door te Ieren dat we Vader tegen God mogen zeggen. Maar zeg wel:
hemelse Vader. Jezus heeft ons tot kinderen van God gemaakt. Gekocht.
Zijn Vader is nu ook onze Vader. Zijn God is nu ook onze God. (Joh. 20:
17)
Het houdt niet in dat we alleen maar ~ deze naam voor God mogen
gebruiken. Je mag ook bijvoorbeeld zeggen: 'Trouwe God in de hemel'.
Hoe we God kunnen aanspreken vind je (Hand. 4 : 24) bijvoorbeeld in het
boek Handelingen. Het hangt af van wat we aan God vragen. Maar altijd,
ook als je gebed maar een enkele schreeuw is (en dat kan), moet zich
het kinderlijk vertrouwen én het hoog opzien in ons gebed
weerspiegelen. Ook het goede 'schietgebedje' is een bewijs van diep
vertrouwen en van grote (Neh.2 : 4, 5) eerbied.
Kinderlijk
eenvoudig
Als we 'mooi' zouden moeten bidden, zou bidden moeilijk zijn. Maar we
hoeven gelukkig niet te bidden om bij mensen op te vallen. Het gaat er
niet om onze vroomheid te tonen. Je eert Gód met je gebed.
Je vertrouwt Gód. Je hebt lief. En dan is bidden: in
vertrouwen omgaan met God. Zijn Vaderschap is een garantie voor
zekerheid voor Zijn kinderen. Het is dan ook niet nodig bij je gebed de
woorden opeen te stapelen.
God en mensen kunnen zich met afschuw van ons afwenden, als we zo
bidden, dat onze eigen 'vroomheid' er als het ware vanaf druipt. Jezus
(Matth. 6: 5-8) spreekt daarvan in Mattheüs. Het is belangrijk
goed in je op te nemen wat Hij daar zegt. Niet omdat je daarmee anderen
zou kunnen veroordelen, maar om er zelf steun aan te hebben. Het gaat
el niet om dat mensen ons zien; het gaat er om dat God
hóórt. Zoek niet de publiciteit, als je tot God
bidt. Maar bid in af- zondering, alleen, zonder vertoon.
Het is natuurlijk niet zo, dat je niet zou mogen bidden, in
omstandigheden waarin mensen je zouden kun- nen zien. Het gaat om je
omgaan met God. De plaats waar je bidt is voor God niet belangrijk.
Maar wel hoe je hart is, wat je bedoeling is bij het bidden. Dat blijft
niet verborgen voor God. Mensen zullen er niets van merken, maar' God
weet wat je in je binnenste werkelijk denkt en bedoelt. Bidden is zeker
niet een zinloze omhaal van woorden gebruiken. wel mogen we
sméken, en als dat nodig is, zelfs een hele nacht lang.
Smeken, dat is niet zeuren, je zin willen doordrijven, kinderachtig en
egoïstisch. Smekend bidden is volhouden, kinderlijk, vol
vertrouwen.
Een voorbeeld van het dwingend bidden uit zelfzucht vindt u in het boek
Koningen. Daar wordt verteld (I Kon.18:25) hoe de Baalpriesters zich
afbeulden om maar op de een of andere manier hun afgod zover te
krijgen, dat hij zou doen wat ze van hem vroegen. Wat heeft Elia daar
mee gespot!
God laat zich wel 'verbidden', Hij (Gen.25: 21) wil luisteren en doen
wat wij van Hem vragen. Maar we kunnen Hem (Ezra 8: 23) niet vermurwen,
niet op hem 'inwer- ken' om toch maar onze zin te krij- gen. God is
onze Vader, die, beter dan aardse vaders, weet wat wij nodig hebben.
Een Vader die Zijn kinderen hoort, een Vader die zich al- tijd aan Zijn
belofte zal houden, die zal blijven die Hij is.
Bidden is gemakkelijk. Want bidden is rekenen op God. Hem al je
vertrouwen geven. Zijn Woord is vast en zeker. Wie bidt, ziet uitkomst.
Wie bidt weet een weg. Wie bidt heeft toekomst. Want God is trouw. Lees
Psalm 130 maar eens.
Een paar
notities over het 'Onze Vader'
Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd
worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals
in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef
ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig
was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het
kwaad.' (Mt 6:9-13) Telkens als er naar de woorden “Onze
Vader in de hemelen” wordt verwezen wordt ermee te kennen
gegeven dat we kinderen of zonen van God zijn (Mt 6:9) Eeuwen
had God de natie Israël omringt met zijn vaderlijke zorg. Het
onderwijs van Christus zorgde voor verandering. Het ware licht, dat
alle soorten van mensen licht geeft, stond op het punt in de wereld te
komen. Hij was in de wereld en de wereld is door bemiddeling van hem
ontstaan, maar de wereld kende hem niet. Hij kwam tot zijn eigen huis,
maar de zijnen namen hem niet tot zich.
Doch aan allen die hem wel ontvingen, heeft hij de macht gegeven Gods
kinderen te worden, omdat zij geloof oefenden in zijn naam - Joh
1:9-12. Zij die Christus ontvingen zijn de kinderen en zonen van God,
allen, [Gr. Hosos - zoveel als er zijn], zonder enige begrenzing in
aantal. Paulus schrijft overeenkomstig. `Allen [hosos] die door de
Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God.' (Rom 8:14) Ze
worden door Gods Geest geleid. `En wij weten dat voor wie God
liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles
bijdraagt aan het goede.' (Rom 8:28) De liefde die God voor de gemeente
heeft is in het oog springend. `Luister, geliefde broeders en zusters:
heeft God niet juist hen die naar wereldse maatstaven arm zijn,
uitgekozen om rijk te zijn door het geloof en deel te krijgen aan het
koninkrijk dat hij heeft beloofd aan wie hem liefhebben?' (Jak 2:5) De
zonen hebben elkaar lief, `want de liefde komt uit God voort. Ieder die
liefheeft is uit God geboren en kent God' - 1 Joh 4:7.
Zo kan iedereen die geloof oefent rechtvaardigheid verkrijgen - Rom
10:4. Als we Christus toebehoren zullen we de hemelse
beloning ontvangen en deel uitmaken van Abrahams zaad - 1 Kor 15:23;
Gal 3:29. Indien we in eendracht met Christus zijn, zijn we een nieuwe
schepping - 2 Kor 5:17. `Gelukkig is de mens die in de beproeving
staande blijft. Want wie de proef doorstaat, ontvangt als lauwerkrans
het leven, zoals God heeft beloofd aan iedereen die hem liefheeft.'
(Jak 1:12) Op 7:9-17 spreekt over een grote menigte die uit de
verdrukking komt, die 3½ jaar duurt. Dit zijn zij die
overwinnen `de levenden' zoals Paulus ze noemt: `daarna zullen wij, die
nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en gaan
we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem
zijn.' (1 Th 4:17) `En omdat u zijn kinderen bent, heeft God
ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die `Abba, Vader' roept. U bent nu
geen slaven meer, u bent kinderen van God en als zijn kinderen bent u
erfgenamen, door de wil van God.' (Gal 4:6-7)
Hemelen
`Ik ken een volgeling van Christus die veertien jaar geleden tot in de
derde hemel werd weggevoerd [Gr. harpazo - gegrepen, meegesleept] - in
zijn lichaam of buiten zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God
alleen. Maar ik weet dat deze man - in zijn lichaam of zonder zijn
lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen - werd weggevoerd
[harpazo] tot in het paradijs en dat hij daar woorden hoorde die door
geen mens mogen worden uitgesproken.' (2 Kor 12:2-4) Telkens wanneer
het woord paradijs wordt gebruikt verwijst dit naar het oorspronkelijke
paradijs te Eden of naar het komende. In dit gedeelte verklaart Paulus
echter dat hij naar de derde hemel, tot in het paradijs werd weggerukt.
Wat deze `derde hemel' is geeft de schift elders te kennen. In Petrus
lezen we: `Ze gaan er dan willens en wetens aan voorbij dat er in het
begin al eens een hemel is geweest en een aarde die door Gods woord
gevormd was uit water en door middel van water.` (2 Pe 3:5) Petrus
vervolgt: `Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde
woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten
onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur.' (2 Pe 3:7)
Hier wordt over de hemelen van nu gesproken en ook die zullen
verdwijnen. `Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een
nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.' (2 Pe
3:13)
De derde hemel heeft derhalve geen betrekking op nieuwe planeten en
evenmin verheft de ene hemel zich boven de andere. Ze duidt op een
nieuw tijdperk. Zoals de hemel en aarde voor de vloed verdwenen en het
einde van een periode inhield, zo zal de huidige hemel en aarde voorbij
gaan. Christus heeft zichzelf gegeven voor onze zonden om ons te
bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld. Dat is de wil van
onze God en Vader - Gal 1:4. `Wacht maar - spreekt de HEER -, wacht op
de dag dat ik mijn buit kom halen. Ik heb besloten volken te verzamelen
en koninkrijken bijeen te halen, en mijn toorn, mijn laaiende woede
over ze uit te storten. Door het vuur van mijn woede vergaat heel de
aarde. Dan zal ik de lippen van de volken rein maken, zij zullen de
naam van de HEER aanroepen, ze zullen hem dienen, zij aan zij.' (Zef
3:8-9)
De nieuwe hemel zal rechtvaardig zijn. Nu wordt er gehandeld
overeenkomstig de autoriteit van de wereld, `waarmee u de weg ging van
de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de
geest die nu werkzaam is in hen die God ongehoorzaam zijn' - Ef 2:2.
Hierdoor wordt het licht van het evangelie niet gezien, de luister van
Christus, het beeld van God - 2 Kor 4:4. De nieuwe hemel heeft Christus
als hoofd. Hij regeert samen met de gemeente, zijn lichaam. De huidige
hemel is verantwoordelijk voor de godsdienstige systemen, met onder hen
die beweren Christus te dienen, maar in werkelijk verbonden zijn met de
werktuigen van de god en heerser van deze wereld. Gods koninkrijk zal
rein en rechtvaardig zijn. Maar alles wat niet heilig is en een ieder
die iets walgelijks en de leugen beoefent, zal er geenszins binnengaan,
alleen zij die geschreven staan in de boekrol des levens van het Lam -
Op 21:27. `De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van
de twaalf apostelen van het lam. Maar een tempel zag ik niet in de
stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam.'
(Op 21:14,22)
Uw naam worde
geheiligd
De Goddelijke naam Jhwh treffen we veelvuldig in `Mozes en de profeten'
aan. Telkens als de wet werd voorgelezen, maar ook in de gewone
omgangstaal, werd de naam Jhwh gebruikt. Met de komst van de Messias is
er een verschuiving in nadruk ontstaan. De naam van Jezus Christus werd
van grote betekenis. Aan de christenen in Rome werd geschreven: `maar
ik heb er een eer in gesteld het niet op plaatsen te verkondigen waar
Christus al bekend was. Ik wilde niet op het fundament van een ander
bouwen, want er staat geschreven: `Zij aan wie hij niet verkondigd is,
zullen zien; zij die niet over hem hebben gehoord, zullen tot inzicht
komen.' (Rom 15:20-21) Na Jezus opstanding gaf hij zijn
discipelen te kennen: `Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de
aarde.' (Mt 28:18). Want God `heeft alles aan zijn voeten gelegd.'
Wanneer er `alles' staat, is dat natuurlijk uitgezonderd degene die
alles aan hem onderwerpt - 1Kor 15:27.
Matthéüs deed meer dan honderd
aanhalingen uit de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften. Alle
schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften haalden verzen uit
de Hebreeuwse tekst of uit de Septuaginta aan waarin de goddelijke naam
voorkomt.
Johannes, die zijn werken tussen 96 en 98 AD schreef, gebruikte Gods
naam slechts enkele malen. In Joh 17 zegt Jezus: `Ik heb aan de mensen
die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekendgemaakt. Zij waren
van u, maar u hebt hen aan mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard.'
(Joh 17:6) De eerste Christenen werden niet langer meer
geïdentificeerd aan het gebruik van de goddelijke naam maar
omdat ze door toedoen van God christenen werden genoemd [chrematizo -
Strongs: aangemaand door God, door een wonder geuit]. (Han 11:26) Jezus
zei: `je zult gehaat zijn bij alle volkeren vanwege mijn naam' - Mt
24:9. We weten dat de Vader verheven is boven al. Tegelijkertijd
beseffen we ook tot welk een verheven positie Christus is verhoogd.
`Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de allerhoogste titel
geschonken, zodat iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde,
de knieën zou buigen voor hem die Jezus heet en allen openlijk
zouden uitroepen, tot eer van God, de Vader: Jezus Christus is de
Heer.' (Fil 2:9-11)
Jakobus schreef: `Zijn zij het niet die de goede naam lasteren die over
u is aangeroepen?' (Jak 2:7) Welke naam zou Jakobus daarbij in gedachte
hebben gehad? In Han 15 is te lezen hoe de apostelen tot een
eensgezinde mening kwamen. `Daarna zal ik terugkeren, zegt de Heer, en
het vervallen huis van David weer opbouwen. Ik zal het uit het puin
laten herrijzen, ik zal het weer opbouwen. Dan zal ook het overige deel
van de mensheid mij, de Heer, zoeken, aan alle volken zal ik mijn naam
geven. Ja, wat ik sinds oude tijden heb bekendgemaakt, ga ik doen.'
(Han 15:16-18) Na vers 7 in Jakobus 2, zien we dat het woord `naam' nog
tweemaal betrekking heeft op Jhwh. Echter, in Jak 2:1 wordt Jezus `de
Heer der heerlijkheid' genoemd. De heiliging van Gods naam zal klinken
als een vreugdelied als heel de hemel en aarde zijn naam zal eren en
heiligen. Dan zal iedereen Gods positie erkennen en de wens hebben Hem
te dienen. In Hebr 10:5-10 haalt de apostel Paulus delen uit Ps 40:5-10
aan. De woorden zijn van toepassing op Christus. Door hem zijn wij
geheiligd door middel van het offer van zijn lichaam, eens voor altijd.
Uw koninkrijk
kome
De Schrift spreekt geregeld over een mysterie met betrekking tot het
koninkrijk. Een koninkrijk heeft een koning en Christus is door zijn
Vader verhoogd tot deze positie. De Christelijke geschriften verwijzen
overvloedig naar de Hebreeuwse Schrift. David zelf heeft door de
heilige geest gezegd: 'De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Neem plaats
aan mijn rechterzijde.' (Luk 20:42) En Jezus zei: `Maar ik verzeker u:
van nu af zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterzijde van de
almachtige God en u zult hem zien komen op de wolken van de hemel.' (Mt
26:64) En Paulus tot slot: `De kern van mijn betoog is dat wij een
hogepriester hebben die in de hemel plaatsgenomen heeft aan de
rechterzijde van de troon van Gods majesteit.' (Hebr 8:1) Het is
Christus die de wereld heeft overwonnen en heeft plaatsgenomen op de
troon van zijn Vader - Op 3:21. Reeds lang geleden werd de verheven
positie van Christus profetisch beschreven. `Mijn koning, God zegt
tegen u: `Neem plaats aan mijn rechterzijde, ik zal uw vijanden
neerleggen als een bank voor uw voeten.' (Ps 110:1) `Daarna zag ik in
het nachtelijke visioen iemand verschijnen die omringd was door wolken
en het uiterlijk van een mens had. Hij werd bij de oude man gebracht.'
(Dan 7:13)
Christus macht als Koning is volledig en onbegrensd. `Hoe alles
overtreffend zijn macht is in ons die geloven. Die macht is dezelfde
sterke kracht die hij heeft ontplooid in Christus: hem heeft hij
opgewekt uit de dood en hem heeft hij in de hemel de ereplaats gegeven
aan zijn rechterzijde, hoog boven alle overheden, machten, krachten,
heerschappijen en hoe ze ook maar genoemd worden, zowel in deze als in
de komende tijd. God heeft alles aan hem onderworpen, hem boven alles
verheven en hem aan het hoofd gesteld van de kerk. En de kerk is
Christus' lichaam, de volheid van hem die heel het heelal vervult.' (Ef
1:19-23) Christus besteeg zijn hemelse troon in 33 AD. Beschouw in dit
verband hoe Petrus in Handelingen verwijst naar de tweede Psalm:
`Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot
niets. De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten
spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde.' (Ps 2:1-2) `U hebt door
de heilige Geest, bij monde van onze voorvader David, uw dienaar,
gezegd: “Waarom snoeven de volken en beramen de volksstammen
zinloze plannen?
De koningen van de aarde zijn aangetreden en de heersers spannen samen
tegen de Heer en zijn gezalfde.” Want inderdaad, in deze stad
hebben allen samengespannen tegen Jezus, uw heilige dienaar, die door u
is gezalfd: Herodes, Pontius Pilatus, alle volken en ook de stammen van
Israël.' (Han 4:25-27) Zich bewust van zijn komende
verdrukking zei Christus: `Vuur ben ik komen werpen op de aarde, hoe
graag zou ik willen dat het al brandde! Maar een doop moet ik
ondergaan. Hoe beklemt dat mij zolang het niet volbracht is!' (Luk
12:49-50) Voordat Jezus in getrouwheid stierf en aanspraak op de
hemelse troon kon maken sprak hij: `Het is volbracht!' - Joh 19:30.
Christus werd aldus in 33 AD geïnstalleerd en niet op een
moment ver in de toekomst: `Ikzelf heb hem aangesteld als koning, als
koning op Sion, mijn heilige berg.' (Ps 2:6)
We gaan terug naar Daniël 7. Na het visioen van een vierde
beest, ziet Daniël in vers 9-14 de installatie van de Messias
in koninklijke macht. Daniël raakt beklemd in de geest, de
visioenen maken hem bevreesd. In korte schetsen wordt verteld hoe zijn
verwarring wordt weggenomen (vs 17, 18), maar hierin wordt de zoon des
mensen niet meer vermeld. Wel wordt er gezegd dat de heiligen van het
Opperwezen het koninkrijk zullen ontvangen en dat zij het koninkrijk
voor onbepaalde tijd in bezit zullen nemen, ja voor onbepaalde tijd tot
onbepaalde tijden. (vs 18) Wel, een mens van vlees en bloed kan geen
deel krijgen aan het koninkrijk van God. Wat vergankelijk is, zal geen
deel krijgen aan wat onvergankelijk is - 1 Kor 15:50. Het wordt
mogelijk gemaakt doordat Christus hen vergadert - 2 Th 2:1. Zo
herkennen we twee fases waarin Dan 7:13 wordt vervuld. In de eerste
fase stijgt de Zoon des mensen in de wolken op om de troonruimte van
Almachtig binnen te gaan (zie Op 5). Hierop zullen de heiligen worden
overgezet [Gr. Methistano - getransformeerd] in het koninkrijk van de
Zoon - Kol 1:13. Hiervoor zou Christus terugkomen. `Wees niet ongerust.
Geloof in God en geloof in mij. Er kunnen veel mensen wonen in het huis
van mijn Vader. Als dat niet zo was, zou ik het jullie gezegd hebben.
Ik ga nu weg om een plaats voor jullie in orde te maken, en daarna kom
ik terug om jullie te halen. Dan zullen ook jullie zijn waar ik ben.'
(Joh 14:1-3)
Begin dus een nieuw leven en keer terug naar God, dan zullen uw zonden
u worden kwijtgescholden. Dan zal de Heer zorgen dat de tijd aanbreekt
dat alle druk zal zijn weggenomen en zal hij de Christus zenden die hij
voor u bestemd heeft: Jezus. Hem die de hemel moest opnemen tot de tijd
dat alles vernieuwd wordt en waarover God door zijn heilige profeten
van oudsher heeft gesproken.' (Han 3:19-21) Hij zal terugkeren en het
getal van de heiligen verzegelen. `De heiligen, Gods volk, zullen dan
het koningschap ontvangen en de macht en rijkdom van alle koninkrijken
op aarde overnemen. Het rijk van de allerhoogste God is eeuwig. Alle
machten zullen het dienen en gehoorzamen.' (Dan 7:27) Het gehele
lichaam, de gehele gemeente zal worden bijeengebracht. Zij die waren
gestorven verkrijgen de hemelse opstanding. Zij die dan nog op aarde
verblijven en als getrouwen door die verdrukking komen vormen een grote
menigte - Op 7:9-17. Samen worden ze voor de troon van God gebracht om
deel te nemen aan de 1000-jarige regering zoals omschreven in Op 20.
Uw wil
geschiede, gelijk in de hemel
Gods oorspronkelijke wil was een wereldomvattend paradijs. Hij gaf de
mensen de opdracht er zorg voor te dragen. Ondanks alles is zijn wil
nimmer gewijzigd. `De Heer, de enige God, hij schiep de hemel, hij
boetseerde de aarde, hij legde haar fundamenten. Hij schiep geen
onherbergzaam land, maar een bewoonbaar gebied. De Heer zegt: `Alleen
ik ben de Heer, en geen ander.' (Jes 45:18) Het was Gods wil dat de
Messias zou komen welke met zijn heiligen zou regeren. `Daarna zag ik
in het nachtelijke visioen iemand verschijnen die omringd was door
wolken en het uiterlijk van een mens had. Hij werd bij de oude man
gebracht.' (Dan 7:13) `De heiligen, Gods volk, zullen dan het
koningschap ontvangen en de macht en rijkdom van alle koninkrijken op
aarde overnemen. Het rijk van de allerhoogste God is eeuwig. Alle
machten zullen het dienen en gehoorzamen.' (Dan 7:27) Het is Gods wil
dat de aarde nimmer vernietigd zal worden. Ze zal tot onbepaalde tijd,
of voor eeuwig, niet aan het wankelen worden gebracht - Ps 104:5. Ja,
de aarde staat zelfs tot onbepaalde tijd - Pr 1:4.
Gods stad zal uit de hemel neerdalen om over de aarde te regeren - Op
20:4,6. Gods wil met betrekking tot de hemel beschrijft de profeet
Daniël: `En al de inwoners der aarde zijn als niets geacht, en
Hij doet naar Zijn wil met het heer des hemels en de inwoners der
aarde, en er is niemand, die Zijn hand afslaan, of tot Hem zeggen kan:
Wat doet Gij?' (Dan 4:35) SV. `En hij heeft dat ten uitvoer gebracht nu
de tijd er rijp voor is, door alles wat in de hemel en op de aarde
bestaat onder één hoofd te plaatsen: onder
Christus.' (Ef 1:10) Eeuwen was deze wil, die middels het koninkrijk
tot uitdrukking zou worden gebracht, een geheim, een Heilig Geheim.
Maar de mensen zouden zien hoe het heilige geheim geopenbaard wordt,
dat sinds het onbepaalde verleden verborgen is geweest in God, die alle
dingen heeft geschapen. Dit zal plaatsvinden opdat de autoriteiten in
de hemelse gewesten, door middel van de gemeente, de rijk gevarieerde
wijsheid van God bekendgemaakt zou worden - Ef 3:9-10. `Hij is het
hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de
doden, om in alles de eerste te zijn: in hem heeft heel de volheid
willen wonen en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen,
alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn
bloed aan het kruis.' (Kol 1:18-20)
Uw wil
geschiede, zo ook op aarde
Tot de Christenen in Rome schrijft Paulus: `De schepping ziet er
reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de
schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door
hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen,
omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de
vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods
kinderen geschonken wordt.' (Rom 8:19-21) Er is geen reden denkbaar
waarvoor Gods oorspronkelijke plan voor een alomvattend paradijs, zou
zijn gewijzigd. Dat staat vast. In Handelingen wordt gesproken over de
opstanding voor de mensheid. `God slaat echter geen acht op de tijd
waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een
nieuw leven te beginnen.' (Han 17:30) `En evenals mijn aanklagers hoop
en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen
uit de dood zal doen opstaan.' (Han 24:15) Paulus geeft hiermee te
kennen dat allen die zijn gestorven een opstanding zullen krijgen om
dan op grond van hun waardering en geloof in het koninkrijk te worden
geoordeeld. Eerder had hij gezegd: `Maar Christus is werkelijk uit de
dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.
Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit
de dood er gekomen door een mens. Zoals wij door Adam allen sterven, zo
zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt. Maar ieder op de
voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer hij
komt, zij die hem toebehoren.' (1 Kor 15:20-23) `Dat is goed en
welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen
worden gered en de waarheid leren kennen.' (1 Tim 2:3-4) Dit is dus
tijdens het 1000-jaar koninkrijk van Christus dat hij deelt met de
verheerlijkte heiligen die als koningen, priesters en rechters dienen -
Op 1:6; 5:9,10; 20:4-6; 1 Kor 4:8. De wereld zal worden geoordeeld in
rechtvaardigheid. Weet u dan niet dat Gods heiligen over de wereld
zullen oordelen? En als u over de wereld zult oordelen, zou u dan niet
in staat zijn om te oordelen over de meest onbeduidende
rechtsgeschillen? - 1 Kor 6:2. `Maar wij vertrouwen op Gods belofte en
zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid
woont.' (2 Pe 3:13)
De doden zullen een opstanding krijgen. Maar wat zal er met de mensen
gebeuren die nu leven. Worden zij zoals we in Paulus brief aan de
Thessalonicenzen lezen, vernietigd? `Wanneer hij wraak oefent over hen
die God niet kennen en over hen die het goede nieuws `Ze zullen voor
eeuwig worden verstoten, ver van de Heer en van zijn kracht en
majesteit.' (2 Th 1:9) Inderdaad, zij die de heiligen verdrukken zullen
dit ervaren. Ook, zij die in een schandelijke corruptie leven zijn zelf
aansprakelijk voor de straf die God hen oplegt. `Omdat ze het beneden
hun waardigheid achtten God te erkennen, heeft God hen overgeleverd aan
hun eigen onbetrouwbaarheid en doen ze wat verwerpelijk is. Ze zijn
door en door onrechtvaardig en boosaardig, hebzuchtig en slecht. Ze
zijn door en door afgunstig, moordzuchtig en twistziek, doortrapt en
kwaadaardig. Ze roddelen en spreken kwaad, haten God, zijn hoogmoedig,
trots en verwaand. Ze zijn vindingrijk in het kwaad, tonen geen ontzag
voor hun ouders, zijn kortzichtig en trouweloos, zonder liefde en
onbarmhartig. En hoewel ze het vonnis van God kennen en weten dat
mensen die dergelijke dingen doen de dood verdienen, doen ze dit alles
toch. Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook
doen.' (Rom 1:28-32) `Ze bewijzen door hun daden dat wat de
wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit,
omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten. Dit
alles zal blijken op de dag waarop, volgens het evangelie dat ik
verkondig, God door Christus Jezus oordeelt over wat er in de mens
verborgen is.' (Rom 2:15-16)
Maar wat te denken van de mensen die in onwetendheid handelen. Mensen
aanbidden hun afgoden zonder te beseffen dat ze niets zijn. `God slaat
echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu
overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want hij heeft
bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de
mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft
aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd
door hem uit de dood te doen opstaan.' (Han 17:30-31) We
kunnen erop vertrouwen dat dit zo is. `Maar wat is daarvan de zin?
Wanneer sommigen van hen God ontrouw zijn geworden, zal dat dan geen
einde maken aan Gods trouw? Natuurlijk niet. Ieder mens is
onbetrouwbaar, maar God is betrouwbaar, zoals ook geschreven staat: `U
blijkt rechtvaardig wanneer u rechtspreekt, u overwint wanneer u
vonnist.' Maar wanneer het onrecht dat wij doen bewijst dat God
rechtvaardig is, is het dan niet zo - ik redeneer nu zoals anderen
zouden doen - dat God onrechtvaardig is wanneer hij ons toch nog
veroordeelt? Dat in geen geval. Hoe kan God anders rechter van de
wereld zijn?' (Rom 3:3-6)
Geef ons
heden ons brood
In het vervolg van het gebed wijst Jezus op de dagelijkse behoeften,
niet het opgestapelde bezit of materialisme. In de evangelieverslagen
worden de sleutelwoorden zoals: rijk, armen, geld, dingen, bezit,
huizen, land, en eigendom veelvuldig toegepast. Wanneer wij dit
beschouwen is het duidelijk hoe Jezus dit in zijn leven toonde. Hij was
geen huichelaar die het brengen van offers onderwees en ondertussen in
weelde leefde. Petrus die dit onderscheidde zei: `Zie! Wij hebben onze
eigen dingen verlaten en zijn u gevolgd. Doe ijdelheid en leugentaal
verre van mij; armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood
van het mij bescheiden deel. Hij liet u honger lijden en gaf u toen
manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders
evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood
alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt.' (Spr 30:8;
De 8:3)
Jezus werd geboren in Bethlehem, hetgeen `huis des broods' betekent -
Mi 5:2. `Ik ben het brood dat leven geeft. Uw voorouders hebben in de
woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. Maar dit is het
brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet. Ik ben
het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit
brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het
leven van de wereld, is mijn lichaam.' (Jo 6:48-51). Door Christus de
Messias wordt voor de hele mensheid leven gevend `brood' verschaft - Jo
6:31-35. Dagelijks trekken we profijt van zijn offer. Dagelijks wordt
onze schuld vergeven.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works

KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl

(What's good, use it)