2. GEZICHT OP DE STAD MEGIDDO

Gezicht op de stad Megiddo in de dagen van de eerste koningen (omstreeks de 10e eeuw voor Christus, gelijk de geleerden, die de ruïneheuvel Tell-el-Moetesellim opgroeven, zich dit voorstellen). Het grote gebouw (van a-c) noemen zij "het grote huis"; het was bij de noordoostelijke muur (waarbij men aanneemt, dat de "laag" waarin "het grote huis" voorkomt, dateert uit de lOe eeuw). Vermoedelijk was dit grote huis de standplaats van de commandant, mogelijk ook was het de residentie van de landvoogd Baana (1 Koningen 4: 12). Bij dit grote huis was een geplaveide binnenhof (b); daar konden de soldaten zich verzamelen en over de trap naar de stadsmaur (g) gaan.
Bij de trap is ook de uitkijktoren (c) van de commandant. De toren is opgebouwd uit bewerkte, effen gemaakte, hardsteen. Karakteristiek (dit is ook op de buitenmuur van de stad de bouwwijze) is de verhouding van een kopsteen naast twee strekse stenen, met een rij van strekse stenen in de volgende laag. De muur van het grote huis is opgetrokken uit bewerkte steen; merkwaardigerwijze "drie rijen van gehouwen steen" (zie ook III, 1). Op een basis van onbewerkte steen (f) was deze muur opgetrokken, gestut door cederen balken (e). Op de vloer van een binnenplaats vond men as van een verbrand huis; bij een brand werd het stenen metselwerk weinig aangetast, maar de houten balken werden een prooi der vlammen. De staande balken (e) droegen de balken van de zoldering (d).
Het "grote huis" van Megiddo doet denken aan het paleis van Salomo: En het grote voorhof was rondom van drie rijen gehouwen stenen met een rij van cederen balken (1 Kon. 7:12). De bouwwijze van Megiddo is volgens de geleerden enerziids met die van Salomo te Jeruzalem te vergelijken, anderziids met Hethietische bouwwerken. Het grote huis van Megiddo vertoont ook gelijkenis met het paleis van Achab te Samaria. Het metselen en de gehele bouwwijze toont aan, dat het geschied is door bekwame vakmensen. Bij de fundamenten heeft men het zeldzame geval geconstateerd van houten funderingen in de vorm van liggende balken. Links van het gebouw is de grote zware stadsmuur van Megiddo; de breedte van de muur geeft op de kruin plaats voor de wacht en de verdediging.
Van de muur gezien vertoont zich het stadsbeeld van huizen met platte daken op ongeveer dezelfde hoogte; en tussen de gebouwen vrij nauwe straten. In de straat bij het grote huis ziet men een striidwagen door twee paarden getrokken. In Megiddo zijn gevonden de beroemde paardenstallen van Salomo. Megiddo was een vesting: één van de wagensteden en de ruitersteden (2 Kron. 8: 6; 1 Kon. 9: 17-19); een vesting, die de sleutelpositie had tot de beroemde vallei van Megiddo. In die vallei zijn vele veldslagen geleverd; het woord Armageddon (Openb. 16: 16; N.B.G. "Harmagedon") wordt wel vertaald als "Berg van Megiddo". De leider van de opgraving heeft daarom zijn boek over hetgeen ontdekt was, genoemd: Nieuw licht van Armageddon.