HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                    
                   

Zit je met vragen over God?

Lees de Bijbel 

De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Let op Zijn beloften en aanbevelingen

Heb je jezelf ooit afgevraagd of God werkelijk bestaat?
Kun je het zeker weten?
Kun je het bewijzen?
Is er een ware God of zijn er vele goden?
Is het denkbeeld van God enkel een produkt van menselijke fantasie?
Maakt het verschil uit of je in God gelooft of niet?
Dit zijn de meest belangrijke vragen, die je jezelf ooit kunt stellen.

In onze moderne wereld, weten we meer over televisieschema's, het privé-leven van beroemdheden en statistieken van professionele atleten, dan dat wij weten over God!

Terwijl miljoenen beweren in God te geloven, is de ware God niet zo reëel voor de meeste mensen.

Theologen (en anderen) proberen al eeuwenlang helderheid te verschaffen

Niet alleen diegenen die positief hebben bijgedragen aan allerlei theologische ontwikkelingen worden genoemd, ook diegenen die van negatieve invloed zijn geweest staan vermeld. Er zijn vier indelingen gemaakt, de eerste betreft de tijd van de christelijke kerk in haar beginstadium die zo tegen de tijd van keizer Karel de Grote overgaat in die van de middeleeuwse theologie die op haar beurt tegen het jaar 1500 wordt opgevolgd door de protestantse Reformatie en het christelijk humanisme met als tegenreactie de rooms-katholieke Contrareformatie. Tot slot begint in de loop van de 18e eeuw de tijd van de huidige theologie. BEKIJK
 

Hoe reëel is God voor jou?

Is de God, die je dient dezelfde God, die geopenbaard wordt op de bladzijden van de Bijbel - of is je concept van God iets, dat uit het menselijk verstand getoverd is?

Hebben de twijfel en scepticisme, waarvan onze samenleving is doordrongen, je denkbeelden over God beïnvloed?

Vandaag de dag hebben vele mensen echte problemen, wanneer het aankomt op het vinden van degelijke antwoorden over God.

Het zal voor jou een schok zijn, maar onze moderne, gekunstelde, goed opgeleide maatschappij, is misleid wat betreft de grootste levensvragen! De waarheid over de ware God is verdraaid en onderdrukt - niet alleen door atheïstische filosofen en wereldse geleerden, maar ook door verblinde theologen!

Dit mag als een arrogante bewering klinken, maar het is precies wat volgens de Bijbel zou gebeuren en het is bevestigd door historische feiten, zoals wij zullen zien in dit boekje.

Atheïsten beweren, dat God niet bestaat en dat het denkbeeld over God een bedenksel van het menselijk brein is. Agnostici zeggen, dat het onmogelijk is om te weten of God hoe dan ook bestaat. Evolutie biologen geven er de voorkeur aan om te denken, dat God niet nodig is.

Wereldse geleerden willen God bij elke discussie buiten beschouwing laten, onder het voorwendsel, dat het hele denkbeeld over God berust op persoonlijk geloof en niet op bewijs. Onbewust spelen misleide en verkeerd ingelichte theologen in op dit bedrog door de suggestie, dat men Gods bestaan kan aannemen op blind vertrouwen - alleen geloof - geen bewijs is nodig of mogelijk!

Doordat zogenaamde deskundigen dergelijke tegenstrijdige denkbeelden aanvoeren is het geen wonder, dat de gemiddelde persoon twijfels en een voorbehoud heeft over God.

Heb je twijfels?

We vragen om een kwitantie als bewijs wanneer we een artikel hebben aangekocht. We krijgen een specificatiebiljet, als we geld naar de bank brengen. Maar als het aankomt op de meest belangrijke vraag in het leven, wordt ons gezegd, dat we "het gewoon in geloof moeten aannemen" - blindelings, zonder enig bewijs - dat God bestaat!

Of we luisteren naar "deskundigen", die beweren dat God niet bestaat, of dat we het niet zeker kunnen weten, maar wij vragen of eisen niet in alle ernst enig bewijs voor zulke dramatische beweringen.

Voor een groot gedeelte van de afgelopen eeuw hebben velen het als vanzelfsprekend aangenomen, dat de wetenschap het universum kon uitleggen zonder God en dat Zijn bestaan hoogst twijfelachtig is. Er werd soms beweerd, dat intelligente mensen niet langer in God geloven; toch kan niets verder van de waarheid af zijn!

Theologen, die uitvluchten maken voor de Bijbel en terugdeinzen voor het maken van dogmatische verklaringen over God en Zijn Woord, in een poging om wetenschap en religie in overeenstemming te brengen, zijn slechts geslaagd in het ondergraven van hun eigen invloed. Vele georganiseerde religies zijn tegenwoordig in verval, eenvoudig omdat de waarheid over de ware God genegeerd, verdraaid en onderdrukt is.

De God van de Bijbel daagt ons uit om te aanvaarden dat Hij werkelijk bestaat - en Hij biedt specifieke wegen om dat te doen. De ware God voorspelt de toekomst en daagt een ieder uit om hetzelfde te doen in vergelijkbare mate van nauwkeurigheid. De God, die de Bijbel inspireerde verklaart krachtig, dat leven tegenstrijdig aan Zijn onderwijs, onheil uitlokt.


GOD =SCHEPPER   =ONTWERPER   =WETGEVER   =LEVENGEVER   

De ware God zal Jezus Christus terugzenden naar deze aarde om een einde te maken aan het menselijk wanbestuur en Zijn Koninkrijk vestigen. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Is dit de God, die je dient?

Is dit de God, waarover je hoort, als je naar de kerk gaat of afstemt op een religieuze uitzending op radio of televisie?

Hij redt jou!

Johannes 3:16 (Het Boek)

Want God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.

Hij geeft antwoord als je hem roept!

Jeremia 33:3 (NBV)

Roep mij aan, en ik zal je antwoorden, ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn.

Hij wil je hoop en een toekomst geven!

Jeremia 29:11-14a (Het Boek)

Want Ik weet welke plannen Ik voor u heb, zegt de HERE. Met deze plannen heb Ik voor u het goede op het oog en niet het kwade. Ik wil u weer een toekomst en nieuwe hoop geven. Als u tot Mij bidt, zal Ik luisteren. U zult Mij vinden als u Mij zoekt en het oprecht van Mij verwacht. Ja, zegt de HERE, Ik zal Mij door u laten vinden en een einde maken aan uw slavernij.

Hij geeft eeuwig leven en luistert naar je!

1 Johannes 5:13-14 (NBV)

Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de naam van de Zoon van God. Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil.

Hij ontfermt zich over jou en geeft je kracht!

1 Petrus 5:10 -11 (Het Boek)

Onze God is een en al ontferming. Hij heeft u allen geroepen om deel te hebben aan dezelfde eeuwige heerlijkheid als Christus. Nadat het een korte tijd heel moeilijk is geweest, zal Hij u persoonlijk overeind helpen op de plaats waar u hoort te staan. Hij zal u zo sterk maken dat u nooit meer hoeft te wankelen. Voor Hem is alle macht, voor altijd en eeuwig. Amen!

Hij heeft je bevrijd en vergeving van zonden gegeven!

Colossenzen 1:13-14 (Het Boek)

Want God heeft ons bevrijd uit de macht van de duisternis en ons een plaats gegeven in het koninkrijk van Zijn Zoon, Die Hij liefheeft. Hij kocht onze vrijheid met Zijn bloed en daardoor ontvingen wij vergeving voor al onze zonden.

Hij redt je, als je Hem gelooft, en rechtvaardigt je als je op Hem vertrouwt!

Romeinen 10:9-10 (Het Boek)

Want als u zegt dat Jezus Christus uw Heer is en als u met uw hele hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u gered worden. Door met uw hele hart op Christus te vertrouwen, wordt u rechtvaardig verklaard. En door daarvoor uit te komen, wordt u gered.

Hij heeft een geweldig plan met jou!

Romeinen 8:28 (Het Boek)

Eén ding weten wij: Voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen.

Je zult niet veroordeeld worden als je bij Jezus hoort!

Romeinen 8:1-2 (Het Boek)

Het is duidelijk dat mensen die van Christus Jezus zijn, niet veroordeeld zullen worden. Doordat u met Christus Jezus verbonden bent, geldt voor u de nieuwe wet: De wet van de Geest, de wet van het leven. U bent losgemaakt uit de wurgende greep van de zonde en bevrijd uit de macht van de dood.

Hij wil je ontlasten en rust geven!

Mattheüs 11:28-30 (NBV)

Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.

Hij kan dingen beter overzien en wil je leiden!

Jesaja 55:8-9 (Het Boek)

Mijn plannen zijn niet dezelfde als die van u en mijn gedachten zijn niet uw gedachten! Net zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan die van u. Evenzo zijn mijn gedachten hoger dan de uwe.

Hij wil je nieuwe kracht en enthousiasme geven!

Jesaja 40:30-31 (Het Boek)

Jeugdigen zullen uitgeput raken en de jonge mannen zullen het opgeven. Maar zij die hun hoop op de HERE hebben gevestigd, zullen hun krachten weer terugkrijgen. Zij stijgen op met vleugels als van arenden; zij zullen voortsnellen, maar niet moe worden; zij zullen wandelen zonder uitgeput te raken.

Hij heeft je uitgekozen en zal altijd bij je zijn!

Jesaja 41:9b-10 (Het boek)

want Ik heb u gekozen en zal u niet in de steek laten. Wees niet bang, want Ik ben met u. Kijk niet angstig om u heen, want Ik ben uw God. Ik zal u kracht geven en u helpen; Ik zal u overeind houden met mijn heilrijke rechterhand.

Hij kent je door en door!

Psalm 139 (Het Boek)

HERE, U ziet alles van mij; U kent mij helemaal zoals ik ben. U weet het als ik zit en als ik weer opsta; vanuit de hemel weet U wat ik denk. U ziet waar ik heen ga en weet wanneer ik ga liggen. Alles wat ik doe, is voor U bekend. Elk woord dat ik uitspreek kent U al, HERE. U bent bij mij, naast mij, voor mij, achter mij. Uw hand rust op mij. Het is voor mij onmogelijk dat te begrijpen. Het is zo wonderlijk, zo hoog.

Hij wil je vreugde geven, en voorzien van alles dat je nodig hebt!

Psalm 37: 4-5 (Het Boek)

Verheug u in de HERE; dan zal Hij erop toezien dat u alles krijgt wat u nodig hebt en waarnaar u verlangt. Vertel alles wat u bezighoudt aan de HERE en vertrouw Hem. Hij zal in alles voor u zorgen.

Lees hieronder nog méér over Gods beloften

Jezus is uw Zaligmaker

Hij heeft ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes, die Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onze Zaligmaker.
Titus 3:5,6

En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld.
1 Johannes 4:14

En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker.
Lucas 1:47

... Want wijzelf hebben Hem gehoord, en weten, dat deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld.
Johannes 4:42b

Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, wat verloren was.
Lukas 19:10

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 3:16

Wij worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade door de verlossing die in Christus Jezus is, welke God voorgesteld heeft tot een verzoening door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid door de vergeving van onze zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods.
Romeinen 3:24, 25

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.
Johannes 6:47

Maar God, die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden).
Efeziërs 2:4,5

Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave. Niet uit de werken, opdat niemand roeme.
Efeziërs 2:8,9

Indien gij met uw mond zult belijden dat Jezus Here is, en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
Romeinen 10:9

Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbij gegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
2 Korinthiërs 5:17

Hij die ons heeft zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen.
2 Timothéüs 1:9

Jezus is uw Here

Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd, en heeft Hem een naam gegeven welke boven alle naam is, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie van degenen, die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden, dat Jezus Christus Here is tot heerlijkheid van God de Vader.
Filippenzen 2:9-11

Indien gij met uw mond zult belijden dat Jezus Here is, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men tot rechtvaardigheid, en met de mond belijdt men tot zaligheid.
Romeinen 10:9,10

Maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op de Here HERE, om al Uw werken te vertellen.
Psalm 73:28

En wat noemt gij Mij, Here, Here, en doet niet hetgeen Ik zeg?
Lukas 6:46

Stelt uw leden niet als wapenen der ongerechtigheid in dienst der zonde; maar stelt u in dienst van God, als uit de doden levend geworden zijnde, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid in dienst van God. Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet zijn onder de wet, maar onder de genade? Dat zij verre. Weet gij niet, dat gij hem, wie gij uzelf stelt tot dienstknechten der gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als dienstknechten, òf van de zonde tot de dood, òf van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?
Romeinen 6:13-16

Want gij, o HERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid voor allen die U aanroepen.
Psalm 86:5

Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest die in u is, die gij van God hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt duur gekocht; zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke van God zijn.
1 Korinthiërs 6:19,20

Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En wordt aan deze wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt beproeven, welke de goede en welbehagelijke en volmaakte wil van God is.
Romeinen 12:1,2

Want de Here HERE helpt mij, daarom word ik niet te schande; daarom heb ik mijn aangezicht gesteld als een keisteen, want ik weet, dat ik niet zal beschaamd worden.
Jesaja 50:7

Zo wete dan zeker het ganse huis Israëls, dat God Hem èn tot Here èn tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt.
Handelingen 2:36

Want hetzij dat wij leven, wij leven voor de Here; hetzij dat wij sterven, wij sterven voor de Here. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heren.
Romeinen 14:8

Geloofd zij de HERE; dag aan dag overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid.
Psalm 68:20

En gij zult de Here uw God liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
Markus 12:30

Want David zegt van Hem: Ik zag de HERE te allen tijde voor mij; want Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet wankelen zou.
Handelingen 2:25.

Jezus is uw Liefde

Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaren waren.
Romeinen 5:8

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 3:16

Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Here.
Romeinen 8:38,39

En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.
1 Korinthiërs 13:13

Geliefden, laat ons elkander liefhebben, want de liefde is uit God, en een ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, die heeft God niet gekend; want God is liefde. Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij òns heeft liefgehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden. Geliefden, indien God ons alzó lief heeft gehad, zo zijn wij ook schuldig elkander lief te hebben. Niemand heeft ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, zo blijft God in ons, en Zijn liefde is in ons volmaakt.
1 Johannes 4:7-12

En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft. God is liefde, en die in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
1 Johannes 4:16,19

Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt, opdat gij ten volle in staat zijt te begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods.
Efeziërs 3:17-19

Gelijk de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde. Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijk Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve en uw blijdschap vervuld worde. Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb. Niemand heeft grotere liefde dan deze, dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden. Dit gebied Ik u, dat gij elkander liefhebt.
Johannes 15:9-13,17

Ik heb lief wie Mij liefhebben; en wie Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden.
Spreuken 8:17

Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal door Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren.
Johannes 14:21

De HERE is mij verschenen van verre tijden! Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.
Jeremia 31:3

En Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig; ja Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden.
Hosea 2:18

Maar de HERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn; het gebed tot de God mijns levens.
Psalm 42:9

Jezus is uw Vrede


Gij zult hem in volkomen vrede bewaren die standvastig in U blijft, omdat men op U vertrouwt.
Jesaja 26:3

Maar nu in Christus Jezus zijt gij, die eertijds verre waart, nabij gekomen door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, die deze beiden één gemaakt heeft; en de tussenmuur die scheiding maakte weggebroken heeft.
Efeziërs 2:13,14

Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Here Jezus Christus.
Romeinen 5:1

En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welke gij ook geroepen zijt in één lichaam; en weest dankbaar.
Kolossenzen 3:15

Ik zal in vrede mij nederleggen en aanstonds inslapen; want Gij, o HERE alleen, zult mij veilig doen wonen.
Psalm 4:9

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en in zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver des HEREN der heerscharen zal dit doen.
Jesaja 9:5,6

En de God des vredes zal de satan weldra onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Here Jezus Christus zij met u. Amen.
Romeinen 16:20

HERE, Gij zult ons vrede brengen, want Gij hebt ons ook al onze zaken toebereid.
Jesaja 26:12

Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat, en de God des vredes zal met u zijn.
Filippenzen 4:9

De HERE zal Zijn volk sterkte geven; de HERE zal Zijn volk zegenen met vrede.
Psalm 29:11

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.
Johannes 14:27

Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:6,7

Jezus is uw Vergeving

Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde, in welke wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade.
Efeziërs 1:6,7

De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen; Gij hebt al hun zonden bedekt.
Psalm 85:3

Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
2 Korinthiërs 5:17

Zo ver het oosten is van het westen, zó ver doet Hij onze overtredingen van ons.
Psalm 103:12

Ik, Ik ben het, die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil, en Ik gedenk uw zonden niet.
Jesaja 43:25

Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de rechtvaardige.
1 Johannes 2:1

Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven, en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
1 Johannes 1:9

Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.
Hebreeën 8:12

De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de HERE, zo zal Hij Zich over hem ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.
Jesaja 55:7

Verdragende elkander en vergevende de een de ander, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijk als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo.
Kolossenzen 3:13

En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien gij iets hebt tegen iemand; opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, u uw misdaden vergeve.
Markus 11:25

Hij heeft u, hoewel gij dood waart door uw misdaden en onbesnedenheid naar het vlees, mede levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze misdaden vergaf.
Kolossenzen 2:13

Ik zal hen reinigen van al hun ongerechtigheid, waardoor zij tegen Mij gezondigd hebben; en Ik zal vergeven al hun ongerechtigheden, waardoor zij tegen Mij gezondigd en tegen Mij overtreden hebben.
Jeremia 33:8

Komt dan en laat ons samen richten, zegt de HERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.
Jesaja 1:18

Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
Welgelukzalig is de mens, wien de HERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
Psalm 32:1,2

Jezus is uw Rechtvaardigheid

Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.
2 Korinthiërs 5:21

Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing.
1 Korinthiërs 1:30

Opdat ik in Hem moge blijken, niet een eigen rechtvaardigheid, uit de wet, te bezitten, maar die door het geloof in Christus, namelijk de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof.
Filippenzen 3:9

Gelijk Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, zó verstaat gij dan, dat degenen die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.
Galaten 3:6,7

Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof in Jezus Christus, voor allen, en over allen die geloven; want er is geen onderscheid.
Romeinen 3:22

Allen worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is, welke God voorgesteld heeft tot een verzoening door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in deze tegenwoordige tijd, opdat Hij rechtvaardig zij, ook als Hij hem rechtvaardigt die uit het geloof in Jezus is.
Romeinen 3:24-26

Doch dengene die niet werkt, maar gelooft in Hem die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.
Romeinen 4:5

Indien door de misdaad van één de dood geheerst heeft door die éne, veel meer zullen degenen die de overvloed van genade en van de gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door die Ene, namelijk Jezus Christus.
Romeinen 5:17

Hij heeft ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes.
Titus 3:5

Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld Zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zij onder vele broeders.
En die Hij te voren bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.
Romeinen 8:29,3

Hetgeen voor de wet onmogelijk was, omdat zij door het vlees krachteloos was, heeft God, door Zijn Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.
Opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
Romeinen 8:3,4

Wat zullen wij dan zeggen? Dat de heidenen, die de rechtvaardigheid niet zochten, de rechtvaardigheid verkregen hebben, namelijk de rechtvaardigheid, die uit het geloof is.
Romeinen 9:30

Indien Christus in u is, zo is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.
Romeinen 8:10

En het werk der gerechtigheid zal vrede zijn; en de werking der gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid.
Jesaja 32:17

Gij zult door gerechtigheid bevestigd worden. Weet u verre van verdrukking, want gij zult niet vrezen; en verre van verschrikking, want zij zal tot u niet naderen. Zie, zij zullen u zeker aanvallen, doch niet uit Mij; wie u zal aanvallen, die zal over u vallen. Zie, Ik heb de smid geschapen, die de kolen in het vuur aanblaast, en naar zijn kunst het wapen vervaardigt; ook heb Ik de verderver geschapen om te vernielen. Elk wapen, dat tegen u gesmeed wordt, zal niets uitrichten, en alle tong, die zich voor het gericht tegen u keert, zult gij in het ongelijk stellen; dit is het erfdeel der knechten des HEREN, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HERE.
Jesaja 54:14-17

Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid.
Romeinen 10:10

Jezus is uw Bevrijder


De Geest des Heren HEREN is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen; Hij heeft mij gezonden om te verbinden de verbrokenen van hart, om voor gevangenen vrijheid uit te roepen, en voor gebondenen opening der gevangenis.
Jesaja 61:1

En gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn.
Johannes 8:32,36

Want de wet van de Geest des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.
Romeinen 8:2

Maar nu van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij tot vrucht uw heiligmaking, en als einde het eeuwige leven.
Romeinen 6:22

De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid.
2 Korinthiërs 3:17

Want het juk van hun last, en de stok van hun schouders, en de staf van degene die hen dreef, hebt Gij verbroken, als op Midiansdag.
Jesaja 9:3

De Geest des Heren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden om aan de armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken zijn van hart,
om aan de gevangenen te prediken loslating, en aan de blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid.
Lukas 4:18,19

Zie, Ik geef u de macht, om op slangen en schorpioenen te treden, en tegen alle macht van de vijand; en geen ding zal u enig kwaad doen.
Lukas 10:19

En degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken.
Markus 16:17

Geliefden, gelooft niet iedere geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld. Hieraan kent gij de Geest van God: iedere geest die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God. En iedere geest die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt dat hij komen zou, en hij is nu reeds in de wereld. Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij die in u is, is meerder dan die in de wereld is.
1 Johannes 4:1-4

En zij hebben hem overwonnen door het bloed des Lams, en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe.
Openbaring 12:11

Jezus is uw Gemeenschap

Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en onze gemeenschap ook zij met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.
1 Johannes 1:3

God is getrouw, door wie gij geroepen zijt tot gemeenschap met Zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.
1 Korinthiërs 1:9

Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.
Openbaring 3:20

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken.
Johannes 14:23

Juich en verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de HERE.
Zacharia 2:10

Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen.
Matthéüs 18:20

Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal door Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren.
Johannes 14:21

Indien er dan enige vertroosting is in Christus, indien er enige troost is in de liefde, indien er enige gemeenschap is des Geestes, indien er enige innerlijke gevoelens en ontfermingen zijn,
zo vervult dan mijn blijdschap door eensgezind te zijn, één in liefdebetoon, één van ziel en één in streven.
Filippenzen 2:1,2

Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijk de rank geen vrucht kan dragen van zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft.
Ik ben de wijnstok, en gij de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.
Johannes 15:4,5,7

En wandelt in de liefde, gelijk ook Christus ons liefgehad heeft, en Zich voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.
Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en jubelende de Here in uw hart.
Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn beenderen.
Efeziërs 5:2,19,30

En dit is de verkondiging die wij van Hem gehoord hebben, en wij u verkondigen, dat God licht is, en dat in Hem geheel geen duisternis is. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij en doen de waarheid niet. Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus Zijn Zoon reinigt ons van alle zonde.
1 Johannes 1:5-7

Ik ben een metgezel van allen die U vrezen, en van hen die Uw bevelen onderhouden.
Psalm 119:63

Jezus is uw Voorbeeld

Want hiertoe zijt gij geroepen, omdat Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen.
1 Petrus 2:21

Wie zegt, dat hij in Hem blijft, die moet zelf ook alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
1 Johannes 2:6

Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen; en wandelt in de liefde, gelijk ook Christus ons liefgehad heeft en Zich voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.
Efeziërs 5:1,2

Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons ingezet heeft; en ook wij behoren voor de broeders het leven in te zetten.
1 Johannes 3:16

Want dat gevoelen zij in u hetwelk ook in Christus Jezus was, die in de gestalte Gods zijnde, het niet als een roof geacht heeft Gode gelijk te zijn, maar heeft Zichzelf vernietigd en de gestalte van een dienstknecht aangenomen, en is de mensen gelijk geworden; en in Zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd, en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja de dood des kruises.
Filippenzen 2:5-8

Doch alzó zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u groot zal willen worden, die zal uw dienaar zijn. En zo wie van u de eerste zal willen worden, die zal aller dienstknecht zijn. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen.
Markus 10:43-45

Indien Ik, de Here en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo behoort ook gij elkanders voeten te wassen. Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gelijk Ik u gedaan heb, gij ook doet.
Johannes 13:14,15

Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt. Gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.
Johannes 13:34

Doch de God der volharding en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar (het voorbeeld van) Christus Jezus, opdat gij eendrachtig met één mond, de God en Vader van onze Here Jezus Christus moogt verheerlijken. Daarom, neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft tot de heerlijkheid Gods.
Romeinen 15:5-7

Verdraagt elkander en vergeeft elkander, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijk als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo.
Kolossenzen 3:13

Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus, die voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en de schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van de troon Gods. Want vestigt uw aandacht op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen.
Hebreeën 12:2,3

Jezus is uw Metgezel

Ik ben een metgezel van allen die U vrezen, en van hen die Uw bevelen onderhouden.
Psalm 119:63

Een man, die vrienden heeft, moet zich vriendelijk tonen; want soms is een vriend aanhankelijker dan een broeder.
Spreuken 18:24

Uw wandel zij onbaatzuchtig, en wees tevreden met wat gij nu hebt; want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.
Hebreeën 13:5

Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom weder tot u.
Johannes 14:18

Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt de handen gij zondaars, en zuivert de harten gij die innerlijk verdeeld zijt!
Jakobus 4:8

Ik noem u niet meer dienstknechten, want de dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd, want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt. Gij hebt Mij niet uitgekozen, maar Ik heb u uitgekozen, en Ik heb u aangewezen opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en dat uw vrucht blijve; opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in Mijn Naam.
Johannes 15:15,16

Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus Zijn Zoon reinigt ons van alle zonde.
1 Johannes 1:7

Want bergen zullen wijken en heuvelen wankelen, maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HERE, uw Ontfermer.
Jesaja 54:10

Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.
Openbaring 3:20

Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HERE zal mij aannemen.
Psalm 27:10

Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt gelijk Ik u liefgehad heb. Niemand heeft meer liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden. Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied.
Johannes 15:12-14

God is getrouw, door Wie gij geroepen zijt tot gemeenschap met Zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.
1 Korinthiërs 1:9

Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en ónze gemeenschap is met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.
1 Johannes 1:3

Jezus is uw Broeder

Want zo wie de wil Mijns Vaders doet die in de hemelen is, die is Mijn broeder, en zuster, en moeder.
Matthéüs 12:50

Want èn Hij, Die heiligt, èn zij die geheiligd worden, zijn allen uit één; om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te noemen.
Hebreeën 2:11

Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld Zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen.
Romeinen 8:29

Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.
Johannes 1:12

Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus.
Galaten 3:26

Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods.
Efeziërs 2:19

Ziet hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent.
1 Johannes 3:1

En daar gij kinderen zijt, zo heeft God de Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, die roept: Abba, Vader! Gij zijt dus niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus.
Galaten 4:6,7

Want zovelen er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.
Romeinen 8:14

Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien gelijk Hij is.
1 Johannes 3:2

Jezus is uw Bewaarder

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn; en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.
Jesaja 43:2

Doch Gij, HERE, zijt een schild voor mij, mijn eer, en die mijn hoofd opheft.
Psalm 3:4

Des HEREN ogen doorlopen de ganse aarde, om krachtig bij te staan degenen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat.
2 Kronieken 16:9a

De HERE, uw God, die voor u uitgaat, die zal voor u strijden in overeenstemming met alles, wat Hij voor uw ogen voor u gedaan heeft in Egypte.
Deuteronomium 1:30

Maar de HERE is getrouw, die u zal versterken, en bewaren voor de boze.
2 Thessalonicenzen 3:3

Maar zo gij aandachtig naar Hem luistert, doet al wat Ik spreken zal, zo zal Ik voor uw vijanden een vijand en voor uw tegenstanders een tegenstander zijn.
Exodus 23:22

Hij zal de voeten Zijner gunstgenoten bewaren; maar de goddelozen zullen zwijgen in duisternis; want een man vermag niets door kracht.
1 Samuël 2:9

De HERE uw God is in het midden van u, een held, die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich.
Zefanja 3:17

Want de ogen des Heren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heren is tegen degenen die kwaad doen. En wie is het, die u kwaad doen zal, indien gij navolgers zijt van het goede?
1 Petrus 3:12,13

Want Gij zijt mij een toevlucht geweest, een sterke toren tegen de vijand.
Psalm 61:4

De eeuwige God is u een woning, en onder u Zijn eeuwige armen; en Hij verdrijve de vijand voor uw aangezicht, en zegge: Verdelg!
Deuteronomium 33:27

Aan uw zijde zullen er duizend vallen, en tienduizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken.
Psalm 91:7

Dan zullen zij de Naam des HEREN vrezen van waar de zon ondergaat, en Zijn heerlijkheid van waar zij opgaat; als de vijand zal komen gelijk een stroom, zal de Geest des HEREN de banier tegen hem oprichten.
Jesaja 59:19

Jezus is uw Zekerheid

Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onverderfelijke, en onbevlekte, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is om geopenbaard te worden in de laatste tijd.
1 Petrus 1:3-5

Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken hen, en zij volgen Mij, en Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders.
Johannes 10:27-29

Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Here.
Romeinen 8:38,39

Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen.
Johannes 6:37

Hem nu, die machtig is u voor struikelen te bewaren, en onberispelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid in vreugde, de alleen wijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, zowel nu als in alle eeuwigheid. Amen.
Judas 24,25

Vertrouwende dit, dat Hij die in u een goed werk begonnen is, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus.
Filippenzen 1:6

Maar de Here is getrouw, die u zal versterken en bewaren voor de boze.
2 Thessalonicenzen 3:3

Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEREN blijven tot in lengte van dagen.
Psalm 23:6

Heft uw ogen naar omhoog, en ziet wie deze dingen geschapen heeft; die in groten getale hun heer voortbrengt; die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner sterkte, en omdat Hij geweldig van vermogen is; er wordt er niet één gemist.
Jesaja 40:26

In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Hem zijt gij, nadat gij geloofd hebt, verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte.
Efeziërs 1:13

Maar wij begeren, dat een ieder van u dezelfde ijver tone, tot de volle verzekerdheid der hoop, tot het einde toe; opdat gij niet traag wordt, maar navolgers van hen, die door geloof en lankmoedigheid de beloften beërven.
Opdat wij, door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is dat God zou liegen, een sterke aansporing zouden hebben, wij namelijk die (tot Hem) de toevlucht genomen hebben om de hoop vast te houden die voor ons ligt,
welke wij hebben als een anker der ziel, dat zeker en vast is, en dat reikt tot in het binnenste van het voorhangsel, waarheen de voorloper voor ons is binnengegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizédek een hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid.
Hebreeën 6:11,12,18-20

Werkt niet om de spijs die vergaat, maar om de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God de Vader Zijn zegel gedrukt.
Johannes 6:27

Die ook Zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.
2 Korinthiërs 1:22

En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door welke gij verzegeld zijt tot de dag der verlossing.
Efeziërs 4:3

Jezus is uw Genoegzaamheid


En God is machtig alle genade overvloedig te doen zijn in u; opdat gij in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn.
2 Korinthiërs 9:8

Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom in al uw behoeften heerlijk voorzien, in Christus Jezus.
Filippenzen 4:19

Daarom zeg Ik u, alle dingen, die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.
Markus 11:24

En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
2 Korinthiërs 12:9

Niet dat wij van onszelf bekwaam zijn iets te denken als uit onszelf; maar onze bekwaamheid is uit God.
2 Korinthiërs 3:5

Ik vermag alle dingen door Christus, die mij kracht geeft.
Filippenzen 4:13

En hoe overweldigend groot Zijn kracht is aan ons die geloven, naar de werking van de sterkte Zijner macht.
Efeziërs 1:19

Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem die ons liefgehad heeft.
Romeinen 8:37

Loof de HERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest; die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden.
Psalm 103:2-4

Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in de hemel door Christus.
Efeziërs 1:3

En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.
Matthéüs 21:22

Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt en het zal u geworden.
Johannes 15:7

Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde.
Johannes 14:13

En op die dag zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Al wat gij de Vader bidden zult in Mijn Naam, dat zal Hij u geven.
Johannes 16:23

Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Romeinen 8:32

Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de Godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij daardoor de Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontkomen zijt aan het verderf dat in de wereld heerst door de begeerte.
2 Petrus 1:3,4

Jezus is uw Vervulling

Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.
Matthéüs 5:6

En verlustig u in de HERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.
Psalm 37:4

Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, en de hongerige ziel met het goede vervuld.
Psalm 107:9

Die uw mond verzadigt met het goede, en uw jeugd vernieuwt als die van een arend.
Psalm 103:5

En de HERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: Zie, Ik zend u het koren, en de most, en de olie, opdat gij daarvan verzadigd zult worden; en Ik zal u niet meer overgeven tot een smaad onder de heidenen.
Joël 2:19

En gij zult overvloedig en tot verzadiging eten, en prijzen de Naam des HEREN, uws Gods, die wonderlijk met u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid.
Joël 2:26

En Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt zal geenszins hongeren, en wie in Mij gelooft zal nimmermeer dorsten.
Johannes 6:35

De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; wie de HERE zoeken zullen Hem prijzen; uw hart leve op in eeuwigheid.
Psalm 22:27

Mijn ziel zou als met vet en merg verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen. Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken.
Psalm 63:6,7

Jezus antwoordde en zeide tot haar: Een ieder die van dit water drinkt, zal wederom dorsten; maar zo wie gedronken zal hebben van het water dat Ik hem geven zal, die zal in eeuwigheid niet dorsten, maar het water, dat Ik hem geven zal, zal in hem worden een fontein van water springende tot in het eeuwige leven.
Johannes 4:13,14

En zo gij uw ziel opent voor de hongerige, en de bedrukte ziel verzadigt, dan zal uw licht in de duisternis opgaan, en uw donkerheid zal zijn als de middag. En de HERE zal u gedurig leiden, en Hij zal uw ziel verzadigen in grote droogten en uw beenderen krachtig maken; en gij zult zijn als een besproeide hof en als een springbron, waarvan de wateren niet ontbreken.
Jesaja 58:10,11

En Ik zal de ziel der priesters met het vette laven, en Mijn volk zal met het goede van Mij verzadigd worden, spreekt de HERE.
Jeremia 31:14

Aller ogen wachten op U; en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd. Gij doet Uw hand open en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen.
Psalm 145:15,16

Waarvoor weegt gij geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel zich in overvloed verlustigen.
Jesaja 55:2

Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Romeinen 8:32

Jezus is uw Alles

Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom in al uw behoeften heerlijk voorzien, in Christus Jezus.
Filippenzen 4:19

Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.
Filippenzen 4:13

Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem die ons liefgehad heeft.
Romeinen 8:37

En op die dag zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Al wat gij de Vader bidden zult in Mijn Naam, dat zal Hij u geven. Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.
Johannes 16:23,24

En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.
Matthéüs 21:22

Niemand dan roeme op mensen, want alles is het uwe. Hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Céfas, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle de uwe; doch gij zijt van Christus, en Christus is van God.
1 Korinthiërs 3:21-23

Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.
Johannes 15:7

Daarom zeg Ik u: Alle dingen die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.
Markus 11:24

Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in de hemel in Christus.
Efeziërs 1:3

En al wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, daar wij Zijn geboden bewaren en doen wat welgevallig is voor Zijn aangezicht.
1 Johannes 3:22

Want Dien, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.
2 Korinthiërs 5:21

Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin.
Filippenzen 1:21

Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
2 Korinthiërs 5:17

Hem nu die bij machte is meer dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht die in ons werkt, Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in de gemeente door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Efeziërs 3:20,21

En God is bij machte alle genade overvloedig te doen zijn in u; opdat gij in alles te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn.
2 Korinthiërs 9:8

Geloofd zij de HERE; dag aan dag overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid.
Psalm 68:20

De Bijbel is uw onfeilbaar gezag

Heel de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is.
2 Timothéüs 3:16

Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigen uitlegging heeft; want de profetie is voorheen niet voortgebracht door de wil van mensen, maar heilige mensen Gods, door de Heilige Geest gedreven, hebben ze gesproken.
2 Petrus 1:20,21

Alle vlees is als gras,en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen; maar het Woord des HEREN blijft in der eeuwigheid. En dit is het Woord dat onder u verkondigd is.
1 Petrus 1:24,25

Het Woord Gods is levend en krachtig, en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en dringt door tot de verdeling van ziel en geest, gewrichten en merg, en is een oordeler der gedachten en overleggingen des harten.
Hebreeën 4:12

Gelijk de regen en de sneeuw van de hemel nederdaalt en daarheen niet wederkeert, maar doorvochtigt de aarde en maakt dat zij voortbrengt en uitspruit, en zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, alzo zal Mijn Woord dat uit Mijn mond uitgaat ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.

Jesaja 55:10,11

Onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen.
Johannes 5:39

Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.
1 Petrus 1:23

Alle Woord Gods is doorlouterd; Hij is een schild voor degenen die op Hem betrouwen.
Spreuken 30:5

O HERE! Uw Woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen.
Psalm 119:89

Door het Woord des HEREN zijn de hemelen gemaakt, en door de Geest van Zijn mond al hun heir.
Psalm 33:6

De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Markus 13:31

Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er.
Psalm 33:9

Zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja en zijn in Hem amen, tot heerlijkheid van God door ons.
2 Korinthiërs 1:20

De Bijbel is uw Erfdeel

En nu broeders, ik draag u op aan God en aan het woord Zijner genade, die bij machte is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden.
Handelingen 20:32

Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht des satans tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij.
Handelingen 26:18

Diezelfde Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God en medeërfgenamen van Christus; wij lijden immers met Hem, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.
Romeinen 8:16,17

In Hem in wie wij een erfdeel ontvangen hebben, wij die tevoren bestemd waren naar het voornemen van Hem, die alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil; opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij die eerst op Christus gehoopt hebben. In wie ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in wie gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte, die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregen verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.
Efeziërs 1:11-14

Indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de belofte erfgenamen.
Galaten 3:29

Dit geheimenis, dat de heidenen medeerfgenamen zijn, medeleden, en medegenoten Zijner beloften in Christus door het Evangelie.
Efeziërs 3:6

In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anders zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.
Johannes 14:2,3

Maar nu zijn zij begerig naar een beter (vaderland), dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt God zich voor hen niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid.
Hebreeën 11:16

Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die aan Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft het Koninkrijk dat u bereid is van de grondlegging der wereld.
Matthéüs 25:34

Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem: ja, en zijn in Hem amen, tot eer van God door ons.
2 Korinthiërs 1:20

Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onverderfelijke, en onbevlekte, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u.
1 Petrus 1:3,4

Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.
1 Korinthiërs 2:9

Door welke ons de grootste en dierbaarste beloften geschonken zijn, opdat gij daardoor aan de Goddelijke natuur deel zoudt hebben, nadat gij ontkomen zijt aan het verderf dat in de wereld heerst door de begeerte.
2 Petrus 1:4

En al wat gij doet, doet dat van harte als voor de Here en niet voor de mensen, wetende, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen; want gij dient Christus als heer.
Kolossenzen 3:23,24

Wacht op de HERE en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid.
Psalm 37:34

De Bijbel is uw Levensgids

Uw Woord is een lamp voor mijn voet, en een licht op mijn pad.
Psalm 119:105

Als gij wandelt, zal dat (het gebod) u geleiden; als gij nederligt, zal het over u de wacht houden; als gij wakker wordt, zal het met u spreken. Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens.
Spreuken 6:22,23

Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.
Psalm 119:11

Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij daardoor aan de Goddelijke natuur deel zoudt hebben, nadat gij ontkomen zijt aan het verderf, dat in de wereld heerst door de begeerte.
2 Petrus 1:4

Ook wordt uw knecht daardoor ernstig vermaand; in het houden daarvan ligt groot loon.
Psalm 19:12

Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw Woord.
Psalm 119:9

Jezus dan zeide tot de Joden die in Hem geloofden: Indien gij in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen; en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
Johannes 8:31,32

Ook zijn Uw getuigenissen mijn verlustigingen en mijn raadslieden.
Psalm 119:24

Door de HERE worden de schreden van de man bevestigd, aan wiens weg Hij welgevallen heeft.
Psalm 37:23

Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg die gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.
Psalm 32:8

Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil.
Psalm 23:3

En wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan, zullen uw oren achter u het woord horen: Dit is de weg, wandelt daarop.
Jesaja 30:21

Gelijk Hij gesproken heeft door de mond van Zijn heilige profeten die van het begin der wereld geweest zijn, om te verschijnen aan hen die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg des vredes.
Lukas 1:70,79

Dat het boek dezer wet niet wijke van uw mond, maar overleg het dag en nacht, opdat gij waarneemt te doen naar alles, wat daarin geschreven is; want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken, en alsdan zult gij verstandig handelen.
Jozua 1:8

Heel de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust.
2 Timothéüs 3:16,17

De Bijbel is uw Standvastigheid

Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen; maar het Woord des Heren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is.
1 Petrus 1:23-25

De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Matthéüs 24:35

O HERE! Uw Woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen.
Psalm 119:89

Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods houdt in der eeuwigheid stand.
Jesaja 40:8

Want voorwaar zeg Ik u, totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Matthéüs 5:18

Geloofd zij de HERE, die aan Zijn volk rust gegeven heeft naar alles wat Hij gesproken heeft! Niet een enig woord is er gevallen van al Zijn goede woorden.
1 Koningen 8:56a

Want Ik ben de HERE, Ik zal spreken; het woord dat Ik zal spreken, zal gedaan worden; de tijd zal niet meer uitgesteld worden; want in uw dagen, o wederspannig huis, zal Ik een woord spreken en doen, spreekt de Here HERE.
Ezechiel 12:25

Mijn zoon! geef acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken. Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze diep in uw hart. Want zij zijn leven voor degenen die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele lichaam.
Spreuken 4:20-22

Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Romeinen 8:31

De eeuwige God zij u een woning, en onder u Zijn eeuwige armen; en Hij verdrijve de vijand voor uw aangezicht en zegge: Verdelg!
Deuteronomium 33:27

En Hij heeft mij uit een kuil van verderf, uit modderig slijk opgehaald, en heeft mijn voeten op een rotssteen gesteld; Hij heeft mijn schreden vastgemaakt.
Psalm 40:3

God is ons een toevlucht en sterkte; Hij is krachtig bevonden een hulp in benauwdheden.
Psalm 46:2

De Naam des HEREN is een sterke toren; de rechtvaardige zal daarheen lopen, en in een toevluchtsoord gesteld worden.
Spreuken 18:10

Maar de Here is getrouw, die u zal versterken en bewaren voor de boze.
2 Thessalonicenzen 3:3

Hem nu, die machtig is u voor struikelen te bewaren, en onberispelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid in vreugde, de alleen wijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, zowel nu als in alle eeuwigheid. Amen.
Judas 24,25

De Bijbel is uw Sterkte


En Hij zeide: Vrees niet, gij zeer beminde man! vrede zij u, wees sterk, ja, wees sterk! En terwijl Hij met mij sprak, werd ik versterkt, en zeide: Mijn Here spreke, want Gij hebt mij versterkt.
Daniël 10:19

Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw Woord.
Psalm 119:28

Want alzo zegt de Here HERE, de Heilige Israëls: Door bekering en rust zoudt gij behouden worden in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn.
Jesaja 30:15

Opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens; opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt.
Efeziërs 3:16,17

Opdat gij de Here waardig moogt wandelen, tot Zijn welbehagen, in alle goede werken vrucht dragende, en opwassende in de kennis van God. Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd, naar de sterkte Zijner heerlijkheid, tot alle lijdzaamheid en geduld, met blijdschap; dankende de Vader, die ons bekwaam gemaakt heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht.
Kolossenzen 1:10-12

Maar die de HERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden; zij zullen lopen en niet moede worden; zij zullen wandelen en niet mat worden.
Jesaja 40:31

Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette en drinkt het zoete, en zendt delen aan degenen voor wie niets bereid is, want deze dag is onze Here heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEREN die is uw sterkte.
Nehemia 8:11

Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.
Filippenzen 4:13

Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet beangst, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:10

Mijner zijn raad en overleg; Ik ben het Verstand, Mijner is de Sterkte.
Spreuken 8:14

Hij geeft de moede kracht, en Hij vermenigvuldigt de sterkte van wie geen krachten heeft.
Jesaja 40:29

De HERE is mijn steenrots, en mijn burcht, en mijn uithelper; mijn God, mijn rots, op wie ik betrouw; mijn schild, en hoorn mijns heils, mijn toevluchtsoord.
Psalm 18:3

Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in de boze dag, en alles verricht hebbende, staande (kunt) blijven.
Efeziërs 6:13

De HERE is mijn licht en mijn heil; voor wie zou ik vrezen? De HERE is mijns levens kracht; voor wie zou ik vervaard zijn?
Psalm 27:1

Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Here en in de sterkte Zijner macht.
Efeziërs 6:10

Wat te doen als u zich ontmoedigd voelt?

Alzo zullen de vrijgekochten des HEREN wederkeren en met gejuich te Sion komen, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen zij verwerven, en kommer en gezucht zullen wegvluchten.
Jesaja 51:11

Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen beproefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus. Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen.
1 Petrus 1:6-9

Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus. Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
Filippenzen 4:6-8

Als ik wandel in het midden der benauwdheid, maakt Gij mij levend; Uw hand strekt Gij uit tegen de toorn mijner vijanden, en Uw rechterhand behoudt mij.
Psalm 138:7

(Wij zijn) als die in alles verdrukt worden doch niet benauwd; twijfelmoedig doch niet mismoedig; vervolgd doch niet daarin verlaten, nedergeworpen doch niet verloren.
2 Korinthiërs 4:8,9

Zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, gij allen die op de HERE hoopt!
Psalm 31:25

De HERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HERE is mijns levens kracht, voor wie zou ik vervaard zijn? Toen de boosdoeners, mijn tegenpartijders en mijn vijanden, tot mij naderden om mijn vlees te eten, zijn zij zelf gestruikeld en vielen. Ofschoon mij een leger belegerde, mijn hart zou niet vrezen; ofschoon een oorlog tegen mij opstond, zo vertrouw ik hierop. Eén ding heb ik van de HERE begeerd, dàt zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEREN, om de liefelijkheid des HEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel. Want Hij versteekt mij in Zijn hut ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent; Hij plaatst mij hoog op een rotssteen. Ook nu zal mijn hoofd zich opheffen boven mijn vijanden die rondom mij zijn; en ik zal in Zijn tent offeranden met geschal offeren; ik zal zingen, ja psalmzingen de HERE. Hoor, HERE! mijn stem als ik roep; en wees mij genadig en antwoord mij. Mijn hart zegt tot U: Gij zegt: Zoekt Mijn aangezicht; ik zoek Uw aangezicht, o HERE! Verberg Uw aangezicht niet voor mij, wijs Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn hulp geweest; begeef mij niet en verlaat mij niet, o God mijns heils! Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HERE zal mij aannemen. HERE leer mij Uw weg, en leid mij op het rechte pad, om mijner belagers wil. Geef mij niet over aan de begeerte mijner tegenstanders; want valse getuigen zijn tegen mij opgestaan, en hij die geweld blaast. Zo ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEREN zou zien in het land der levenden, ik ware vergaan. Wacht op de HERE, wees sterk, en Hij zal uw hart versterken; ja wacht op de HERE.
Psalm 27:1-14

Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
Johannes 14:1

Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft. Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, de wil van God gedaan hebbende, de belofte moogt wegdragen.
Hebreeën 10:35,36

Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk begonnen is, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus.
Filippenzen 1:6

Doch laat ons goed doende, niet de moed verliezen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen.
Galaten 6:9

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.
Johannes 14:27

Wat te doen als u zich bezorgd voelt?

Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
1 Petrus 5:7

Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
Johannes 14:1

En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welke gij ook geroepen zijt in één lichaam; en weest dankbaar.
Kolossenzen 3:15

Gij zult hem in volkomen vrede bewaren die standvastig in U blijft, omdat men op U vertrouwt.
Jesaja 26:3

Ik zal mij in vrede te ruste begeven en slapen; want Gij, o HERE, alleen zult mij veilig doen wonen.
Psalm 4:9

Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom al uw behoeften heerlijk vervullen, in Christus Jezus.
Filippenzen 4:19

Daarom zeg Ik u: zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam meer dan de kleding? Aanschouwt de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt ze nochtans; gaat gij hen niet zeer veel te boven? Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd voor uw kleding? Ziet de leliën des velds, hoe zij groeien; zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat ook Salomo in al zijn heerlijkheid niet is bekleed geweest als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is, en morgen in de oven geworpen wordt, alzó bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, gij kleingelovigen? Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Zijt dan niet bezorgd tegen de dag van morgen; want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Matthéüs 6:25-34

Want het bedenken van het vlees is de dood, maar het bedenken van de Geest is het leven en vrede.
Romeinen 8:6

Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.
Spreuken 3:24

Want wij die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Nooit zullen zij in Mijn rust ingaan! hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren. Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.
Hebreeën 4:3,9

Wie Uw wet beminnen, hebben grote vrede, en er is voor hen geen struikelblok.
Psalm 119:165

Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Ik zal tot de HERE zeggen: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op wie ik vertrouw!
Psalm 91:1,2

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.
Johannes 14:27

Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:6,7

Wat te doen als u zich eenzaam voelt?

Uw wandel zij zonder geldzucht; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.
Hebreeën 13:5

En zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Matthéüs 28:20

Want de HERE zal Zijn volk niet verlaten om Zijns grote Naams wil, omdat het de HERE beliefd heeft, u tot Zijn volk te maken.
1 Samuël 12:22

Want bergen zullen wijken en heuvelen wankelen, maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HERE uw Ontfermer.
Jesaja 54:10

Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet beangst, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:10

Ik zal u niet als wezen achterlaten, Ik kom weder tot u.
Johannes 14:18

Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
Johannes 14:1

De eeuwige God zij u een woning, en onder u Zijn eeuwige armen; en Hij verdrijve de vijand voor uw aangezicht en zegge: Verdelg!
Deuterononium 33:27

Weest sterk en hebt goede moed, vreest niet en verschrikt niet voor hun aangezicht; want het is de HERE, uw God, die met u gaat; Hij zal u niet begeven noch u verlaten.
Deuteronomium 31:6

Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten.
Psalm 147:3

Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn geacht als schapen ter slachting.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.
Romeinen 8:35-39

Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
1 Petrus 5:7

De HERE uw God is een barmhartig God; Hij zal u niet verlaten noch u verderven; en Hij zal het verbond uwer vaderen dat Hij hun gezworen heeft, niet vergeten.
Deuteronomium 4:31

Mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HERE zal mij aannemen.
Psalm 27:10

God is ons een toevlucht en sterkte, Hij is krachtig bevonden een hulp in benauwdheden.
Psalm 46:2

Wat te doen als u zich terneergeslagen voelt?

Zij (de rechtvaardigen) roepen, en de HERE hoort, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden.
Psalm 34:18

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn; en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.
Jesaja 43:2

Want een ogenblik duurt Zijn toorn, maar een leven lang Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich.
Psalm 30:6

Maar die de HERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.
Jesaja 40:31

Geliefden, laat de vuurgloed, die u tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwam. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring Zijner heerlijkheid.
1 Petrus 4:12,13

Om de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor rouw, het lofgewaad voor een kwijnende geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.
Jesaja 61:3

Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij hen zouden kunnen vertroosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmede wijzelf door God vertroost worden.
2 Korinthiërs 1:3,4

Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Here.
Romeinen 8:38,39

Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
Filippenzen 4:8

Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten.
Psalm 147:3

Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet beangst, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:10

Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
1 Petrus 5:6,7

En hij zeide ook een gelijkenis tot hen, met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen.
Lukas 18:1

Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette en drinkt het zoete, en zendt aan een ieder voor wie niets bereid is een deel, want deze dag is onze Here heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEREN die is uw sterkte.
Nehemia 8:11

Alzo zullen de vrijgekochten des HEREN wederkeren, en met gejuich tot Sion komen, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvluchten.
Jesaja 51:11

Wat te doen als u zich ontevreden voelt?


De jonge leeuwen lijden armoede en hongeren, maar wie de HERE zoeken hebben geen gebrek aan enig goed.
Psalm 34:11

Want ik zal water gieten op de dorstige, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest uitgieten op uw nakroost, en Mijn zegen op uw nakomelingen.
Jesaja 44:3

Vertrouw op de HERE en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met getrouwheid.
Psalm 37:3

En ik weet vernederd te worden,ik weet ook overvloed te hebben; alleszins en in alles ben ik onderwezen, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden.
Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.
Filippenzen 4:12,13

O God, Gij zijt mijn God, ik zoek U in de dageraad; mijn ziel dorst naar U, mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water.
Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkte en Uw heerlijkheid;
want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zullen U prijzen.
Alzo zal ik U loven in mijn leven; in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen.
Mijn ziel zal als met vet en merg verzadigd worden, en mijn mond zal roemen met vrolijk zingende lippen.
Psalm 63:2-6

Een ieder wordt van de vrucht zijns monds met het goede verzadigd; en wat des mensen handen volbrengen zal tot hem wederkeren.
Spreuken 12:14

En Mijn volk zal met het goede van Mij verzadigd worden, spreekt de HERE.
Jeremia 31:14b

En gij zult overvloedig en tot verzadiging eten, en prijzen de Naam van de HERE uw God, die wonderlijk met u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid.
Joël 2:26

Loof de HERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heilige Naam.
Loof de HERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden;
die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest;
die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden;
die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als die van een arend.
Psalm 103:1-5

En God is bij machte alle genade overvloedig te doen zijn in u; opdat gij in alle opzicht te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn.
2 Korinthiërs 9:8

Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, en de hongerige ziel met het goede vervuld.
Psalm 107:9

Zie, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Here HERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.
En gij zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils.
Jesaja 12:2,3

O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk! Jesaja 55:1

Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. Matthéüs 5:6

Wat te doen als u zich veroordeeld voelt?

Zo is er dan nu geen veroordeling voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
Romeinen 8:1

Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.
Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen die Hem vrezen.
Psalm 103:10,11

Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden.
Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.
Johannes 3:17,18

Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.
Hebreeën 8:12

Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
2 Korinthiërs 5:17

Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, wie Mijn woord hoort, en Hem gelooft wie Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven.
Johannes 5:24

De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de HERE, zo zal Hij Zich over hem ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldig.
Jesaja 55:7

Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
Psalm 32:1

Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor de HERE, en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde.
Psalm 32:5

En ik hoorde een grote stem zeggende in de hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het Koninkrijk geworden van onze God, en de macht van Zijn Christus; want de aanklager onzer broeders, die hen aanklaagde dag en nacht voor onze God is nedergeworpen.
En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam, en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe.
Openbaring 12:10,11

Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van een kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
Hebreeën 10:22

En Jezus Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn uw beschuldigers? Heeft niemand u veroordeeld?
En zij zeide: Niemand, Here. En Jezus zeide tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer.
Johannes 8:10,11

En zij zullen niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Kent de HERE! want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hun zonden niet meer gedenken.
Jeremia 31:34

Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.
1 Johannes 1:9

Ik, Ik ben het die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil, en Ik gedenk uw zonden niet.
Jesaja 43:25

Want als gij u bekeert tot de HERE, zullen uw broeders en uw kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht dergenen die hen gevangen hebben, zodat zij in dit land zullen wederkomen; want de HERE uw God is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot Hem bekeert.
2 Kronieken 30:9

Wat te doen als u zich verward voelt?

Want God is geen God van verwarring maar van vrede, gelijk in al de gemeenten der heiligen.
1 Korinthiërs 14:33

Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht, en van liefde, en van bezonnenheid.
2 Timothéüs 1:7

Want waar nijd en twistzucht is, aldaar is verwarring en allerlei kwade praktijk.
Maar de wijsheid, die van boven is, is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd.
Jacobus 3:16,17

Hij geeft de moede kracht, en die geen krachten heeft, vermenigvuldigt Hij sterkte.
Jesaja 40:29

Want de Here HERE helpt mij, daarom word ik niet te schande; daarom heb ik mijn aangezicht gesteld als een keisteen, want ik weet, dat ik niet zal beschaamd worden.
Jesaja 50:7

Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame.
Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook zult mogen verblijden bij de openbaring Zijner heerlijkheid.
1 Petrus 4:12,13

En indien het iemand van u aan wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, die een ieder mildelijk geeft, zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
Jacobus 1:5

Vertrouw op de HERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet. Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.
Spreuken 3:5,6

Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg die gij gaan zult. Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.
Psalm 32:8

Wie Uw wet beminnen, hebben grote vrede, en er is voor hen geen struikelblok.
Psalm 119:165

Werp uw zorg op de HERE, en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt.
Psalm 55:23

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn; en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.
Jesaja 43:2

En wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan, zullen uw oren achter u het woord horen: Dit is de weg, wandelt daarop.
Jesaja 30:21

Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God.
En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:6,7

Wat te doen als u zich in verzoeking gebracht voelt?

Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onverderfelijke, en onbevlekte, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is om geopenbaard te worden in de laatste tijd.
1 Petrus 1:3-5

Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken hen, en zij volgen Mij, en Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders.
Johannes 10:27-29

Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Here.
Romeinen 8:38,39

Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen.
Johannes 6:37

Hem nu, die machtig is u voor struikelen te bewaren, en onberispelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid in vreugde, de alleen wijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, zowel nu als in alle eeuwigheid. Amen.
Judas 24,25

Vertrouwende dit, dat Hij die in u een goed werk begonnen is, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus.
Filippenzen 1:6

Maar de Here is getrouw, die u zal versterken en bewaren voor de boze.
2 Thessalonicenzen 3:3

Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEREN blijven tot in lengte van dagen.
Psalm 23:6

Heft uw ogen naar omhoog, en ziet wie deze dingen geschapen heeft; die in groten getale hun heer voortbrengt; die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner sterkte, en omdat Hij geweldig van vermogen is; er wordt er niet één gemist.
Jesaja 40:26

In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Hem zijt gij, nadat gij geloofd hebt, verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte.
Efeziërs 1:13

Maar wij begeren, dat een ieder van u dezelfde ijver tone, tot de volle verzekerdheid der hoop, tot het einde toe; opdat gij niet traag wordt, maar navolgers van hen, die door geloof en lankmoedigheid de beloften beërven. Opdat wij, door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is dat God zou liegen, een sterke aansporing zouden hebben, wij namelijk die (tot Hem) de toevlucht genomen hebben om de hoop vast te houden die voor ons ligt, welke wij hebben als een anker der ziel, dat zeker en vast is, en dat reikt tot in het binnenste van het voorhangsel, waarheen de voorloper voor ons is binnengegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizédek een hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid.
Hebreeën 6:11,12,18-20

Werkt niet om de spijs die vergaat, maar om de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God de Vader Zijn zegel gedrukt.
Johannes 6:27

Die ook Zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.
2 Korinthiërs 1:22

En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door welke gij verzegeld zijt tot de dag der verlossing.
Efeziërs 4:3

Wat te doen als u zich boos voelt?

Zo dan, mijn geliefde broeders, een ieder zij snel om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn; Want de toorn van de man werkt Gods gerechtigheid niet.
Jakobus 1:19,20

Wordt toornig, maar zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toorn.
Efeziërs 4:26

Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een krenkend woord doet de toorn oprijzen.
Spreuken 15:1

Indien degene die u haat, hongert, geef hem brood te eten; en zo hij dorstig is, geef hem water te drinken; want gij zult vurige kolen op zijn hoofd hopen, en de HERE zal het u vergelden.
Spreuken 25:21,22

Want indien gij de mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven.
Matthéüs 6:14

De lankmoedige is groot van verstand; maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op.
Spreuken 14:29

De lankmoedige is beter dan de sterke; en wie heerst over zijn geest, (is beter) dan wie een stad inneemt.
Spreuken 16:32

Wees niet haastig in uw geest om te toornen; want de toorn rust in de boezem der dwazen.
Prediker 7:9

Wreekt uzelf niet, beminden, maar geeft de toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Here.
Romeinen 12:19

Want wij kennen Hem die gezegd heeft: Aan Mij is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. En wederom: De Here zal Zijn volk oordelen.
Hebreeën 10:30

Alle bitterheid en toorn en gramschap en geschreeuw en laster zij door u geweerd, met alle boosheid;
Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijk ook God in Christus u vergeven heeft.
Efeziërs 4:31,32

De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopend toornig, en zorgeloos.
Wie haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen, en een man van schandelijke bedenksels zal gehaat worden.
Spreuken 14:16,17

Maar nu legt gij ook dit alles af, namelijk gramschap, toorn, kwaadheid, laster, vuil spreken uit uw mond.
Kolossenzen 3:8

Doch Ik zeg u, Zo wie ten onrechte op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Râka (Leeghoofd), die zal strafbaar zijn door de Hoge Raad; maar wie zegt: Gij dwaas, die zal strafbaar zijn door het hellevuur.
Zo gij dan uw gave op het altaar zult offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat daar uw gave voor het altaar, en ga heen, verzoen u eerst met uw broeder, en kom dan en offer uw gave.
Matthéüs 5:22-24

Laat af van toorn en verlaat de grimmigheid; ontsteek u niet (in ergernis), om daarmee immers kwaad te doen. Psalm 37:8

Wat te doen als u zich opstandig voelt?


Zijt uw voorgangers gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als (mannen) die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.
Hebreeën 13:17

De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopend toornig, en zorgeloos.
Wie haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen, en een man van schandelijke bedenksels zal gehaat worden.
Spreuken 14:16,17

Indien gij gewillig zijt en hoort, zo zult gij het goede van dit land eten.
Maar indien gij weigert en wederspannig zijt, zult gij door het zwaard verteerd worden; want de mond des HEREN heeft het gesproken.
Jesaja 1:19,20

Doch Samuël zeide: Heeft de HERE evenzeer lust aan brandoffers en slachtoffers, als aan het gehoorzamen van de stem des HEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken (is beter) dan het vette der rammen.
Want wederspannigheid is een zonde der toverij, en wederstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat gij des HEREN woord verworpen hebt, zo heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning zult zijn.
1 Samuël 15:22,23

Daarom opschortende de lendenen van uw verstand, en nuchter zijnde, hoopt volkomen op de genade die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus.
Als gehoorzame kinderen, voegt u niet naar de begeerten uit de tijd uwer onwetendheid.
1 Petrus 1:13,14

Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden.
Hebreeën 5:8

Onderwerpt u aan alle menselijke verordeningen om des Heren wil; hetzij aan de koning, als opperste machthebber; hetzij aan de stadhouders, als die door hem gezonden worden tot straf wel der kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goed doen.
Want alzo is het de wil van God, dat gij weldoende de mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen.
1 Petrus 2:13-15

Ik zeg dan dit, en betuig het in de Here, dat gij niet meer wandelt gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid van hun denken: verduisterd in hun verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart.
Efeziërs 4:17,18

Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts.
Efeziërs 5:8

Want dat gevoelen zij in u hetwelk ook in Christus Jezus was, die in de gestalte Gods zijnde, het geen roof geacht heeft om aan God gelijk te zijn, maar heeft Zichzelf vernietigd, de gestalte van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de mensen gelijk geworden; en in Zijn uiterlijk bevonden als een mens, heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja de dood des kruises.
Filippenzen 2:5-8

Evenzo gij jongeren, zijt de ouderen onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met ootmoedigheid bekleed; want God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.
Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd.
1 Petrus 5:5,6

Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods.
Efeziërs 5:21

De rechtvaardige zal geen leed treffen; maar de goddelozen zullen met kwaad vervuld worden.
Spreuken 12:21

Dat de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om aan de begeerten van dit lichaam te gehoorzamen. En stelt uw leden niet ten dienste van de zonde tot wapenen der ongerechtigheid, maar stelt uzelf ten dienste van God als mensen die uit de dood levend geworden zijn, en stelt uw leden ten dienste van God als wapenen der gerechtigheid.
Romeinen 6:12,13

Zo onderwerpt u dan aan God; wederstaat de duivel, en hij zal van u vlieden.
Jakobus 4:7


Wat te doen als u dit ervaart.......
U bent bevreesd?


Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en van liefde en van bezonnenheid.
2 Timothéüs 1:7

Want gij hebt niet ontvangen de geest der dienstbaarheid om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door welke wij roepen: Abba, Vader!
Romeinen 8:15

Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
1 Johannes 4:18

Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.
Psalm 91:1

Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij een toevlucht vinden; Zijn trouw is een schild en een pantser. Gij zult niet vrezen voor de schrik des nachts, voor de pijl die des daags vliegt, voor de pestilentie die in de donkerheid wandelt, voor het verderf dat op de middag verwoest. Aan uw zijde zullen er duizend vallen, en tienduizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken.
Psalm 91:4-7

U zal geen kwaad treffen, en geen plaag zal uw tent naderen. Want Hij heeft Zijn engelen aangaande u bevolen, dat zij u bewaren op al uw wegen.
Psalm 91:10,11

Vrees niet voor plotselinge schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt. Want de HERE zal uw betrouwen zijn, en Hij zal uw voet bewaren, zodat hij niet gevangen wordt.
Spreuken 3:25,26

Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft hij ook te voren bestemd om het beeld Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de eerstgeborene zij onder vele broeders.
Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood; wij zijn geacht als schapen ter slachting.)
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Here.
Romeinen 8:29,31,35-39

Gij zult door gerechtigheid bevestigd worden; weet u verre van onderdrukking, want gij zult niet vrezen, en verre van verschrikking, want zij zal tot u niet naderen.
Jesaja 54:14

Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou de mens mij doen?
Psalm 56:12

Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf die vertroosten mij. Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn vijanden; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.
Psalm 23:4,5

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.
Johannes 14:27

Weest sterk en uw hart zij onversaagd, gij allen die op de HERE hoopt.
Psalm 31:25

De HERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HERE is mijns levens kracht, voor wie zou ik vervaard zijn? Ofschoon mij een leger belegerde, mijn hart zou niet vrezen; ofschoon een oorlog tegen mij opstond, nochtans blijf ik vertrouwen.
Psalm 27:1,3

Zodat wij vrijmoedig durven zeggen: De Here is mij een Helper en ik zal niet vrezen wat mij een mens zal doen.
Hebreeën 13:6


Wat te doen als u dit ervaart.......
U bent geestelijk verward


Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht, en van liefde, en van bezonnenheid.
2 Timothéüs 1:7

Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet beangst, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:10

Want God is geen God van verwarring, maar van vrede,
1 Korinthiërs 14:33a

Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Here.
Romeinen 8:38,39

Want waar nijd en twist is, aldaar is verwarring en allerlei boze praktijk.
Maar de wijsheid die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en (vol) van goede vruchten, niet partijdig oordelende en ongeveinsd.
En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen die vrede maken.
Jakobus 3:16-18

Daarom is ook vervat in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een uitnemende hoeksteen, die uitverkoren en dierbaar is; en: wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd worden.
1 Petrus 2:6

Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:6,7

Want de Here HERE helpt mij, daarom word ik niet te schande; daarom heb ik mijn aangezicht gesteld als een keisteen, want ik weet, dat ik niet zal beschaamd worden.
Jesaja 50:7

Wie uw wet beminnen, hebben grote vrede, en er is voor hen geen struikelblok.
Psalm 119:165

Want een ogenblik duurt Zijn toorn, een leven lang Zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich.
Psalm 30:6

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn; en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verteren, en de vlam zal u niet verbranden.
Jesaja 43:2

Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten.
Psalm 147:3

Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wijzelf door God vertroost worden.
2 Korinthiërs 1:3,4

Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
Filippenzen 4:8

Werp uw zorg op de HERE, en Hij zal voor u zorgen; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt.
Psalm 55:23

Wat te doen als u dit ervaart.......
U hebt moed nodig

Wacht op de HERE, wees sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja wacht op de HERE.
Psalm 27:14

Want een ogenblik duurt Zijn toorn, een leven lang Zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich.
Psalm 30:6

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verteren, en de vlam zal u niet verbranden.
Jesaja 43:2

Maar die de HERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.
Jesaja 40:31

Geliefden, laat u niet bevreemden door de hitte der verdrukking onder u, die geschiedt tot beproeving, alsof u iets vreemds overkwam; maar verblijdt u naarmate gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, opdat ook gij in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen.
1 Petrus 4:12,13

Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.
Romeinen 8:38,39

Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
Filippenzen 4:8

Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet beangst, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:10

De eeuwige God zij u een woning, en onder u Zijn eeuwige armen; en Hij verdrijve de vijand voor uw aangezicht en zegge: Verdelg!
Deuteronomium 33:27

Ik zal niet sterven, maar leven, en ik zal de werken des HEREN vertellen.
Psalm 118:17

Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.
Filippenzen 4:13

Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God.
Filippenzen 4:6

Alzo zullen de vrijgekochten des HEREN wederkeren en met gejuich tot Sion komen, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvlieden.
Jesaja 51:11

Zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, gij allen die op de HERE hoopt!
Psalm 31:25


Wat te doen als u dit ervaart.......
U hebt geduld nodig


Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
Galaten 5:22

Maar die de HERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.
Jesaja 40:31

Maar indien wij hopen hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid (volharding).
Romeinen 8:25

Wacht op de HERE, wees sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja wacht op de HERE.
Psalm 27:14

Wees stil voor de HERE en verbeid Hem; wees niet afgunstig op degene wiens weg voorspoedig is, op een man die listige aanslagen uitvoert.
Psalm 37:7

Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt van degenen die door geloof en lankmoedigheid de beloften beërven.
Hebreeën 6:12

Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft. Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, de wil van God gedaan hebbende, de belofte moogt wegdragen. Want nog een zeer weinig tijds en Hij, die te komen staat, zal komen en niet talmen.
Hebreeën 10:35-37

Het is goed dat men hoopt, en stil wacht op het heil des HEREN.
Klaagliederen 3:26

Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk van getuigen rondom ons hebben, laat ons afleggen alle last en de zonde die ons zo licht in de weg staat, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is.
Hebreeën 12:1

Het einde van een ding is beter dan zijn begin; de lankmoedige is beter dan de hoogmoedige.
Wees niet haastig in uw geest om te toornen, want de toorn rust in de boezem der dwazen.
Prediker 7:8,9

Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften hoop zouden hebben.
Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar het voorbeeld van Christus Jezus.
Romeinen 15:4,5

Laat af van toorn en verlaat de grimmigheid; wees niet geërgerd, om daarmee immers kwaad te doen.
Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar wie de HERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten.
Psalm 37:8,9

En niet alleen dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid beproefdheid en de beproefdheid hoop;
en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons is gegeven.
Romeinen 5:3-5

Wetende dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt. Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding te kort schietend.
Jakobus 1:3,4

Ik heb de HERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd en mijn geroep gehoord.
Psalm 40:2

Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de komst des Heren. Zie, de landman verwacht de kostelijke vrucht van het land, lankmoedig zijnde daarover, totdat het de vroege en spade regen zal hebben ontvangen. Weest ook gij lankmoedig, versterkt uw harten; want de komst des Heren is nabij.
Jakobus 5:7,8


Wat te doen als u dit ervaart.......
U hebt vrede nodig


Gij zult hem in volkomen vrede bewaren die standvastig in U blijft, omdat men op U vertrouwt.
Jesaja 26:3

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.
Johannes 14:27

Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God.
En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:6,7

Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Here Jezus Christus.
Romeinen 5:1

HERE, Gij zult ons vrede brengen, want Gij hebt ook al onze zaken voor ons verricht.
Jesaja 26:12

Want in blijdschap zult gij uittrekken en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor Uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen in de handen klappen.
Jesaja 55:12

Let op de vrome en zie naar de oprechte, want het einde van die man zal vrede zijn.
Psalm 37:37

Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede.
Romeinen 8:6

Die Uw wet beminnen, hebben grote vrede, en er is voor hen geen struikelblok.
Psalm 119:165

Hij (de rechtvaardige) gaat in vrede; zij die de rechte weg bewandeld hebben, rusten op hun legersteden.
Jesaja 57:2

Want het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en blijdschap, door de Heilige Geest.
Want wie Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk en aangenaam voor de mensen. Zo laat ons dan najagen hetgeen tot de vrede en hetgeen tot stichting onder elkander dient.
Romeinen 14:17-19

De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over grote vrede.
Psalm 37:11

Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
2 Korinthiërs 13:11

De God nu der hoop vervulle u met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes.
Romeinen 15:13

Wat te doen als u dit ervaart.......
U bent geestelijk lauw


Wees wakende, en versterk het overige dat sterven zou; want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God.
Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt noch heet; och of gij koud waart of heet!
Zo dan omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.
Openbaring 3:2,15,16

Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten.
Openbaring 2:4

Wat zal Ik u doen, o Efraim! wat zal Ik u doen, o Juda! daar uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als een vroege dauw die vergaat.
Hosea 6:4

Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid.
1 Johannes 1:9

Alleen wacht u en bewaar uw ziel wel, dat gij niet vergeet de dingen die uw ogen gezien hebben, en dat zij niet van uw hart wijken al de dagen uws levens; en gij zult ze aan uw kinderen en uw kindskinderen bekend maken.
Deuteronomium 4:9

Wacht u, dat gij de HERE, uw God, niet vergeet; dat gij niet zoudt houden Zijn geboden en Zijn rechten en Zijn inzettingen die Ik u heden gebied; opdat niet misschien, als gij zult gegeten hebben en verzadigd (zult) zijn, en goede huizen gebouwd (zult) hebben, en die (zult) bewonen, en uw runderen en uw schapen zullen vermeerderd zijn, ook uw zilver en goud zal vermeerderd zijn, ja al wat gij hebt vermeerderd zal zijn, uw hart zich dan zal verheffen, zodat gij vergeet de HERE uw God, die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heeft.
Deuteronomium 8:11-14

Zo wij de Naam van onze God hadden vergeten en onze handen tot een vreemde God uitgebreid, zou God zulks niet onderzoeken? Want Hij weet de verborgenheden des harten.
Psalm 44:21,22

Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde.
Hebreeën 3:12,13

Want gij, hoewel gij naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt wederom nodig dat men u lere welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden als zij die melk nodig hebben en geen vaste spijs.
Hebreeën 5:12

Van uwer vaderen dagen af zijt gij afgeweken van Mijn inzettingen en hebt ze niet bewaard. Keert weder tot Mij, en Ik zal tot u wederkeren, zegt de HERE der heerscharen.
Maleachi 3:7a

Ziet daarbij toe dat niemand verachtert van de genade Gods; dat er geen bittere wortel opschiet en verwarring sticht, en daardoor zeer velen zouden besmet worden.
Hebreeën 12:15

Want indien zij, aan de besmettingen der wereld ontvloden zijn door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus, toch weer er in verstrikt raken en er door overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de eerste.
Het zou immers beter voor hen geweest zijn geen kennis verkregen te hebben van de weg der gerechtigheid, dan met die kennis zich af te keren van het heilige gebod dat hun overgeleverd is.
2 Petrus 2:20,21

Zo zegt de HERE: Staat op de wegen en ziet toe en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt daarop; zo zult gij rust vinden voor uw ziel. Maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen.
Jeremia 6:16


Wat te doen als u dit ervaart.......
U hebt verdriet


Doch, broeders, ik wil niet dat gij onwetende zijt wat betreft degenen die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.
Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen die ontslapen zijn, in Jezus wederbrengen met Hem.
1 Thessalonicenzen 4:13,14

Want de HERE heeft Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen.
Jesaja 49:13b

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verteren, en de vlam zal u niet verbranden.
Jesaja 43:2

En onze Here Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk.
2 Thessalonicenzen 2:16,17

Zalig zij die treuren; want zij zullen vertroost worden.
Matthéüs 5:4

Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmede wijzelf door God vertroost worden.
2 Korinthiërs 1:3,4

Maar wij hebben goede moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen en bij de Here in te wonen.
2 Korinthiërs 5:8

De Geest des Heren HEREN is op Mij, omdat de Here Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijheid uit te roepen, en voor de gebondenen opening der gevangenis, om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEREN, en de dag der wraak van onze God; om alle treurenden te troosten, om voor de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor rouw, het lofgewaad voor een kwijnende geest; opdat zij genoemd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.
Jesaja 61:1-3

Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt.
Psalm 119:50

Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
1 Petrus 5:7

Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?
De prikkel nu des doods is de zonde, en de kracht der zonde is de wet. Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus.
1 Korinthiërs 15:55-57

Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf die vertroosten mij.
Psalm 23:4

Want wij hebben geen hogepriester die niet medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar een die in alle dingen gelijk als wij is verzocht geweest, doch zonder zonde.
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden te gelegener tijd.
Hebreeën 4:15,16

Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet beangst, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:10

Alzo zullen de vrijgekochten des HEREN wederkeren en met gejuich tot Sion komen, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen zij aangrijpen, kommer en gezucht zullen wegvlieden.
Jesaja 51:11

En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschrei, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.
Openbaring 21:4


Wat te doen als u dit ervaart.......
U twijfelt aan God


En Jezus, antwoordende zeide tot hen: Hebt geloof op God.
Want voorwaar zeg Ik u, dat zo wie tot deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat hetgeen hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden al wat hij zegt. Daarom zeg Ik u: Alle dingen die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.
Markus 11:22-24

En gij, vraagt niet wat gij eten of wat gij drinken zult, en weest niet wankelmoedig; want al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft.
Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
Lukas 12:29-31

En hij (Abraham) heeft aan de belofte Gods niet getwijfeld door ongeloof, maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer, en ten volle verzekerd zijnde dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen.
Romeinen 4:20,21

Mijn raad zal standhouden, en Ik zal al Mijn welbehagen doen.
Ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het ook doen komen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen.
Jesaja 46:10b,11b

Hij die u roept is getrouw, die het ook doen zal.
1 Thessalonicenzen 5:24

De Here vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat voor traagheid houden), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
2 Petrus 3:9

Gods weg is volmaakt; des HEREN woord is zuiver. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen.
Psalm 18:31

Zie, de hand des HEREN is niet verkort, zodat zij niet zou kunnen verlossen, en Zijn oor is niet zwaar geworden, zodat het niet zou kunnen horen.
Jesaja 59:1

Geliefden, laat u niet bevreemden door de hitte der verdrukking over u, die geschiedt tot beproeving, alsof u iets vreemds overkwame; Maar naarmate gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, verblijdt u daarom; opdat ook gij in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen.
1 Petrus 4:12,13

Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.
Romeinen 10:17

Want gelijk de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet wederkeert, maar doorvochtigt de aarde en maakt dat zij voortbrengt en uitspruit, en zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, alzo zal Mijn woord dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.
Jesaja 55:10,11


Wat nu te doen?
U hebt vertrouwen nodig


Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.
Filippenzen 4:13

Zodat wij vrijmoedig durven zeggen: De Here is mij een Helper, en ik zal niet vrezen wat een mens mij doen zal.
Hebreeën 13:6

Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft. Want gij hebt volharding nodig opdat gij, de wil van God gedaan hebbende, de belofte moogt wegdragen.
Hebreeën 10:35,36

Vertrouwende dat Hij, die in u een goed werk begonnen is, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus.
Filippenzen 1:6

Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem die ons liefgehad heeft.
Romeinen 8:37

De Here HERE is mijn sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten.
Habakuk 3:19

En dit is de vrijmoedigheid die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen die wij van Hem gebeden hebben.
1 Johannes 5:14,15

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen, en meerdere nog dan deze. Want Ik ga tot de Vader.
Johannes 14:12

Toen antwoordde Hij en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des HEREN tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HERE der heerscharen.
Zacharia 4:6

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn; en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verteren, en de vlam zal u niet verbranden.
Jesaja 43:2

Want de HERE zal uw betrouwen zijn, Hij zal uw voet bewaren, zodat hij niet gegrepen wordt.
Spreuken 3:26

Ik verblijd mij dan dat ik in alles vertrouwen in u mag hebben.
2 Korinthiërs 7:16

In wie wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen hebben, door het geloof in Hem.
Efeziërs 3:12

Geliefden, indien ons hart ons niet veroordeelt, zo hebben wij vrijmoedigheid voor God.
1 Johannes 3:21

Maar wie de HERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden; zij zullen wandelen en niet mat worden.
Jesaja 40:31


Wat nu te doen?
Er komen moeilijkheden in uw leven


De HERE is goed, Hij is tot sterkte in de dag der benauwdheid, en Hij kent hen die op Hem betrouwen.
Nahum 1:7

Als die in alles verdrukt worden doch niet benauwd, twijfelmoedig doch niet mismoedig, vervolgd doch niet verlaten, nedergeworpen doch niet verloren.
2 Korinthiërs 4:8,9

Als ik wandel in het midden der benauwdheid, maakt Gij mij levend; Uw hand strekt Gij uit tegen de toorn mijner vijanden, en Uw rechterhand behoudt mij.
Psalm 138:7

Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
Johannes 14:1

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn; en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verteren, en de vlam zal u niet verbranden.
Jesaja 43:2

En wij weten, dat voor degenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk voor degenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn.
Romeinen 8:28

Ik zal mij verheugen en verblijden in Uw goedertierenheid, omdat Gij mijn ellende hebt aangezien en mijn ziel in benauwdheden gekend.
Psalm 31:8

Ik hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen zal.
Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft.
Psalm 121:1,2

Want wij hebben geen hogepriester die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar die in alle dingen gelijk als wij is verzocht geweest, doch zonder zonde.
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden om geholpen te worden te gelegener tijd.
Hebreeën 4:15,16

Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
1 Petrus 5;7

Zijt dan niet bezorgd tegen de morgen, want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Matthéüs 6:34

Alzo zullen de vrijgekochten des HEREN wederkeren en met gejuich tot Sion komen, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvlieden.
Jesaja 51:11

Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wijzelf door God vertroost worden.
2 Korinthiërs 1:3,4

Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God.
En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:6,7

Wat nu te doen?
U bent lichamelijk ziek

Geliefde, voor alle dingen wens ik dat het u wèl gaat en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.
3 Johannes 2

En Jezus ging alle steden en vlekken langs, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie van het Koninkrijk en genezende alle ziekten en alle kwalen onder het volk.
Matthéüs 9:35

En al de schare zocht Hem aan te raken; want er ging kracht van Hem uit, en Hij genas ze allen.
Lukas 6:19

Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid.
Hebreeën 13:8

Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest;
Psalm 103:3

Die Zelf onze zonden gedragen heeft op het hout, opdat wij, aan de zonden afgestorven zijnde, voor de gerechtigheid leven zouden; door wiens striemen gij genezen zijt.
1 Petrus 2:24

Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.
Jesaja 53:5

Genees mij, HERE! zo zal ik genezen worden; behoud mij, zo zal ik behouden worden; want Gij zijt mijn Lof.
Jeremia 17:14

Mijn zoon! geef acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn redenen.
Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.
Want zij zijn het leven voor de degenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees.
Spreuken 4:20-22

Want Ik zal u genezing schenken, u van uw wonden genezen, luidt het woord des HEREN.
Jeremia 30:17a

En (de HERE) zeide: Indien gij met ernst naar de stem van de HERE uw God horen zult, en doen wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen, zo zal ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HERE uw Heelmeester!
Exodus 15:26

Hij zond Zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen.
Psalm 107:20

En de hoofdman over honderd antwoordende zeide: Here, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen; maar spreek slechts een woord, en mijn knecht zal genezen worden.
Matthéüs 8:8

Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in de Naam des Heren.
En het gebed des geloofs zal de zieke behouden, en de Here zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden.
Jakobus 5:14,15

En deze tekenen zullen degenen volgen, die geloofd zullen hebben: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken;
slangen zullen zij opnemen; en al is het dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.
Markus 16:17,18

Wat nu te doen?
U hebt financiele zorgen


Geliefde, voor alle dingen wens ik dat het u wèl gaat en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.
3 Johannes 2

Ik ben jong geweest, ook ben ik oud geworden, maar ik heb de rechtvaardige niet verlaten gezien, noch zijn nageslacht zoekende brood.
Psalm 37:25

De jonge leeuwen lijden armoede en hongeren; maar wie de HERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed.
Psalm 34:11

Want Hij (God) geeft wijsheid, en wetenschap, en vreugde aan de mens, die goed is voor Zijn aangezicht; maar de zondaar geeft Hij bezigheid om te verzamelen en te vergaderen, opdat Hij het geve aan die, die goed is, voor Gods aangezicht. Dit is ook ijdelheid en kwelling des geestes.
Prediker 2:26

En al deze zegeningen zullen over u komen en u aantreffen, wanneer gij aan de stem des HEREN uws Gods zult gehoorzaam zijn.
Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld.
Gezegend zal zijn de vrucht van uw buik, en de vrucht van uw land en de vrucht van uw beesten, de voortplanting van uw koeien en de kudden van uw kleinvee.
Gezegend zal zijn uw korf en uw baktrog.
Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan.
De HERE zal uw vijanden die tegen u opstaan, verslagen aan u overleveren; door één weg zullen zij tot u uittrekken, maar door zeven wegen zullen zij voor uw aangezicht vlieden.
De HERE zal de zegen gebieden, dat Hij met u zij in uw schuren en in alles waaraan gij uw hand slaat; en Hij zal u zegenen in het land dat u de HERE uw God geven zal.
Deuteronomium 28:2-8

De HERE is mijn Herder; mij zal niets ontbreken.
Psalm 23:1

En de HERE zal u doen overvloeien aan goed, in de vrucht van uw buik en in de vrucht van uw beesten en in de vrucht van uw land; op het land dat de HERE uw vaderen gezworen heeft u te zullen geven.
De HERE zal u opendoen Zijn goede schat, de hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd, en om te zegenen al het werk uwer hand; en gij zult aan vele volken lenen, maar gij zult niet zelf te leen ontvangen.
En de HERE zal u tot een hoofd maken en niet tot een staart, en gij zult slechts boven zijn en niet onder zijn; wanneer gij horen zult naar de geboden des HEREN uws Gods die Ik u heden gebied te houden en te doen.
Deuteronomium 28:11-13

Op elke eerste dag der week legge een ieder van u iets bij zichzelf weg, vergaderende een schat, naar zijn vermogen; opdat de inzamelingen niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn.
1 Korinthiërs 16:2

De goede doet zijn kindskinderen erven, maar het vermogen van de zondaar wordt weggelegd voor de rechtvaardigen.
Spreuken 13:22

Geeft, en u zal gegeven worden; een goede, neergedrukte, en geschudde, en overlopende maat zal men in uw schoot geven; want met dezelfde maat waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
Lukas 6:38

Geneest de kranken, reinigt de melaatsen, wekt de doden op, werpt de duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet.
Matthéüs 10:8

Dat het boek dezer wet niet wijke van uw mond, maar overleg het dag en nacht, opdat gij waarneemt te doen naar alles wat daarin geschreven is; want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken, en alsdan zult gij verstandig handelen.
Jozua 1:8

Brengt al de tienden in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de HERE der heerscharen, of Ik u dan niet zal opendoen de vensters des hemels en zegen over u afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen.
En Ik zal om uwentwil de opeter dreigen, dat hij u de vrucht van het land niet verderve; en de wijnstok op het land zal u niet zonder vrucht zijn, zegt de HERE der heerscharen.
En alle heidenen zullen u gelukzalig noemen; want gij zult een land van welbehagen zijn, zegt de HERE der heerscharen.
Maleachi 3:10-12

Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
Matthéüs 6:31-33

En dit zeg ik: Wie spaarzaam zaait, zal ook spaarzaam maaien, en wie in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien.
Een ieder doe gelijk hij in zijn hart voorneemt, niet uit droefheid of uit nooddwang. Want God heeft een blijmoedige gever lief.
En God is bij machte alle genade overvloedig te doen zijn in u; opdat gij in alles te allen tijd alles genoegzaam hebbende, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn.
2 Korinthiërs 9:6-8

En zo wie zal verlaten hebben huizen of broeders of zusters of vader of moeder, of vrouw of kinderen of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen en het eeuwige leven beërven.
Matthéüs 19:29

Want de HERE uw God brengt u in een goed land, een land van waterbeken, fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten,
een land van tarwe en gerst, en wijnstokken, en vijgebomen, en granaatappelen; een land van olierijke olijfbomen en van honig,
een land waarin gij brood zonder schaarsheid eten zult, waarin u niets ontbreken zal; een land welks stenen ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen zult.
Als gij dan zult gegeten hebben en verzadigd zijn, zo zult gij de HERE uw God loven over dat goede land dat Hij u zal hebben gegeven.
Wacht u, dat gij de HERE uw God niet vergeet; dat gij niet zoudt houden Zijn geboden en Zijn rechten, en Zijn inzettingen die ik u heden gebied; opdat niet misschien, als gij zult gegeten hebben en verzadigd zijn, en goede huizen gebouwd hebben en die bewonen,
en uw runderen en uw schapen zullen vermeerderd zijn, ook zilver en goud u zal vermeerderd zijn, ja al wat gij hebt vermeerderd zal zijn,
uw hart zich dan zal verheffen, dat gij vergeet de HERE uw God die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgevoerd heeft.
Maar gij zult gedenken de HERE uw God, dat Hij het is, die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; opdat Hij Zijn verbond bevestige dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft, gelijk het te dezen dage is.
Deuteronomium 8:7-14,18

Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom heerlijk vervullen al uw nooddruft, door Christus Jezus.
Filippenzen 4:19

Wat nu te doen?
U hebt huwelijksproblemen


Alle bitterheid, en toorn, en gramschap, en geschreeuw, en laster zij van u geweerd, met alle boosheid.
Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijk ook God in Christus u vergeven heeft.
Efeziërs 4:31,32

En de HERE God zeide: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past.
Genesis 2:18

Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aanhangen; en zij zullen tot één vlees zijn.
Genesis 2:24

Vertrouw op de HERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.
Spreuken 3:5,6

Weest elkander onderdanig in de vreze Gods.
Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de Here; want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het hoofd der gemeente is; en Hij is de behouder van het lichaam.
Daarom, gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles. Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelf voor haar heeft overgegeven,
opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord, opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een gemeente, die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.
Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelf lief.
Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, gelijk ook de Here de gemeente.
Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn beenderen.
Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees wezen.
Dit geheimenis is groot, doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de gemeente.
Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zó liefhebben als zichzelf, en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Efeziërs 5:21-33

Doch zo het kwaad is in uw ogen de HERE te dienen, kiest u heden wie gij dienen zult; het zij de goden welke uw vaders die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten in welker land gij woont; maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen de HERE dienen!
Jozua 24:15

De liefde doet de naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der wet.
Romeinen 13:10

Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden, doordat zij uw reine en godvrezende wandel opmerken.
Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
Want aldus tooiden zich ook weleer de heilige vrouwen, die hoopten op God, onderdanig aan haar mannen, zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde; en haar dochters zijt gij, als gij goed doet en u geen schrik laat aanjagen.
Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook mede-erfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.
1 Petrus 3:1-7

Ik zal verstandig handelen in de oprechte weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden van mijn huis wandelen in oprechtheid mijns harten.
Psalm 101:2

Ten slotte, weest allen eensgezind aan elkaar, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig, en vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegent integendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, dat gij zegen zoudt beërven.
Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, weerhoude zijn tong van het kwade, en zijn lippen van bedrog te spreken; hij wijke af van het kwade en doe het goede, hij zoeke de vrede en jage die na.
1 Petrus 3:8-11

Haat verwekt twisten; maar de liefde dekt alle overtredingen toe.
Spreuken 10:12

Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vurig lief uit een rein hart.
1 Petrus 1:22


Vrouwen staan in deze tijd enorm onder druk. Ze moeten er zijn voor hun kinderen, hebben een drukke baan en willen er ook nog eens goed uitzien. Laat deze Bijbelteksten je inspireren om sterker in het leven te staan!


1. 'U heeft hen lief zoals U mij heeft liefgehad.' - Johannes 17:21
Veel vrouwen zijn niet blij met zichzelf, omdat ze zich te mager, of te dik vinden. Of omdat er een lichaamsdeel te groot of te klein is, of niet de perfecte vorm heeft. Of omdat ze zich er in hun setje kleren niet leuk genoeg uit vinden zien. Dit Bijbelvers herinnert je er altijd aan dat God van je houdt zoals je bent. Hij houdt van jou zoals Hij van Jezus houdt, met perfecte liefde. Ongeacht hoe je eruit ziet.

 
2. 'Uw schoonheid moet niet gelegen zijn in uiterlijkheden, zoals kunstig gevlochten haar, gouden sieraden of elegante kleding, maar in wat verborgen ligt in uw hart, in een zacht en stil gemoed. Dat is een overgankelijk sieraad dat God kostbaar acht.' - 1 Petrus 3:3
Het is helemaal prima om als vrouw er mooi en verzorgd uit te willen zien. God is een prachtige God, en dus is het super om er ook prachtig uit te willen zien. Laat dat duidelijk zijn. Maar vergeet nooit dat God echte schoonheid vooral definieert als iets dat met je innerlijk te maken heeft. Je karakter doet er toe, ook al wil de cultuur je misschien laten geloven dat het vooral om je uiterlijk draait. Wat dat betreft is het geen slecht idee om wat minder bezig te zijn met je uiterlijk, en wat meer met je innerlijk.


3. 'Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen - u bent allen één in Christus Jezus' - Galaten 5
Eeuwenlang zijn vrouwen onderdrukt en was hun enige recht het aanrecht. Sinds enkele decennia is dat aan het veranderen en krijgen vrouwen betere banen, meer salaris en worden hun unieke eigenschappen meer op waarde geschat. Men dacht altijd dat vrouwen minder in hun mars hadden dan mannen. Het tegendeel is waar! Voor God Zijn we allemaal gelijk. Deze Bijbelvers herinnert je daaraan.

 
4. Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Zij is meer dan waar dan edelstenen! - Spreuken 31:10
God wil sterke vrouwen op deze wereld! Nieuwe Ruths, Esters en Maria's! Een sterke vrouw is onbetaalbaar!

 
5. 'Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed.' - Psalm 139
Er zijn maar weinig mensen die zichzelf een wonder noemen. Maar iedere vrouw zou dat juist wel moeten doen. Je zou moeten weten dat jij wonderlijk gemaakt bent door een geweldige God! En dus ben je een wonder! Dat geeft je het zelfvertrouwen van een supermodel dat vol vastberadenheid over de catwalk loopt!

 
6. 'Mijn God zal uit overvloed van zijn majesteit elk tekort aanvullen, door Christus Jezus.' - Filippenzen 4
Vrouwen zijn doorgaans ontzettend zorgzaam. Soms kan het leven echter ook tegenzitten. Komt het wel goed met mijn kind op school? Gaan we het financieel redden? Houdt mijn huwelijk stand? Deze vers vertelt je: God zorgt voor je.


7. 'Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk.'
Jezus was eens op bezoek bij een vrouw die Marta heette. Ze was zo druk met het verzorgen van Jezus en de gasten dat ze niet tijd had om zoals haar zus Maria bij Jezus aan Zijn voeten te zitten. Naar Hem te luisteren, te genieten. Zo kun je als vrouw ook ontzettend druk zijn met je kinderen, je werk of je huishouden maar tegelijkertijd compleet voorbij gaan aan de essentie. Laat dat niet gebeuren!

Wat nu te doen?
Geliefden verlaten u


En de HERE zal een toevluchtsoord zijn voor de verdrukte, een toevluchtsoord in tijden van benauwdheid.
Psalm 9:10

Want de HERE zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erfdeel niet verlaten.
Psalm 94:14

Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HERE zal mij aannemen.
Psalm 27:10

Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermt over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten toch vergeet Ik u niet.
Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij.
Jesaja 49:15,16

En zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Matthéüs 28:20

Tot u zal niet meer gezegd worden: De verlatene, en tot uw land zal niet meer gezegd worden: Het verwoeste. Maar gij zult genoemd worden: Mijn welgevallen! en uw land: gehuwde, want de HERE heeft een welgevallen aan u; en uw land wordt ten huwelijk genomen.
Jesaja 62:4

Vervolgd doch niet daarin verlaten; nedergeworpen doch niet verloren.
2 Korinthiërs 4:9

Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
1 Petrus 5:7

Ik ben jong geweest, ook ben ik oud geworden, maar heb de rechtvaardige niet verlaten gezien noch zijn nageslacht zoekende brood.
Psalm 37:25

Want de HERE uw God is een barmhartig God; Hij zal u niet verlaten noch u verderven, en Hij zal het verbond uwer vaderen dat Hij hun gezworen heeft, niet vergeten.
Deuteronomium 4:31

De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar er is geen, hun tong versmacht van dorst; Ik, de HERE zal hen verhoren, Ik, de God Israëls, zal hen niet verlaten.
Jesaja 41:17

Omdat hij Mij zeer bemint, spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, want Hij kent Mijn Naam.
Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn; Ik zal hem er uittrekken en zal hem verheerlijken.
Psalm 91:14,15

Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige verlossing mijns aangezichts en mijn God.
Psalm 43:5

Weest sterk en hebt goede moed, vreest niet en verschrikt niet voor hun aangezicht; want het is de HERE uw God die met u gaat; Hij zal u niet begeven noch u verlaten.
Deuteronomium 31:6

Want de HERE zal Zijn volk niet verlaten om der wille van Zijn grote Naam, omdat het de HERE beliefd heeft u Zich tot een volk te maken.
1 Samuël 12:22

Wat nu te doen?
U begrijpt Gods wegen niet


Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HERE.
Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten (hoger) dan uw gedachten.
Jesaja 55:8,9

Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en ondoorgrondelijke dingen die gij niet weet.
Jeremia 33:3

Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen; maar uit die alle redt hem de HERE.
Psalm 34:20

Werp uw zorg op de HERE, en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt.
Psalm 55:23

Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Romeinen 8:31

Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?
(Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn geacht als schapen ter slachting.)
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem die ons liefgehad heeft.
Romeinen 8:35-37

En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik Mij niet van achter hen afwenden zal, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken.
Jeremia 32:40

De HERE zal het voor mij voleinden; Uw goedertierenheid, HERE! is in eeuwigheid. Laat niet varen de werken Uwer handen.
Psalm 138:8

Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij er tegen bestand zijt.
1 Korinthiërs 10:13

Vrees niet, want Ik ben met u; wees niet verschrikt, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:10

En wij weten dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk degenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn.
Romeinen 8:28

Ja, wij willen de HERE kennen, er naar jagen Hem te kennen. Zo zeker als de dageraad is Zijn opgang. Dan komt Hij tot ons als de regen, als de late regen, die het land besproeit.
Hosea 6:3

Gods weg is volmaakt; het woord des HEREN is doorlouterd; Hij is een schild voor allen die op Hem betrouwen.
Psalm 18:31

Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw).
Hebreeën 10:23

Geliefden, laat u niet bevreemden door de hitte der verdrukking onder u, die geschiedt tot beproeving, als of u iets vreemds overkwam;
maar naarmate gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, verblijdt u daarom; opdat ook gij in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen.
1 Petrus 4:12,13


Wat nu te doen?
U wacht op God


Wacht op de HERE, wees sterk, en Hij zal uw hart versterken; ja, wacht op de HERE.
Psalm 27:14

Waarlijk mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting.
Psalm 62:6

Onze ziel verbeidt de HERE; Hij is onze hulp en ons schild.
Psalm 33:20

Maar wie de HERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden; zij zullen lopen en niet moede worden; zij zullen wandelen en niet mat worden.
Jesaja 40:31

Want wij zijn Christus deelachtig geworden, mits wij het beginsel van deze vaste grond tot het einde toe vasthouden.
Hebreeën 3:14

Want wel wacht het gezicht nog tot de bestemde tijd, maar het spoedt zich zonder falen naar het einde; als het vertoeft, verbeid het, want komen zal het gewis; uitblijven zal het niet.
Habakuk 2:3

Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd.
Gij doet Uw hand open en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen.
Psalm 145:15,16

Ik verwacht de HERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.
Psalm 130:5

En men zal te dien dage zeggen: Zie, deze is onze God, wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken.
Deze is de HERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid.
Jesaja 25:9

Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden; (want die het beloofd heeft, is getrouw).
Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
Hebreeën 10:23,35


Wat de Bijbel te zeggen heeft over Geloof

Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet.
Hebreeën 11:1

Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.
Romeinen 10:17

Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik een ieder die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn, maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God een ieder de mate des geloofs toegedeeld heeft.
Romeinen 12:3

Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, die, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van de troon van God.
Hebreeën 12:2

En Jezus zeide tot hen: Vanwege uw ongeloof; want voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot deze berg zeggen: Ga heen van hier daarheen, en hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn.
Matthéüs 17:20

En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Hebt geloof in God.
Want voorwaar zeg Ik u, dat zo wie tot deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven, dat hetgeen hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden al wat hij zegt. Daarom zeg Ik u, alle dingen die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.
Markus 11:22-24

Want de rechtvaardigheid wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.
Romeinen 1:17

(Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.)
2 Korinthiërs 5:7

Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een beloner is van degenen die Hem zoeken.
Hebreeën 11:6

Opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus.
Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen.
1 Petrus 1:7-9

Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof.
1 Johannes 5:4

En zie, een vrouw die twaalf jaren het bloedvloeien gehad had, komende tot Hem van achteren, raakte de zoom van Zijn kleed aan.
Want zij zeide bij zichzelf: Indien ik slechts Zijn kleed aanraak, zo zal ik gezond worden.
En Jezus Zich omkerende en haar ziende zeide: Wees welgemoed, dochter; uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van hetzelfde uur af.
Matthéüs 9:20-22

En toen Hij in huis gekomen was, kwamen de blinden tot Hem. En Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja Here.
Toen raakte Hij hun ogen aan, zeggende: U geschiede naar uw geloof.
Matthéüs 9:28,29

En Jezus zeide tot hem: Zo gij kunt geloven; alle dingen zijn mogelijk voor degene die gelooft.
Markus 9:23

Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in de Naam des Heren.
En het gebed des geloofs zal de zieke behouden, en de Here zal hem oprichten.
Jakobus 5:14,15a


Wat de Bijbel te zeggen heeft over Liefde


Al ware het dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden.
En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap, en al ware het dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets.
En al ware het dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nut doen.
De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardig, zij is niet opgeblazen; zij handelt niet ongeschikt, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad; zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid; zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. De liefde vergaat nimmermeer.
En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.
1 Korinthiërs 13:1-8a,13

Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden.
Geliefden, indien God ons alzo lief heeft gehad, zo zijn ook wij schuldig elkander lief te hebben.
Niemand heeft ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, zo blijft God in ons, en Zijn liefde is in ons volmaakt.
1 Johannes 4:10-12

Gelijk de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde.
Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijk Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Johannes 15:9,10

Geliefden, laat ons elkander liefhebben, want de liefde is uit God, en een ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God; wie niet liefheeft, die heeft God niet gekend, want God is liefde.
1 Johannes 4:7,8

Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Here.
Romeinen 8:38,39

Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt. Gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.
Hieraan zullen zij allen weten, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander.
Johannes 13:34,35

Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal door Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren.
Johannes 14:21

Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt gelijk Ik u liefgehad heb.
Niemand heeft meer liefde dan deze, dat iemand zijn leven inzet voor zijn vrienden.
Gij zijn Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied.
Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt.
Johannes 15:12-14,17

Van verre is de HERE mij verschenen: Ja, Ik heb u liefgehad met eeuwige liefde. Daarom heb Ik u getrokken in goedertierenheid.
Jeremia 31:3

Want de Vader Zelf heeft u lief, omdat gij Mij liefgehad hebt, en hebt geloofd dat Ik van God ben uitgegaan.
Johannes 16:27

En gij zult de Here uw God liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
En het tweede hieraan gelijk is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.
En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer dan al de brandoffers en de slachtoffers.
Markus 12:30,31,33

En wij hebben gekend en geloofd de liefde die God tot ons heeft. God is liefde, en die in de liefde blijft, blijft in God en God in hem.
En dit gebod hebben wij van Hem, namelijk dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben.
1 Johannes 4:16,21

Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
Romeinen 5:8

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 3:16


Wat de Bijbel te zeggen heeft over Eeuwigheid

En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. 1 Johannes 5:11 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: wie Mijn woord hoort en gelooft Hem, die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven.
Johannes 5:24

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 3:16

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.
Johannes 6:47

Ik ben dat levende brood dat uit de hemel nedergedaald is; zo iemand van dit brood eet, die zal in de eeuwigheid leven. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld.
Johannes 6:51

Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven dat wij de Waarachtige kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God, en het eeuwige leven.
1 Johannes 5:20

De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; zij zullen de HERE prijzen die Hem zoeken; uw hart zal in eeuwigheid leven.
Psalm 22:27

De HERE kent de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid blijven.
Psalm 37:18

Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen.
Psalm 23:6

Maar God zal mijn ziel van het geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen.
Psalm 49:16

En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, dan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning. Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?
1 Korinthiërs 15:54,55

Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; en een ieder die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?
Johannes 11:25,26

Werkt niet om de spijs die vergaat, maar om de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want deze heeft God de Vader verzegeld.
Johannes 6:27

Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken hen, en zij volgen Mij.
En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken.
Johannes 10:27,28

Maar zo wie gedronken zal hebben van het water dat Ik hem geven zal, die zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.
Johannes 4:14

Wat de Bijbel te zeggen heeft over Lofprijzing

Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen.
Jesaja 43:21

Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk, opdat gij zoudt verkondigen de deugden van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.
1 Petrus 2:9

Laat ons dan door Hem altijd Gode een offerande des lofs offeren, dat is, de vrucht der lippen die Zijn Naam belijden.
Hebreeën 13:15

Looft de HERE, want onze God te psalmzingen is goed, omdat Hij liefelijk is; de lof is betamelijk.
Psalm 147:1

Ik riep de HERE aan, die te prijzen is, en ik werd verlost van mijn vijanden.
2 Samuël 22:4

Ik zal de HERE loven te allen tijd; Zijn lof zal gedurig in mijn mond zijn.
Psalm 34:2

Alle gij volken, klapt in de handen; juicht Gode met een stem van vreugdegezang.
Psalmzingt Gode, psalmzingt! Psalmzingt onze Koning, psalmzingt!
Want God is een Koning der ganse aarde; psalmzingt met een onderwijzing!
Psalm 47:2,7,8

De HERE is groot en zeer te prijzen in de stad van onze God, op de berg Zijner heiligheid.
Psalm 48:2

Wie lof offert, eert Mij, en baant de weg dat Ik hem Gods heil doe zien.
Psalm 50:23 Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zouden U prijzen.
Alzo zou ik U loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen.
Mijn ziel zou als met vet en merg verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen.
Psalm 63:4-6

Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, de ganse dag met Uw heerlijkheid.
Doch ik zal gedurig hopen, en zal al Uw lof nog groter maken.
Psalm 71:8,14

Het is goed, dat men de HERE love en Uw Naam psalmzingen, o Allerhoogste!
Psalm 92:2

Want de HERE is groot en zeer te prijzen.
Psalm 96:4a

Laat hen voor de HERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen.
Psalm 107:8

En omtrent middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gode lofzangen, en de gevangenen hoorden naar hen.
Handelingen 16:25

En wordt niet dronken van wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest,
sprekende onder elkander met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, zingende en lovende de Here in uw hart,
dankende te allen tijde voor alle dingen God en de Vader in de Naam van onze Here Jezus Christus.
Efeziërs 5:18-20

Wat de Bijbel te zeggen heeft over Het dienen van God

Den HERE, uw God, zult gij navolgen en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden en Zijn stem gehoorzaam zijn, en Hem dienen en Hem aanhangen.
Deuteronomium 13:4

Niemand kan twee heren dienen; want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf hij zal de ene aanhangen en de andere verachten; gij kunt niet God dienen en de Mammon.
Matthéüs 6:24

Ik bid u dan, broeders, met beroep op de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld; maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkennen welke de goede en welbehagelijke en volmaakte wil van God is.
Romeinen 12:1,2

Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Here uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.
Matthéüs 4:10

Alleen, neem nauwgezet waar het gebod en de wet die u Mozes, de knecht des HEREN, geboden heeft, dat gij de HERE uw God liefhebt, en dat gij wandelt in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt, en Hem aanhangt, en dat gij Hem dient met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
Jozua 22:5

En het zal geschieden zo gij naarstig zult horen naar Mijn geboden die Ik u heden gebied, om de HERE, uw God, lief te hebben, en Hem te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel zo zal Ik de regen van uw land geven te zijner tijd, vroege regen en spade regen, opdat gij uw koren en uw most en uw olie inzamelt. En Ik zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij zult eten en verzadigd worden.
Deuteronomium 11:13-15

Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; in eerbetoon de een de ander voorgaande. Zijt niet traag in ijver. Zijt vurig van geest. Dient de Here. Deelt mede aan de behoeftigen der heiligen. Legt u toe op de herbergzaamheid.
Romeinen 12:10,11,13

En gij, mijn zoon Salomo, ken de God uws vaders, en dien Hem met een volkomen hart en met een gewillige ziel; want de HERE doorzoekt alle harten, en Hij verstaat al wat de gedachten beramen; indien gij Hem zoekt, Hij zal door u gevonden worden; maar indien gij Hem verlaat, Hij zal u tot in eeuwigheid verstoten.
1 Kronieken 28:9

Maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter.
Romeinen 7:6

En gij zult de HERE, uw God, dienen, zo zal Hij uw brood en uw water zegenen; en Ik zal de ziekten uit het midden van u weren. Geen vrouw in uw land zal een misgeboorte hebben of onvruchtbaar zijn. Ik zal het getal uwer dagen vervullen.
Exodus 23:25,26

Nu dan Israël! wat eist de HERE, uw God, van u dan de HERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen en Hem lief te hebben, en de HERE, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
Deuteronomium 10:12

Doch zo het kwaad is in uw ogen de HERE te dienen, kiest u heden wie gij dienen zult, hetzij de goden welke uw vaders die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten in welker land gij woont; maar aangaande mij, en mijn huis, wij zullen de HERE dienen!
Jozua 24:15

Toen zeide Samuël tot het volk: Vreest niet, wel hebt gij al dit kwaad gedaan; doch wijkt niet langer van de HERE af, maar dient de HERE met uw ganse hart. En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden navolgen, die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden. Want de HERE zal Zijn volk niet verlaten, om der wille van Zijn grote Naam, omdat het de HERE beliefd heeft u Zich tot een volk te maken.
1 Samuël 12:20-22

Gij ganse aarde! juicht de HERE. Dient de HERE met blijdschap, komt voor Zijn aanschijn met vrolijk gezang. Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam.
Psalm 100:1,2,4

Wat de Bijbel te zeggen heeft over Gehoorzaamheid

Zie, ik stel u heden voor zegen en vloek:
de zegen, wanneer gij horen zult naar de geboden van de HERE, uw God, die ik u heden gebied; maar de vloek, zo gij niet horen zult naar de geboden van de HERE uw God en afwijkt van de weg die ik u heden gebied, om andere goden na te wandelen die gij niet gekend hebt.
Deuteronomium 11:26-28

Doch Samuël zeide: Heeft de HERE lust aan brandoffers en slachtoffers, als aan het gehoorzamen van de stem des HEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, opmerken (is beter dan) het vette der rammen.
1 Samuël 15:22

Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd had! zo zou uw vrede geweest zijn als een rivier, en uw gerechtigheid als de golven der zee.
Jesaja 48:18

Maar deze zaak heb Ik hun geboden, zeggende: Hoort naar Mijn stem, zo zal Ik u tot een God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn; en wandelt in al de weg die Ik u gebieden zal, opdat het u welga.
Jeremia 7:23

Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. Wie Mijn geboden heeft en die bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal door Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren.
Johannes 14:15,21

En zo gij in Mijn wegen wandelen zult, onderhoudende Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als uw vader David gewandeld heeft, zo zal Ik ook uw dagen verlengen.
1 Koningen 3:14

Leer mij Uw wil te doen, want Gij zijt mijn God, Uw goede Geest geleide mij in een effen land.
Psalm 143:10

Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen.
Handelingen 5:29

En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij Zijn geboden bewaren. Wie zegt: ik ken Hem en Zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; maar wie Zijn woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn. Wie zegt, dat hij in Hem blijft, behoort ook zelf zó te wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
1 Johannes 2:3-6

Gij kinderen, zijt uw ouders gehoorzaam in de Here; want dat is recht.
Efeziërs 6:1

Gij kinderen, zijt uw ouders gehoorzaam in alles, want dat is de Here welbehagelijk. Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.
Kolossenzen 3:20,21

En Mozes riep het ganse Israel, en zeide tot hen: Hoor, Israel! de inzettingen en rechten, die ik heden voor uw oren spreek, dat gij ze leert en waarneemt om ze te doen. Neemt dan waar, dat gij doet gelijk als de HERE uw God u geboden heeft; wijkt niet af ter rechter- noch ter linkerhand. In al de weg, die de HERE, uw God, u gebiedt, zult gij gaan; opdat gij leeft en dat het u welga, en gij de dagen verlengt in het land dat gij erven zult.
Deuteronomium 5:1,32,33

Gij dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam aan uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid des harten, vrezende God. En alwat gij doet, doet dat van harte als voor de Here en niet voor de mensen, wetende, dat gij van de Here zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient Christus als Heer.
Kolossenzen 3:22-24

Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen om des Heren wil: hetzij aan de keizer, als opperheer, hetzij aan stadhouders, als door hem gezonden tot bestraffing van boosdoeners, maar tot lof van die goed doen. Want zó is het de wil van God, dat gij door goed te doen de mond snoert aan de onwetendheid van de onverstandige mensen, als vrijen en niet als mannen, die de vrijheid misbruiken als dekmantel voor hun kwaadwilligheid, maar als dienaren Gods.
Eert allen, hebt de broederschap lief, vreest God, eert de keizer. Gij huisslaven, weest in alle vreze uw meesters onderdanig, niet alleen de goeden en vriendelijken, maar ook de verkeerden. Want dit is genade, indien iemand omdat hij met God rekening houdt leed verdraagt, dat hij ten onrechte lijdt.
Want mag dàt roem heten, als gij slagen moet verduren omdat gij kwaad doet? Maar als gij goed doet en dan lijden moet verduren, dàt is genade bij God.
1 Petrus 2:13-20


Wat de Bijbel te zeggen heeft over Het vleselijk denken

Want het bedenken van het vlees is de dood, maar het bedenken des Geestes is leven en vrede; daarom dat het bedenken van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods, want het kan dit ook niet. En die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen.
Romeinen 8:6-8

Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven maaien.
Galaten 6:8

Overspelers en overspeelsters, weet gij niet dat de vriendschap der wereld vijandschap tegen God is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt tot een vijand van God gesteld.
Jakobus 4:4

Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood.
Spreuken 14:12

Want velen wandelen anders, van wie ik u dikwijls gezegd heb en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden van het kruis van Christus zijn, hun einde is het verderf, hun God is de buik, en hun heerlijkheid is in hun schande, zij bedenken aardse dingen.
Filippenzen 3:18,19

Maar die haar wellust volgt, die is levend gestorven.
1 Timothéüs 5:6

Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud; hij heeft slechts hem te voldoen, door wie hij aangeworven is. Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen die de Here aanroepen uit een rein hart.
2 Timothéüs 2:4,22

Want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben, houd ook dezen op een afstand. Want tot hen behoren zij, die zich in huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten, die zich te allen tijde laten leren zonder ooit tot erkentenis der waarheid te komen.
2 Timothéüs 3:2-7

Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerten, welke strijd voeren tegen de ziel.
1 Petrus 2:11

Hebt de wereld niet lief noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerten van het vlees, en de begeerten van de ogen, en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij, en haar begeerte, maar die de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.
1 Johannes 2:15-17

Ik bid u dan, broeders, vanwege de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkennen welke de goede, welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.
Romeinen 12:1,2

Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was.
Filippenzen 2:5

Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt.
Jesaja 26:3

Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Doodt dan uw leden die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de gierigheid, welke is afgodendienst.
Kolossenzen 3:2,5

Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
Filippenzen 4:8


Wat de Bijbel te zeggen heeft over De genade van God

En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van de Here Jezus; en er was grote genade over hen allen.
Handelingen 4:33

En vind gunst en goed verstand in de ogen Gods en der mensen.
Spreuken 3:4

Want God, de HERE, is een zon en schild; de HERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden aan degenen, die in oprechtheid wandelen.
Psalm 84:12

De HERE is onzer gedachtig geweest, Hij zal zegenen; Hij zal het huis van Israël zegenen, Hij zal het huis van Aäron zegenen. Hij zal zegenen wie de HERE vrezen, de kleinen met de groten.
Psalm 115:12,13

Toen zeide de HERE tot Mozes: Ook deze zelfde zaak die gij gesproken hebt, zal Ik doen, omdat gij genade gevonden hebt in Mijn ogen en Ik u bij name ken.
Exodus 33:17

Leven en genade hebt Gij mij geschonken, en Uw zorg heeft mijn geest bewaard.
Job 10:12

Want Gij, HERE, zult de rechtvaardige zegenen; Gij zult hem met goedgunstigheid kronen als met een schild.
Psalm 5:13

Want, HERE! Gij hadt mijn berg door Uw goedgunstigheid vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd ik verschrikt.
Psalm 30:8

Want die Mij vindt, vindt het leven, en heeft van de HERE welgevallen verkregen.
Spreuken 8:35

Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen maar de mond der goddelozen verbergt geweld. De zegen des HEREN die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. Wat de goddeloze vreest, dat overkomt hem, maar Hij vervult de wens der rechtvaardigen.
Spreuken 10:6,22,24

Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid.
Spreuken 14:9

En de vreemden zullen uw muren bouwen, en hun koningen zullen u dienen; want in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen; maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd.
Jesaja 60:10

Want al deze dingen zijn om uwentwil, opdat de vermenigvuldigde genade door de dankzegging van velen overvloedig worde ter heerlijkheid Gods.
2 Korinthiërs 4:15

Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.
Efeziërs 1:6

Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden te gelegener tijd.
Hebreeën 4:16


Wat de Bijbel te zeggen heeft over De Heilige Geest
 
En toen Hij met hen vergaderd was, beval Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord hebt.
Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden niet lang na deze dagen.
Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes die over u komen zal, en gij zult Mijn getuigen zijn, zowel te Jeruzalem als in geheel Judea en Samaria en tot aan het uiterste der aarde.
Handelingen 1:4,5,8


En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid,
namelijk de Geest der waarheid, welke de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
Johannes 14:16,17


Doch Ik zeg u de waarheid: het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.
Maar wanneer die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden. Want Hij zal van Zichzelf niet spreken, maar al wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
Johannes 16:7,13


Indien dan gij die boos zijt weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan degenen die Hem bidden?
Lukas 11:13



Ik doop u wel met water tot bekering; maar die na mij komt, is sterker dan ik, wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met de Heilige Geest en met vuur dopen.
Matthéüs 3:11


Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.En dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden. Want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.
Johannes 7:38,39


En als zij gebeden hadden, werd de plaats in welke zij vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid.
Handelingen 4:31


En wordt niet dronken van wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest.
Efeziërs 5:18


En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.
Handelingen 2:4


Toen nu de apostelen die te Jeruzalem waren, hoorden, dat Samaria het Woord Gods aangenomen had, zonden zij tot hen Petrus en Johannes;
die daar aangekomen zijnde, baden voor hen, dat zij de Heilige Geest ontvangen mochten.
Want Hij was nog op niemand van hen gevallen, maar zij waren alleen gedoopt in de Naam van de Here Jezus. Toen legden zij de handen op hen, en zij ontvingen de Heilige Geest.
Handelingen 8:14-17


Terwijl Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen die het Woord hoorden.
En de gelovigen die uit de besnijdenis waren, zovelen als er met Petrus waren gekomen, ontzetten zich dat de gave des Heiligen Geestes ook op de heidenen uitgestort werd.
Want zij hoorden hen spreken met vreemde talen, en God groot maken.
Handelingen 10:44-46a


Hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen toen gij geloofd hebt? En zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord of er een Heilige Geest is.
En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes.
Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt de doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Degene, die na hem kwam, dat is in Christus Jezus.
En die hem hoorden werden gedoopt in de Naam van de Here Jezus.
En toen Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken met vreemde talen en profeteerden.
Handelingen 19:2-6


En daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien.
Joël 2:28


En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus tot vergeving der zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
Handelingen 2:38


Of weet gij niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest die in u is, dien gij van God hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
1 Korinthiërs 6:19


En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons is gegeven.
Romeinen 5:5

Wat de Bijbel te zeggen heeft over Gods trouw

1 Korintiërs 1:9“God, door Wie u geroepen bent om één te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw.”

1 Korintiërs 10:13“U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: Hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.”

2 Tessalonicenzen 3:3 - “Maar de Heer is trouw, Hij zal u kracht geven en u tegen het kwaad beschermen.”

Psalm 100:5
Want de HEERE is goed,Want de HEERE is goed, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, Zijn trouw van generatie op generatie.

Wat de Bijbel te zeggen heeft over De Gemeente

Om in de bedeling van de volheid der tijden wederom alles tot één te vergaderen in Christus, zowel wat in de hemel is als wat op de aarde is; en heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem aan de gemeente gegeven tot een hoofd boven alle dingen, welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, die alles in allen vervult.
Efeziërs 1:10,22,23


Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde;
en Hij is het hoofd des lichaams, namelijk der gemeente, Hij, die het begin is, de eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de eerste zou zijn.
Kolossenzen 1:13,18


Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het dat broeders ook samenwonen!
Psalm 133:1

Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?
En Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.
En Jezus antwoordde, en zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona; want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de hemelen is.
En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.
Matthéüs 16:15-18


Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste hoeksteen is,
op welke het gehele gebouw, bekwaam samengevoegd zijnde, opwast tot een heilige tempel in de Here,
op welke ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
Efeziërs 2:20-22


Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het hoofd der gemeente is; en Hij is de behouder des lichaams.
Daarom, gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles.
Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven;
opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het waterbad door het Woord,
opdat Hij haar heerlijk voor Zich zou stellen, een gemeente die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij heilig zou zijn en onberispelijk.
Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, gelijk ook de Here de gemeente.
Efeziërs 5:23-27,29


Uit welke al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt.
Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in eeuwigheid. Amen.
Efeziërs 3:15,21


En gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht.
Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid en engelenverering,
terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn Goddelijke wasdom ontvangt.
Kolossenzen 2:10,18a,19


Want gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben,
alzo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander.
Romeinen 12:4,5


Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, maar één lichaam zijn, alzo ook Christus.
Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen met één Geest gedrenkt.
Want ook het lichaam is niet één lid, maar vele leden.
Indien de voet zeide: Omdat ik de hand niet ben, zo ben ik van het lichaam niet, is hij daarom niet van het lichaam?
En indien het oor zeide: Omdat ik het oog niet ben, zo ben ik van het lichaam niet, is het daarom niet van het lichaam?
Ware het gehele lichaam het oog, waar zou het gehoor zijn? Ware het gehele lichaam gehoor, waar zou de reuk zijn?
Maar nu heeft God de leden, elk in het bijzonder, in het lichaam gezet gelijk Hij gewild heeft.
Waren zij alle maar één lid, waar zou het lichaam zijn?
Maar nu zijn er wel vele leden, doch maar één lichaam.
En het oog kan niet zeggen tot de hand: Ik heb u niet nodig; of wederom het hoofd tot de voeten: Ik heb u niet nodig.
Ja veeleer, de leden die het zwakst schijnen, die zijn nodig.
En de leden die wij minder in ere houden, die doen wij overvloediger eer aan, en onze onsierlijke leden hebben overvloediger versiering.
Doch onze sierlijke hebben het niet nodig; maar God heeft het lichaam alzo samengevoegd, gevende overvloediger eer aan hetgeen misdeeld was,
opdat geen tweedracht in het lichaam zij, maar de leden voor elkander gelijke zorg zouden dragen.
En hetzij dat één lid lijdt, zo lijden al de leden mede; hetzij dat één lid verheerlijkt wordt, zo verblijden zich al de leden mede.
En gij zijt het lichaam van Christus, en leden in het bijzonder.
En God heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmaking, (bekwaamheid) om te helpen, om te besturen, verscheidenheid van talen.
1 Korinthiërs 12:12-28

Wij verzoeken u, broeders, hen die onder u zich moeite getroosten, die u leiden in de Here en u terechtwijzen, te erkennen,
en hen zeer hoog te schatten in liefde om hun werk. Houdt vrede onder elkander.
1 Thessalonicenzen 5:12,13


Gedenkt uw voorgangers, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst van hun wandel.
Zijt uw voorgangers gehoorzaam en zijt hun onderdanig; want zij waken over uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende, want dat is u niet nuttig.
Hebreeën 13:7,17


En Hij heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars,
tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus.
Efeziërs 4:11,12

Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op die dag aan hen toegevoegd omtrent drieduizend zielen.
En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
En een vrees kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen.
En allen, die geloofden, waren bijeen, en hadden alle dingen gemeen.
En zij verkochten hun goederen en have, en verdeelden die onder allen, naardat elk van node had.
En dagelijks eendrachtig in de tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij tezamen met verheuging en eenvoud des harten,
en prezen God en hadden genade bij het ganse volk. En de Here voegde dagelijks toe aan de gemeente, die zalig werden.
Handelingen 2:41-47

Wat de Bijbel te zeggen heeft over Rentmeesterschap

Zal een mens God beroven? Maar gij berooft Mij, en zegt: Waarin beroven wij U? In de tienden en in het hefoffer.
Met een vloek zijt gij vervloekt, omdat gij Mij berooft, zelfs het ganse volk.
Brengt al de tienden in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de HERE der heerscharen, of Ik u dan niet zal opendoen de vensters des hemels en zegen over u afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen.
En Ik zal om uwentwil de afvreter dreigen dat hij u de vrucht des lands niet verderve; en de wijnstok op het veld zal u geen misdracht voortbrengen, zegt de HERE der heerscharen.
En alle heidenen zullen u gelukzalig noemen; omdat gij een land van welbehagen zijt, zegt de HERE der heerscharen.
Maleachi 3:8-12


Aangaande nu de inzameling die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik aan de gemeenten in Galatië verordend heb, doet ook gij alzo.
Op elke eerste dag der week legge een ieder van u iets naar vermogen bij zichzelf weg, vergaderende een schat; opdat de inzamelingen alsdan niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn.
1 Korinthiërs 16:1,2a


En dit zeg ik: Wie spaarzaam zaait, zal ook spaarzaam maaien; en die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien.
Een ieder doe, gelijk hij in zijn hart voorneemt, niet uit droefheid of uit nooddwang. Want God heeft een blijmoedige gever lief.
En God is bij machte alle genade te doen overvloedig zijn in u, opdat gij in alles te allen tijd van alles genoegzaam voorzien, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn.
2 Korinthiërs 9:6-8


Geliefde, voor alle dingen wens ik dat het u wèl gaat en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.
3 Johannes 2

En al wat gij doet, doet dat van harte als voor de Here en niet voor de mensen, wetende, dat gij van de Here zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient Christus als Heer.
Kolossenzen 3:23,24


Maar vergadert u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
Matthéüs 6:20,21


Geeft, en u zal gegeven worden; een goede, neergedrukte en geschudde en overlopende maat zal men in uw schoot geven; want met dezelfde maat waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
Lukas 6:38


Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
Matthéüs 6:33


En zo wie zal verlaten hebben huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen en het eeuwige leven beërven.
Matthéüs 19:29


Geneest de kranken, reinigt de melaatsen, wekt de doden op, werpt de duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet.
Matthéüs 10:8


Houdt dan de woorden van dit verbond, en doet ze; opdat gij verstandig handelt in alles, wat gij doen zult.
Deuteronomium 29:9


Dan zult gij voorspoedig zijn, als gij waarnemen zult te doen de inzettingen en de rechten die de HERE aan Mozes geboden heeft over Israël.
1 Kronieken 22:13a


Indien zij horen en Hem dienen, zo zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren in liefelijkheden.
Job 36:11

En al deze zegeningen zullen over u komen, en uw deel worden, wanneer gij de stem van de HERE, uw God, zult gehoorzaam zijn.
Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld.
Gezegend zal zijn de vrucht van uw buik, en de vrucht van uw lam, en de vrucht uwer beesten, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw kleinvee.
Gezegend zal zijn uw korf, en uw baktrog. Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan.
De HERE zal geven uw vijanden, die tegen u opstaan, verslagen voor uw aangezicht; door één weg zullen zij tot u uittrekken, maar door zeven wegen zullen zij voor uw aangezicht vlieden.
De HERE zal de zegen gebieden, dat Hij met u zij in uw schuren, en in alles, waaraan gij uw hand slaat; en Hij zal u zegenen in het land, dat u de HERE, uw God, geven zal.
En de HERE zal u doen overvloeien aan goed, in de vrucht van uw buik, en in de vrucht uwer beesten, en in de vrucht van uw lam, op het land, dat de HERE uw vaderen gezworen heeft u te zullen geven.
De HERE zal u opendoen Zijn goede schat, de hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd, en om te zegenen al het werk uwer hand; en gij zult aan vele volken lenen, maar gij zult van hen niet lenen.
Deuteronomium 28:2-8,11,12


Er zijn er, die uitstrooien en toch nog meer verkrijgen; terwijl anderen meer inhouden dan recht is en toch gebrek lijden.
De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt zelf ook gelaafd.
Spreuken 11:24,25


En Jezus antwoordde en zeide: Voorwaar Ik zeg u, er is niemand die verlaten heeft huis, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers om Mijnentwil en omwille van het Evangelie,
of hij ontvangt honderdvoud, nu in deze tijd huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.
Markus 10:29,30

Dat het boek dezer wet niet wijke van uw mond, maar overleg het dag en nacht, opdat gij waarneemt te doen naar alles wat daarin geschreven is; want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken, en alsdan zult gij verstandig handelen.
Jozua 1:8

Wat de Bijbel te zeggen heeft over Satan

Zijt nuchter en waakt; want uw tegenpartij de duivel gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden.
Wederstaat hem, vast zijnde in het geloof,
1 Petrus 5:8,9a


Zo onderwerpt u aan God; wederstaat de duivel, en hij zal van u vlieden.
Jakobus 4:7


En gij zijt in Hem volmaakt, die het Hoofd is van alle overheid en macht.
En de overheden en de machten ontwapend hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en zo over hen getriomfeerd.
Kolossenzen 2:10,15


Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde.
Kolossenzen 1:13

Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Here en in de sterkte Zijner macht.
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige verleidingen des duivels.
Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in de boze dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.
Staat dan, uw lendenen omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het pantser der gerechtigheid,
en de voeten geschoeid hebbende met de bereidheid van het Evangelie des vredes.
Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.
En neemt de helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord;
met alle bidden en smeken biddende te allen tijd in de geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor al de heiligen.
Efeziërs 6:10-18


Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, die een weinig minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor allen de dood smaken zou.
Daar dan de kinderen aan vlees en bloed deel hebben, zo heeft Hij desgelijks daaraan deel gekregen, opdat Hij door de dood te niet doen zou degene die het geweld des doods had, dat is de duivel, en verlossen zal al degenen, die met vreze des doods gedurende heel hun leven aan de dienstbaarheid onderworpen waren.
Hebreeën 2:9,14,15


En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam, en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe.
Openbaring 12:11


Geliefden, gelooft niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.
Hieraan kent gij de Geest van God: iedere geest die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God;
en iedere geest die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dat is de geest van de antichrist, welke geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu reeds in de wereld.
Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij die in u is, is meerder dan die in de wereld is.
1 Johannes 4:1-4


En de zeventig zijn wedergekeerd met blijdschap, zeggende: Here, ook de duivelen zijn ons onderworpen in Uw Naam.
En Hij zeide tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.
Zie, Ik geef u de macht om op slangen en schorpioenen te treden, en over alle kracht van de vijand; en geen ding zal u enigszins beschadigen.
Lukas 10:17-19

En degenen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen, met nieuwe tongen zullen zij spreken;
slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.
Markus 16:17,18


Maar indien Ik door de Geest Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen.
Of hoe kan iemand in het huis van een sterke komen en zijn huisraad ontroven, tenzij dat hij eerst de sterke gebonden heeft, en alsdan zal hij zijn huis beroven.
Matthéüs 12:28,29


Wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.
1 Johannes 3:8


Want wandelende in het vlees, voeren wij de strijd niet naar het vlees;
want de wapenen van onze strijd zijn niet vleselijk, maar krachtig door God tot nederwerping der sterkten,
omdat wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachten gevangen leiden tot de gehoorzaamheid aan Christus.
2 Korinthiërs 10:3-5


De Naam des HEREN is een sterke toren; de rechtvaardige zal daarheen lopen, en in een toevluchtsoord gesteld worden.
Spreuken 18:10


En de God des vredes zal de satan weldra onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Here Jezus Christus zij met u. Amen.
Romeinen 16:20


Ik schrijf u, vaders, want gij hebt Hem gekend die van den beginne is. Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt de boze overwonnen. Ik schrijf u, kinderen, want gij hebt de Vader gekend.
Ik heb u geschreven, vaders, want gij hebt Hem gekend die van den beginne is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u, en gij hebt de boze overwonnen.
1 Johannes 2:13,14

Wat de Bijbel te zeggen heeft over De wederkomst van Christus

Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen gelijk gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren.
Handelingen 1:11


Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus.
Titus 2:13


Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.
En een ieder die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelf, gelijk Hij rein is.
1 Johannes 3:2,3


Doch, broeders, ik wil niet dat gij onwetende zijt van degenen die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.
Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met Hem.
Want dat zeggen wij u door het Woord des Heren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de komst des Heren, niet zullen voorgaan degenen die ontslapen zijn.
Want de Here Zelf zal met een geroep, met de stem van de aartsengel en met de bazuin Gods nederdalen van de hemel, en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
daarna wij die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met Hem opgenomen worden in de wolken, de Here tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Here wezen.
Zo dan, vertroost elkander met deze woorden.
1 Thessalonicenzen 4:13-18


Zie, ik zeg u een geheimenis: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden,
in een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal klinken, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.
Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.
En wanneer dit verderfelijke onverderfelijkheid aangedaan zal hebben, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan zal hebben, alsdan zal het woord geschieden dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning.
Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?
De prikkel nu des doods is de zonde, en de kracht der zonde is de wet.
Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus.
1 Korinthiërs 15:51-57


En er zullen tekenen zijn in de zon, en de maan, en de sterren, en op de aarde radeloze angst der volken, als de zee en de watergolven bulderen,
en de mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
En alsdan zullen zij de Zoon des mensen zien komende in een wolk met grote kracht en heerlijkheid.
Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is.
Lukas 21:25-28


Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anders zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden.
En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben.
En waar Ik heen ga, weet gij, en de weg weet gij.
Johannes 14:1-4

Dit vooral moet gij weten, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerten zullen wandelen,
en zeggen: Waar is de belofte Zijner komst? Want van die dag, dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping.
Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag. De Here vertraagt de belofte niet, maar is lankmoedig jegens ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
Maar de dag des Heren zal komen als een dief in de nacht, in welke de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken die daarin zijn, zullen verbranden.
Omdat dan al deze dingen zullen vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godzaligheid;
verwachtende en haastende tot de komst van de dag Gods, in welke de hemelen door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten?
Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont.
2 Petrus 3:3,4,8-13


Want gelijk de bliksem komt van het oosten, en schijnt tot het westen, alzo zal de komst van de Zoon des mensen wezen.
En terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
En alsdan zal in de hemel verschijnen het teken van de Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen en zullen de Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels met grote kracht en heerlijkheid.
En Hij zal Zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere.
Matthéüs 24:27,29-31

En toen Hij op de Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw komst, en van de voleinding der wereld?
En Jezus, antwoordde en zeide tot hen: Ziet toe, dat niemand u verleide.
Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden.
En gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen. Ziet toe, wordt niet verschrikt, want al die dingen moeten geschieden, maar nog is er het einde niet.
Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
Doch al die dingen zijn maar het begin der weeën.
Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking en zullen u doden; en gij zult gehaat worden door alle volken om Mijns Naams wil.
En dan zullen er velen geërgerd worden, en zullen elkander overleveren en elkander haten.
En vele valse profeten zullen opstaan en zullen er velen verleiden.
En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkillen.
Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen.
Matthéüs 24:3-14


Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen, door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid,
het huwelijk verbiedende en het genot van spijzen die God geschapen heeft tot nuttiging met dankzegging voor de gelovigen, die de waarheid hebben erkend.
1 Timothéüs 4:1-3

En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden.
Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, de ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig,
zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden,
verraders, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor wellust dan voor God,
hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht daarvan verloochend hebben. Heb ook een afkeer van dezen.
2 Timothéüs 3:1-5


Doch van die dag en ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.
En zoals in de dagen van Noach, alzo zal ook zijn de komst van de Zoon des mensen.
Want zoals zij waren in die dagen voor de zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk gevende, tot de dag toe op welke Noach in de ark ging;
en het niet bemerkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de komst van de Zoon des mensen.
Alsdan zullen er twee op de akker zijn; de een zal aangenomen en de ander zal verlaten worden.
Er zullen twee vrouwen malen in de molen; de ene zal aangenomen en de andere zal verlaten worden.
Waakt dan, want gij weet niet in welke ure uw Here komen zal.
Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben en zou in zijn huis niet hebben laten inbreken.
Daarom zijt ook gij bereid; want op een uur dat gij het niet verwacht, zal de Zoon des mensen komen.
Matthéüs 24:36-44


Ik betuig dan voor God en de Here Jezus Christus, die de levenden en doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn koninkrijk:
predik het Woord, houd aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.
Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar, omdat hun gehoor verwend is, zullen zij zichzelf leraars bijeenhalen, naar hun eigen begeerten,
en zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabels.
Maar gij wees wakker in alles; lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist; maak dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij.
Want ik word nu tot een plengoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande.
Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het geloof behouden. Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Here, de rechtvaardige Rechter, op die dag geven zal, en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning liefgehad hebben.
2 Timothéüs 4:1-8


Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
Matthéüs 24:34

Wat de Bijbel te zeggen heeft over Wie niet behouden worden

Want zij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.
Romeinen 3:23


Daarom gelijk door één mens de zonde in de wereld gekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, omdat allen gezondigd hebben.
Romeinen 5:12


Want de bezoldiging (het loon) der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven door Jezus Christus, onze Here.
Romeinen 6:23


De Here vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid noemen), maar is lankmoedig jegens ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
2 Petrus 3:9


Want de toorn Gods wordt geopenbaard van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
Omdat hetgeen van God gekend kan worden, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard.
Want Zijn onzienlijke dingen worden van de schepping der wereld aan uit Zijn werken verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn.
Romeinen 1:18-20


Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
Romeinen 5:8


Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden.
Johannes 3:17


Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.
Lukas 5:32


Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was.
Lukas 19:10


Jezus antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.
Johannes 3:3


Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 3:16


En zij zeiden: Geloof in de Here Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.
Handelingen 16:31


En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen.
Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar wie niet zal geloofd hebben, zal veroordeeld worden.
Markus 16:15,16


De Geest des Heren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden om de armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken zijn van hart,
om aan de gevangenen te prediken loslating, en aan de blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid, om te prediken het aangename jaar des Heren.
Lukas 4:18,19

Bijbelse waarheden over Anderen vergeven

Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven.
Maar indien gij de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.
Matthéüs 6:14,15


Toen kwam Petrus tot Hem, en zeide: Here, hoe menigmaal zal een broeder tegen mij zondigen, en ik hem vergeven? Tot zevenmaal?
Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot zeventigmaal zevenmaal.
Matthéüs 18:21,22


Gedenkt de vroegere dingen niet, en overlegt de oude dingen niet.
Zie, Ik zal wat nieuws maken; nu zal het uitspruiten, zult gij er geen acht op slaan? Ja Ik zal in de woestijn een weg leggen, en rivieren in de wildernis.
Jesaja 43:18,19

Ziet toe op uzelf! Indien uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem; en indien het hem leed is, zo vergeef het hem.
Lukas 17:3


En wanneer gij staat te bidden, vergeeft, indien gij iets hebt tegen iemand; opdat ook uw Vader die in de hemelen is, u uw overtredingen vergeve.
Markus 11:25


Verdragende elkander, en vergevende de een de ander, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft, gelijk als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo.
Kolossenzen 3:13


Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen heb.
Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen achter mij ligt, en strekkende mij tot hetgeen voor mij ligt, jaag ik naar het doel tot de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.
Filippenzen 3:13,14


Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God leed verdraagt, lijdende ten onrechte.
Want wat lof is het, indien gij verdraagt als gij zondigt en daarvoor geslagen wordt?
Maar indien gij verdraagt als gij wèl doet en daardoor lijdt, dat is genade bij God.
Want hiertoe zijt gij geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden;
die als Hij gescholden werd, niet terugschold, en als Hij leed, niet dreigde, maar gaf het over aan Hem, die rechtvaardig oordeelt.
1 Petrus 2:19-23


Vergeldt geen kwaad met kwaad, of schelden met schelden, maar zegent daarentegen, wetende, dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegening zoudt beërven.
Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die weerhoude zijn tong van het kwaad, en zijn lippen van bedrog.
1 Petrus 3:9,10

Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hun is het Koninkrijk der hemelen.
Zalig zijt gij als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwil.
Verblijdt u en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten die vóór u geweest zijn.
Matthéüs 5:10-12


Want wij kennen Hem, die gezegd heeft: Mij is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. En wederom: De Here zal Zijn volk oordelen.
Hebreeën 10:30


Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief, zegent ze die u vervloeken; doet wel degenen die u haten, en bidt voor degenen die geweld doen en die u vervolgen.
Matthéüs 5:44


Wordt door het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede.
Romeinen 12:21

Geliefden, laat u niet bevreemden door de hitte der verdrukking over u, die geschiedt tot beproeving, alsof u iets vreemds overkwam;
maar naarmate gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, verblijdt u daarom; opdat ook gij in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen.
Indien gij gesmaad wordt om de Naam van Christus, zo zijt gij zalig; want de Geest der heerlijkheid en de Geest van God rust op u. Wat hen aangaat, Hij wordt wel gelasterd, maar wat u aangaat, Hij wordt verheerlijkt.
1 Petrus 4:12-14


Alle bitterheid en toorn, en gramschap en geschreeuw, en laster zij van u geweerd, met alle boosheid;
Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijk ook God in Christus u vergeven heeft.
Efeziërs 4:31,32

Bijbelse waarheden over Gemeenschap met christenen

Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.
Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
1 Johannes 1:3,7


En wandelt in de liefde, gelijk ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.
Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en jubelende de Here in uw hart.
Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn beenderen.
Efeziërs 5:2,19,30

Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende de Here met dank in uw hart.
Kolossenzen 3:16


Alsdan spreken wie de HERE vrezen, een ieder tot zijn naaste: De HERE merkt het toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht geschreven voor degenen die de HERE vrezen, en voor degenen die aan Zijn Naam gedenken.
Maleachi 3:16


En zie, twee van hen gingen op dezelfde dag naar een vlek dat zestig stadiën van Jeruzalem was, welks naam was Emmaus.
En zij spraken samen onder elkander van al deze dingen die er gebeurd waren.
En het geschiedde terwijl zij samen spraken en elkaar ondervraagden, dat Jezus Zelf bij hen kwam en met hen ging.
Lukas 24:13-15


Wij, die samen vertrouwelijke omgang genoten, die in het feestgewoel gingen naar Gods huis.
Psalm 55:15


En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn gelijk als Wij.
Opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt.
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn gelijk als Wij één zijn,
Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in één, en opdat de wereld erkenne dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.
Johannes 17:11,21-23


En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtig bijeen.
En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
En dagelijks eendrachtig in de tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij tezamen met verheuging en eenvoud des harten,
en prezen God, en hadden genade bij het ganse volk. En de Here voegde dagelijks toe aan de gemeente, die zalig werden.
Handelingen 2:1,42,46,47


Doch de God der volharding en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar (het voorbeeld van) Christus Jezus,
opdat gij eendrachtig met één mond moogt verheerlijken de God en Vader van onze Here Jezus Christus.
Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft tot de heerlijkheid Gods.
Romeinen 15:5-7

Maar ik bid u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er onder u geen scheuringen zijn. Weest vast aaneengesloten, één van zin, en één van gevoelen.
1 Korinthiërs 1:10


Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus.
Zo dan terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar het meest aan de huisgenoten des geloofs.
Galaten 6:2,10


Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods,
gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is,
op welke het gehele gebouw, bekwaam samengevoegd zijnde, opwast tot een heilige tempel in de Here,
op welke ook gij medegebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
Efeziërs 2:19-22

Ik dank mijn God, zo dikwijls als ik uwer gedenk.
Alleen, wandelt waardig het Evangelie van Christus, opdat hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken mag horen, dat gij staat in één Geest, met één gemoed gezamenlijk strijdende door het geloof aan het Evangelie.
Filippenzen 1:3,27


Indien er dan enige vertroosting is in Christus, indien er enige troost is der liefde, indien er enige gemeenschap is des Geestes, indien er enige innerlijke medegevoelens en ontfermingen zijn,
zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van één gemoed en van één gevoelen zijnde.
Filippenzen 2:1,2


En laat ons op elkander acht geven, tot aanvuring der liefde en der goede werken;
En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet verzuimen, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer als gij ziet dat de dag nadert.
Hebreeën 10:24,25

Opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus.
Kolossenzen 2:2

Bijbelse waarheden over Uw verantwoordelijkheid

Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons ingezet heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders het leven in te zetten.
Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem?
Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met de woorden noch met de tong, maar met de daad en waarheid.
1 Johannes 3:16-18


Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
Spreuken 22:6


Want God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten, en de arbeid der liefde die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt en nog dient.
Hebreeën 6:10

En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen.
Markus 16:15


Indien er nu een broeder of zuster naakt zou zijn, en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel;
en iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat heen in vrede, wordt warm en wordt verzadigd; en gij zoudt hun niet geven het nodige voor het lichaam, wat nut doet dat?
Alzo ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is in zichzelf dood.
Jakobus 2:15-17


En zo wie een van deze kleinen slechts een beker koud water te drinken geeft omdat hij een discipel is, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins ontgaan.
Matthéüs 10:42


Doch zo iemand de zijnen en voornamelijk zijn huisgenoten niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige.
1 Timothéüs 5:8

Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen te worden en door de mensen vertreden te worden.
Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.
Noch steekt men een kaars aan en zet die onder een korenmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt voor allen die in het huis zijn;
Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader die in de hemelen is, verheerlijken.
Matthéüs 5:13-16


Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot een voorhoofdband zijn tussen uw ogen.
En leert die uw kinderen, en spreekt daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op de weg gaat, en als gij nederligt en als gij opstaat.
Deuteronomium 11:18,19

Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd.
Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen.
Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden zeggende: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en U te drinken gegeven?
En wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt, en gekleed?
En wanneer hebben wij u krank gezien of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen? En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u, voor zoveel gij dit aan een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat aan Mij gedaan.
Matthéüs 25:35-40


De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.
Jakobus 1:27


Broeders, zelfs indien iemand betrapt worde op een overtreding, helpt gij die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid; ziende op uzelf, opdat ook gij niet verzocht wordt.
Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus.
Want zo iemand meent iets te zijn terwijl hij niets is, die bedriegt zichzelf in zijn gemoed.
Maar een ieder beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelf alleen roem hebben, en niet aan een ander.
Want een ieder zal zijn eigen last dragen.
En die onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen aan degene, die hem onderwijst.
Galaten 6:1-6


En deze woorden die Ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn.
En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op de weg gaat, en als gij nederligt en als gij opstaat.
Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand en zij zullen u tot voorhoofdband tussen uw ogen zijn.
En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.
Deuteronomium 6:6-9


Maar gij zult ontvangen de kracht van de Heilige Geest die over u komen zal, en gij zult Mijn getuigen zijn, zowel te Jeruzalem als in geheel Judea en Samaria en tot aan het uiterste der aarde.
Handelingen 1:8


En de scharen vroegen Hem, zeggende: Wat zullen wij dan doen? En Hij antwoordde en zeide tot hen: Wie twee stel klederen heeft, dele mede aan hem die er geen heeft; en wie spijze heeft, doe evenzo.
Lukas 3:10,11

Bijbelse waarheden over Het spreken van Gods woorden

Want voorwaar zeg Ik u, dat zo wie tot deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven, dat hetgeen hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden al wat hij zegt.
Markus 11:23


En de Here zeide: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tegen deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld, en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzaam zijn.
Lukas 17:6


Want Ik heb uit Mijzelf niet gesproken; maar de Vader die Mij gezonden heeft, die heeft Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal en wat Ik spreken zal.
En Ik weet dat Zijn gebod het eeuwige leven is. Hetgeen Ik dan spreek, dat spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader gezegd heeft.
Johannes 12:49,50

En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er kwam grote stilte.
Markus 4:39


Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.
Hebreeën 11:3


Een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, zoals u; en Ik zal Mijn woorden in zijn mond geven, en hij zal tot hen spreken alles wat Ik hem gebieden zal.
Deuteronomium 18:18


Looft de HERE, Zijn engelen, gij krachtige helden die Zijn woord doet, gehoorzamende aan de stem Zijns woords.
Psalm 103:20


Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden; (want die het beloofd heeft, is getrouw).
Hebreeën 10:23


De wijze van hart zal verstandig genoemd worden, en de zoetheid der lippen zal de lering versterken.
Het hart eens wijzen maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen de lering versterken.
Liefelijke redenen zijn een honigraat, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente.
Een belialsman (nietswaardig man) graaft kwaad op, en op zijn lippen is het als verzengend vuur.
Hij sluit zijn ogen om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen samengedrukt, volbrengt hij het kwaad.
Spreuken 16:21,23,24,27,30


Indien iemand onder u denkt dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos.
Jakobus 1:26


Omdat wij nu dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk er geschreven is: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken; zo geloven wij ook, daarom spreken wij ook.
2 Korinthiërs 4:13

Want uit de overvloed des harten spreekt de mond.
Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord dat de mensen zullen spreken, zij rekenschap zullen geven in de dag des oordeels.
Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld worden.
Matthéüs 12:34b,36,37


Maar de rechtvaardigheid die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in de hemel opklimmen? Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs hetwelk wij prediken.
Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden dat Jezus Heer is, en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
Want met het hart gelooft men tot rechtvaardigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid.
Romeinen 10:6a,8-10


Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten, maar de ziel der trouwelozen (zal) het geweld (eten).
Wie de wacht houdt over zijn mond, behoudt zijn ziel; maar voor hem is onheil, die zijn lippen wijd opendoet.
Spreuken 13:2,3


Er is een die woorden als steken van een zwaard onbedachtzaam uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.
Spreuken 12:18


De woorden van de mond van een man zijn diepe wateren, en de springader der wijsheid is een bruisende beek.
De mond van de zot is hemzelf tot een verderf, en zijn lippen een strik voor zijn ziel.
Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de opbrengst zijner lippen.
Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.
Spreuken 18:4,7,20,21

Slaat uw spaden tot zwaarden, en uw sikkelen tot speren; de zwakke zegge: Ik ben een held.
Joël 3:10

Bijbelse waarheden over Verhoord gebed


En het zal geschieden, eer zij roepen zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken zo zal Ik horen.
Jesaja 65:24


Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.
Want een ieder die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.
Matthéüs 7:7,8


En al wat gij gelovig zult begeren in het gebed, zult gij ontvangen.
Matthéüs 21:22


Wederom, Ik zeg u, dat als twee van u op de aarde iets eenparig zullen begeren, het hun zal ten deel vallen van Mijn Vader die in de hemelen is.
Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in hun midden.
Matthéüs 18:19,20

Daarom zeg Ik u, alle dingen die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.
Markus 11:24


En al wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde.
Johannes 14:13


Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.
Johannes 15:7


En in die dag zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, al wat gij de Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij u geven.
Johannes 16:23


Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden te gelegener tijd.
Hebreeën 4:16

En verlustig u in de HERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.
Psalm 37:4


Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn, Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken.
Psalm 91:15


De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in der waarheid.
Hij vervult de wens van wie Hem vrezen, en Hij hoort hun geroep, en verlost hen.
Psalm 145:18,19


De HERE is ver van de goddelozen, maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.
Spreuken 15:29


Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en ondoorgrondelijke dingen die gij niet weet.
Jeremia 33:3

Maar gij, wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt uw Vader, die in het verborgen is; en uw Vader, die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden.
Matthéüs 6:6


En al wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden bewaren, en doen hetgeen welgevallig is voor Hem.
1 Johannes 3:22

Bijbelse waarheden over Niet-behouden geliefden

En zij zeiden: Geloof in de Here Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.
Handelingen 16:31


Die woorden tot u zal spreken, door welke gij zult zalig worden, en geheel uw huis.
Handelingen 11:14


Alzo bestaat bij uw Vader die in de hemelen is de wil niet, dat een van deze kleinen verloren gaat.
Matthéüs 18:14


Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw nakroost gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen.
Jesaja 44:3


Hij, Die u roept is getrouw, die het ook doen zal.
1 Thessalonicenzen 5:24

De Here vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid noemen), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
2 Petrus 3:9


Evenzo gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig; opdat ook, zo enigen het Woord ongehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden mogen gewonnen worden,
als zij zullen ingezien hebben uw reine wandel in vreze.
1 Petrus 3:1,2


Werp uw zorg op de HERE, en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten, dat de rechtvaardige wankele.
Psalm 55:23


Alzo zegt de HERE: Bewaart het recht en doet gerechtigheid; want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid om geopenbaard te worden.
Jesaja 56:1

En een vrouw, die een ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate.
Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door de man. Want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn ze heilig.
Maar indien de ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de zuster is in dit geval niet gebonden. Maar God heeft ons tot vrede geroepen.
Want hoe weet gij vrouw, of gij de man zult zalig maken? Of hoe weet gij man, of gij de vrouw zult zalig maken?
1 Korinthiërs 7:13-16


Beproeft alle dingen, behoudt het goede.
Onthoudt u van alle schijn des kwaads.
1 Thessalonicenzen 5:21,22


De HERE heeft Zijn heil bekend gemaakt; Hij heeft Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der heidenen.
Psalm 98:2


Wie is er onder u, die de HERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternis wandelt en geen licht heeft, dat hij betrouwe op de Naam des HEREN en steune op zijn God.
Jesaja 50:10


Doch Ik zeg u de waarheid, het is u nut, dat Ik wegga; want als Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.
En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel.
Johannes 16:7,8


Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
Spreuken 22:6

Bijbelse waarheden over Huwelijk


Ook had de HERE God gesproken: Het is niet goed dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die bij hem past.
Genesis 2:18


Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aanhangen; en zij zullen tot één vlees zijn.
Genesis 2:24


Wie een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen verworven van de HERE.
Spreuken 18:22


Neemt vrouwen en gewint zonen en dochters en neemt vrouwen voor uw zonen, en geeft uw dochters aan mannen, dat zij zonen en dochters baren; en wordt aldaar vermenigvuldigd en wordt niet verminderd.
Jeremia 29:6


Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig.
Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming.
Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de HERE kennen.
Hosea 2:18,19


Maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
De man kome jegens zijn vrouw zijn echtelijke verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man.
De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw.
1 Korinthiërs 7:2-4


Ik wil dan dat de jonge weduwen trouwen, kinderen krijgen, het huis regeren, geen oorzaak van laster aan de tegenpartij geven.
1 Timothéüs 5:14


Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen.
Hebreeën 13:4


Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de Here.
Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus hoofd der gemeente is; en Hij is de behouder des lichaams.
Daarom, gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles.
Gij mannen, hebt uw eigen vrouw lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelf voor haar heeft overgegeven,
opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord,
opdat Hij haar Zich heerlijk zou voorstellen, een gemeente die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.
Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelf lief.
Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, gelijk ook de Here de gemeente.
Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn beenderen.
Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en zij twee zullen tot één vlees wezen.
Dit geheimenis is groot, doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de gemeente.
Zo dan ook gij elk in het bijzonder, een ieder hebbe zijn eigen vrouw zó lief als zichzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Efeziërs 5:22-33


Evenzo gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, opdat ook zo enigen aan het Woord ongehoorzaam zijn, zij door de wandel der vrouwen zonder woorden mogen gewonnen worden.
1 Petrus 3:1


Evenzo gij mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook medeërfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.
1 Petrus 3:7


Bijbelse waarheden over Scheiding

Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief.
Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel.
Matthéüs 5:31,32


En de Farizeeën kwamen tot Hem, Hem verzoekende, en zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten om allerlei oorzaak?
Doch Hij, antwoordde en zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, dat Hij die van den beginne de mens gemaakt heeft, ze gemaakt heeft man en vrouw?
En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn?
alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten?
Hij zeide tot hen: Mozes heeft vanwege de hardheid uwer harten u toegestaan uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo niet geweest.
Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaat anders dan om hoererij en een ander trouwt, die doet overspel; en wie de verlatene trouwt, doet ook overspel.
Matthéüs 19:3-9


En de Farizeeën tot Hem komende vroegen Hem of het een man geoorloofd is zijn vrouw te verlaten, Hem verzoekende.
Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wat heeft u Mozes geboden?
En zij zeiden: Mozes heeft toegelaten een scheidbrief te schrijven en haar te verlaten.
En Jezus, antwoordde en zeide tot hen: Vanwege de hardheid uwer harten heeft hij u dat gebod geschreven.
Maar van het begin der schepping heeft God ze man en vrouw gemaakt.
Daarom zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen,
en die twee zullen tot één vlees zijn, alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees.
Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
En in het huis vroegen Zijn discipelen Hem wederom daarnaar.
En Hij zeide tot hen: Zo wie zijn vrouw verlaat en een andere trouwt, die doet overspel tegen haar.
En indien een vrouw haar man zal verlaten, en met een andere (zal) trouwen, die doet overspel.
Markus 10:2-12


Een ieder die zijn vrouw verlaat en een ander trouwt, die doet overspel; en een ieder die de verlatene van de man trouwt, die doet ook overspel.
Lukas 16:18


Doch de getrouwden gebied niet ik, maar de Here, dat de vrouw van de man niet scheide.
En indien zij ook scheidt, dat zij ongetrouwd blijve, of zich met de man verzoene; en dat de man de vrouw niet verlate.
Maar de anderen zeg ik, niet de Here: Indien enige broeder een ongelovige vrouw heeft, en deze tevreden is bij hem te wonen, dat hij ze niet verlate.
En een vrouw die een ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate.
Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door de man. Want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.
Maar indien de ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de zuster is in dit geval niet gebonden. Maar God heeft ons tot vrede geroepen.
Want hoe weet gij vrouw, of gij de man zult zalig maken? Of hoe weet gij man, of gij de vrouw zult zalig maken?
Doch gelijk God aan een ieder heeft uitgedeeld, gelijk de Here een ieder geroepen heeft, dat hij alzo wandele; en alzo verordene ik in al de gemeenten.
1 Korinthiërs 7:10-17

Wanneer een man een vrouw zal genomen hebben en die getrouwd hebben, zo zal het geschieden indien zij geen genade zal vinden in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft, dat hij haar een scheidbrief zal schrijven en in haar hand geven, en ze laten gaan uit zijn huis.
Als zij dan uit zijn huis uitgegaan zijnde, zal henengaan en een andere man tot vrouw worden,
en deze laatste man haar gehaat (zal hebben) en haar een scheidbrief (zal hebben) geschreven en in haar hand gegeven (zal hebben), en uit zijn huis zal hebben laten gaan, of als deze laatste man die haar voor zich tot vrouw genomen heeft, zal gestorven zijn,
zo zal haar eerste man die haar heeft laten gaan, haar niet mogen wedernemen, om hem tot vrouw te zijn, nadat zij is verontreinigd geworden; want dat is een gruwel voor het aangezicht des HEREN; alzo zult gij het land niet doen zondigen, dat de HERE uw God u ten erfdeel geeft.
Deuteronomium 24:1-4

Men zegt: Zo een man zijn huisvrouw verlaat, en zij gaat van hem en wordt van een andere man, zal hij ook tot haar nog wederkeren? Zou dat land niet ten zeerste ontheiligd worden? Gij nu hebt met veel minnaars gehoereerd; keer nochtans weder tot Mij, spreekt de HERE.
Jeremia 3:1

Bijbelse waarheden over Uw gezin


En zij zeiden: Geloof in de Here Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.
Handelingen 16:31


Doch zo het kwaad is in uw ogen de HERE te dienen, kiest u heden wien gij dienen zult; hetzij de goden welke uw vaders die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten in welker land gij woont; maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen de HERE dienen!
Jozua 24:15


Alle bitterheid, en toorn, en gramschap, en geroep, en laster zij van u geweerd, met alle boosheid;
Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijk ook God in Christus u vergeven heeft.
Efeziërs 4:31,32


Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods.
Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de Here,
want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het hoofd der gemeente is; en hij is de behouder des lichaams.
Daarom, gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles.
Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven,
opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord,
opdat Hij haar Zich heerlijk zou voorstellen, een gemeente, die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij zal heilig zijn en onberispelijk.
Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelf lief.
Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, gelijk ook de Here de gemeente.
Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn beenderen.
Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en zij twee zullen tot één vlees wezen.
Dit geheimenis is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de gemeente.
Zo dan ook gij elk in het bijzonder, een ieder hebbe zijn eigen vrouw zó lief als zichzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Gij kinderen, zijt uw ouders gehoorzaam in de Here; want dat is recht.
Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte),
opdat het u welga en dat gij lang leeft op de aarde.
En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heren.
Efeziërs 5:21-6:4


Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
Spreuken 22:6


Eert uw vader en uw vader, opdat uw dagen verlengd worden in dit land dat de HERE uw God u geeft.
Exodus 20:12


Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende met alle waardigheid,
(want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de gemeente Gods zorg dragen?)
1 Timothéüs 3:4,5


En Hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome en de aarde met de ban sla.
Maleachi 4:6


De kroon der ouden zijn de kindskinderen, en der kinderen sieraad zijn hun vaderen.
Spreuken 17:6

Zie, de kinderen zijn een erfdeel des HEREN; de vrucht van de buik is een beloning.
Gelijk de pijlen zijn in de hand van een held, zo zijn de zonen der jeugd.
Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker daarmee gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden als zij met de vijanden spreken zullen in de poort.
Psalm 127:3-5


En deze woorden, die Ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn.
En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op de weg gaat, en als gij nederligt en als gij opstaat.
Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij zullen u tot een voorhoofdsband zijn tussen uw ogen.
En gij zult ze op de posten van uw huizen en aan uw poorten schrijven.
Deuteronomium 6:6-9


Tuchtig uw zoon, en hij zal u rust bereiden en u vreugde verschaffen.
Spreuken 29:17

En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heren.
Efeziërs 6:4


De goede doet zijn kindskinderen erven, maar het vermogen van de zondaar wordt weggelegd voor de rechtvaardigen.
Spreuken 13:22


Welgelukzalig is een ieder die de HERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.
Want gij zult eten de arbeid uwer handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan.
Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijde van uw huis, uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel.
Zie, zó zeker zal die man gezegend worden die de HERE vreest.
Psalm 128:1-4


De vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en wie een wijze zoon gewint, zal zich over hem verblijden.
Spreuken 23:24

En al uw kinderen zullen door de HERE geleerd worden, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn.
Jesaja 54:13

Bijbelse waarheden over de huisvrouw


Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen verworven van de HERE.
Spreuken 18:22


Evenzo gij vrouwen, weest uw eigen mannen onderdanig, opdat ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel der vrouwen zonder woorden gewonnen worden,
doordat zij uw reine en godvrezende wandel opmerken.
Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van het haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden,
maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
Want aldus tooiden zich ook weleer de heilige vrouwen, die hoopten op God, onderdanig aan haar mannen,
zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde; en haar dochters zijt gij als gij goed doet en u geen schrik laat aanjagen.
Desgelijks gij mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook medeërfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.
1 Petrus 3:1-7


Geniet het leven met de vrouw die gij liefhebt, al de dagen van uw ijdel leven, welke God u gegeven heeft onder de zon, al uw ijdele dagen; want dit is uw deel in dit leven, en van uw arbeid dien gij arbeidt onder de zon.
Prediker 9:9


Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in de Here.
Kolossenzen 3:18


Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijde van uw huis; uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel.
Psalm 128:3

De man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke) verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man.
1 Korinthiërs 7:3


Uw bron zij gezegend; en verblijd u vanwege de huisvrouw uwer jeugd, een zeer liefelijke hinde en een bekoorlijke ree; laat haar borsten u te allen tijde vreugdedronken maken; wees verrukt over haar liefde.
Spreuken 5:18,19


Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods.
Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan de Here,
want de man is het hoofd van de vrouw, gelijk ook Christus het hoofd der gemeente is; en hij is de behouder des lichaams. Daarom, gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles.
Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelf voor haar heeft overgegeven,
opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende door het bad des waters met het Woord,
opdat Hij haar Zich heerlijk zou voorstellen, een gemeente, die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij heilig zal zijn en onberispelijk.
Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelf lief.
Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, gelijk ook de Here de gemeente.
Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn beenderen.
Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees wezen.
Dit geheimenis is groot, doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de gemeente.
Zo dan ook gij, elk in het bijzonder, een ieder hebbe zijn eigen vrouw zó lief als zichzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Efeziërs 5:21-33

Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waarde is ver boven de robijnen.
Het hart van haar heer vertrouwt op haar, zodat geen goed hem zal ontbreken.
Zij doet hem goed en geen kwaad, alle dagen van haar leven.
Zij zoekt wol en vlas, en werkt met vaardige handen.
Zij is als de schepen van een koopman, zij doet haar brood van verre komen.
En zij staat op terwijl het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en aan haar dienstmaagden het haar toekomende deel.
Zij denkt om een akker en krijgt hem; van de vrucht van haar handen plant zij een wijngaard.
Zij gordt haar lendenen met kracht, en zij versterkt haar armen.
Zij bemerkt dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.
Zij steekt haar handen uit naar de spil, en haar handpalmen vatten de spinrok.
Zij breidt haar handpalm uit tot de ellendige, en zij steekt haar armen uit naar de nooddruftige.
Zij vreest voor haar huis niet vanwege de sneeuw, want haar ganse huis is met dubbele klederen bekleed.
Zij maakt voor zich tapijtsieraad; haar kleding is fijn linnen en purper.
Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands.
Zij maakt fijn lijnwaad en verkoopt het, en zij levert de koopman gordels.
Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding, en zij lacht over de komende dag.
Zij doet haar mond open met wijsheid, en op haar tong ligt vriendelijke onderwijzing. Zij beschouwt de gang van haar huishouding, en het brood der luiheid eet zij niet.
Haar kinderen staan op en roemen haar welgelukzalig; ook haar man, en hij prijst haar, zeggende:
Vele dochters hebben deugdelijk gehandeld, maar gij gaat die allen te boven.
De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid; maar een vrouw die de HERE vreest, die zal geprezen worden.
Geef haar van de vrucht van haar handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten.
Spreuken 31:10-31



Een kloeke huisvrouw is een kroon van haar heer; maar die beschaamd maakt is bederf in zijn beenderen.
Spreuken 12:4


Elke wijze vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen.
Spreuken 14:1


Huis en goed is een erfdeel van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van de HERE.
Spreuken 19:14

Bijbelse waarheden over de weduwe


De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.
Jakobus 1:27


De zegen van dengene die dreigde verloren te gaan, kwam op mij; en het hart der weduwe deed ik vrolijk zingen.
Job 29:13


Die het recht van de wees en van de weduwe doet en de vreemdeling liefheeft, dat Hij hem brood en kleding geeft.
Deuteronomium 10:18


Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten.
Psalm 147:3


Hij is een Vader der wezen, en een Rechter der weduwen; God in de woonstede Zijner heiligheid.
Psalm 68:6

Het huis der hovaardigen zal de HERE afbreken; maar de landpaal der weduwe zal hij vastzetten.
Spreuken 15:25


De HERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt de wees en de weduwe staande; maar de weg der goddelozen keert hij om.
Psalm 146:9


Laat uw wezen achter, en Ik zal hen in het leven behouden, en laat uw weduwen op Mij vertrouwen.
Jeremia 49:11


Want uw Maker is uw Man, HERE der heerscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is uw Verlosser; Hij zal de God van de ganse aardbodem genoemd worden.
Jesaja 54:5


Vervloekt zij hij die het recht van een vreemdeling, van de wees en van de weduwe buigt! En al het volk zal zeggen: Amen.
Deuteronomium 27:19

Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weder tot u.
Johannes 14:18


Laat ons dan door Hem altijd Gode offeren een offerande van lof, dat is, de vrucht der lippen die Zijn Naam belijden.
Hebreeën 13:15


En gij dan hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen.
Johannes 16:22


Een vrouw is door de wet gebonden zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, mits in de Here.
Toch is zij naar mijn mening gelukkiger indien zij blijft zoals zij is. En ik meen ook de Geest Gods te hebben.
1 Korinthiërs 7:39,40


Lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
En zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Matthéüs 28:19b,20

"Ik koester de mening dat kennis van de Bijbel en godsdienstonderwijs eerder belangrijker dan minder belangrijk is geworden. Het gaat daarbij ook om de vorming van het geweten en het hart. Het gaat ook om meer dan alleen ons eigen leven maar ook om de grotere samenhang van ons leven als door God geschapen. We merken in deze tijd ook steeds meer dat we telkens opnieuw leven vanuit voorwaarden die we niet zelf kunnen maken, maar die geworteld zijn in onze aller geschiedenis, in onze overtuigingen, in ons geloof; die ons ook naar de toekomst dragen en die ons vooral voorbij een deel van ons egocentrisme kan brengen. Een land met door de grondwet gegarandeerde vrijheid is inderdaad gericht op een vrijheid die altijd ook vanuit de verantwoordelijkheid voor de andere gedacht wordt. En juist daarom acht ik kennis van de Bijbel en godsdienstonderwijs uiterst belangrijk."

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)