HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                                                                                     

OVER SACRAMENTEN GESPROKEN

Lees de Bijbel   De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 811 - OVER SACRAMENTEN GESPROKEN

De 

BIJBEL: bron van vrede

PROTESTANTSE KERK KENT TWEE SACRAMENTEN

Binnen de protestantse kerk werden slechts twee sacramenten behouden: de doop en het avondmaal. Binnen het protestantisme wordt het sacrament gezien als een zichtbaar teken (een signaal) en een zegel (een bevestiging) van Gods genade. Naast de prediking (een hoorbaar teken van Gods genade) kent het protestantisme dus ook twee zichtbare tekenen van Gods genade. De sacramenten wordenook gezien als tekenen en zegelen van Gods verbond met zijn volk. De protestantse visie grijpt terug op het Oude Testament waarin ook twee proto-sacramenten werden onderscheiden: de besnijdenis en het pascha. Voor protestanten zijn slechts de doop en het avondmaal in plaats van deze twee proto-sacramenten gekomen.


DE HEILIGE DOOP

“Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen
onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.”

Wij geloven en belijden dat Jezus Christus, die het einde van de wet is (Rom. 10:4), door het vergieten van zijn bloed een eind gemaakt heeft aan elke andere bloedstorting die men zou kunnen of willen doen tot verzoening voor onze zonden. Hij heeft de besnijdenis, waarbij bloed vloeide, afgeschaft en in plaats daarvan het sacrament van de doop ingesteld.

Hierdoor worden wij in de kerk van God opgenomen en van alle andere volken en vreemde godsdiensten afgezonderd, om helemaal het eigendom te zijn van Hem, van wie wij het merk en veldteken dragen. Dit dient ons tot een getuigenis dat Hij eeuwig onze God en onze genadige Vader zal zijn.

Daarom heeft Christus geboden al de zijnen te dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest (Matt. 28:19), met gewoon water. Daarmee geeft Hij ons te verstaan: evenals het water waarmee de dopeling overgoten en voor aller ogen besprenkeld wordt, de onreinheid van het lichaam afwast, zo bewerkt het bloed van Christus hetzelfde vanbinnen, in de ziel, door de Heilige Geest; het besprenkelt de ziel en zuivert haar van zonden en doet ons van kinderen des toorns opnieuw geboren worden tot kinderen van God.

Wij worden evenwel niet door het water als zodanig van onze zonden gereinigd, maar door de besprenkeling met het kostbaar bloed van deZoon van God. Hij is onze Rode Zee, waar wij doorheen moeten gaan omte ontkomen aan de tirannie van Farao — dat is de duivel —en binnen te gaan in het geestelijke Kanaän.

De dienaren van hun kant geven ons alleen het sacrament, dat zichtbaar is, maar onze Here geeft wat door het sacrament wordt aangeduid, namelijk de onzichtbare genadegaven. Hij wast onze ziel en reinigt haar grondig van alle onreinheden en ongerechtigheden9. Hij vernieuwt onshart, schenkt ons volkomen troost en geeft ons vaste zekerheid van zijn vaderlijke goedheid. Hij doet ons de nieuwe mens aan en Hij trekt onsde oude mens uit met al zijn werken.

Daarom geloven wij dat wie tot het eeuwige leven wil komen, maar eenmaal gedoopt moet worden. De doop mag niet herhaald worden, wantwij kunnen ook niet tweemaal geboren worden. Deze doop is immers niet alleen van waarde voor ons wanneer wij hem ontvangen en het water op ons is, maar gedurende ons hele leven.

Daarom verwerpen wij de dwaling van de wederdopers, die niet tevreden zijn met de eens ontvangen doop en die bovendien de doop van de kleine kinderen der gelovigen veroordelen. Wij geloven daarentegen dat men hen behoort te dopen en met het teken van het verbond te verzegelen,evenals de kleine kinderen in Israël besneden werden op grond vandezelfde beloften die aan onze kinderen gedaan zijn. Christus heeftzijn bloed even zeker vergoten om de kleine kinderen van de gelovigen te wassen, als Hij dat gedaan heeft voor de volwassenen. Daarom behoren zij het teken en sacrament van wat Christus voor hen gedaan heeft te ontvangen, zoals de Here in de wet gebood hun kort nadat zij geboren waren, deel te geven aan het sacrament van het lijden en sterven van Christus door het offer van een lam. Dat was een sacrament van Jezus Christus.

Bovendien doet de doop aan onze kinderen hetzelfde wat de besnijdenis deed aan het joodse volk. Daarom noemt de apostel Paulus de doop: de besnijdenis van Christus (Kol. 2:11).

1 Kol. 2:11. 2 Ex. 12:48; 1Pet. 2:9. 3 Mat. 3:11; 1Kor. 12:13. 4 Hand.22:16; Hebr. 9:14; 1Joh. 1:7; Opb. 1:5b. 5 Tit. 3:5. 6 1Pet. 3:21. 7Rom. 6:3; 1Pet. 1:2; 2:24. 8 1Kor. 10:1-4. 9 1Kor. 6:11; Ef. 5:26. 10Rom. 6:4; Gal. 3:27. 11 Mat. 28:19; Ef. 4:5. 12 Gen. 17:10-12; Mat.19:14; Hand. 2:39. 13 1Kor. 7:14. 14 Lev. 12:6.

Lees ook eens: Over de doopformule nagedacht

HET AVONDMAAL

1. De predikant leest voor uit een geschrift waar wordt uitgelegd watde Bijbel zegt over de betekenis van het avondmaal. Een kortesamenvatting:

In de Bijbel lezen wij: '..dat de Here Jezus in de nacht waarin Hij overgeleverd werd, brood nam. En nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei:"Dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doet dit tot Mijn gedachtenis". Evenzo ook de drinkbeker na de maaltijd en Hij zei:"Deze drinkbeker is het nieuwe verbond (of: testament) in Mijn bloed. Doet dit, zo vaak u die drinkt tot Mijn gedachtenis". Want zo vaak u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondigt u de dood van de Here,todat Hij komt. Daarom, wie op onwaardige wijze het brood eet of de drinkbeker van de Here drinkt, zal schuldig zijn aan het lichaam en het bloed van de Here. Maar laat men zichzelf beproeven en zo eten van het brood en drinken van de drinkbeker. Want wie eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, als hij niet het lichaam van de Here onderscheidt' (1 Korinthe 11:23-29).

In de eerste plaats moeten we bij onszelf nagaan hoe wij tegenover God staan. Erkennen wij dat onze zonde zo ernstig is dat Jezus Christus ervoor moest lijden en sterven om ons te kunnen verlossen? Geloven wijdat al onze zonden ons alleen om het lijden en sterven van Christus vergeven zijn en Hij voor ons volkomen betaald heeft? Zijn wij bereidom met heel ons leven God dankbaar te zijn, oprecht te leven voor het aangezicht van God en in liefde met onze medemensen om te gaan? Hier moeten we van harte ja op kunnen zeggen. Wie in de zonde wil blijven leven, kan niet deelnemen aan het avondmaal. Dat wil niet zeggen dat alleen mensen die nooit zondigen, aan het avondmaal mogen deelnemen. Als we aan het avondmaal deelnemen, belijden we juist dat we zondaars zijn. De juiste houding is, dat wij bedroefd zijn over onze zonden ener dagelijks tegen strijden.

In de tweede plaats is het avondmaal door Jezus ingesteld met de bedoeling dat we (opnieuw) zouden overdenken en geloven wat onze Here Jezus Christus voor ons gedaan heeft. Hoe Hij, zoals God lang voorafdoor de profeten beloofd had, door Zijn Vader naar onze wereld gezonden is. Hoe Hij de gestalte van een mens heeft aangenomen en de straf vanGod over de zonde van ons gedragen heeft, toen Hij vernederd, mishandeld, onschuldig ter dood veroordeeld en gekruisigd werd, opdat wij voor het gericht van God zouden worden vrijgesproken.

Zo zeker als we het brood eten en de wijn drinken, zo zeker mogen we geloven dat Jezus Christus Zijn leven voor ons gegeven heeft, ons van harte liefheeft en dat Hij de enige bron van ons leven is. Door hetwerk van de Heilige Geest in ons leven, kunnen we met Christus verbonden zijn. En zoals we samen één brood eten en uit één beker drinken, zo worden we er door het avondmaal aan herinnerd dat we als leden van één familie in eenheid met medegelovigen moeten leven.

2. De predikant bidt nu en vraagt God of Hij ons geloof door dit avondmaal wil versterken.

3. Als de predikant het brood breekt zegt hij:
Het brood dat wij breken is de gemeenschap aan het lichaam van Christus.
Als hij de beker met wijn neemt zegt hij:
De drinkbeker van de dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is de gemeenschap aan het bloed van Christus.

4. Na afloop danken we God voor Zijn liefde en genade met de woorden van Psalm 103: 1-13.

Om eens bij stil te staan1. Bij de prediking van het Evangelie hoort het sacrament, dat van het Dopen dat van het Heilig Avondmaal. Wie de prediking niet verstaat,begrijpt ook het sacrament niet, en men laat als men kinderen heeft,deze kinderen dopen uit sleur, gewoonte of uit bijgeloof. Het heeft,althans voor de doopouders, niet alleen niets te betekenen, maar het maakt hun schuld groter.

De Doop, wat is dat eigenlijk voor een sacrament? Wel, het is het sacrament van onze inlijving in de Kerk van Christus. Wanneer deze inlijving heeft plaatsgehad, dan vinden we deze inlijving en al waterbij gebeurd is, betekend en verzegeld door de Doop. Wanneer iemand Christus en Zijn Gemeente ingelijfd is, en hij neemt het formulier vande Heilige Doop, dan leest hij daarin wat God hem deed ondervinden. En zo is hij in staat om daar amen op te zeggen. (…)

Het sacrament van het Heilig Avondmaal is het sacrament van onze groei in de Kerk, in de christelijke religie. Dus eerst de Doop en dan het Heilig Avondmaal.

2. De Doop is een teken en zegel van het Verbond der genade. “Ja,dat weten we allen uit de Catechismus en de Geloofsbelijdenis”,zegt ge. Dat is zo. Dáár wordt gevonden, dat God de Vaderin Jezus Christus Zijn Zoon, door de Heilige Geest betuigt en verzegelt, dat Hij met ons een eeuwig Verbond der genade opricht, gelijk God gesproken heeft tot Abraham, de vader aller gelovigen, en in hem tot ons en onze kinderen, zeggende: “Ik zal Mijn Verbond oprichten tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u” (Gen. 17:7).

Door de Doop ontvangt de Kerk het teken en zegel, dat God haar een Vader wil en zal zijn in Christus Jezus, in Wie zij heeft de vergeving der zonde en de vernieuwing des levens; hetgeen betekent: de rechtvaardigmaking en de wedergeboorte, deze genomen als het beginsel van de heiligmaking. Hierom is het dat de Schrift de Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden noemt (HeidelbergseCatechismus, antwoord 71; Tit. 3:5; Hand. 22:16). Deze twee zaken worden dus door de Doop betekend en verzegeld.

3. Doop en geloof horen bij elkaar. Markus 16:16: “Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden”. De Doop is een teken en zegel. Zo veronderstelt de Doop dus het waarachtig geloof. De kamerling van Candacé, de koningin der Moren, zei tot Filippus: “Zie daar water; wat verhindert mij gedoopt te worden?” En het antwoord van de evangelist was: “Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd”. Waarop hem door de kamerling werd gezegd: “Ik geloof dat Jezus Christus de Zone Gods is” (Hand.8:36-37).

4. De Heere Jezus wordt niet alleen aan grote mensen aangeboden, Hij wordt ook aangeboden aan de kinderen van de grote mensen. Dat blijkt uit de Bijbel, want er staat in Handelingen 2: “Want u komt de beloftetoe en uw kinderen en allen die daar verre zijn, zovelen als er de Heere onze God toe roepen zal” (vs. 39). Christus Zelf heeft de kinderen tot Zich geroepen: “Laat de kinderkens tot Mij komen” (Luk. 18:16). En toen de stokbewaarder uit Handelingen 16 gebracht werd tot het geloof en vroeg: “Wat moet ik doen, opdatik zalig worde?” (vs. 30), is het antwoord geweest, dat hij zougeloven en zich laten dopen, zichzelf en zijn huis. Dat kun je allemaal in de Bijbel vinden.

Neem aan, dat iemand tot het geloof gekomen is. Christus werd niet alleen aangeboden aan hém, maar ook aan zijn kinderen. Dus die mens neemt Christus aan, maar hij doet dat niet alléén; hij doet het ook als vader of moeder, of ook: zij doen het als ouders. Hun kinderen hebben zij bij zich.

Nu komt bij de prediking het sacrament, dat van de Doop en dat van het Avondmaal. Wat is een sacrament? Teken en zegel! Dus een sacrament laat ons iets zien; dat doet het als teken. Het verzegelt ook iets, dat doet het als zegel.

Wat doet het als teken? Als teken laat het sacrament ons zien, wat het Evangelie ons laat horen. Wat? Dit, dat in Christus is de behoudenis,het leven. Wat is het leven? Het leven bestaat uit de rechtvaardigmaking en de heiligmaking, uit de vergeving der zonden en de vernieuwing des levens. Dat laat nu het sacrament van de Doop zien. Eerst was er de Doop door onderdompeling, nu door besprenging, maar in wezen maakt dat geen verschil. Wie ondergedompeld werd, was weg.Voordat iemand gelooft, is hij weg, is hij dood. Dat heeft hij uit de Wet geleerd. Want de Wet stelde hem onder de eis en bekleedde hem metde vloek. Door het Evangelie aan te nemen bekende hij, dat hij onder de vloek lag en onder de eis van de Wet. Dus hij boog; hij was dood. Maarde ondergedompelde bleef niet onder water. Hij kwam weer uit het waterop.  

Dat wordt betekend door de Doop, want iemand die gedoopt wordt,wordt gereinigd zoals iemand die in het water komt, gereinigd wordt. Maar iemand die gedoopt wordt, staat ook op in een nieuw leven, zoals iemand die onder water geweest is (dus weg geweest is) en opstaat uit het water, in een nieuw leven komt. Daar heb je de beide zaken die door de Doop betekend worden: de afwassing der zonden en de vernieuwing van het leven. Dus iemand die zich laat dopen, geeft daarmee te kennen dat hij de Wet gehoord heeft, zijn zonden en dood heeft gevoeld, tot Christus gekomen is, en in Christus gevonden heeft het leven dat hij in zichzelf niet had.

Nu komt de Doop die dat betekend heeft, dat ook te verzegelen. En wat verzegelt dan de Doop? De Doop verzegelt dat God geen God zal wezen,als Hij de zonden niet vergeeft en als Hij de zonden er niet allengskens onder brengt. Met andere woorden, dat God geen God zalzijn, als Hij die mens niet voor rechtvaardig houdt en vernieuwt. Dus hieruit zie je nu, dat het sacrament van zeer grote betekenis is.

Wanneer nu een mens komt tot de Doop en hij heeft van tevoren niet geloofd, dan is hem diezelfde Doop tot verdoemenis. Want hij heeft Godlaten verzegelen, dat God hem die gelooft, voor rechtvaardig zal houdenen vernieuwen. Maar hij heeft niet geloofd; zijn geloof is schijn geweest! Daarmee heeft hij uitgesproken, dat hij verdoemd is, althans zolang als hij niet komt tot het geloof.

Maar ik zeg: de ouder die tot het geloof gekomen is, die komt als hij kinderen heeft, niet alleen. Hij brengt die kinderen mee, de kleine kinderen (wij hebben het nu over de Doop aan de kleine kinderen). En de kleine kinderen ontvangen ook de Doop, want de Doop – dat kun je vinden in de Bijbel – wordt bediend aan de kinderen der gelovigen. Als nu zo’n ouder sterft, dan gaat hij naar de hemel, daar hij van God in Christus gerechtvaardigd en geheiligd is. Als zo’n kind sterft als kind, dan mogen de gelovige ouders deze troost hebben, dat dat kind niet verloren is, maar behouden. Ik zeg: de gelovige ouders. Er is wel eens gezegd: “Als het kind uitverkorenis tenminste”. Nee, wij werken met de uitverkiezing niet, althans zó werken wij er niet mee. Wij moeten een tastbare zaak hebben.Voor de zaligheid van iemand moeten wij met de Bijbel terecht kunnen.Wij moeten zien en lezen, dat de Bijbel hem zalig verklaart. Dus zo’n kind is dan voor de gelovige ouders niet verloren.

Maar als de ouders, die met hun kind ten doop zijn gekomen nu niet gelovig zijn, zoals dat in de meeste gevallen toch voorkomt –ouders die niet gelovig zijn, laten toch hun kinderen dopen, veronderstel dat dit gebeurt – hoe is het dan met die ouders enhun kinderen? Wel die ouders kunnen dan natuurlijk geen troost hebben als het kind sterft. Want er is geen troost voor een mens die buiten het Verbond is, die ongelovig is, want er staat: “Die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden” (Mark. 16:16). Dus een mens,die bestemd is om verdoemd te worden – veronderstel dat hij niet komt tot het geloof – wordt door God niet getroost ten aanzien van zijn kinderen. Hij kan alleen getroost worden, als hij zelf tot het geloof komt, tot het geloof in Christus. En komt hij daartoe, dan wordt hij ook getroost en hij zou óók getroost worden als zijn kleine kind kwam te sterven, veronderstel dat hij nog een klein kindhad. (…)

Wanneer gelovige ouders zich laten dopen en dan ook hun kinderen, dan ligt hierin opgesloten dat deze ouders hun kinderen zullen opvoeden inde leer die zij in God gevonden hebben, dus in de leer die naar de Godzaligheid en de zaligheid is, dus in de Waarheid. Dat zullen zij ook doen, want als zij zelf gelovig zijn, dan is er niets, dat hun zo zwaar weegt als het lot van hun kinderen in betrekking tot de eeuwigheid. Daar is de positie van zo’n kind in de wereld niets bij vergeleken. Gelovige ouders hebben tenslotte maar één zorg in betrekking tot hun kinderen, en dat is deze: Hoe zal het met mijn kinderen gaan in betrekking tot de eeuwigheid? En al het andere is voor deze ouders bijzaak. Dus dit sluit in, dat zij hun kinderen zullen opvoeden in de Waarheid gelijk zij in Jezus Christus is. (…)

Zie, zo liggen deze zaken. De Doop is immers van grote betekenis! Want hij is een verzegeling zoals ik je gezegd heb. God zegt in het sacrament, dat Hij ophouden zal God te wezen, als Hij niet doet wat Hijin de Doop beloofd heeft, namelijk de gedoopte te houden voor rechtvaardig en hem te vernieuwen naar Zijn eigen beeld. Maar de voorwaarde hiervan is het geloof; dit dus, dat de mens zelf het Verbond heeft ingewilligd en de genade, het leven, bestaande uit vergeving der zonden met het recht op het leven en de vernieuwing in, met en door de Heere Jezus Christus aangenomen heeft. Als dat geloof er nu niet is– je kunt zelf de conclusie trekken, nietwaar – dan komt alles anders te liggen en in plaats dat de Doop dan een troost zou zijn, is hij een oordeel.

“Dan – zul je misschien denken – is ’t het beste, voor mij althans, mijn kinderen niet te laten dopen en ik heb spijt, dat ik het gedaan heb.” Goed, ik hoor u dat zeggen. Hierop antwoord ik: Dan moet u toch wel weten, dat u openbaar, voor uzelf envoor uw kind, het Genadeverbond verwerpt. Vergeet dat niet! Wie zijn kind laat dopen zonder gelovig te zijn, verwerpt het Verbond. Wie weigert zijn kind te laten dopen, verwerpt het Verbond én voorzichzelf én voor zijn kind. Daarom heb ik wel gezegd, wanneer iemand mij vroeg: “Als ik onbekeerd ben, mag ik dan toch mijn kind laten dopen?”: “Je zou willen dat ik je de ene of de andere kant op wees, maar dat doe ik niet. Maar ik zeg je: God eist van je, dat je je ogenblikkelijk bekeert en dat je ook je kind laatdopen”. En daar is niets aan te veranderen. Zo liggen de dingen.

Wat is nu de betekenis verder van de Doop? Ik heb je één betekenis genoemd, maar er zijn er nog twee andere te noemen. Ten eerste moet door de Doop – en dit is ook het geval met het Avondmaal – de Gemeente openbaar worden. Als er alleen de prediking was, dan bleef de Gemeente verborgen. Maar ter verheerlijking Gods, ter verheerlijking van de kennis en de genade Gods, moet de Gemeente of de Kerk openbaar worden. Hiervoor dient de Doop. Want als nu de gelovige ouders, de leden van de Kerk, verschijnen om hun kinderen te laten dopen, dan kan gezegd worden: “Hier is de Kerk”. Zij wordt dus daarin openbaar. Dus ook door het sacrament van het Heilig Avondmaal.

De Doop als teken en zegel heb ik als eerste betekenis genoemd, maar de verheerlijking Gods had ik eigenlijk in de eerste plaats moeten noemen.

En de derde betekenis is, dat zo ook de Kerk naar haar zichtbare gedaante in stand moet blijven. En daarom heeft Christus de Doop ingesteld met de prediking en gezegd: “Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld” (Matth. 28:20). Dus tot aan de voleinding der wereld wil de Heere de Doop en het Avondmaal, en de prediking in de eerste plaats, doen zijn. De uitverkorenen, zij die door de prediking van het Evangelie gekomen zijn tot het geloof, komen bij de Doop en het Avondmaal openbaar, zodat men zeggen kan: “Hier is de Kerk”.

Dat zijn de drie oogmerken die God heeft met de sacramenten. Dus terwille van de ere Gods en dan ook ter wille van de zaligheid van de mensheeft God de sacramenten ingesteld.

5. Nu hebt u hier de plaats van de ouders. Wat is dan deze plaats? Zij geloven voor of in de plaats van hun kind. Die ouders zijn om zo tezeggen algemene of publieke personen, die nog een ander ook vertegenwoordigen, zoals Adam de gehele mensheid vertegenwoordigde, enzoals Jezus Christus Zijn gehele Gemeente vertegenwoordigde. Christus was behalve Borg een algemeen Persoon. Zo ook met de ouders; zij zijn tot op zekere hoogte algemene of publieke personen. Zij vertegenwoordigen hun kind, zij handelen voor hun kind dat minderjarigis in tijdelijke dingen; zo ook in het geestelijke. De ouders handelen voor of in de plaats van hun kind.

Dus dat kind krijgt de Doop in de veronderstelling van het geloof. Dus een ouder die voor zijn kind de Doop begeert, gelooft voor dat kind(*). Nietwaar, zo liggen de zaken. Hij moet dan ook van dat geloofbelijdenis afleggen. “Opdat het dan openbaar worde dat gij alzo gezind zijt, zult gij van uwentwege hierop ongeveinsdelijk antwoorden” (Formulier van de Heilige Doop). Daar doet nu die ouder belijdenis van zijn geloof. Hij doet dat niet ten bate van, maar in de plááts van zijn kind. En als dat kind nu gedoopt is, op grond van het geloof van de ouders, en omdat dat kind heilig is (1 Kor. 7:14), dan moet dat opgroeiende kind om zo te zeggen doen wat de ouders in de plaats van hem gedaan hebben, dat is, het moet zich bekeren, geloven. Het moet voor zichzelf geloven, geloven met het rechtvaardigmakend en heiligend geloof.

(*) Vergelijk kanttekening 11 bij Lukas 19:9 en kanttekening 68 bij Handelingen 16:31 (Statenvertaling).

6. Het sacrament van het Heilig Avondmaal is het sacrament van de groei. Het veronderstelt het sacrament van de Heilige Doop. Dit sacrament ishet teken en zegel van de geboorte. Gij weet, dat de Heere Jezus eenssprak: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand wederomgeboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien” (Joh. 3:3).Als nu deze wedergeboorte heeft plaats gehad, dan vindt de mens aan wie deze weldaad geschonken is, in de leer van de Doop, zoals wij deze vinden in het Formulier van de Heilige Doop, uitgedrukt en beschreven hetgeen hij nu door de genade en de werking van de Heilige Geest heeft ondervonden. Het is dus duidelijk, dat, waar het sacrament van het Heilig Avondmaal teken en zegel van de groei is, er vooraf moet zijnhet sacrament van de Heilige Doop of het teken en zegel van de geboorte, van de ingang, van de inlijving in de kerk van Jezus Christus.

“Voor wie – zo vraagt onze catechismus (vraag 81) –is het Nachtmaal des Heeren ingesteld?” En toehoorders, het is noodzakelijk dat wij van deze vraag ons nauwgezet rekenschap geven. OnsFormulier zegt, dat Christus het Heilig Avondmaal ingezet heeft voor de gelovigen. En dat is waar! Want zo staat er in het Woord: “al wat uit het geloof niet is, dat is zonde” (Rom. 14:23). Als men niet gelooft, dan leeft men niet, ons ontbreekt dan het geestelijk leven. Enwanneer men niet leeft, dan kan men niet eten, ook niet onderscheiden.

Voor de gelovigen. – Dus voor degenen die in Christus zijn. Want het geloof is de vereniging met Christus. Die gelooft, verenigt zich met de Heere Jezus Christus. Voor hen, die gerechtvaardigd en geheiligd zijn. Want rechtvaardiging en heiliging zijn vruchten van een waar zaligmakend geloof, zoals u vinden kunt in Romeinen 5:1 en Handelingen15:9. Voor hen, die in het Verbond zijn. Want het Heilig Avondmaal is evenals de Heilige Doop teken en zegel van het Verbond der genade.

Mógen alleen zij toegelaten worden, die wedergeboren zijn? Neen, toehoorders. Toegelaten mógen worden allen die gezond in de belijdenis zijn en door hun leven geen ergernis geven. Het is altijd de overtuiging van de kerk van Jezus Christus geweest, dat er door ons over het hart niet mag worden geoordeeld. Maar dit neemt natuurlijk niet weg, dat ieder geroepen is om zichzelf te onderzoeken of voor hem persoonlijk het Heilig Avondmaal ingesteld is.

Als iemand gelooft, dan wordt hij veranderd, veranderd van staat enhart beide. Hij wordt van staat veranderd door de rechtvaardigmaking.Hij wordt van hart veranderd door de wedergeboorte. Wanneer er dangezegd wordt dat men zich zal onderzoeken, dan moet men zich niet verliezen in allerlei algemeenheden, maar zich afvragen of men veranderd is van hart en staat; nog eens: van hart door de wedergeboorte, van staat door de rechtvaardigmaking.

Er moet dan een onderzoek plaatshebben. De Heere eist van de Zijnen dat zij dit zullen doen. In 1 Korinthe 11:28 vinden wij immers: “Maar de mens beproeve zichzelf, en ete alzo van het brood en drinke van den drinkbeker”. “Beproeve zichzélf”, want iedermoet zijn eigen geloof leven.

Het is mogelijk zich te beproeven. De mens weet wat er tussen God enzijn ziel is omgegaan en nog omgaat. Het is hem bekend, dat hij –zo dit waarlijk geschied is – geworden is voor God: een zondaar,zonder meer, en dat de Heere in het ogenblik waarin alles onder de voeten wegzonk, Zich heeft geopenbaard. Het is hem bekend – nogeens, als hij een begenadigde is – wat op dit alles gevolgd is. Hierom zeg ik, dat het onderzoek kán plaats hebben.

Maar het móet ook plaats hebben, omdat het van zo groot gewicht is. Want wie aanzit, spreekt het uit dat hij een gelovige is, dat hij gerechtvaardigd en geheiligd is, dat hij in een verbond met God staat,dat de Heere voor hem alles is, dat hij niet van déze wereld maar van een ándere wereld is, enzovoort. Als dit nu zo niet was, wanneer hij zich hierin vergiste, zich bedroog, dan zou dit toch verschrikkelijke gevolgen kunnen hebben?

Bij het onderzoek hebben wij behoefte aan een leidraad. Ik heb algezegd, dat wij ons in algemeenheden niet moeten verliezen. Deze leidraad hebben wij in onze Catechismus. In de 30e afdeling, het laatste gedeelte, vinden wij de vraag: “Voor wie is het Nachtmaal des Heeren ingesteld?” (Heidelbergse Catechismus, vraag 81). Da tis dus de vraag. En op deze vraag moet een antwoord wezen, een zodanig antwoord dat er van zelfbedrog geen sprake meer kán wezen. Wij doen dus goed, wanneer wij op het antwoord, dat in de Catechismus gegeven wordt, nauw acht geven. Dit antwoord is u bekend.

7. Genodigd worden [tot het Avondmaal] allen die kennis hebben van, en smart over de zonde, en wel wilden, dat God met wortel en tak bij hen alles uitroeide, wat niet is naar de reinheid des Geestes; mensen die zichzelf verfoeien, ofschoon nooit diep genoeg, die zichzelf vernederen, zodat niemand hen kan beledigen; mensen die Gods eer stellen boven zichzelf, en voor wie alleen eeuwige waarde heeft: Jezus Christus en Dien gekuisigd. Zij worden daar uitgenodigd, en de anderen moeten niet komen.

Genodigd worden, die rusten in de gehoorzaamheid van Christus, in Zijn Persoon, en door Christus in de barmhartigheid des Vaders.“Jezus, Uw verzoenend sterven, blijft het rustpunt van ons hart– dát – als wij alles, alles derven, blijft Uw liefd’ ons bij in smart” – zúlke zaken! Genodigd worden degenen van wie het de voornaamste lust is om boete tedoen over hun leven, en die zeggen met de dichter, en dit ook dagelijks herhalen, onder alle omstandigheden van het leven: “Wien heb ikn evens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde”(Ps. 73:25).

DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK KENT ZEVEN SACRAMENTEN
De Rooms-katholieke Kerkdefinieert een sacrament als een directe handeling van Jezus Christus.Een sacrament gaat terug op het woord en leven van Jezus Christus (d.wz. eucharistie, doopsel enz. vinden hun oorsprong in de historische Jezus). Een sacrament is volgens de katholieke leer daadwerkelijkingesteld door Jezus. Een sacrament wordt steeds toegediend in en doorde Kerk, daarom vindt de toediening altijd plaats in liturgische vorm.Men ontvangt de heilzame werking, waardoor men wordt opgenomen in het sacramentele leven van de Kerk. Een sacrament is altijd geldig, indiende juiste vorm, stof en intentie aanwezig waren bij de verrichting ervan. De staat waarin de bedienaar verkeert heeft geen invloed op de geldigheid. De werking van het sacrament is daarentegen wel afhankelijk van de staat waarin de ontvangende gelovige verkeert. Het ontvangen vande sacramenten is zowel recht als plicht van de gelovige. Uitsluitingvan gelovigen van het ontvangen van de sacramenten is alleen mogelijk als gevolg van excommunicatie, staat van publieke zonde (in bepaalde gevallen) en ketterij. Ook niet-katholieken mogen niet worden toegelaten tot de sacramenten. Men kent in totaal zeven sacramenten:

De Eucharistie of de Communie

Het kind heeft even goed voedsel voor het goddelijk als voor hetmenselijk leven nodig. Zodra een kind dit enigszins kan begrijpen wordt het voedsel aangeboden.


Het goddelijk leven wordt trouwens niet alleen gevoed door het goddelijk brood, maar ook door het goddelijk woord. Als gelovigen komenwe samen rond de offertafel van Jezus om door brood en woordéén te blijven met Hem en met elkaar. (Communie betekent letterlijk: één zijn met.)

Het spreekt vanzelf, dat de eerste communie alleen dan pas meer wordt dan een uiterlijk feest, als die eerste communie het begin is van regelmatige volgende communies en niet praktisch de laatste communie.Het voorbeeld van de ouders is hierin beslissend. Dat een kind tot hetvolwassen is misschien lang niet altijd graag naar de kerk gaat, maggeen reden zijn het hierin vrij te laten. In deze ontwikkelingsjaren moet het kind ook heel veel andere dingen doen, die het niet graag doeten die toch goed zijn.
 
Na een systematische voorbereiding op school, waarbij de betreffendel eerkracht en de pastoor nauw samenwerken, worden de hiervoor in aanmerking komende kinderen van groep 4 in een feestelijke viering voorhet eerst toegelaten tot de volledige deelname aan de Heilige Eucharistie.

Het doopsel

Zodra het kind het leven van zijn ouders in de wereld begint, zegt God: het mag ook Mijn leven hebben; het mag ook Mijn kind zijn. God biedthet Zijn levenskracht aan. Bij het doopsel wordt een kind van mensen ook een kind van God.


Het antwoord op dit aanbod ligt bij de ouders. Als de ouders zelfgelukkig zijn met hun geloof, zullen ze op dit aanbod ingaan en daar geen maanden of jaren mee wachten. Als het kind klein is, geven de ouders ongevraagd aan hun kind door wat zij zelf als goed ervaren. Ouders die zeggen: het kind moet later zelf maar beslissen of het gedoopt wil worden, zijn zelf niet vol van hun geloof. Of het kind later gelukkig zal zijn met dit ontvangen goddelijk leven is een andere kwestie. Het zal later misschien ook met andere ontvangen dingen vanzijn ouders niet gelukkig zijn, zelfs misschien niet met het menselijk leven. Maar het kan moeilijk de ouders verwijten, dat het van hen ontvangen heeft, wat hun eerlijk het beste leek.

Het vormsel

Vormen betekent "sterken". Als het kind groter en sterker wordt, heeft het ook geloofs-versterking nodig. Daarom komt de bisschop of zijn plaatsvervanger extra kracht voor het geloof aanbieden. Dan staan zij immers op de drempel van hun volwassenheid. Zoals de apostelen na het vertrek van Jezus naar zijn Vader, Gods Geest ontvingen om voor hungeloof uit te komen, wat zij eerst niet meer durfden.


Zo wordt de kinderen Gods Geest gegeven om voor hun geloof te blijven uitkomen.

De biecht of het sacrament van de verzoening

Dit woord is in onze tijd besmet, wat niet te verwonderen is. Veel mensen hebben misschien nooit anders gedaan dan een van buiten geleerd rijtje met onbenullige verzonnen fouten opgezegd.

Ook heel wat mensen raakten in grote angst, zodra zij iets deden wat als doodzonde gebrandmerkt werd en waarvoor zij zich schaamden dit aan een priester te moeten zeggen.
Toch zijner momenten dat een mens zijn geweten bezwaard voelt; niet omdat hem dat aangepraat wordt, maar omdat hij zich heel goed bewust is dat hiji ets verkeerd gedaan heeft. Een zonde die door hem noch door een ander goed gepraat kan worden. En wat misschien ook niet meer goed gemaakt kan worden. In zo'n bezwarende situatie biedt God Zijn helpende hand aan. Hij nodigt zo'n mens uit om bij een priester zijn hart uit te storten, in of buiten de biechtstoel. God heeft een priester daartoe gemachtigd.

Wat men ook denkt over biechten; dat een mens kwaad doet, zondigt, is niet weg te denken en evenmin dat hij daarna behoefte heeft aan herstel, dat soms alleen maar bevredigend kan gebeuren door een vergevend gesprek onder vier ogen met een priester.

De ziekenzalving of het heilig oliesel

De grootste stap voor de mens is de stap van de aarde naar de hemel. En voor de meeste het moeilijkste. God weet dat: Zijn Zoon heeft het aanden lijve ervaren. Daarom biedt God voor het zetten van deze laatste stap Zijn hulp aan. Zodra de dood duidelijk binnen de gezichtskring van de mens komt, kan hij zich door een priester laten zalven met gewijde olie. Deze zalving op voorhoofd en handen heeft een sterkende uitwerking. De gezalfde durft de dood in de ogen te kijken, in alle rust.


Soms werkt de zalving zelfs zo helend, dat het leven sterker blijkt dan de dood en niet het leven, maar de dood het onderspit delft.

Het is dan ook niet raadzaam om met de toediening ervan te wachten tot het moment van sterven of tot het moment, waarop de zieke buitenbewustzijn is. Het is de priester niet toegestaan iemand te bedienen, wanneer het duidelijk is dat hij/zij al enige tijd gestorven is: de sacramenten zijn er immers voor de levenden.

Het sacrament van de ziekenzalving heeft als doel een bijzonder genade te verlenen aan de christen die te kampen heeft met de moeilijkheden die verbonden zijn met een ernstige ziekte of met ouderdom. 
Wanneer de gelovige ten gevolge van ziekte of ouderdom in levensgevaar begint te verkeren, is dit zeker het moment dat hij de heilige ziekenzalving ontvangt. 
Wanneer een christen zwaar ziek is, kan hij de ziekenzalving ontvangenen daarna telkens , wanneer, na het ontvangen ervan, zijn toestand verergert.

De bijzondere genade van dit sacrament heeft als vruchten:
- De vereniging van de zieke met het lijden van Christus, tot zijn eigen welzijn en dat van heel de kerk.
- Troost, vrede en bemoediging om op christelijke wijze het lijden van de ziekte of de ouderdom te verdragen.
- De vergeving van de zonden, indien de zieke dit niet door het sacrament van de biecht heeft kunnen verkrijgen.
- Herstel van de gezondheid, indien het mogelijk is
- De voorbereiding op de overgang naar eeuwig leven.

De wijding tot diaken, priester of bisschop

Wat van het huwelijk gezegd wordt, geldt ook voor het priesterschap. Het is niet alleen een gave, maar ook een opgave.

Als priester ben je gelukkig om de mensen die je gelukkig maken. Dat isde gave. Maar de opgave is, dat je je dan ook helemaal moet geven voorhet geluk van de medemensen. Daarom dat de priester op de dag van zijnwijding door Gods liefde vervuld wordt. Zo kan hij leven uit de kracht van Gods liefde. Het zijn de priesters door wie God de mensen overeind houdt.

Het huwelijk

Vaak wordt gezegd: het huwelijk is niet alleen een gave, maar ook een opgave. Dat is ook zo. Het gaat er in het huwelijk niet alleen om datde ander jou gelukkig maakt, maar ook dat jij de ander gelukkig maakt.

Dat is de reden dat God ook bij deze onvoorwaardelijke liefdesverklaring aanbiedt die te versterken met zijn bovenmenselijke liefde. Hij wil de gehuwden helpen om elkaar nooit te laten vallen. Wat natuurlijk alleen kan als het huwelijkspaar met die bedoeling voor God het huwelijk sluit en Hem na de bruiloftsdag niet buitensluit.

Doopsel, eucharistie en vormsel vormen samen de sacramenten van de christelijke initiatie. Doopsel, vormsel en de priesterwijding kunnen slechts eenmaal in het leven worden ontvangen; zij laten immers een eeuwigdurend merkteken in de ziel achter.

Het heilig oliesel (ziekenzalving) gecombineerd met de (laatste) communie (het 'viaticum')en/of de (laatste) biecht worden de laatste sacramenten (of sacramentender stervenden) genoemd.

.

Heer, wees mijn Gids

                                 

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


 
www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)