De wijze koning
1 Koningen3:5-10:13

 


 
Koning Salomo, de zoon van David, hield ook
veel van God. God sprak tot hem in een
droom. ‘Zeg maar wat je wil hebben,’ zei God.
 


 
Dit was het antwoord van koning Salomo:
‘Geef mij wijsheid, zodat ik altijd het verschil
weet tussen goed en kwaad.’ God was blij
met dit antwoord van Salomo. Hij zei: ‘Ik zal
je wijsheid geven, maar ook rijkdom en eer.’
 


 
Niemand was zo wijs als koning Salomo.
Hij maakte wel drieduizend spreuken
Dat zijn wijze uitspraken – en hij schreef
meer dan duizend liederen. Hij wist ook
heel veel over dieren en planten.
 


 
Koning Salomo was heel beroemd. Mensen
uit de hele wereld kwamen bij hem op
bezoek. De koningin van Seba kwam van
heel ver weg om Salomo vragen te stellen. 


 
Koning Salomo gaf al op haar vragen een
verstandig antwoord. Toen zei de koningin:
‘U bent echt een wijze koning!
Uw Heer en God is de allergrootste!’
 


 
Koning Salomo gaf aan duizenden
werker opdracht om een tempel voor
God te bouwen. Toen de tempel klaar
was, zag hij er schitterend uit! 

 Koning Salomo gaf toen een groot
feest. De mensen kwamen uit heel
Israël naar de feest toe. Ze waren blij
met de nieuwe tempel. Iedereen zei:
‘God is goed! Zijn liefde blijft altijd!’