De droom van Jakob
Genesis 28



Jakob moest een lange reis maken.
Zijn oom Laban woonde heel ver weg.
Op een nacht lag Jakob op de grond.
Hij gebruikte een steen als kussen.
Zo viel hij in een diepe slaap.


Jakob droomde van een trap naar de
hemel. Op deze trap liepen engelen op
en neer. God zei: 'ik bescherm jou,
Jakob. OP een dag zal dit hele land van
jou en je familie zijn.'


Toen Jakob de dag erna wakker werd, zei
hij: 'De Heer op deze plaats!'Hij pakte
zijn stenen kussen en zette het neer als een
herinnering aan zijn droom. Jakob dankte
God. Toen ging hij weer op weg.