HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                    
                   

Meditaties voor mensen onderweg

Lees de Bijbel     De vindplaats van materiaal voor Bijbelstudie, geloofstudie, catechese, school, kring, persoonlijk geloof, studie thuis, kerk, club, nieuws, godsdienstonderwijs, zingeving en vooral heel veel mogelijkheden om je Bijbelkennis te vergroten. Blijf niet afhankelijk van anderen maar lees zelf de Bijbel. Investeer in geestelijke rijkdom.

BIJBEL: bron van vrede

Lees de Bijbel

Israël is een pelgrimerend volk. Volgens de Heilige Schriften trekt het driemaal per jaar op de grote feesten naar Jeruzalem. Israël heeft ons het pelgrimeren geleerd. Maar dit volk trekt niet alleen naar zijn tempel. Het trekt ook - en dit is eigenlijk nog belangrijker - als een volk onder weg, door de geschiedenis, door de tijd.

Het is op weg naar Gods beloften, naar Gods koningschap over Israël en de wereld. In dit verband heeft het joodse volk ons ook de verwachting geleerd van de Messias. Het is de taak van de Messias het einddoel van de geschiedenis in werking te zetten.

Dit alles heeft minder te maken met de ruimte als wel met de tijd, met het einde der tijden, de eindtijd. Zo gaan ook wij op pelgrimstocht door de geschiedenis, door de tijdspanne van ons leven, naar de uiteindelijke voltooiing van alle dingen, het Rijk Gods. Als pelgrims, met brede hoed en staf waaraan de kalebas bengelt, en gefascineerd door Jezus de Christus, op weg naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Of kort gezegd, wij zijn in wezen als christenen niets anders dan, pelgrims van de eindtijd.



Een verzameling van 32 stukjes die tot nadenken stemmen

 -1- Het eerste Pinksterfeest

 De geschiedenis van het eerste Pinksterfeest kunnen we lezen in de Handelingen der Apostelen, hoofdstuk 2. Het Pinksterfeest is altijd wat mysterieus. Het is niet zo concreet. Het gaat niet om een mooie geschiedenis, waarbij wij concrete dingen kunnen voorstellen. Het gaat over het werk van de Heilige Geest.

 Wat gebeurde er eigenlijk op het Pinksterfeest? In de eerste preek van Petrus zegt hij het zo: "De Heilige Geest is uitgestort op alle vlees." Hij bewees dit ook aan de hand van de profetieën. Maar daarmee is niet alles, ook niet het diepste en eigenlijke van het Pinksterfeest gezegd, want OOK in het Pinkstergebeuren staat Jezus centraal. Hij is daarin de eerste, de handelende Persoon.

 Nadat God Hem had opgewekt en verheerlijkt, ontving Hij als "ereloon" voor het door Hem volbrachte werk op de aarde de beschikking over de Heilige Geest. En nu heeft Jezus, naar Zijn belofte, die Geest uitgestort op al de zijnen. Ook het Pinksterfeest is daarom voor alles een Christusfeest en de Pinksterprediking was dan ook een Christusprediking.

 Laten we die prediking eens in vogelvlucht overzien. In de "inleiding" verkondigt Petrus dat de Heilige Geest is uitgestort. Dit doet hij vooral om de laster af te wijzen, alsof het een dronkenmansgebeuren was. Na die inleiding komt het hoofdthema aan de orde. Hierin gaat het uitsluitend over Jezus Christus, over wat God in Hem en door Hem deed. De grote heilsdaden van God, waarin Christus alles is, verkondigde hij en werden aangetoond vanuit het Woord. Hij roept het volk toe, dat Jezus Christus door God is gezonden en dat deze zending is bevestigd door wonderen en tekenen.

 Vervolgens vertelt hij, dat zij het zijn die Jezus hebben gekruisigd. Daar stopt hij niet, maar hij gaat verder en zegt dat God Hem heeft opgewekt uit de doden en Hem heeft opgenomen in de hemel, waar Hij aan Zijn rechterhand zit. Daar ontving Jezus de zeggenschap over de Heilige Geest en Die Heilige Geest heeft Hij zojuist uitgestort op de zijnen.

 Daarom is deze prediking voluit een Christusprediking. Jezus heeft nadrukkelijk gezegd, dat Hij de Geest zou uitstorten en dat die Geest de apostelen alles zouden leren en hun alles in herinnering brengen wat Hij tot hen gesproken had. De Heilige Geest zou dus niet uit Zichzelf spreken, maar de Geest zou alleen verkondigen, wat Hij van Jezus ontvangen had. Hij zou Hem verheerlijken.

 Dit is hetgeen er gebeurd is op het eerste Pinksterfeest. De discipelen zijn "vol" van de Heilige Geest en daarom is de prediking van Petrus zo "vol" van Christus. Alles wat Christus zonder ons voor ons deed wordt door het Pinkstermysterie ons voorgehouden en door de Heilige Geest toegepast aan onze harten door het ware zaligmakende geloof.

 Laten wij dit heilsfeit ernstig overdenken, opdat wij tot de erkenning van Jezus Christus mogen komen, ons tot Hem bekeren en Hem daarvoor eeuwig dankzeggen tot eer en verheerlijking van Zijn grote Naam en tot zaligheid van onze onsterfelijke zielen.

 - 2 -De gezindheid van Christus

 "En indien hij u iets verongelijkt heeft, of schuldig is,reken mij dat toe." (Filemon 1 : 18)

 Paulus zit gevangen in Rome wanneer hij deze brief schrijft. Hij schrijft hem aan Appia en Archippus, dezen bezaten een slaaf Onesimus, die bij hen is weggelopen. Deze slaaf nu is onder de hoede van Paulus gekomen en heeft zich door Gods genade mogen bekeren.

 Natuurlijk was het een laakbare daad om weg te lopen uit het huis waar hij te werk was gesteld maar we zien aan de reaktie van Paulus welk een voorbeeld deze is voor ons eigen leven en hoe groot zijn navolging is van de opofferende liefde van de Heere Jezus.

 De brief die Paulus schrijft is namelijk een groot pleidooi om Onesimus weer met liefde te ontvangen en ditmaal niet als dienstknecht, maar als een geliefde broeder! Herkennen we niet onszelf hierin? Zijn ook wij niet bij Hem weggelopen, onze eigen weg gegaan, gemeend wel zonder Hem te kunnen? Maar gelukkig mochten we de roepstem horen van de Middelaar Die voor ons pleit bij God de vader. En door Zijn genade hoeven we nu niet meer verder als een dienstknecht te gaan, nee we mogen zijn ERFGENAMEN VAN CHRISTUS!

 En dan schrijft Paulus in het tekstwoord: "Indien hij u iets schuldig is, reken het mij toe!" Over de gezindheid van Christus gesproken! Hij die vrijwillig de kruisdood onderging om de straf te dragen die wij verdienden! Hij die zelfs door de Vader verlaten moest worden en overgeleverd aan de machten van de duisternis om te betalen voor alles wat wij aan schuld op ons hebben geladen.

 Hoe vaak zijn wij niet beledigd, kijken de ander niet meer aan en voelen we ons tekort gedaan, terwijl het een kleine stap is de ander de hand te reiken en te vergeven. Denk nog eens aan het woord: "indien hij u iets schuldig is, reken met mij toe!"

 Dat is de gezindheid van Christus dat we Zijn liefde in ons herkennen en met die liefde ook de ander willen bezien! Maar ach wat is dat vaak nog een lange weg om te gaan: van nature zijn we immers geneigd de splinter in het oog van onze medemens groter te maken dan de balk in ons eigen oog. Hier zien we het verschil tussen uit het vlees en uit de geest geboren te zijn!

 Wat een genade en een wijsheid wanneer we Paulus na kunnen zeggen: reken het mij maar toe! Dan hebben we aan de voeten van de Heere Jezus geleerd wat het betekent om nederig te zijn; dan hebben we afhankelijkheid van onze Schepper en Herschepper eigen gemaakt.

 Dan hebben we begrepen wat Jesaja wil zeggen dat door Zijn striemen ons genezing is geworden. Want lichamelijke genezing is een tijdelijke zaak maar bovenal betekent dit dat de Heer ons genezen heeft van onze menselijke zwakheden, ons egocentrische denken en onze zondige natuur. Dan worden we bekleed met de natuur van Christus! Dan pas ook zijn we als mens in staat Hem iets terug te geven van de eer die Hem toekomt. Uiteindelijk mogen we dan door Zijn Geest iets van die gezindheid aan anderen doorgeven.

 Kunt u nog begrijpen dat een mens hier niet naar wil jagen? Christus zegt: verzamelt u geen schatten op aarde, maar veeleer schatten in de hemel, waar geen roest of mot ze verderven. Dat we steeds mogen jagen naar de hemelse schatten, dat steeds ons verlangen is de Geest van Christus te laten heersen in ons leven. Ja dat uw hart niet ruste aleer u mag ervaren dat we door Zijn Geest genezen zijn van onszelf en onze verlangens. Dan leven we voor Hem en door Hem!

 Dan mogen we getroost door het leven gaan, weten we verlost te zijn en zijn we klaar om van Gods weldaden te zingen, dag aan dag.

 - 3 - God's engelen in actie

 "Wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen Gods." Lucas 12 : 9

 Wij worden stukje bij beetje van de engelenbedieningen losgesneden naarmate wij ons verharden in het verloochenen van de Heer. Wij denken al snel dat wij de Heere niet verloochenen, maar dat denken wij dan vanuit een geest van oppervlakkigheid. Je kunt met een schijn van godsvrucht de Kracht van God, en dus God Zelf, verloochenen (2 Tim. 3 : 5 ). Als we zondigen, dan verloochenen we de Heere Jezus (Jud. : 4 ). Willen we weer de Zegen van de engelen gaan ervaren, dan moet de Heere Jezus weer werkelijk Heer worden in ons leven. Alle facetten en onderwerpen van ons leven zullen volledig onder Zijn controle en leiding behoren te staan :

 "Gij zult de Hemel openzien en de engelen Gods opstijgen en nederdalen op de Zoon des mensen" Joh. 1 : 52 (op de gemeente dus, daar waar de Heere Jezus Zich bevind.)

 Als u dus aan God vraagt : 'Waar zijn de engelen gebleven ?' , dan vraagt Hij aan u : 'Waar bent u gebleven ?'

 MEERDERE SOORTEN ENGELEN ?

 Ja, er zijn een heleboel engelensoorten, zowel in de engelenlegers van God, als in de engelenlegers van satan. De Bijbel maakt ons duidelijk dat de hemel dezelfde soorten heeft als de hel. ...Alleen de hel gebruikt het ten kwade ; dat is het verschil. Laten we een kijkje nemen in de Bijbel wat betreft de verschillende ordes in de wereld van de engelen. Het is belangrijk om deze dingen te weten, zodat we ook weten wat we moeten doen :

 1e orde : DE ZONEN GODS

 God grondvestte de aarde, terwijl 'al de zonen Gods jubelden' (Job 38 : 4-7 ) dit kunnen onmogelijk mensen geweest zijn, want die bestonden toen nog niet. De Zonen Gods zijn engelen van de hoogste orde, want in Job 1 vers 7 kwamen ze tot God, waaronder ook satan. Satan, één van de oppermachten in het rijk van de duisternis, was vroeger een zoon Gods in het Koninkrijk van het Licht, maar gebruikt nu die positie en macht om het tégen God te gebruiken.

 In Genesis 6 lezen we dat de 'zonen Gods' zagen dat de 'dochters der mensen' schoon waren, en daartoe afdaalden. Door die eenwording tussen engelen en mensen ontstonden er reuzen, die hoge posities op aarde ontvingen ( vers 4 ). Judas vers 6 spreekt over 'engelen die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten'. Niet alle zonen Gods zijn de Heere dus trouw gebleven.

 Een zoon Gods die God wel trouw is gebleven is 'Michaël' ( Dan. 10 : 13 ). In Judas vers 9 wordt hij 'aartsengel' genoemd, wat duidt op een leidinggevende rol. Dit komt ook heel duidelijk naar voren in Openbaring 12 vers 7 en Daniël 12 vers 1, waar Michaël wordt vermeld als een groot leider in de hemelse gewesten. De Zonen Gods zijn dus heel duidelijk de leidinggevende engelen, de aartsengelen.

 2e orde : DE MORGENSTERREN

 De Morgensterren worden genoemd naast de Zonen Gods. God schiep de wereld, 'terwijl de morgensterren tezamen juichten' ( Job 38 : 7a ). In het boek Openbaring vallen er heel wat van die sterren naar beneden. Ook niet alle Morgensterren zijn bij de Heere gebleven. Maar gelukkig komen we in de Bijbel ook trouwe en heilige morgensterren tegen.

 2 Petrus 1 vers 19 zegt : 'En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wèl er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de Morgenster opgaat in uw harten.' In Openbaring 22 vers 16 zegt de Heere Jezus : 'Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht van David, de Blinkende Morgenster.' De Morgenster-engelen hebben dus de machtige en reusachtige taak om het profetische woord aan de mensen te brengen en om zo het Licht van Jezus Christus te brengen. Ze zijn de wegwijzers van God, van de profetische orde. Zij banen in onze harten de Weg voor de Volle Openbaring en de Komst van Jezus christus, de Zoon van God.

 3e orde : DE CHERUBS

 Genesis 3 vers 24 spreekt over 'Cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.' Cherubs zijn beschutters ( Ez. 28 : 14-16 ). Dit komt ook duidelijk naar voren in Exodus 25 en 37, waar de Cherubs de ark in bescherming nemen. Psalm 91 vers 11 en 12 zegt : 'Geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal uw tent naderen ; want Hij zal aangaande u Zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen ; op handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot.' Cherubs zijn dus dragers. In 2 Samuël 22 vers 11 wordt de Heere voortgedragen door een Cherub.

 4e orde : DE SERAFS

 Jesaja 6 vers 6 en 7 spreekt over de Serafs : 'Eén der Serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar genomen had ; hij raakte mijn mond daarmede aan en zeide : Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt ; nu is uw ongerechtigheid geweken en uw zonde verzoend.' Het zijn de reinigers van God ( seraf = branden ). Ze bannen het kwaad uit en dus ook de afvalligen. Het zijn verderfengelen, waar Psalm 78 : 49 over spreekt.

 Ook zijn het engelen die heiliging brengen, die scheiding maken tussen licht en duisternis, tussen goed en kwaad. Ze brengen Gods Heerlijkheid op aarde : 'Serafs stonden boven Hem ( God ). (..) En de een riep de ander toe : Heilig, heilig, heilig is de Heere der heerscharen, de ganse aarde is van Zijn Heerlijkheid vol. En de dorpelposten beefden van het luide roepen en het huis werd vervuld met rook.' ( Jes. 6 : 2-4 )

 - 4 - Uw wil geschiede

 Heer leer ons bidden zoals Johannes het aan zijn leerlingen leerde.

 In Matheus 6 : 9-15 staat het Onze Vader zoals de christenen het bidden. In Lucas 11 : 2-5 komt U wil geschiede niet voor.

 "Als gij bidt", zegt Jezus, "bidt dan tot de Vader die in de hemel zijt. Onze Vader die ons gemaakt heeft naar zijn beeld en gelijkenis."

 Wij zijn kinderen van die Vader. In dat gebed beloven we, Uw Naam worde geheiligd.

 U bent een Vader voor iedereen. Gij wilt dat iedereen dit moet weten. De ellende van deze wereld komt niet van U. Gij ziet liever blijde mensen en geeft kracht naar kruis bij pijn en verdriet. Gij wilt een koninkrijk waar vrede en gerechtigheid heerst. Dat beloven wij Vader, wij zijn Uw kinderen en dragen Uw naam. Ik ben die ik ben. Hier ben ik, wat kan ik voor je doen, ik ben er voor jou. Uw wil geschiede. Dat beloven wij.

 In de hof bidt Jezus in doodsangst tot zijn Vader, als het mogelijk is laat deze kelk aan mij voorbij gaan, maar niet mijn wil maar de Uwe geschiede. Jezus wil met de opdracht van zijn Vader door gaan, Uw Naam worde geheiligd, Uw rijk kome.

 Jezus is trouw tot in de dood. Zijn zending moet door gaan, al kost dat zijn leven. Jezus heeft als ieder mens pijn geleden. Op het kruis voelde Hij zich eenzaam en verlaten. Ook hij vroeg zich af waar blijft nu Mijn Vader. God mijn God waarom hebt U mij verlaten. Zijn Vader aanhoort het gebed. Hij geeft zijn Zoon moed en kracht.

 Jezus troost zijn buurman met de oorden, "vandaag nog zult Gij met Mij zijn in het paradijs." Hij kon weer tot zijn Vader bidden, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. Het is volbracht. God moet toe zien dat mensen met een vrije wil zijn Zoon vermoorden.

 Werken aan her Koninkrijk is aandacht hebben voor de medemens. Doen zoals Jezus deed. Waar we nu nog van dromen zal eens komen. Vrede en gerechtigheid. Een Koninkrijk met schone aarde, zuiver water en heldere lucht.

 Op de tweede plaats mogen we ook vragen voor wat we dagelijks nodig hebben.

 "Vergeef onze schuld zoals wij aan andere vergeven." Voor sommige is dat moeilijk om de toegestoken hand van de vijand te accepteren. Misschien helpt het als we bedenken dat God ons neemt zoals we zijn.

 Vader houdt ons tegen als we de verkeerde weg in slaan.

 Het is Uw wil dat we werken in Uw wijngaard. Want van U is het Koninkrijk, de Kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

 Mogen we eenmaal in Gods heerlijkheid wonen alle eeuwen der eeuwen. God is een God van leven. Hij zet geen punt maar een komma achter ons aardse leven, wij mogen verder leven.

 "Als gij bidt, ga dan in uw binnenkamer, sluit de deur achter u en bid tot U Vader." ( MATHEUS 6 : 6-7)

 Mijn ervaring is; als je hardop bidt, dan hoor je de belofte om Gods wil te doen. Je wordt dan niet afgeleid.

 Misschien zijn er vraagtekens, of een aanvulling.
 Ik zie het wel in het forum.

 - 5 - Het hogerpriestelijk gebed

 "Opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in u, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt." Johannes 17 : 21

 Eigenlijk is dit hele hoofdstuk de moeite waard om te lezen, omdat dit gebed van Jezus naar de Vader het verlangen weergeeft wat eigenlijk het verlangen van Jezus is. Dat is dat Zij allen één zijn, en wie zijn zij? In vers 9 staat : "Ik bid voor hen; niet voor de wereld bid Ik U, maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt want ze zijn van U."

 Ik bid voor hen. Dit vind ik zo iets moois omdat hier niet erbij staat Katholiek of Protestants of ............ vul zelf maar in. Wij als Christenen hebben de taak om het evangelie uit te leven. Lieve mensen het is de wens van Jezus dat we één zijn in hem. Hoe kan de wereld zien dat we kinderen Gods zijn, als we liefde hebben onder elkander. Heb de moed om er uit te komen en naar de ander toe te gaan als die uit een andere kerk komt. En ook als kerk of liever gezegd als lichaam van Christus, want dat zijn wij, elkaar op te zoeken want samen zijn wij sterk. Leiders, dominees, degenen die dit lezen durf die stap te nemen om samen te werken (met andere kerken of gemeenten uit dezelfde dorp of stad) bijvoorbeeld evangeliseren. Heb respect voor elkaar, luister naar elkaar, zoek samen de tegenwoordigheid van de Heer door de Heilige Geest. Dan zullen we zien dat God zal zegenen omdat daar waar liefde woont, daar gebied Hij Zijn zegen.

 "Gelijk Gij mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld." Joh. 17 : 18 De Here Jezus heeft ons een taak gegeven , om een licht te zijn. Wij zijn een lichtend licht. Hij heeft ons in deze wereld gezonden, laten we de kerkmuren afbreken, laten we als kerk in de wereld staan. Omdat de wereld Jezus nodig heeft, er is zoveel gebrokenheid, ziekte en verdriet dat we wat uit te dragen hebben. De mensheid heeft Jezus nodig, durf het aan om eruit te stappen, om een getuige van Jezus te zijn. Laat je vullen door zijn Geest; God wil geven in overlopende maat. Om uit te delen niet om voor jezelf te houden.

 Als éénheid het verlangen van ons hart is dan zijn we één met Jezus, het is ook Zijn verlangen. Maar we zijn er de afgelopen 1700 jaar er erg van weg gegroeid, alleen Gods Geest kan ons één maken en dat we naar elkaar toe groeien, want in Christus zijn we één.

 Ik ben benieuwd wat jullie er van vinden is het ook jullie verlangen om één te zijn. Ik hoor graag wat jullie opvatting hierover is. Laat wat van je horen.

 - 6 - De Bijbel, het boek over God en de mens

 Velen van jullie zullen regelmatig in bibliotheken te vinden zijn, om enige tijd later met één of meerdere boeken onder je arm weer huiswaarts te keren. Eenmaal thuis nestel je je met boek, inclusief koffie of thee en andere aanverwante artikelen, in het hoekje van de bank, slaat je boek open op de eerste bladzijde en begint te lezen. De meeste lezers onder ons zullen niet na tien minuten alweer stoppen, maar heerlijk doorlezen en al gauw veel te weten komen over de hoofdpersoon of personen van het boek.

 De bijbel is ook een boek. Een heel bijzonder boek. Het onthult veel over wie God is en wie de mens. Het vertelt niet over fictieve personages maar over de levende God en reële mensen. Als je de bijbel leest vanaf het begin en gewoon maar doorleest, ontvouwt zich langzaam een beeld van wie God is, hoe Hij wil omgaan met mensen en hoe mensen omgaan met God. En het kan zomaar gebeuren dat je al lezende, je gaat verbazen over deze God.

 Iets van die verbazing lees je ook in Jesaja 64 : 4 en 5 waar staat: "Ja, van oudsher heeft men het niet gehoord noch vernomen, geen oog heeft gezien een God buiten U, die optreedt ten behoeve van wie op Hem wacht. Gij komt hem tegemoet, die met vreugde gerechtigheid doet, hun die op uw wegen aan U denken."

 Hier zie je dat God optreedt ten behoeve van mensen. Dat is verbazingwekkend, dat is nog niet eerder vertoond. Een God die in de bres springt, een God die tegemoet komt, een God die geeft in plaats van neemt!

 Maar er staat ook iets over mensen. In vers 7 lees je: "Er was niemand die uw naam aanriep, die zich beijverde om aan U vast te houden." Even verderop in hoofdstuk 65 wordt het je nog duidelijker voorgeschoteld, als je in vers 1 en 2 leest dat God zegt: "Te raadplegen was Ik voor hen die naar Mij niet vroegen, te vinden voor hen die Mij niet zochten; Ik zei tot een volk dat mijn naam niet aanriep: 'Hier ben Ik, hier ben Ik.' De ganse dag breidde Ik mijn armen uit naar een opstandig volk, dat volgens eigen overleggingen wandelde op een weg die niet goed is..."

 Je komt het steeds weer tegen als je de bijbel leest. God die ernaar verlangt om het goede te geven aan mensen. Die Zichzelf wil geven, die zegt: Hier ben Ik, die verlangt naar een relatie met de mens. En de mens die kiest om z'n eigen weg te gaan, die het zelf wel uitzoekt zonder God, die als God zegt: 'hier ben Ik', Hem de rug toekeert. We hebben kerst achter ons liggen en zijn op weg naar Pasen. God die zijn eigen Zoon gaf aan de wereld. Maar veel mensen wilden Hem niet. Ze schreeuwden: "Weg met Hem! kruisig Hem!"

 Dat was vroeger, lang geleden, en de verhalen uit de bijbel zijn uit het verre verleden. Maar God is nog altijd de levende God en Hij is niet veranderd. Nog altijd verlangt God om Zijn liefde te geven, nog altijd wil Hij ons tegemoet komen. En wij? Willen wij Zijn naam aanroepen? Willen wij ons beijveren om aan Hem vast te houden ? Willen wij op Hem wachten, het van Hem verwachten, zodat Hij ons kan geven wat we nodig hebben voor ons leven?

 - 7 - Het is beter voor u dat ik heenga

 Ouders en kinderen zijn het niet altijd met elkaar eens. Er zijn nogal wat kinderen die zo hun bedenkingen hebben bij alles wat ouders vinden dat goed voor ze is.En als ouders hebben we wel eens bedenkingen bij wat ons kroost wel of niet wil.

 Een peuter die z'n eten niet lust, krijgt te horen dat hij het maar beter wel kan eten, omdat hij daar groot en sterk van wordt. Een puber die overal geïnteresseerd in is, behalve in naar school gaan, en nogal eens spijbelt, proberen wij uit te leggen dat het beter voor hem is om wel te gaan, omdat hij anders straks geen diploma heeft, en daarmee een aantal wegen voor zichzelf afsluit.

 En zo kunnen we nog ettelijke voorbeelden verzinnen. Ouders menen te weten wat goed is voor hun kinderen.Nu weten we allemaal dat ouders weleens fouten maken,en ook dat de manier waarop ouders hun kinderen vertellen wat goed voor ze is, niet altijd met wijsheid gebeurt.Maar toch blijft staan dat ouders soms inderdaad beter dan kinderen, weten wat goed voor ze is.

 De reden daarvoor is heel simpel. Ouders hebben niet alleen meer levenservaring, maar overzien ook meer. Een kind denkt in het hier en nu. En zelfs een puber overziet niet dat bepaalde dingen wel of niet doen, op de lange termijn wel eens beter voor hem zouden kunnen zijn.

 Soms reageren de discipelen net als kinderen. Ze denken in het hier en nu, en overzien niet het grote geheel. Als Jezus hun zijn lijden en sterven aankondigt, zegt Petrus(Mat.16:22) dat het niet zal gebeuren.Dat God dat zal verhoeden. Hij kan zich niet indenken dat hier iets goeds uit zal voortkomen.

 Vlak voor zijn sterven vertelt Jezus de discipelen dat Hij terug zal gaan naar Zijn Vader, en dus niet langer bij hen zal zijn. We lezen dat in Joh 16:5-11 (NBG): En nu ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat gij heen? Maar omdat Ik dit tot u gesproken heb, heeft droefheid uw hart vervuld. Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
 De discipelen reageren bedroefd. Ze begrijpen het niet. Ze kunnen het niet overzien. Hoe kan het nou goed zijn als Jezus van hen weggaat? Hoe kan het zelfs beter zijn dat Hij gaat?

 Dan legt Jezus hen uit dat als Hij niet weg gaat, de Heilige Geest niet kan komen. Maar waarom is dat beter? Jezus was toch bij hen? Daarmee was God toch heel dicht bij de mens gekomen? Was dat niet genoeg? Nee, voor God was dat nog niet genoeg. Er was nog iets beters. Hij wist dat er een manier was om nog dichterbij te komen. Namelijk door de Heilige Geest te geven aan mensen, om in hen te zijn. Gods Geest, een deel van Hem, niet alleen bij ons, maar zelfs IN ons. God Zélf die in ons wil zijn! En wat zal de Heilige Geest doen? Hij zal de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Na zijn opstanding vertelt Jezus zijn discipelen opnieuw over de belofte van de H.G. en Hij draagt hen op om ,als Hij weg is, in Jeruzalem te blijven wachten op de Heilige Geest.

 En dan zegt Hij( Hand. 1:8):.maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. Het wordt ze als een belofte gegeven: met de komst van de H.G.krijgen ze iets van Gods kracht binnen in hen. Gelijk erachteraan staat nog een belofte, nl. dat ze Zijn getuigen zullen zijn.Wij vinden getuige zijn vaak niet zo makkelijk. Want wat moeten we zeggen? Of juist niet zeggen? Wat moeten we doen? Of juist laten? We sloven ons uit om het zo goed mogelijk te doen, maar lopen daarmee het gevaar om te vergeten dat het een belofte is. We zúllen het zijn! Het gebeurt niet omdat wij zo goed zijn, of het zo goed doen, of het zo mooi kunnen zeggen. Het gebeurt omdat de Heilige Geest in ons is. En Hij is het die de wereld zal overtuigen van zonde. Niet wij! Dat te beseffen behoedt ons voor krampachtigheid en overactivisme.
 Gods werk is nog niet af, en Zijn wegen zijn voor ons als Zijn kinderen niet altijd te begrijpen. Hij overziet het geheel. Wij zien slechts een deel. Maar wat we wel zien door de hele bijbel heen, is dat God, de Koning der eeuwen, de onvergankelijke, de onzienlijke, de enige God,alles uit de kast trekt(als ik het zo even oneerbiedig mag zeggen)om de relatie tussen Hem en de mens te herstellen, en uiteindelijk zelfs in Hem te wonen, want Hij wil(1 Tim.2:4) dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen.

 - 8 - Van Dood naar Leven

 Goede Vrijdag, het woord van God wordt in de kiem gesmoord. De Zoon van God, gedood op een kruis, een slechte dag voor Vader en Zoon. Die dood wilde God niet. Met tranen in zijn ogen heeft Hij Zijn Zoon kracht gegeven om pijn en verdriet te dragen. Ook voor Johannes, de geliefde leerling van Jezus, is het een slechte dag.

 Voor Maria, de moeder van Jezus, is die vrijdag een dag om nooit te vergeten. Haar Zoon met een kruis, de grootste schande die er is. Zij was erbij toen de spijkers door handen en voeten werden geslagen. Het is jammer dat de woorden van troost die Maria tot haar Zoon sprak, niet genoteerd zijn. Zij was bij Hem toen Hij stierf op het kruis.

 De dood van de Meester heeft ook de leerlingen geen goed gedaan, ze zagen het niet meer zitten. Welke gedachten hebben wij? Wij weten dat Hij voor ons gestorven is zodat we kunnen leven. Hij heeft ons verlost uit de dood.

 Goede Vrijdag klink egoïstisch. Het is net of we de Joden bedanken voor hun daad. Het tegendeel gebeurt. Ze worden verjaagd en verdreven, gemarteld en gedood. Een zwarte dag? Daar is een kerkelijke uitspaak die luid: "Hoewel de leiders van de Joden en hun medewerkers hebben aangezet tot de moord op Christus, toch kan dat gene wat geschiedde, tijdens Zijn lijden, niet aangerekend worden. Noch aan de toen levende Joden zonder onderscheid, noch aan de hedendaagse Joden." Zijn lijden, dood en verrijzenis gedenken we met Pasen:

 Hij is niet dood, Hij leeft !

 Het was voor Pasen.
 Een grote kerk in Moskou,
 was geheel gevuld met mensen,
 velen moesten staan,
 niemand voelde de kou.

 De voorganger was diep gegaan
 in het lijden van Jezus.
 Je hoorde geen speld vallen.
 Jezus, verraden door een kus.

 Hier en daar hoorde je snikken.
 Bij velen stond de mond open.
 Het was een gedrukte stemming,
 toen iemand de kerk kwam binnen lopen.

 Hij stormde naar voren,
 hij voelde wat er aan de hand was,
 greep de microfoon en riep
 met alles wat in hem was,

 "Chritos woskressen!"
 -Christus is opgestaan-
 "Woistinoe woskressen!"
 -Hij is waarlijk opgestaan.

 Mensen, mensen, waarom zo droevig.
 Zeg het tegen iedereen:
 Hij is niet dood,
 Hij leeft voor iedereen.

 Het orgel begon te spelen:

 U zij de glorie, opgestane Heer!
 U zij de victorie, nu en immermeer.
 Uit een blinkend stromen daald' een engel af,
 Heeft de steen genomen van 't verwonnen graf.
 U zij de glorie, opgestane Heer!
 U zij de victorie, nu en immermeer.

 Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!
 Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer.
 Weest dan volk des Heren, blijd' en welgezind,
 en zegt telkenkere; Christus overwint!
 U zij de glorie, opgestane Heer!
 U zij de victorie, nu en immermeer.

 Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
 Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft?
 In Zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot,
 Niets heb ik te vrezen in leven en dood.
 U zij de glorie, opgestane Heer!
 U zij de victorie, nu en immermeer.

 Iedereen zong blijmoedig mee.
 Er was geen droefheid meer.

 - 9 - Naar aanleiding van Psalm 94

 De overdenking van deze week gaat over Psalm 94. Zelf vind ik het te lang om helemaal te plaatsen. Ik zal hier en daar verzen eruit lichten.

 "4 Zij (de goddelozen) smalen, spreken verwaten taal, al die bedrijvers van ongerechtigheid voeren een hoog woord;"

 Een situatie die nog steeds herkenbaar is. Mensen met een grote mond, de schreeuwers, de brutalen; ze hebben nog steeds 'de halve wereld'. Het spotten en smalen lijkt erger te worden, openlijker. En ook nu lijken zij 'de grijze massa' mee te krijgen. De mensen die niet kiezen, de 'dwazen en redelozen' worden ze in vers 8 genoemd. Juist op hen doet de psalmdichter een dringend appèl.

 "9 Zou Hij , die het oor plantte, niet horen? die het oog vormde, niet zien?"

 Oef, die komt aan en misschien juist wel bij mij, als gelovige. Hoe vaak verzucht ik niet, denk ik niet, ondanks mijn geloof, dat God doof is en blind?

 "10 Zou Hij, die de volken onderwijst, niet straffen, Hij, die de mens kennis leert?"

 Opvallend, onderwijzen en straffen in één zin. Het doet me denken aan de andere vergelijkingen in de Bijbel van Gods 'opvoedingsmethodes'. Goud en zilver dat wordt gesmeed, het proces van snoeien. Snoeien, smeden en straffen, blijkbaar kunnen het allemaal manieren zijn van Gods onderwijzing. Zo voelt het ook, soms, het leven, de dingen die gebeuren. Midden in zo'n proces weet je soms niet of het van God komt of van de Duivel. Achteraf zie je het pas. Wie heeft nooit meegemaakt dat na een nare situatie je later terugkeek en zag hoe waardevol het toch was, hoeveel je geleerd hebt. In vers 12 staat dat je 'welzalig', geluk hebt als je voelt dat God je kastijdt, want dat betekent dat Hij met je bezig is. Op die manier kun je blijkbaar rust krijgen.

 "17 Indien de HERE mijn hulp niet was geweest, mijn ziel zou bijna in de stilte gewoond hebben."

 Stilte. In deze lawaaierige, schreeuwerige tijd kan het bijna een weldaad zijn. Soms ontmoet je God pas in een stilte, in de rust. Hier "voelt" het anders. Als totale afgeslotenheid, eenzaamheid, verstoten zijn.

 "19 Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikten uw vertroostingen mijn ziel".

 Sinds enige jaren ben ik psychisch ziek. Ik heb Borderline. Daarbij hoort 'een veelheid van gedachten'. Meestal slechte, nare gedachten. 'Je kunt niets, je bent niets'. 'Beschadig jezelf maar'. In mijn gevecht ertegen 'verkwikken de vertroostingen van Mijn Vader' mij. Telkens weer schieten bijbelteksten in mijn hoofd, lees ik net op tijd iets, krijg ik onverwacht een bemoedigend telefoontje. Het doet me denken aan Psalm 23, waarin ook uitgejubeld wordt: "Gij verkwikt mijn ziel". Het klinkt als een slokje water als je erge dorst hebt, als een aai over je bol, een vriendelijk woord en je kunt weer verder.

 "21 en onschuldig bloed verklaren zij schuldig'.

 De Here Jezus was daar het grote voorbeeld van. Maar ook vandaag worden onschuldige mensen vermoord omdat zij een verkeerde mening hebben, voor zichzelf of anderen opkomen. De beschuldigingen, als er al een proces komt, zijn vaak vals. Deze psalm roept God op hun te wreken, Zijn gerechtigheid te laten gelden.

 "22 Maar de HERE was mij tot een burcht, en mijn God de rots mijner toevlucht".

 Een burcht, veiligheid, onneembaar. Altijd kan ik een beroep op Hem doen, altijd kan ik naar Hem toe vluchten. En van daaruit een beroep blijven doen op Zijn gerechtigheid.

 - 10 - De grote opdracht

 In een overdenking heb ik het gehad over de gouden stad Jeruzalem, het nieuw Jeruzalem wel te verstaan. We zagen daarin hoe de straten voorzien zijn van de allerkostelijkste edelstenen. (zie ook het fotoalbum) Maar ook ontdekten we hoe groot het Nieuw Jeruzalem is. Zo'n 600.000 vierkante kilometers. In het vervolg van Openbaringen 21 lezen we wat Johannes in het nieuwe Jeruzalem zag. Alvorens wij het Nieuwe Jeruzalem zullen aanschouwen moet er nog heel wat gebeuren, leest u maar mee in de rede van Jezus over de laatste dingen: "En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen." (Mattheüs 24:14)

 Vlak voor Zijn Hemelvaart geeft Jezus Zijn discipelen en daarmee ons de opdracht: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb." (Mat. 28: 18-19) "Jezus sluit deze opdracht af met een belofte: "En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen." (Mat. 28:20) U begrijpt het al, deze overdenking gaat niet over het vervolg uit de Openbaring van Johannes, maar over het zendingsbevel.

 Dit deel uit de bijbel wordt ook wel "De grote opdracht" genoemd. Dat klinkt als een zware last die de discipelen, en in hun voetspoor de gemeente van Christus, wordt opgelegd. Hoe zullen ze dat kunnen volbrengen, Hoe zullen ze het aandurven ? In eigen kracht ? Dat wordt niets, maar het is Pasen geweest. De Gekruisigde is opgestaan en is geworden Heere van de ganse schepping! Hij is de ware Koning van Israël! Lees het maar naar in Daniël 7:14.

 Met die proclamatie begint hier de zending. Mij is gegeven alle macht! Daarom, gaat heen! Ik draag u, ook help Ik u! Zending is mensen brengen tot de erkenning dat Jezus Heere is. Want onder Zijn heerschappij ben je zalig en ben je vrij! Daarom, gedragen door Zijn macht en kracht, gaat heen! De discipelen moeten hun eigen veiligheid verlaten. Ze moeten gaan buiten de grenzen van Israël. Zending heeft altijd te maken met het overschrijden van grenzen; is altijd op weg naar de ander. We ontvangen het Evangelie toch nooit alleen maar voor onszelf? Die roeping geldt dichtbij in onze eigen omgeving. Sommigen worden echter geroepen voor een zendingstaak in andere culturen.

 En: onderwijst...! Eigenlijk staat er: maak tot discipelen! Dat is het hoofdwerkwoord in deze grote opdracht. Zoals Jezus het eenmaal tot Zijn discipelen zei, zo zegt Hij het tegen Zijn gemeente: Gij zijt het licht der wereld. Maakt anderen tot wat je zelf door genade mag zijn: discipel van Jezus. Is het Evangelie bij uzelf al tot dit doel gekomen? Maak tot discipelen... Laat dat ook het hoofdwerkwoord blijven in de arbeid van de zending vandaag.

 De opdracht wordt gevolgd door een geweldige belofte van trouw: "Ik ben met u. De zending rust helemaal in de Heere Zelf. Anders zou er trouwens toch ook niets van terecht komen. De boodschap van bekering en geloof sluit niet aan bij het natuurlijk hart van de mens. Daarom is er ook altijd tegenstand te verwachten. Hoe zullen we het volhouden temidden van machten en krachten? Ik ben met u. Dat geeft grond onder de voeten van discipelen. De Heere is er bij! Het is de gave van de Heilige Geest, Die erbij zal zijn in de vervulling van de opdracht. Of dat nu dicht bij huis of verder weg is.

 Er zijn vele voorbeelden in de zending, die de waarheid van dit woord onderstrepen. Als u zult gaan door... mislukking, benauwdheid, vervolging... Ik zal bij u zijn! Wie zich geeft aan de arbeid mag het weten: de Heere is bij mij, ik zal niet vrezen, wat mij een mens zal doen.

 In deze verzen klinkt vier keer het woord 'alle' door alle macht, alle volken, alle geboden, alle dagen. Het is het allesomvattende van de Heere Jezus. In dertig woorden kan niet meer worden gezegd, dan wat hier in het slot van Mattheüs gezegd wordt. Ik ben met u alle dagen. Alle dagen. Dat is rijker nog dan 'altijd'. Alle dagen, dat zijn dagen van zegen en dagen van zorg. Dagen waarop de belofte kracht doet en dagen waarop we er geen houvast aan hebben. Wat ze ook inhouden, Hij houdt ze vast. Alle dagen. Ook die van de zending in onze tijd. Dagen waarin de zending voor nieuwe vragen en uitdagingen staat. Alle dagen. Tot de laatste dag toe. Tot de voleinding van de wereld. Zending rust op de opdracht van Christus, maar de zending wordt ook voortgedreven door de verwachting van Zijn toekomst, Zijn wederkomst. Kom, laten we het "amen" mee zeggen met ons hele hart! Amen, het zal waar en zeker zijn !

 - 11 - Een nieuwe brief van Paulus aan de christenen van de wereld.

 Lieve broeders en zuster in onze God Jezus Christus, Vrede van God onze Vader en Jezus Christus. Ik heb een brief ontvangen ondertekend door vele zusters en enkele broeders
 uit vele landen, die vroeg om mijn mening en advies over een geweld binnen het huwelijk.

 Mijn broeders, hoe kunnen jullie vrouwen zo slaan, misachten en verkrachten?
 Zijn zij niet aan jullie gegeven door onze God? Hoe kan dit gebeuren in de gemeente van Christus? Zijn jullie vergeten, wat ik eerder aan jullie geschreven heb, dat jullie het lichaam van Christus zijn? Dat elk deel van gelijke waarde zijn en gelijk gewaardeerd moeten worden? Dat als een deel lijd, de andere delen ook lijden? Hoe kunnen jullie je eigen lichaam laten leiden? Zijn jullie vergeten, dat ik aan de mannen heb geschreven, dat zij van hun vrouw moeten houden, als van hun eigen lichaam?

 Ik was zelfs nog meer geshockeerd, dat vele mannen mijn brieven gebruiken om over hun vrouwen te heersen en ze zelfs te slaan. Waar heb ik dat ooit toegestaan? Ja, ik heb geschreven aan de vrouwen om hun man
 te volgen en te respecteren. Maar staat dit toe hen te behandelen als slaven? Hebben jullie niet verder gelezen wat ik aan de mannen schreef 'houd van jullie vrouwen en zorg voor hen'?
 Sommigen van jullie hebben een bruidschat betaalt, maar dat betekent niet dat jullie vrouw je eigendom is. Jullie allemaal, man en vrouw, zijn eigendom van Christus. Hij heeft met zijn eigen leven betaalt om jullie vrij te kopen. Respect daarom elkanders vrijheid en zeker die van je vrouw. Daar jullie geloof
 in Jezus Christus zijn jullie kinderen van God, er is geen verschil in man en vrouw. Reeds in het begin heeft God man en vrouw geschapen, volgens Zijn beeld. Daarom ontdenkt, God's beeld in elkaar. Elke klap die je vrouw geeft is een klap in Gods gezicht.

 Ik wil duidelijker zijn dan in mijn voorgaande brieven om misverstanden te voorkomen. Ik zeg tegen de vrouw: 'Houd van uw man en respecteer hem' en ik zeg tegen de man: 'Houd van uw vrouw en respecteer haar'. Elk ander gedrag komt niet van Christus.

 Sommige mannen die zichzelf zien als het hoofd van het gezin, gebruiken dit als
 argument om hen dominant gedrag te excuseren. Zij controleren en disciplineren hun vrouwen. Toen ik in mijn brieven man het hoofd van de vrouw noemde, verwees ik naar Christus als het hoofd van
 de gemeente. Christus is het hoof van alle gelovende mannen en vrouwen. Maar hij is niet het hoofd om macht en controle te verkrijgen. Hoewel hij autoriteit had, heeft hij zich vrijwillig als een dienaar gegeven. Hij was bereid om te lijden en zijn
 kruis te dragen. Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Waarom is dit gedrag, van zelf opoffering voor namelijk aan vrouwen verkondigd? Waarom verkiezen mannen zich te identificeren met Jezus, onze Christus?

 Jezus vertelde ons, dat de kerk te onderscheiden moet zijn in de wereld. Wie de eerste wil zijn moet de laatste zij. Christelijke families zouden een voorbeeld moeten zijn in de wereld.

 Wij, wie gedoopt zijn in de naam van Jezus, moeten ons gedragen als Hij. Zijn jullie vergeten, dat Jezus Maria van Bethania toestond een disipel van hem te zijn en Martha riep haar rol als huisvrouw op te geven? Hoe hij discuseerde over het geloof met een samaritaanse vrouw bij de put en met Martha bij het graf van haar broer Lazarus? Hoe hij het geloof van een buitenlandse vrouw, van wie de dochter ernstig ziek was, prees?

 Jezus nam vrouwen serieus. Weten jullie, mijn broeders, het beter dan Jezus?

 En jullie, mijn zusters, geeft niet op. Laat jullie versterkt worden, door het voorbeeld van onze zusters in Christus, de vrouwen die naast Jezus stonden in zijn lijdensuur; de vrouwen waren de eerste getuigen van Jezus opstanding; de vrouwen die vervult werden door de Heilige Geest met Pinksteren en leiders van de kerk werden.

 Aan ons allen gaf Christus de opdracht "Houd van je buur als van
 jezelf" Is je vrouw, je man, niet meer dan een buur? Mijn beste broeders en zusters, laat jullie hart gevuld worden met de liefde van God. Laat deze liefde zijn, door al jullie daden als man en vrouw, als echtgenoot en echtgenote tot glorie van onze God.

 - 12 -Een heel goed verhaal

 De dag is voorbij, je rijdt naar huis. Je zet je radio aan en hoort nog net een stukje van het nieuws over een klein dorpje in India waar een paar inwoners plotseling zijn overleden aan een soort griep waar nog nooit eerder iemand van gehoord heeft. Het is niet besmettelijk maar drie of vier mensen zijn dood, het is nogal interessant dus sturen ze er een paar internationaal beroemde dokters heen om dit te onderzoeken.

 Je denkt er niet meer echt over na maar zondag, als je thuis komt van de kerk, hoor je nog een radiobericht. Alleen deze keer zijn er geen drie maar 30.000 mensen overleden in dit specifieke deel ergens in de bergen van India. Het is op tv die avond; de nieuwszenders laten een stukje zien over mensen uit een ziektecentrum in Atlanta die erheen gaan want deze ziekte is nog nooit eerder gezien.

 Maandagochtend als je opstaat is het het belangrijkste bericht van het nieuws. Maar nu is het niet alleen India meer, er zijn ook slachtoffers in Pakistan, Afghanistan, Iran, en voor je het weet hoor je het verhaal overal vandaan komen. Ze noemen het "de mysterieuze griep" de koningin heeft iets gezegd over dat iedereen in Nederland zal bidden voor die arme mensen dat het goed mag aflopen maar iedereen vraagt zich af; hoe gaat dit aflopen?

 Dan maakt de president van Frankrijk een aankondiging die heel Europa doet schrikken. Hij sluit de grenzen van Frankrijk. Er mogen geen vluchten vanuit India, Pakistan of een van de andere landen waar deze ziekte is gezien in Frankrijk landen. Daarom kijk je die avond nog een beetje naar het nieuws. Je valt in slaap terwijl een huilende Franse vrouw wordt vertaald in het Nederlands; Er ligt een man in het ziekenhuis in Parijs die aan het doodgaan is door de mysterieuze griep. Het is in Europa.

 De paniek breekt aan.

 Zover al ze kunnen zeggen, zodra als je het hebt, heb je het een week voordat je erachter komt. Dan heb je vier dagen met ongelovige symptomen. En dan ga je dood.

 Groot-Brittanië sluit ook zijn grenzen maar het is te laat. Ook in Groot-Brittanië liggen er al slachtoffers van de mysterieuze griep in het ziekenhuis.

 Binnen vier dagen is deze natie met een grote angst in aanraking gekomen. Mensen verkopen kleine gezichtsmaskers en hebben het over; "stel je voor dat het in ons land komt". Predikanten zeiden dinsdag op tv dat dit het oordeel van God is.

 Het is woensdagmiddag en je bent op een gebedsmiddag van de kerk om te bidden voor de slachtoffers van deze mysterieuze griep wanneer iemand schreeuwend naar binnen rent; "Doe de radio aan, doe de radio aan!!!!"

 Terwijl de kerk luistert naar de radio wordt het bericht gedaan; Er liggen twee slachtoffers met symptonen van de mysterieuze griep in Amsterdam in het ziekenhuis. Binnen uren gaat deze ziekte het land door. Er zijn mensen die dag en nacht werken op zoek naar een geneesmiddel maar niks werkt. Ondertussen is de ziekte overal op aarde gezien.

 En dan, plotseling is er nieuws:

 "De code is gebroken. Er kan een geneesmiddel gevonden worden. Er kan een vaccin gemaakt worden. Het enige wat er nodig is, is het bloed van iemand die nog niet besmet is. Dus overal op aarde wordt er iets simpels gevraagd van de mensen om naar een lokale plek te gaan en hun bloed te laten testen. Dat is het enige wat we van je vragen. Als je de sirenes hoort ga dan snel, stil en veilig naar het ziekenhuis of andere lokale plek waar normaal bloed afgenomen wordt."

 Die vrijdagavond wanneer jij en jouw gezin daar aankomen is er een lange rij. Iedereen wordt snel in de vinger geprikt en er wordt een labeltje bij gedaan. Er wordt je verteld dat je op de parkeerplaats moet blijven wachten op de uitslag, als je naam wordt geroepen kan je naar huis gaan en ben je dus ook besmet.

 Je staat daar met honderden mensen doodsbang en je vraagt je af wat er gebeurt en of dit het einde van de wereld is.

 Dan komt er een jonge man gillend uit het ziekenhuis die een naam gilt terwijl hij een naamkaartje vast heeft. Wat? Hij roept het nog eens en dan trekt je zoontje van vier aan je jas en zegt; pappa, dat ben ik!

 Voordat je het weet hebben ze jouw jongen gepakt. "ho, wacht even, wat gaan jullie doen roep je" de arts zegt;" rustig maar, zijn bloed is puur". We willen zeker maken dat hij de ziekte niet heeft of krijgt, hij heeft waarschijnlijk het goede type.

 Vijf intense en lange minuten later komen de dokters en verpleegsters huilend en elkaar omhelsend naar buiten. Sommige lachen zelfs. Het is een week geleden dat je iemand zag lachen. Een oude dokter komt naar je toe en zegt:" Dank u wel meneer, uw zoons bloed is schoon en puur en we kunnen een vaccin maken.

 Het nieuws is snel ook op de parkeerplaats bekend, alle mensen daar schreeuwen en lachen en bidden en huilen. Maar dan pakt de grijsharige arts jou en je vrouw aan de kant en vraagt of jullie even mee willen komen. "We hadden ons niet gerealiseerd dat de donor een minderjarige zou zijn en we moeten uw handtekening op een formulier.

 Je begint met tekenen en dan zie je dat de hoeveelheid bloed dat nodig is niet is ingevuld. Hoe veel heeft u nodig?? Dat is wanneer de glimlach van de dokter wegvaagt en dat hij zegt: We hadden geen idee dat het een klein kind zou zijn, we waren niet voorbereid, we hebben het allemaal nodig!

 Maar kan hij geen transfusie krijgen?

 Als we puur bloed hadden.. Kan je tekenen? Zou je tekenen? Na een moment stilte doe je het. Je mag nog even alleen met hem zijn voor ze beginnen.

 Kan jij teruglopen? Kan jij naar die tafel lopen waar hij op zit terwijl hij vraagt: pappa?, mamma? Wat gebeurt er? Kan jij zijn handen nemen en zeggen: "zoon, je moeder en ik houden van je en we zouden nooit wat met je laten gebeuren dat niet hoefde te gebeuren, begrijp je dat?"

 En wanneer de oude dokter terugkomt in de kamer en zegt "sorry, we moeten beginnen, mensen over de hele wereld zijn aan het doodgaan." Kan jij weggaan?

 Kan jij weglopen terwijl hij vraagt: pappa? Mamma? Pappa? Waarom heb je mij verlaten?

 En dan een week later wanneer de herdenkingsdienst plaats vind en sommige mensen blijven in bed liggen, nemen niet eens de moeite om te komen, sommige komen niet omdat ze naar het meer gaan, en sommige komen met en neplach op hun gezicht en doen net alsof het hun wat kan schelen. Zou je willen opspringen en roepen: "MIJN ZOON IS VOOR JULLIE GESTORVEN, KAN HET JULLIE DAN NIKS SCHELEN?!"

 Is dat wat God wil zeggen?
 MIJN ZOON IS VOOR JULLIE GESTORVEN, WETEN JULLIE NIET HOEVEEL HET ME KAN SCHELEN??!!

 - 13 - Oproep tot zuiverheid in je relatie met God...

 Gebedsarmoede
 Armoede komt meestal voort uit een gebrek aan iets. Gebedsarmoede komt voort uit een luxe. We hebben het over het algemeen genomen best goed. Vaak hebben we God eventjes niet nodig. Als christenen meer zouden beseffen dat ze God elke minuut van de dag te danken hebben aan Hem, aan Zijn liefde, dan zou er veel meer gebeden worden.

 Zoals laatst iemand tegen mij zei: "Een boer bidt veel met een pet op" Dat is een levenshouding. Bidden is communiceren met God, maar ook is bidden de communicatie tussen God en jou. Het is dus geen eenrichtingsverkeer. Als we niet meer de tijd nemen om te bidden, om te communiceren met God, dan moeten we ons gaan afvragen wat ons 'christen zijn' nog inhoud. Als we bidden, moeten we immers ook bereid zijn om te luisteren naar wat God ons wilt zeggen. In combinatie met wat Gods Woord tot ons zegt, kunnen we als we luisteren naar God ook leven naar Zijn wil.

 Als christenen niet bereid zijn om tijd in onze relatie met God te steken, moeten ze zich ook afvragen waarom ze nog christen zijn. Wordt dat dan bewaard voor de keren dat het hun zelf goed uitkomt? We mogen aan God een hoop dingen vragen en onze zorgen met Hem delen. Ik hoop dat velen van jullie dat ook doen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een opwekking in Nederland, een opwekking in uw gemeente, dat uw kind later een persoonlijke relatie met God zal krijgen, dat hij/zij Jezus Christus als zijn verlosser zal gaan aannemen. Ik denk dan ook zeker aan een hernieuwde opwekking van uzelf.

 Als ik naar mezelf kijk, realiseer ik me dat ik vaak op een wolk in mijn geloofsleven mag zitten, maar dat kan niet altijd. Maar ook wolken komen weer op de aarde terug. Ik denk dat we ons moeten realiseren dat we zelf een grote invloed hebben op de intensiteit van onze relatie met God. God is er altijd en zal altijd op ons wachten. Maar we moeten ons er, vreemd genoeg, soms tot dwingen om tijd te nemen voor onze relatie met God.

 Ik Gods Woord staat in Filippenzen 1:9,10: "En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid, om te onderscheiden, waarop het aankomt".

 Ik denk dat we dit ook zeker mogen vertalen naar onze relatie met God. Zijn wij bereid om alles opzij te zetten om veel van onze, van God gekregen liefde, aan Hem terug te geven, door intiem met Hem om te gaan?

 Ik hoop dat we God alles durven voor te leggen wat er in ons hart speelt. Ook dat we het soms moeilijk vinden om tijd te maken voor God. Als we zo onszelf aan God willen bloot geven, en dus ook bereid zijn om door God veranderd te worden, zal de wereld gaan zien, dat God en zijn zoon Jezus Christus realiteit zijn!

 En God zal naar ons gebed horen.

 - 14 - Hosanna ! de Koning komt !

 Feest op Christenen Online, onlangs mochten wij na bijna 11 maanden de 10.000e bezoeker op de club welkom heten.

 In Jeruzalem was het ook feest, "Gezegend Hij, die komt, de Koning, in den naam des Heren; in de hemel vrede en ere in de hoogste hemelen" riepen de dicipelen Hem luidkeels toe. Met psalm 118:13 zingen wij met hen mee: "Gezegend zij de grote Koning, die tot ons komt in 's Heren naam."

 "Jubel luide, gij dochter van Sion; juich gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw Koning komt tot u, hij is rechtvaardig, en zegevierend, nederig en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong."

 Zo voorspelt de profeet Zacharia ons in hoofdstuk 9. In de overdenking van deze week - over Lucas 19 : 28-44 - zien we hoe deze profetie in vervulling gaat.

 'Zie onze God, de Koning-knecht, Hij heeft zijn leven afgelegd.' Een zin uit een lied waarin heel mooi Jezus' bestaan op aarde wordt verwoord. Hij was een Koning, maar Hij kwam uit de hemel om zijn onderdanen te dienen.

 Vers 28 getuigt daar al direct van: Jezus ging zijn discipelen voor. Vrijwillig gaat Hij de laatste fase van zijn missie tegemoet. Welgemoed aanvaardt Hij wat komen gaat. Wat schieten wij dan vaak te kort in het echt aanvaarden van de moeilijke dingen die op onze weg komen!

 Al lopende was Jezus onderweg van Galilea naar Jeruzalem. En toen hij op de Olijfberg aankwam, zond Hij twee van zijn Dicipelen uit om daar in de struiken een ezel te vinden, waar nog nooit iemand op had gereden.

 Op Jezus' woord halen twee discipelen een nog jonge, niet bereden veulen op. Hebt u opgemerkt dat zij direct gehoorzamen? Zonder tegenwerpingen, zonder angst. Dat doen ook de eigenaars van het veulen. Zij hebben er geen bezwaar tegen dat het beest wordt meegenomen, de dicipelen volstaan met de woorden zoals Jezus hen had bevolen in vers 31: En indien iemand u vraagt: Waarom ontbindt gij dat, zo zult gij alzo tot hem zeggen: Omdat het de Heere van node heeft. En daarmee nemen de eigenaars van het veulen genoeg.

 En dan begint een korte triomftocht. De profetie uit Zacharia gaat hiermee in vervulling. In verband met het komende Paasfeest zijn er meer mensen dan normaal in Jeruzalem. En ook zij loven Jezus. De bewondering van de menigte is groot. De ergernis van een aantal Farizeeën ook, tevergeefs proberen zij deze huldiging te laten stoppen, maar als God Zelf dit eerbetoon wil, hoe zou iemand het dan tegen kunnen houden?

 En dan gaat het echt gebeuren, het geweldige ogenblik breekt aan waarop tot Jeruzalem gezegd kan worden: 'Zie, uw Koning komt tot u'

 Dan is het wel triest dat Jezus Zelf zijn intocht in de stad moet organiseren. Het is trouwens ook opmerkelijk dat Hij dit doet. Want eerder wees Hij openlijk eerbetoon altijd af, niemand mocht zeggen wie Hij was.

 Mattheüs 9:30 - En hun ogen zijn geopend geworden. En Jezus heeft hun zeer gestrengelijk verboden, zeggende: Ziet, dat niemand het wete.

 Mattheüs 12:15 en 16 - Maar Jezus, dat wetende, vertrok van daar, en vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze allen. En Hij gebood hun scherpelijk, dat zij Hem niet openbaar maken zouden;

 En nu roept Hij het juist op. De loper gaat zelfs voor Hem uit.

 Onmiskenbaar is het een koning die Jeruzalem nadert. Maar dan één die zachtmoedig is en nederig. Hij zit niet hoog te paard, maar op het veulen van een ezel. Jezus' opvallende binnenkomst in Jeruzalem bewerkt daar grote opschudding. De vraag klinkt: 'Wie is dit?' Natuurlijk wist men Wie Jezus was. Maar men bedoelt: wie is dit wel die op zo'n manier meent zijn entree te moeten maken? Daar klinkt afwijzing in door. Bij een man die afkomstig is uit Nazareth in Galilëa past al deze drukte zeker niet. Nee, Jeruzalem heeft iets anders voor deze Koning: een kruis.

 En als Hij dan uiteindelijk de stad aanschouwt, komen de tranen tevoorschijn: "En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar" En niet omdat Hij nu de stad zag liggen, waarin Hij verraden en gekruisigt zal worden, maar Hij huilde om het lot van Jeruzalem.

 In de profetie van Zacharia is het voorzegd, en het is hoogst actueel: "En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Jeruzalem stellen zal tot een lastigen steen allen volken (.) en al de volken der aarde zullen zich tegen haar verzamelen."

 Jezus haalt deze profetie aan als Hij zegt: "Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een begraving rondom u zullen opwerpen, en zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen; En zullen u tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt." Jezus huilde dus om het lot dat Jeruzalem te wachten staat.

 Nu was Jezus' komst misschien vol vreugde, toch was er geen trompet en bazuin geschal, dat komt pas als Jezus voor de tweede keer naar Jeruzalem zal komen, en ook dan zal Hij de stad vanaf de Olijfberg naderen, zal Hij ook dan weer wenen ? Waarschijnlijk niet, want Zijn komst zal dan pas echt vorstelijk zijn, nu kwam Hij op een ezel, dan zal Hij te paard de Eeuwige Godsstad binnentreden, en zal het trompet en bazuingeschal klinken. Ziet u, zie jij daar al naar uit ? Hef dan uw hoofd omhoog, want de Koning komt. Buigt nu voor Hem, aanbid hem en zing maar met het volk mee: Hosanna voor de Heer ! In deze tijd zouden we zeggen: Leve de Koning !

 - 15 - Leven of niet leven

 Graag wil ik iets met uw delen. Hoe is het gesteld met het leven. Leven wij ?? Of zijn wj geestelijk dood ? Ik heb dit artikel wat ik probeer recht vanuit mijn hart te schrijven, de naam meegegeven, leven of niet leven. Ik denk dat er niet zoveel leven in deze wereld is. En zeker niet zonder een God.

 Leven is moeilijker dan dat we denken. Het leven is niet makkelijk. Vaak zit het leven tegen. Zowel praktisch, als wel in het geestelijke kunnen er vele obstakels en hindernissen te nemen zijn. We kunnen zoveel dingen noemen. Leven.

 Maar, te midden van dit heb ik moeten denken aan het volgende. God heeft ons geroepen tot leven. Ik geloof dat God graag wil dat wij leven. Echt oprecht, vrij, genieten van de dingen die Hij gemaakt heeft, in harmonie en volle vrede. Ik geloof dat dat de wil van God is voor een ieder van ons.

 Als ik Psalm 23 lees, waar David omschrijft hoe hij het ervaart om te leven met God, dan springen bij mij de tranen in de ogen. Hij zegt, "De Heer is mijn herder". Begrijp ik dit ?? Versta ik dit ten volle ? David gaat verder, "mij ontbreekt niets" ! Ja, maar ik wil graag dit, en ik wil graag dat, en sus en zo ?? Nee, David ervoer dat er in God, of anders gezegd bij God leven, dan ontbreekt hem niets !

 "Hij doet mij neder liggen in grazige weiden, hij voert mij aan rustige wateren, hij verkwikt mijn ziel, en leid mij in het rechte spoor". Wat een woorden, hoe heb ik het ? Nee, zo heb ik het nog niet altijd. Zeg maar gerust meestal niet. Nee, ik ben onrustig, begrijp de dingen die gebeuren in het leven niet, enz, enz, en wil nog zovaak voor mij zelf leven, of niet ?

 Vers 4, "Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad". Ervaart u dat ook, dat we soms door die diepe, dalen heen moeten, ik wel. Enorm vaak. En dan moet ik eerlijk zijn voor mijzelf en zeggen dat ik vaak wel kwaad vrees. Maar wat mooi dat David, vervolgens zegt, "ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij" !! Is dit niet fantastisch ?

 Leven, hoe het ook gaat of niet gaat. Ik zelf moet mij vaak weg halen op andere paden en mij zelf terug brengen bij God, Vers 6 zegt erg duidelijk:
 "Ja, Heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven, ik zal in het huis des Heren verblijven, tot in lengte van dagen". En doe ik dat, verblijf ik met mijn leven, met alles van door de dag bij God midden in het huis des Heren, dan zullen heil en goedertierenheid mij achtervolgen.

 Dit is mijn wens, voor mijzelf dat wij de weg des Levens in het praktische en in het geestelijke mogen vinden. En dat wij kunnen zeggen met een vrijmoedig hart dat wij ons bevinden in het Huis des Heren.

 - 16 - Bezinning

 Wordt het niet eens tijd om er weer eens wat meer aan te gaan doen?' Aan het geloof, bedoel ik! Wordt het niet eens tijd om vaker te bidden, bijbel te lezen, naar de kerk te gaan, aan je naaste te denken en zo?'

 Zulke storende opmerkingen maakte de Here Jezus indertijd ook: 'De tijd is rijp', zei Hij, 'het Koninkrijk van God is dichtbij. Begin een nieuw leven en geloof de goede boodschap.' Vandaar mijn vraag: 'Wordt het niet eens tijd (opnieuw) de dingen van God en zijn Rijk serieus te nemen?' Stel, dat jij een goede vriend(in) hebt, maar je neemt geen tijd voor elkaar. Dan groei je toch uit elkaar? Precies zo gaat het ook als je geen tijd neemt voor God. Dan groei je uit elkaar. Het boek dat je nu in handen hebt, wil een hulp zijn voor die momenten dat jij tijd neemt met en voor God. Het helpt je bij je bezinning op belangrijke geloofsvragen. Wie tijd neemt voor God groeit naar Hem toe. Je begrijpt meer van Hem. Je krijgt meer zicht op zijn bedoeling met jouw leven en met de wereld. En je zult merken dat leven met God ten diepste een blijde zaak is.

 Gezeur?
 Ach, ik ben niet beter dan jij. Ik schiet ook tekort. Maar weet je wat jij en ik desondanks mogen geloven? Dat God nog steeds alle tijd voor ons heeft. Hij gunt ons in Christus zelfs de eeuwigheid! 'Onze tijden zijn in Gods hand.' Als we dat weten, zouden we dan niet onze tijd en onze krachten in dienst van zijn Koninkrijk willen stellen? Wordt het daar niet eens tijd voor? Wees eens eerlijk: zeur ik, of heb ik gelijk?

 Doordenken
 Vind jij, dat je meer tijd zou moeten besteden aan de dingen van God en zijn Rijk?

 Kerntekst
 'Marta, Marta!' antwoordde de Heer haar. 'Je loopt maar te zorgen en maakt je druk over zoveel dingen; toch is er maar een ding echt nodig.'- Lucas 10:41


 Bijbelrooster
 Lucas 10:38-42
 Jesaja 55:1-7
 Psalm 31:15-28
 Handelingen 17:22-34
 Prediker 11:7-12:7
 Marcus 5:25-34
 1 Korintiers 7:29-31

 - 17 - Hemelvaartsdag

 Ga maar eens in de schoenen van de discipelen staan. Hun allerbeste Vriend gaat weer weg. Ruim een maand geleden stonden ze erbij toen Hij gekruisigd werd. Toen zaten ze intens verdrietig, vol met vragen, bij elkaar te praten over hun Vriend. En ineens was Hij er weer. Hij was opgestaan van de dood. Ze moesten even hun ogen uitwrijven en elkaar in de arm knijpen om zich ervan te overtuigen dat het echt waar was. Het was waar. Langzaam aan begonnen ze te begrijpen dat Jezus de Zoon van God was.

 Vandaag zijn ze met Hem naar de berg gelopen en nu begint hun nek zeer te doen van het omhoog kijken. Daar ging hun Vriend. "En een wolk onttrok Hem aan hun ogen." Ze hadden het vast veel fijner gevonden als Jezus bij hen had kunnen blijven.

 Je kent ze wel, die Amerikaanse shuttles. Ruimtevaartschepen die met een enorme kracht opgetild worden van de aarde, tegen de zwaartekracht in. Enorme raketmotoren stuwen de shuttle de hoogte in. En als het mooi weer is op Cape Canaveral, kun je de shuttle lang blijven volgen. Is het weer bewolkt, dan onttrekken de wolken die shuttle al snel aan je ogen.

 "En een wolk onttrok Hem aan hun ogen." De Heere Jezus wordt omhoog genomen. Hij wordt omhoog gestuwd door de liefde van Zijn Vader. Hij trekt hem op een zeer krachtige wijze de ruimte in. Naar het huis van Zijn Vader. De dicipelen zien dit alles gebeuren. Ze staan er sprakeloos bij en kijken verwonderd naar Hem, Die zich langzaam onttrekt aan hun ogen. Tot een wolk hen het verdere zicht belemmert. Zij kunnen Hem met hun ogen niet vasthouden. De Zoon is weer thuis bij Zijn Vader. Dan maken twee mannen hen er op attent: "Hij zal weer terug komen!" Op dezelfde manier als je Hem nu naar de hemel hebt zien gaan. Alleen dan maakt Hij de tegenovergestelde beweging. Dat is de belofte en tegelijk de troost. Van de terugkeer van de shuttle is niemand zeker. Wel van de terugkomst van Jezus Christus. God belooft dat Hij spoedig terugkomt.

 Ze gaan weer terug naar huis. Deze keer niet verslagen, maar vol goede moed. Jezus had hen een belofte meegegeven. Hij komt weer en Hij zal Zijn Heilige Geest sturen. Ze gaan met elkaar bidden om vervulling van deze beloften. De Bijbel staat vol met beloftes die God ook na komt. Bid jij wel eens om vervulling van een belofte die in de Bijbel staat ?

 - 18 - Wandel met God

 "Aan Zijnen gang heeft mijn voet vastgehouden;
 Zijnen weg heb ik bewaard, en ben niet afgeweken." (Job 22 : 11)

 Het bijbelboek Job vormt samen met de Pentateuch de oudste boeken uit de Heilige Schrift. Het thema is de zwaar beproefde mens die zijn lijden op bewonderenswaardige manier weet te dragen, maar ook van een mens die zich rechtvaardig weet tegenover zijn Schepper. Job is een gelouterd mens, op wie de argumenten van zijn vrouw en vrienden geen invloed hebben; hij weet dat hij Zijn God recht in de ogen kan kijken en dat zijn beproevingen een appel doen op zijn geduld en uithoudingsvermogen, maar niet het gevolg zijn van een slecht en zondig leven.

 Dit maakt een mens sterk: bevrijd van ons schuldgevoel kunnen we zelfs als nietig schepsel de dialoog met de Heer der Heeren aan, en in deze kracht schuilt geen arrogantie maar een besef van de juiste plaats: God schiep de mens immers naar Zijn beeld en gelijkenis. Maar Job weet zich natuurlijk ook wel degelijk afhankelijk en de Heer wijst hem daar ook op en spreekt: "Kunt gij uwe stem tot de wolken opheffen, opdat een overvloed van water u bedekke?" (Job 38 : 34).

 Het wonderlijke is dat Job zich van zijn positie bewust is en dat hij de ogenschijnlijke tegenstelling van zijn afhankelijkheid en zijn argumenten ter rechtvaardiging op een harmonieuze manier weet samen te voegen. Job kende immers de Heere Jezus niet en ook wist hij zich niet door Jezus' bloed van zijn zondelast bevrijd; ja het is zelfs waarschijnlijk dat Job Gods wetten niet kende zoals die door Mozes bekend waren gemaakt. Niettemin wordt van Job gezegd: En deze man was oprecht en vroom, en godvrezende en wijkende van het kwaad. Hoe nu moeten we zijn houding begrijpen? Zegt Paulus niet in zijn brief aan de Romeinen: "Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem want door de wet is de kennis der zonde."

 En van Henoch werd gezegd dat Hij met God wandelde en ik denk dat we ook Job als een dergelijk bevoorrecht mens mogen beschouwen. God schreef Zijn heilige wet door Zijn Geest rechtstreeks in het hart van Job, waardoor deze in een voortdurende, levende relatie met de Heer mocht verkeren.

 Daarom kon en mocht hij zeggen: "Aan Zijnen gang heeft mijn voet vastgehouden." Met andere woorden: de wegen die God wilde dat ik gaan zou, ben ik gegaan en op Zijn weg heb ik acht geslagen. Zouden wij de beproevingen van Job ook kunnen verdragen? Het antwoord mag u afleiden uit de voorgaande woorden: Wanneer ook u (door Christus) met Hem wandelt en Zijn Wet door de Heilige Geest in uw hart geschreven is, kunnen we standhouden in de beproeving! Een besneden hart is een feilloos wapen tegen de listen van satan.

 Had Job God niet gekend, natuurlijk had hij bij de heidense goden zijn beklag kunnen doen maar deze hadden hem niet kunnen antwoorden: nee, ook zijn vrienden bleken raadgevers te zijn die weinig lessen in de hemelse psychologie hadden genoten. Dan zou Job hopeloos zijn geweest!

 Soms kan een mens zover gaan dat hij z'n geboortedag vervloekt (ook dat deed Job); op deze aarde kan het verdriet soms zo groot worden dat we er geen raad mee weten, maar als het goed is worden we hierdoor gedreven naar onze hemelse Raadgever en Trooster! Welke troost mogen we nog meer putten uit het leven van Job? Misschien wel dit: Wanneer wij God niet verlaten, wanneer wij Hem niet vaarwel zeggen, dan zegent Hij ons uiteindelijk met rijkdommen zonder maat! Vergadert u geen schatten op aarde, waar roest en mot ze wegteren, maar zoekt eerst het Koninkrijk des Heeren, leert ons de Heer Zelf. Die rijkdom is onuitputtelijk en onvergankelijk en zal zelfs het leven van de armste mens waardevol maken!

 En van Henoch werd op het einde van zijn aardse leven gezegd: En Henoch was niet meer. Henoch was rechtstreeks naar zijn Hemelse Vader gegaan toen hij zijn aardse weg had afgelegd. Eens zullen ook wij dit ondermaanse moeten verlaten en dan zouden we liefst dezelfde weg als Henoch gaan. Wat een voorrecht dat we als christen nu reeds met Christus mogen wandelen. We hebben ons oude leven begraven en zijn opgestaan tot een nieuw leven met Hem, dat zich na onze dood alleen nog maar intenser zal voortzetten!

 Van een goede bekende heb ik ooit eens na haar sterven gezegd dat ze alleen verhuisd is. Dat nu is het geheim van een wandelen met God! We hebben gedurende de tijd dat we op aarde zijn, reeds ons leven mogen afleggen en daardoor kunnen we met Paulus zeggen: Het sterven is ons gewin! Dan weten we ons witgewassen door het bloed van het Lam en mogen door genade Job nazeggen: "Zijnen weg heb ik bewaard en ik ben niet afgeweken. Ik heb de goede strijd gestreden." Dit geheim lere de Heere u.

 - 19 - De onrechtvaardige rechter

 Lezen: Lukas 18: 1-8: De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter

 Het gebeurt niet vaak dat Jezus vooraf al de bedoeling van de gelijkenis duidelijk maakt. Er wordt hier aan ons als het ware een bril gegeven waardoor wij de gelijkenis moeten lezen. De bedoeling die hierachter zit is, dat Jezus wil aansporen om te volharden in het gebed. Ook kunnen we lezen dat we altijd moeten bidden. Hierbij moeten we niet denken aan het onafgebroken bidden, maar om een biddend leven. Een leven waarin de hulp van God wordt verwacht.

 In het oude Israël waren in alle steden rechters aangesteld die recht spraken in de poort van de stad (Deut. 16:18-20). Deze rechters moeten God vrezen, zij moeten Zijn recht laten gelden. Maar in deze gelijkenis wordt ons een rechter voorgehouden die God niet vreest en geen enkel respect heeft voor de mensen.

 Weduwen waren arm in Israël. Ze stonden onder de bijzondere bescherming van de Wet van God. De weduwe in de gelijkenis heeft te maken gehad met onrecht, daarom gaat ze dus in beroep bij de rechter. Ze wil dat er recht komt, dat haar "wederpartij" berecht wordt.

 In het beeld van de weduwe tekent Jezus ons de situatie van de gemeente na Zijn Hemelvaart. En met de wederpartij wordt hier de grote tegenstander van God bedoeld, de duivel. De duivel is erop uit om met zijn gunsten en lusten "de weduwe" te verleiden om ontrouw te worden aan haar Heere. De kerk in deze wereld staat dus tegenover de duivel en de kerk bid God om recht te doen (het gaat dan hier niet over de rechten van de mens, maar over het recht van God).

 De rechter gaat niet in op het smeken van de weduwe. Hij is machtig en rijk, wat heeft hij dan met een arme weduwe te maken. Wat is er als rechter te verdienen en voor eer te behalen aan een arme weduwe.

 Maar toch, . op een gegeven moment wordt het de rechter teveel. Het alsmaar blijven aandringen van de weduwe maakt het onmogelijk om de zaak maar naast zich neer te leggen. Dus spreekt de rechter uiteindelijk recht, om maar van het gezeur van de weduwe af te zijn.

 Dan wordt er door Jezus een conclusie getrokken vanuit de woorden van de onrechtvaardige rechter. Hij zegt: "Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen ... ". Let wel op!!! Je moet deze conclusie niet verkeerd opvatten, de gelijkenis zegt niet: "Zoals deze rechter is, zo is ook God". Nee, er wordt hier juist bedoeld, "zoals deze rechter is, zo is God juist niet!"

 Als God zal oordelen bij zijn terugkomst op aarde, dan zal hij recht doen aan zijn uitverkorenen. Want de gelovigen die hebben naar die terugkomst toegeleefd, op die terugkomst is het gebed van de gelovigen op gericht, daar wordt "altijd" (vers 1).
 We moeten aanhoudend (=blijven) bidden ook al zien we geen verhoring, ook al lijkt het of de hemel gesloten blijft. Als Jezus terugkomt, zal Hij dan geloof vinden bij jou, bij u?

 - 20 - Het Kruis-evangelie

 Galaten 6:14a (Statenvertaling) Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus;

 Galaten 6:14a (NBG Vertaling) Maar ik moge ervoor bewaard blijven te roemen anders dan in het kruis van onze Here Jezus Christus"

 We leven nu weer in de lijdensweken, waarin we bepaald worden bij de laatste levensperiode van Jezus Christus hier op aarde. Dit was een periode van lijden en sterven. Dit lijden en sterven is zo ingrijpend en bijzonder en ook essentieel voor de christenen, dat hier elk jaar weer een zevental weken in kerken en samenkomsten bij wordt stilgestaan.

 Als uitgangspunt neem ik bovengenoemd tekstgedeelte. Dit schreef Paulus aan de gemeente van Galatië. Je zou je kunnen afvragen: "Is dit diezelfde Paulus, die zich eerder zo gruwelijk ergerde aan het kruis van Christus?, zo zelfs, dat hij aanhangers van de leer van Christus vervolgde en ze in de gevangenissen wierp. Hij vond het maar ergerniswekkend en dwaas dat er alleen zaligheid zou zijn door het kruis, het offer van Christus.

 De meesten van ons weten wel hoe Paulus te keer gegaan is tegen de aanhangers van Christus om hen uit de weg te ruimen. En nu kunnen we uit de bovenstaande tekstwoorden opmaken, dat er niets belangrijker bij Paulus is dan het kruis van Christus.

 Dit kruis is zijn één en al geworden. Wat is de oorzaak ? God is Paulus tegengekomen en heeft hem stilgezet. Hieruit blijkt ook de grote barmhartigheid en liefde van God voor mensen, die Hem tegenstaan en niets van Hem moeten weten.

 Misschien zijn er wel mensen, ouderen of jongeren, die dit lezen, die denken dat zij niet meer zalig kunnen worden vanwege hun zonden en ongeloof. Kijk dan eens goed naar Paulus. En beter gezegd: Kijk dan eens goed naar dat kruis.

 En als ik dan zeg: "Kijk dan eens goed naar dat kruis", dan kan de vraag opkomen: "Wat is dat kruis dan?" In ieder geval moet niet alleen gedacht worden aan die paal met de kortere dwarsbalk waaraan Jezus gehangen heeft op Golgotha. Veel meer moeten we ons oog richten op al het werk dat Christus heeft gedaan in Zijn lijden en sterven, zoals het offer dat Hij bracht; de prijs die Hij betaalde. De weg, die door Hem gebaand werd, waardoor zondaren weer kind van God kunnen worden. Dus het hele verlossingswerk, zodat er geen mens verloren hoeft te gaan.

 God heeft de mogelijkheid en de wil om zondaren zalig te maken. Met andere woorden. Hij kan het en Hij wil het ook nog. Als het dan niet gebeurt, dan ligt het wel geheel aan onszelf, dat wil het kruis ons leren.

 Niemand wordt uitgezonderd, tenzij hij of zij zichzelf uitsluit. Laten wij God dan bidden dat Hij ons door de Heilige Geest het goede zicht geeft op dit werk van Jezus, dat Hij voor ons gedaan heeft. Laten wij Hem er ook voor aanbidden, dat Hij dit heeft willen doen.

 Zelfs aan het kruis heeft Hij nog gedacht aan de mensen, die Hem kruisigden. Hij riep tot Zijn Vader: "Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Wat een liefde en wat een zorg voor zondaren, voor mensen die Hem aan het kruis hebben genageld. En zo is God nu altijd bezig om zondaren tot Hem te trekken; hen te overtuigen van Zijn liefde en van Zijn wil, om niemand verloren te laten gaan, maar allen te behouden en het eeuwige leven aan te bieden.

 Wat is het dan toch uitermate dom om hieraan voorbij te leven en maar net te doen of wij onze zaligheid zelf wel kunnen bewerken.

 Laten wij toch buigen en knielen voor de Heere, opdat Hij ons genadig zij, zegt een oud versje. Dat was toen zo en dat is nu in het jaar 2001 ook nog zo.

 Hiervoor merkte ik al op, dat Hij aan het kruis bad voor de mensen, die niet wisten wat zij deden. Nu, als wij Hem ongehoorzaam zijn, dan doen wij dat willens en wetens. Er is bij ons van onwetendheid dan geen sprake En in feite kruisigen wij Hem dan weer opnieuw.

 Geloof in Jezus Christus (en Zijn verzoeningswerk) en je zult zalig worden. Dit woord komt men vaak tegen in de Bijbel. Dat is ook het enige wat we moeten doen om Hem de eer te geven, waar Hij recht op heeft en die Hem toekomt, en om zelf behouden te worden om later bij Hem te mogen wonen in de Hemel, zonder moeite, pijn, zonde en verdriet.

 Daar in de hemel is geen onenigheid maar alles zal Hem loven. Ik hoop dat dat voor u allen nu al zal beginnen op de aarde en tot in de eeuwigheid.
 "Zo is ook vandaag verlossing van de schuld en de macht van de zonde, vrijmaking van de vloek van de wet en van de onderworpenheid aan satan, alleen te vinden door het geloof in Christus. Zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moest ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwig leven heeft" (Joh. 3:15)

 - 21 - Zo rijk als Job

 Op verschillende wijze werd ik de laatste tijd bepaald bij het boek Job. In de bijbel is de geschiedenis van Job te vinden, direct voor het bijbelboek "Psalmen".

 Dit boek gaat over een man, die zeer rijk en vroom was, daarna arm, ellendig en ziek en daarna weer rijk en godvrezend. Ik wilde meer over deze geschiedenis weten en heb een boekje gekocht van Drs. C. Bijl, met de uitdagende titel: Zo rijk als Job, dit in tegenstelling tot het gezegde: Zo arm als Job. Dit boekje geeft uitleg van dit bijbelboek en wil hulp bieden aan mensen, die een moeilijke weg hebben te gaan en hun vragen hebben over God's bedoeling met hun leven. Dus Gods beleid. De gegevens die de schrijver gebruikt zijn uit dit bijbelboek geput. In de bijbel wordt er nergens zo duidelijk over geschreven , dan in het boek Job.
 Het zal u duidelijk zijn dat ik in deze overdenking maar een enkel facet hieruit kan doorgeven.
 Mijn bedoeling is vooral om u aan te sporen dit bijbelboek ter hand te nemen. Met u wil ik de eerste verzen van hoofdstuk 1 overdenken.

 Wanneer en waar Job precies leefde is niet duidelijk vemeld. Daar zijn dan ook verschillende verklaringen voor, maar dat hij werkelijk geleefd heeft, blijkt onder meer ook uit andere schriftgedeelten (Ezechiël 14 en Jakobus 5).

 Job was vroom en oprecht, godvrezende en wijkende van het kwaad. Dit staat al in het eerste vers en in het zesde vers wordt dit door de Heere zelf gezegd. Is dit niet een pracht getuigenis? Zou men dit ook van ons kunnen zeggen als men een beoordeling over ons zou moeten geven? Is dit uit onze levenshouding af te leiden?

 Verder wordt verteld dat Job schatrijk was. Gezegend met kinderen en ook bezat hij een gigantische veestapel. Dit is toch wel bijzonder. Rijk en vroom. Heeft de Heere Jezus niet Zelf gezegd(n.a.v. de rijke jongeling), dat het voor een rijke moeilijker zou zijn om het Koninkrijk van God binnen te gaan, dan dat een kameel door het oog van een naald zou gaan? Rijke mensen kunnen zich gemakkelijk onafhankelijk voelen en daardoor een autoritaire houding aannemen. Job niet. Hij werd beheerst door de liefde van God en vreesde Hem.

 Opmerkelijk is dat het boek Job met zo'n getuigenis begint. Vroom en ook nog schatrijk. Job was dan ook door God Zelf wonderlijk gezegend. En nu gaat het erom wat er nu met dat geloofsvertrouwen zou gebeuren als God in één keer een einde zou maken aan deze bevoorrechte positie. Dit is wel één van de meest besproken levensvragen in deze tijd. Geloofsbeproeving!

 Zolang het ons goed gaat, kunnen we gemakkelijk berusten en instemmen met Gods beleid. Maar..... kunnen we ons ook overgeven in de handen van God, Die ons leven plotseling op zijn kop zet? Wat blijft er over van ons vertrouwen in Hem, wanneer Hij drastisch een einde maakt aan onze voorspoed, welvaart, geluk? In dit bijbelboek kan men een antwoord vinden op deze vraag. Tenminste op het beleid van God. Dan zijn al onze moeilijkheden niet verklaard, maar dan weten wij er weg mee. Opdat we onze moeite en verdriet in Zijn handen leggen.

 Als het boek Job goed gelezen wordt, dan gaat het niet in de eerste plaats om Job, maar om de God van Job, Die ook onze God wil zijn. Het gaat om Zijn genade en Zijn beleid. Ik besef dat dit slechts een inleiding op dit bijbelboek is, maar misschien ben ik in de gelegenheid om er meer over te schrijven of zal het u of jou aansporen om, misschien wel in de vakantietijd, bezig te zijn met deze geschiedenis. Als wij na bestudering van dit boek ook kunnen zeggen: Ik ben zo rijk als Job, dan zou dat eeuwige winst zijn. Winst, die zelfs verder gaat dan het graf.

 Nu ik het toch over de vakantie heb gehad, vraag ik u of jou om geen vakantie te nemen van God of van Zijn Woord en dienst, maar juist de vakantie te benutten om Hem te zoeken te eren en zich te verdiepen in Zijn bedoelingen met u en jou en met alles wat op de aarde geschiedt. Het kan niet ontkent worden dat wij in een turbulente tijd leven. BEKEERT U DAN EN LEEF!!, want zonder God is er GEEN leven. Dan is alles surrogaat. Laten we Hem ook danken dat Hij ons nog in aanraking brengt met Zijn Woord in tegenstelling tot de miljoenen, die geen acht slaan op Zijn Woord en ten dode wankelen. De Heere zegene ons en Hij behoedt ons, waar wij ook gaan en staan.

 - 22 - Als God goed is waarom dan al die rampen?

 Je vraagt je misschien wel eens af: "Waar zijn al deze rampen nou voor nodig in deze wereld?" Neem nou nieuwjaarsnacht de cafébrand in Volendam. Dit is een heel recent voorbeeld, maar mijn gedachten gaan nu vooral uit naar de vuurwerkramp in Enschede (mijn woonplaats).

 Zo kan ik er nog wel meer noemen, maar dat zijn er heel veel, veel ook in andere landen. We werden en worden nu met deze 2 recente rampen in Nederland geconfronteerd van dichtbij. En dan vraag je je misschien wel eens af: "God, waarom moet dit allemaal?"

 Ik wil eerst een bijbeltekst aanhalen uit Nehemia. Kijk je even mee?

 Staat op, prijst de Here, uw God, van eeuwigheid tot eeuwigheid; ja, men prijze uw heerlijke naam, die verheven is boven alle lof en prijs. (NBG 1951)

 Breng hulde aan de Heer, uw God, nu en voor altijd! Ja, laat men u huldigen, Heer, en uw luisterrijke naam prijzen, u bent boven alle lof verheven. (Groot Nieuws Bijbel)

 "Sta op en loof de Here, uw God, want Hij leeft van eeuwigheid tot eeuwigheid! Prijs Hem! Onze God is veel groter dan wij ooit kunnen beseffen of onder woorden brengen." (Het Boek)

 Nehemia 9: 5b

 Samengevat:
 Staat op, prijst de Here, uw God, nu en voor altijd! Prijs Hem! Onze God is veel groter dan wij ooit kunnen beseffen of onder woorden brengen.

 Ik heb het uit 3 bijbels gehaald. Ik zag namelijk toen ik de overdenkingen bekeek dat Marcel de 'oude' vertaling stukken aanhaalde. Ik lees zelf altijd uit de Groot Nieuws Bijbel, en dat leest een stuk prettiger. Nu heb ik de oude, nieuwe en Het Boek vertaling naast elkaar gelegd en gekeken. Samengevat is het veel beter leesbaar vind ik.

 Kan je God danken voor een ramp?
 In bepaalde zin wel, kijk maar naar de ramp van Enschede. Er zijn niet veel mensen omgekomen, vanwege het mooie weer. Er zaten veel mensen buiten en konden zo snel weg komen. Dat is één punt, maar een ander punt is bijvoorbeeld dat we veel mensen hebben kunnen helpen en (ik) heb ingezien dat vriendschap en naastenliefde echt belangrijk is. Maar aan de andere kant kan je heel boos op God zijn. Kijk maar eens naar Klaagliederen, Jeremia was ook boos!

 Ik dacht: vergaan is mijn kracht,vervlogen is mijn hoop op de Here. (NBG 1951)

 Heb ik nog uitzicht? Kan ik nog hopen op de Heer? (Groot Nieuws Bijbel)

 Er is geen hoop meer; mijn kracht is als sneeuw voor de zon verdwenen, omdat de Here mij heeft verlaten. (Het Boek)

 Klaagliederen 3:18

 Lijkt me duidelijk. Jeremia voelde zich verlaten door God. Er zijn meer mensen die zich verlaten voelen, zoals bijvoobeeld bij zo'n ramp. Maar God heeft een plan met ons, al zien wij deze vaak niet. Achteraf zul je zien dat we het zelf niet mooier hadden kunnen bedenken.

 Want ook bij de tekst van Klaagliederen zit een maar..!

 Toch blijf ik hopen, want ik denk ook:
 22 Het is een geschenk van de Heer dat wij nog leven, zijn liefde houdt nooit op,
 23 is iedere morgen nieuw. Zijn trouw is groot.
 24 Ik behoor aan de Heer, in het diepst van mijn hart; daarom blijf ik op hem hopen.
 25 Goed is de Heer voor wie naar hem uitkijkt, voor wie hem zoekt.
 26 Goed is het in stilte te wachten, te wachten op hem, op bevrijding.
 27 Goed is het te leren dragen, van jongs af aan.
 28 Laten we ons afzonderen en stil zijn, als God het wil.
 29 Laten we het hoofd buigen, misschien is er hoop.
 30 Laten we de wang aanbieden als we geslagen worden, tot we doordrenkt zijn van leed.
 31 Want niet voor altijd wijst de Heer ons af.
 32 Wie hij verwond heeft, troost hij weer. Zijn liefde is groot.
 33 Niet van harte vernedert en pijnigt hij mensen.

 Klaagliederen3: 21-33 (Groot Nieuws Bijbel)

 Laten we in de Heer blijven en vragen of hij ons wil troosten in onze pijn. Houd vertrouwen in God, dan heb je vooruitzicht en zal Hij je helpen.
 Hij heeft ons lief. Vergeet dat nooit.

 - 23 - Geloven

 In mijn vorige overdenking heb ik het gehad over onze reis hier op aarde met als titel: "Waarheen Pelgrim, waarheen gaat gij ?"

 In het vervolg daarop kun je je afvragen wat hebben wij nodig op onze reis. Bij mij kwam het volgende in gedachten: De geestelijke wapenrusting (Efeze 6), maar speciaal een onderdeel hiervan; GELOOF.

 Wat houdt geloof nu eigenlijk in. Dit woord wordt op verschillende manieren gebruikt. Bijgeloof, waar geloof, betwijfeld geloof, en zo zijn er nog enkele te noemen. Maar mij gaat het erom wat is het ware of het echte zaligmakende geloof. Een definitie kunnen we vinden in onze bijbel.
 De Statenvertaling geeft aan: "Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet." en de NBG vertaling uit 1951 verwoordt het zo: "Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet." (Hebreen 11 : 1)

 Vele malen wordt in de bijbel over geloof gesproken. In Hebreën 11 wordt een opsomming gegeven van de mensen die door het geloof behouden werden. Een reeks van namen, waarvan wij er waarschijnlijk wel enkelen geschrapt zouden hebben, maar de Heere niet. Zijn wegen zijn anders dan onze wegen en Zijn gedachten hoger dan onze gedachten.

 Dan staat er t.a.v. het geloof ook iets verschrikkelijks in de Bijbel. De Heere Jezus zegt ergens: "Ook de duivelen geloven, maar zij sidderen." (Jakobus 2 : 19) Maar vele keren lezen we: "En het geloof is hem/haar tot rechtvaardigheid gerekend." Maar ook: "Wie gelooft zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden." (Marcus 16:16)

 Hiermee is aangegeven dat het geloof van wezenlijk belang is. In het aangehaalde bijbelvers in Hebreën 11 lezen we dat het geloven een zekerheid inhoudt. Wat die zekerheid is, is in diverse belijdenissen weergegeven. Waarvan we noemen:

 Geloof in God de Vader;
 Geloof in God de Zoon,
 Geloof in God de Heilige Geest,
 Geloof in de vergeving van de zonden,
 Geloof in de Opstanding van de doden,
 Geloof in een eeuwig leven.

 Het voert te ver om hier aan te geven wat dit geloof allemaal inhoudt, toch wil ik een paar dingen noemen:

 Het eren van God de Vader;
 De overgave aan de Zoon,
 Zich laten leiden door de Heilige Geest.

 Dit alles vergt overgave, zoals de apostel Paulus gezegd heeft: Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij. Ons hele leven dient dan gestempeld te zijn door de dienst aan God. Wij leggen dan ons leven in Zijn Handen. Dat is overgave, maar dat geeft ook rust en vrede in het hart, dan kunnen we ook dit leven door met al zijn moeite en verdriet. Dan kunnen we ook anderen vergeven als ze ons tekort deden. Dan mogen we ook delen in de erfenis, die de Heere voor ons bewaard in de Hemel, waar geen zonde, pijn en verdriet meer is. Dan komen we los van deze wereld en zoeken een betere stad, die eeuwig in de Hemel is en dan gaan we zingen:

 Het blij vooruitzicht dat mij streelt;
 Ik zal ontwaakt Uw lof ontvouwen,
 U in gerechtigheid aanschouwen.

 Zouden we zo geen zin krijgen om die God te dienen en in Hem en in Zijn Almacht te geloven ?
 In eigen kracht zal dat niet gaan, want het geloof is een gaven. die je van God krijgt, maar wij mogen en moeten daar wel om vragen. Een psalmdichter zegt het ons voor:

 Opent uwe mond;
 Eist van mij vrijmoedig,
 Op Mijn trouw'verbond,
 Al(les) wat u ontbreekt,
 Schenkt Hij zo Gij het hem smeekt,
 Mild en overvloedig.

 - 24 - Jeruzalem, stad van goud

 Speciale aandacht in deze club gaat uit naar Israël, het Beloofde land. En niet alleen door middel van de column sjalom die je regelmatig aantreft, maar ook (zoals je hoort) door de muziek; en deze week ook door middel van de overdenking. Ik wil het graag hebben over de gouden stad Jeruzalem, met nu aandacht voor de omvang en het uiterlijk, en in mijn volgende overdenking over de binnenkant van de stad.

 Jeruzalem, stad van goud is de titel van deze overdenking, maar waarom wordt Jeruzalem zo genoemd, natuurlijk, als je bovenop de Olijfberg staat, kan die je niet ontgaan, de gouden rotskoepel op de Tempelberg.

 Jeruzalem is vanwege deze koepel nu al een stad van goud, maar straks zal Jeruzalem pas van goud zijn. In de openbaring aan Johannes krijgt Johannes vanaf een zeer hoge berg de Heilige stad te zien, die God vanuit de hemel liet neerdalen.

 Openbaring 21:2 - "En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is."

 Openbaring 21:11 - "En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was den allerkostelijksten steen gelijk, [namelijk] als den steen Jaspis, blinkende gelijk kristal." Zo beschrijft Johannes de stad, en vervolgens volgt er een zeer gedetaileerde beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem zoals Johannes deze ziet, enkele opmerkelijkheden hieruit:

 In de verzen 12 en 13 lezen wij dat de stad omgeven is door een hoge muur, met daarin 12 poorten, aan elke zijde 3, vanaf elke kant, of het nu noord, oost, zuid of west is kan men de stad binnentreden. Jezus zegt in Mattheüs 8:11 - "Doch Ik zeg u, dat velen zullen komen van oosten en westen en zullen met Abraham, en Izak, en Jakob, aanzitten in het Koninkrijk der hemelen;" De stad is in zijn lengte, breedte en hoogte gelijk zegt vers 16. De getallen die we in de volgende verzen lezen vertellen ons hoe groot de stad wel niet is. 12000 stadiën, dit is gelijk aan ruim 804 kilometer! en dan hebben we het alleen nog maar over de lengte, de breedte is ook nog eens 804 km. In het vierkant dus zo'n 600.000 km, en om het helemaal compleet te houden, schrik niet 519.718.464 kubieke kilometers. Jezus heeft het zelf gezegd in het Johannes evangelie: "In het huis mijns Vaders zijn vele woningen", dat blijkt wel uit de grootte van deze stad. Er is dus ruim plaats voor iedereen.

 De muur meet 144 el, omgerekend is dat zo'n 93 meter hoog, en is opgebouwd uit allerlei kostelijke stenen, ze worden allemaal beschreven (voor de kenner: Jaspis, Saffier, Chalcedon, Smaragd, Sardonix, Sardius, Chrysoliet, Beryl, Topaas, Chrysopraas, Hyacinth en Amethyst, stuk voor stuk edelstenen.) Geen wonder dat Johannes zegt een stad te zien, blinkend gelijk kristal, en dan hebben we het alleen nog maar over de muren gehad.

 Wat dacht u van de 12 poorten, elk gebouwd uit een parel. En de straten van de stad waren van zuiver goud, en nog doorschijnend ook ! Wat moet dat toch prachtig zijn als we eens voor eeuwig over die gouden straten mogen wandelen.

 Hij die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig, en wat kunnen wij daar nog op zeggen: Amen, ja kom Here Jezus, kom spoedig ! Kijkt u, kijk jij hier al naar uit ?
 Laten wij dan bidden: Ja kom Here Jezus kom spoedig !

 - 25 - Jezus

 Jouw en mijn naam: zondaar. Zijn naam: Jezus, Zaligmaker, Redder. Wat passen die twee namen goed bij elkaar! Helaas, wat hoor je Zijn naam weinig in deze wereld. Velen gebruiken die naam slechts als stopwoord. Als vloek....

 En in de kerkelijke wereld? Ook daar staat Zijn naam lang niet altijd centraal. Dat houd je toch niet voor mogelijk? Er zou immers geen kerk zijn als Jezus er niet was? Toch is het zo. Velen zien Jezus niet meer als Redder. Hooguit als iemand aan wie je een voorbeeld kunt nemen. Zijn naam wordt nog wel genoemd, maar niet in z'n werkelijke betekenis. Een Jezus die geen Zaligmaker is...
 Echter niet alleen in 'lichte' kringen. Bij hen die in kerkelijk opzicht 'links' of 'progresief' worden genoemd. Maar ook in 'zware' of 'rechtse' of, zo je wilt orthodoxe kringen. Ook daar kan het voorkomen dat je de naam van Jezus nauwelijks hoort. De naam 'zondaar' wordt van alle kanten belicht. Maar aan Jezus komt men soms nauwelijks toe. Als je Zijn naam al hoort noemen, is het vaak in bedekte termen. Voor sommigen ben je 'licht' als je de naam van Jezus op je lippen neemt....

 Laten we echter niet te veel naar anderen kijken. Hoe is het in ons leven? Hebben we al een 'is gelijk teken' leren zetten tussen onze eigen naam en de naam 'zondaar'? Mijn naam = zondaar. dan heeft die andere naam ook vast en zeker waarde voor je. De naam Jezus.

 Laat toch niets je van Hem afhouden. Geen mens. Progressief of conservatief. Maar ook je eigen hart niet. Dat van huis uit naar alles uitgaat, behalve Jezus. En ook je zondige leven niet. Juist niet!

 "Ja maar... Je moest eens weten... Zou Hij ...?" Denk je dat Jezus dat niet weet? De duivel zet niets liever dan dat je bij Jezus wegblijft. Hij probeert je op alle manieren tegen te houden. Daar kan hij zelfs bijbelteksten voor gebruiken... En zeker ook je zonden. Helaas hoeft hij dan meestal niet eens zo diep in de geschiedenis te graven... Maar luister toh nooit naar die duivelse stem. Want Jezus ontvangt juist zondaars. En Hij blijft hen ontvangen. Ook als je het voor de zoveelste keer verknoeid hebt.

 Jezus wil niet alleen onze zonden vergeven. Hij wil ons ook vernieuwen. Door de werking van de Heilige Geest. Meer en meer. Eenmaal zal hij zondaars voor eeuwig verlossen van zichzelf. En opnemen in Zijn heerlijkheid. Paulus schrijft erover. "Christus Jezus is ons geworden tot rechtvaardigheid, tot heiligmaking en tot verlossing." Zouden we dar niet veel om vragen? Jezus. Is dat niet de mooiste naam die jij, onverbeterlijke zondaar, je kunt voorstellen?!

 Geen naam is er zoeter en beter voor 't hart,
 Hij balsemt de wonden en heelt alle smart.
 Ken je, ken je die naam nog niet?
 Die naam draagt mijn Heiland,
 mijn lust en mijn lied !

 - 26 - De verloren zoon

 De verloren zoon of de goede vader naar aanleiding van Lukas 15: 11-32.

 De Here Jezus is naar de wereld gekomen om een weg te openen voor zondaren om weer met God in het reine (in overeenstemming) te komen, want de onheilige mens staat tegenover de heilige God. Zij dienen samen overeen te stemmen.

 Ook heeft de Here Jezus op Zijn rondwandeling op aarde de weg aangewezen hoe men behouden kan worden en hoe men als christen dient te leven. Dit heeft Hij ook gedaan in de vorm van gelijkenissen (voorbeelden uit de dagelijkse praktijk).

 In Lukas 15 lezen we een drietal gelijkenissen. Ik wil het over de laatste hebben. Hier staat boven "de verloren zoon". Een ieder kan dit in zijn of haar bijbeltje nalezen. Het is overigens nogal een bekend verhaal. Daarom vermeld ik het hier in het kort.

 Een vader had twee zonen. Zij woonden met zijn drieën op (laten we zeggen) een boerderij en hadden daar hun werk. De jongste zoon vond dat wat te eng en benauwd en wilde meer van de wereld zien. Hij vroeg daarom aan zijn vader of hij alvast zijn deel van de erfenis kon krijgen. Dan ging hij ervan door de wijde wereld in. Zijn vader kwam aan zijn verzoek tegemoet en de jongeling vertrok. Maar na enige tijd was zijn geld op en was er hongersnood in het werelddeel waar hij zich bevond. Van ellende dacht hij aan zijn vader en zei bij zichzelf. Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan, misschien kan ik nog knecht bij hem worden, want hij begreep dat hij al zijn rechten op zijn zoons schap had verloren. Maar toen zijn vader hem aan zag komen, snelde hij naar hem toe, zo blij dat zijn zoon weer terug was; hij organiseerde een feest en deed hem de beste kleren aan.

 De oudste zoon hoorde waarvoor er een feest georganiseerd werd en was woedend. Hij had altijd naar zijn vader geluisterd, zijn best gedaan, maar nooit een feest gehad om samen met zijn vrienden dit te vieren. En zo'n opmaker als zijn broer was, daar werd een feest voor gemaakt. Hij vond het absurd.

 Omdat deze gelijkenis nogal bekend is, wil ik enkele punten naar voren halen om nader over te denken.

 * Boven de gelijkenis in de bijbel staat : "de verloren zoon"; Dit heeft de drukker erboven gezet. Zou het niet juister zijn om erboven te zetten: "De Goede Vader". Als we letten op het feit, dat hij het verzoek van zijn zoon inwilligt, zijn zoon er alles doorbrengt; de vader zijn zoon weer in liefde ontvangt, hem in zijn rechten herstelt en een feest voor hem bereid. Vervolgens gaat de vader ook de oudste zoon opzoeken, wanneer hij hoort dat hij niet op het feest wil komen en ook deze wordt in liefde gezegd wat hij allemaal van zijn vader te wachten heeft.

 * Op welke wijze de jongste zoon zijn geld er door gebracht heeft, weten we niet, dit staat niet in de bijbel. Ja, de oudste zoon zegt, dat hij het doorgebracht heeft met hoeren. Zou het de onderdrukte wens geweest zijn van de oudste zoon, maar dat hij het niet durfde, want dit wordt niet bevestigd. Een soort jaloersheid. Het wordt altijd wel aangenomen, het kan ook wel zo zijn, maar het staat niet in de bijbel.

 - 27 - De Alfa en de Omega

 De vreze des Heren is het beginsel van de wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht (Spreuken 1:7)

 Berisjiet, in den beginne schiep God, met de Eersteling schiep God. Beide vertalingen zijn mogelijk. God is Geest. Alleen de Geest beroert de Geest.

 God, Hij is de eerste oorzaak vanuit zichzelf, Hij wenste te scheppen. Daartoe schiep Hij de ruimte in zich en daarmee deed Hij de tijd in zich ontrollen. En God sprak/spreekt: Er zij licht.Wat voor licht is dat? God wenst zich uit te drukken in dat Licht. Het is het Licht van den beginne. Dat Licht is de Eerste Oorzaak van de materiële wereld. Dat Licht is het Woord waarop Johannes duidt in zijn evangelie. Dat Licht is de grondslag, het fundament, het Woord waardoor alles is wat geworden is. De Eersteling is het Licht. Het is Gods presentie naar onze werkelijkheid. Jezus zegt van zich: "Ik ben het Licht der wereld." Hij is Licht uit Licht in wie en door wie alle dingen zijn. Je ontmoet Hem in de glimlach van je vrouw, in de schoonheid van een bloem. Hij is de muziek in je oren. Hij is de warmte van het vuur. Hij is de schittering van een ijskristal. Hij is de Goede Herder die mij door het leven draagt.

 Niets is buiten Hem. Hij is de Alfa en de Omega. De Alef en de Taw.
 De alef is de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet. Het is één maar ook 26 , dat duidt JHWH. De Eeuwige Hij is één. Hij staat aan het begin.
 Hij is de taf 4x10x10 Vier omvat de vier hoeken van de aarde. De vier hoeken van de hemel, de vier evangeliën. Vier is het teken dat alles omvat in de 10 het teken van de volheid. 10x10 volkomen vol. Daarom is de taw de laatste en telt 400. Dat is de voleinding. God is de laatste.

 Christus is Gods openbaring. Licht van den beginne als fundament van de Schepping. Hij is de daadkracht, Zoon van de Vader. Hij is de Aller Hoogste die zich geopenbaard heeft in Jezus. Hij is de Hoeksteen van ons huis, die wij vaak niet als zodanig herkennen maar verwerpen. God trekt mee door de tijd. Hij stelt tekens op ter herkenning. Op het kruis reikt Hij zich in zijn geliefde Zoon aan om de wereld te redden. Daar aan het kruis lijkt het Licht te doven onder het geweld van de machten der duisternis. Wanneer God Jezus opwekt, op doet staan, wanneer Jezus de banden van de dood verbreekt toont Hij zich als de Kurios, de Adonai, de Heer.

 Jezus is Heer van zijn Koninkrijk: En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn. En de troon van God en van Het Lam zal daarin zijn, en zijn dienstknechten zullen Hem dienen.

 De Bijbel wijst op een God van omkering, van het paradoxale. Koningen stoot Hij van hun troon, maar nederigen verhoogt Hij. De paradox van het koninkrijk, van de koning die slaaf werd, van de veroordeelde gemartelde die alle onschuld in zich heeft. Hij die de dood van het kruis ondergaat en het kruis opricht tot teken van eeuwig leven. Deze paradox is velen een dwaasheid en een ergernis. Maar nog klinkt zijn uitnodiging.

 Zie Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand mijn stem zal horen en de deur(van je hart) opendoen, Ik zal tot hem inkomen en Ik zal maaltijd met hem houden en hij met Mij. Ik ben de Alfa en de Omega, de Alef en de Taw. Lof zij u Christus in eeuwigheid. AMEN

 - 28 - De nauwe poort en kenmerken van een profeet

 Jezus nodigt ons uit zijn Koninkrijk binnen te gaan. Maar tegelijk zegt Hij erbij dat de poort waar je doorheen moet nauw is. Je stapt vanuit het éne koninkrijk, dat van de wereld, het andere, dat van God binnen. Eigenlijk is Jezus zelf die poort, net zoals Hij zichzelf de "deur" noemt. Als wij ons overgeven aan Hem, krijgen we deel aan zijn lijden, zijn opstanding en zijn verheerlijking. Dan leggen we onze eigen verlangens af en zoeken alleen wat Hij, onze Meester wil. Daarom zijn er zo weinig mensen die deze poort vinden. De natuurlijke mens is zo vol van zijn eigen verlangens, dat hij in zijn verblindheid aan die nauwe poort voorbijgaat.
 Ook spreekt Jezus van het smalle pad. Het pad is smal omdat je leert vanuit Jezus te leven. Dat heeft het risico dat je snel naast dat pad zit, omdat we zo gewend zijn uit onszelf te leven. Maar als we vanuit Jezus onze weg gaan, worden we "in de ruimte" gesteld. Het is heerlijk om te ervaren hoe het is als Jezus onze levensbron is.

 Ach, op die brede weg kun je toch ook religieus bezig zijn? Je blijft zelf in het middelpunt van je denken, net als de Joodse leiders. Je kunt je pad kunstmatig versmallen door wettisch te zijn, maar in feite is dat toch het brede pad, omdat je "eigen ik" overeind blijft. Zo ging het ook met de Joodse leiders. Eigenlijk bevonden ze zich daarom ook in het Koninkrijk van de wereld. Ook de kerk kan tot het koninkrijk van de wereld behoren, net als in de dagen van Jezus.

 Om dat goed te kunnen beoordelen geeft Jezus ons aanwijzingen. Let eens op de profeten die tot je komen. Want het kunnen onschuldige schapen lijken, die in werkelijkheid verscheurende wolven zijn. De vijand van de schapen! Dat is nogal wat! Zo zouden wij niet gauw spreken over onze religieuze leiders. We moeten natuurlijk ook voorzichtig zijn. Maar we moeten wel degelijk uitkijken. Dergelijke leiders zullen de rol van Christus zo klein mogelijk maken. Ze maken soms gebruik van mooi klinkende woorden, die eigenlijk niets zeggen. Een goede graadmeter is ook om je af te vragen of je door hun prediking dichter bij Jezus komt.
 In dat geval brengt die boom goede vruchten voort.

 - 29 - Hemelvaart - "De troonbestijging" [Efeze 1 vs. 15-23]

 Wat is Paulus blij! Hij dankt God, omdat de mensen die bij God horen van elkaar houden. Er staat zelfs dat hij niet ophoudt met danken. Hij vraagt God ook om een geest van wijsheid en inzicht, zodat de mensen God steeds meer mogen kennen. Dit mogen we ook voor onszelf en elkaar bidden. Wij als mensen kunnen onmogelijk God leren kennen door alleen over Hem te lezen. We leren Hem pas echt kennen door OMGANG met Hem te hebben. Wij horen tot het "vlees en bloed" dat het Koninkrijk van God niet zal beërven. Zo staat het in de bijbel. Dat komt omdat het vanaf de "oude" Adam vergiftigd is door de zonde. We moeten met ons hart leren kijken, en "verlicht" zijn door Gods Geest. We hebben hulp van "buiten" (uit de hemel) nodig, anders snappen we er niets van. We denken soms wel dat we het met ons verstand kunnen begrijpen en dat maakt dat we zo gauw ruzie met anderen erover krijgen. Als je geen contact met God hebt, weet je gewoon niet wie Hij is. Een geest van wijsheid en openbaring (inzicht) (vs. 17) is niet de Heilige Geest zelf, maar wordt wel in werking gezet door de Heilige Geest.
 Als je met "verlichte" ogen kijkt naar de opstanding en hemelvaart van onze Heer Jezus, dan zie je daarin de enorme kracht van God! Deze kracht is onmetelijk veel sterker is dan de krachten van de dood, de vernieling en ondergang, die we om ons heen zien. Jezus, in al Zijn heerlijkheid, heeft Zijn plaats ingenomen op de troon, aan de rechterhand van God. Hij is ver verheven boven elke overheid, autoriteit, boven elke geestelijke macht. Alles, in hemel en op aarde, is aan Hem onderworpen. Hij is OVERWINNAAR!

 En..Christus, het Hoofd van het Lichaam, is al in de Hemel! Het Lichaam bestaat uit degenen die Hij heeft gekocht met Zijn bloed. Maar ook het Lichaam zal daar komen, want het "zit vast" aan het Hoofd! In feite is het Lichaam er al. Maar daarover de volgende keer.

 - 30 - De scheidsmuur weggebroken [Efeze 2 vs. 11-22]

 Paulus zit in de gevangenis. Hij schrijft een brief aan de heidenen die tot geloof zijn gekomen. Toch is deze brief geen uiting van de moeite die gevangenschap met zich meebrengt. Nee, ook hier is hij zich bewust van de taak die God hem gegeven heeft. Hij vindt het nodig dat deze christenen er bij stil staan dat ze dichtbij Christus zijn gekomen, terwijl ze vroeger ver van Hem af stonden. Vroeger werden deze heidenen minachtend "onbesnedenen" genoemd door de Joden. Ze dachten dat het heil van God alleen voor hen bestemd was. Daardoor hadden ze een geestelijke trots. Dat merkten de heidenen wel en daarom kregen ze een hekel aan de Joden.
 Nu geloof ik dat er ook nog wat anders aan de hand is. Volgens Ef. 6: 12 zijn er boze geesten in de hemelse gewesten, waartegen we te strijden hebben. Deze geestelijke machten verzetten zich tegen Gods plan, ook tegen zijn plan met Israël. Daarom worden volken door deze boze machten opgezet tegen Israël. In feite gaat het tegen de God van Israël. Zo bestaat er een "natuurlijke" haat tegen Israël, die alleen "in Christus" verdwijnt. Maar zonder Christus is er een scheidsmuur.
 Beide groepen, de Joden en de heidenen, konden geen verlossing ontvangen door het houden van geboden. De Joden konden zich dus ook niet boven de heidenen stellen. Zij hadden de wet wel, maar konden die niet volbrengen. Dat heeft Jezus gedaan, aan het kruis. Jood en heiden hebben allebei de verlossing nodig door het bloed van Christus. Dat brengt de echte Vrede, Jezus is onze Vrede.
 Zo zijn Joden en heiden (het woord "heiden" betekent een "niet-Jood"), samen één Lichaam in Christus. Christus is het Hoofd. Geen vreemdelingen voor elkaar, maar een geestelijk bouwwerk, dat voortreffelijk in elkaar past.

 - 31 - Hoe lief is ons de Naam!

 Omdat eerste gebod, dat het aller belangrijkste gebod is, hoe geven we daar gehoor aan?
 God openbaart zich in het kind Jezus. Vanuit Bethlehem= broodhuis start Hij zijn reddingsoperatie. Heel het optreden van Jezus is openbaring van God. Zelfs aan het kruis openbaart God zich als een lijdende God. Hij offert zich zelf in zijn Zoon. Hij openbaart zich in de glorie van de opstanding van Jezus.Uit de gelijkenis is Hij de schat in de akker, de kostbare parel. Niets gaat haar waarde te boven.

 Hij is de volkomen zich wegschenkende liefde, die iedereen in nood, in dorst uitnodigt: Zie Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem komen , en Ik zal maaltijd met hem houden, en hij met Mij. Jezus betekent: van God is het heil, God helpt, God redt. Daarom Jezus alle eer een alle glorie. NAAM boven alle naam. Jehoshua ADONAI, Jesus Kurios, Jezus is de HEER

 Jeruzalem zegt: (Jesaja 61 10,11 G.N.)
 Ik zing van vreugde
 om wat de HEER, mijn God gedaan heeft.
 Hij deed mij aan
 het kleed van redding,
 Hij sloeg om mij heen
 de mantel van het heil.
 Zij sieren mij
 als een eerkroon de bruidegom,
 als juwelen de bruid.
 De HEER doet het heil ontkiemen
 zoals de aarde de gewassen,
 een moestuin van zaden.
 Zijn roem zal zich verbreiden
 voor het oog van alle volken.

 - 32 - De liefde van God zien

 Ik hoop dat je hier iets van de liefde van God zult zien. Want Hij houdt van jou, gewoon zoals je bent. Jij bent voor Hem bijzonder en uniek. Hij heeft een geweldige belangstelling voor jou, die Hem steeds naar jou doet kijken:

Psalm 139

Heer, U doorgrondt me, U kent me.

U ziet mij of ik nu zit of sta.

U verstaat mijn gedachten al van verre.

U slaat mij gade of ik nu rust of werk.

Wat ik ook doe: het is U vertrouwd.

Voor er een woord over mijn lippen komt,

weet U al, Heer, wat ik denk.

U bent om me heen,

U bent voor me en achter me,

en Uw hand ligt op mijn schouder.

Dat U me zo kent kan ik niet bevatten,

het gaat mijn verstand te boven.

Waar kan ik U ontlopen,

waar kan ik U ontvluchten?

God is in de hemel, en Hij kijkt naar jou. "Big Brother is watching you" is niets in vergelijking met God. Misschien vraag je je af waarom God dit doet. Het antwoord schrijft de psalmist David in het vervolg van Psalm 139 in de bijbel:

U weefde mij in de schoot van mijn moeder,

U deed mij ontstaan.

Ik dank U, want het is een wonder

zoals ik ben gemaakt.

Alles wat U maakt, is een wonder.

Dat besef ik heel goed.

Ik was voor U niet verborgen

toen ik in dat duister groeide,

als in het binnenste van de aarde.

U zag mij toen ik nog geen vorm had,

en mijn dagen waren al vastgesteld,

al geschreven in Uw boek,

voor er één enkele was aangebroken.

David zegt hier met andere woorden: Waarom denkt God zoveel over mij na? Omdat Hij mij heeft gemaakt! En omdat Hij zegt: "David, je bent uniek!".

Vanaf het eerste moment van je bestaan, vanaf de eerste seconde, was God enthousiast over jou, omdat Hij je heeft gemaakt. En dit enthousiasme is nooit verzwakt. Vandaag denkt Hij nog net zo over je na als gisteren, omdat Hij enthousiast over je is, omdat Hij fantastische mogelijkheden in je heeft gelegd. Hij wil Zich graag met je bezighouden en Hij heeft een plan met jouw leven!



Een verzameling van nog eens 29 stukjes die tot nadenken stemmen

 -1- Het kind in de kribbe

 Het was een kille wereld waarin de Heere Jezus geboren werd. De harten van vele mensen waren koud voor Hem. Bij veel mensen is het nu ook zo. Het licht kwijnt in de mist. De wereld mag dan grimmig zijn en in de nevels de schoonheid verbergen, maar …er is een Kindeke geboren op aard! In een stal. Het wordt gelegd in een kribbe, nadat het in doeken was gewikkeld. “En dit zal u het teken zijn; gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe”. Zo lezen we het Kerstevangelie.

 Onderwijl regeren zorgen het bestaan. De armoe. Maar welke armoe? Die van de doeken, die van de krib, die van de stal, die van Bethlehem, die van Maria en Jozef? Och dit alles komt op het tweede plan; dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe”. Dit is het teken van kerst; de armoe. En deze armoe is niet de krib met al wat daarbij is gefantaseerd, maar het Kindeke in die krib. Als Jezus geboren was in een paleis zou dat in wezen weinig verschil hebben gemaakt met de historie, zoals ze zich in de kerstnacht voltrok. Want de afstand tussen paleis en stal valt weg bij die andere – tussen hemel en aarde. God wordt mens – dat is de afstand. De Heere Jezus, Hij heeft Zichzelven vernietigd – (zie Filippensen 2 vers 6 t/m 8). Dat is de armoe. De menigte van de hemelse heirlegers had Hem aangebeden. Geboren is de Zaligmaker Welke is Christus de Heere. Dat Hij geboren is, dat is armoede. Armen Hij is een Heiland profeteerde Zacharia. Dat de Schepper aller dingen als hulpeloos schepseltje, als kind, als zoon van de mensen, in Bethlehem lag, in de kribbe, dat is het teken van kerst.

 Het is de liefde, die dit teken stelde, in mensen een welbehagen, dat is de verklaring van het kerstgebeuren door de engelen Gods. In mensen een welbehagen: op de zesde dag van de wereldgeschiedenis, Genesis 1, toen de Heere God de mens had geschapen naar Zijn beeld en God zag dat het goed was, zeer goed. In mensen een welbehagen: toen ze daar stonden in hun schande na hun ongehoorzaamheid aan Gods gebod. In mensen een welbehagen door de historie der eeuwen heen.

De profeten spraken er over: de dichters zongen er van: de tempelsymbolen toonden het aan Israël. In mensen een welbehagen. Maria wond haar Zoon in doeken en legde Hem neder in de kribbe. Op de vervloekte aarde legt zich de liefde als een zegenende dauw. De vrede daalt neer van boven en verrijkt het leven van allen, die in Hem geloven.

 Wat een genade als we het in ons hart mogen mee jubelen;

 Uw Sion strooit U palmen

 en twijgen voor de voet,

 en ik breng U in Psalmen

 mijn jubelende groet.

 Mijn hart zal ’t feestkleed dragen

 van altijd jeugdig groen,

 en van Uw lof gewagen

 zoveel mijn lied kan doen.

 - 2 - God’s licht schijnt in de duisternis

“In Hetzelve was het leven, en het leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen” (Joh. 1:4, 5). Wat spreekt dit vers prachtig van de Heere Jezus, de Zoon van God, die als Mens naar de aarde is gekomen. Hij bracht het licht van God in de chaos waarin de mensen zich bevonden. Als in de natuur een licht in het donker schijnt wijkt de duisternis en wordt het helder. In geestelijk opzicht bleef het hart van de mens, ondanks het Goddelijk licht dat van de Heere Jezus uitging, van Hem afstraalde, in duisternis. en watleven er in deze wereld veel mensen in de duisternis. Allemaal hebben we zo onze duistere plekken.

 Waartoe dan toch? “De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, want hun werken waren boos” (Joh. 3:19).

 De mens heeft de Heere Jezus verworpen en de meeste verwerpen Hem nu nog steeds, omdat Hij de waarheid over hen vertelt wat voor hen verre van aangenaam is. De mens wil in de waan blijven, dat hij goed is, hoewel God gezegd heeft dat zijn hart onverbeterlijk en totaal verdorven is. De mens meent nog iets goeds te kunnen doen, maar God zegt dat het tegendeel waar is. De mens handelt precies tegenovergesteld aan God; hij noemt alles goed wat God slecht noemt. In deze dagen wordt steeds meer het goede kwaad genoemd en het kwade goed. Christus, Hij is de Heilige en de Rechtvaardige en de mensen noemden Hem juist een zondaar en iemand die niet goed bij het verstand is

 Maar toch: Hij wil het licht in ons leven laten schijnen! Tegenwoordig zijn er ruimtes waar je nergens een lichtknopje kunt ontdekken, maar als je er binnenstapt gaat automatisch het licht aan. Als je eerst het licht aan wilt doen, voordat je naar binnen gaat, kun je zoeken tot je een ons weegt, maar dan kom je nooit binnen.

 Er zijn mensen die zeggen dat ze niet kunnen geloven. Ze willen eerst meer “licht” over alle dingen hebben. Ze willen eerst meer duidelijkheid in verband met hun problemen en dan pas geloven. Maar dat gaat niet! Geloof en gehoorzaamheid en vertrouwen gaan samen. Als God zegt, dat je de Heere Jezus in geloof moet aannemen, moet je de Heere gehoorzamen en in vertrouwen op Hem dat óók doen! Pas daarna zal het “Licht” voor je gaan schijnen en zul je heerlijke en wonderbare dingen zien. Alles wat God je wil geven, wordt je dan pas duidelijk: vergeving van zonden, vrede met God, dat je een kind van Hem mag zijn, dat je een plaats in de hemel en aan het Vaderhart hebt.Dan weet je dat het zó waar is wat de Heere eens tegen Martha zei; “ Heb ik u niet gezegd, dat gij, als gij gelooft, de heerlijkheid van God zien zult?” (Joh. 11:40).

 - 3 - Op God rekenen stelt niet teleur !

 Wat kan een geestelijk lied in ons leven toch veel doen. “Wie maar de goede God laat zorgen, en op Hem hoopt in ’t bangst gevaar, is bij Hem veilig en geborgen, die redt Hij God’lijk, wonderbaar”. Soms kan het zo benauwd zijn in ons leven, dat wij geen raad weten; dat alles om ons heen duisternis is. Totdat opeens de wolken zich verstrooien, de lucht opheldert, en onverwachte, heerlijke uitkomst ons hart verblijdt. Wat heeft een lied, tekst of melodie, al niet veel mensen bemoedigd. Niet alleen in de kerk, maar ook vooral daarbuiten.

 Dikwijls laat God grote moeilijkheden in ons leven toe. We kunnen dan alleen maar op Hem hopen. Waar is een God aan God gelijk! Hij is de Almachtige, Die alle dingen heeft geschapen; bij Wie de volkeren zijn geacht als een druppel aan een emmer en als een stofje aan de weegschaal. Hij is de Alwetende, Die de toekomstige dingen verkondigen kan; de Onveranderlijke en Eeuwig Getrouwe kan genoemd worden. Hij is ook de Liefderijke, Wiens goedertierenheden en barmhartigheden alle morgen nieuw zijn. Wat is het heerlijk, zulk een God te kennen; met Hem in verbinding te staan; op Hem te hopen!

“Ik ben de man, die ellende gezien heeft” zo riep Jeremia uit in één van zijn klaagliederen. Juda en Jeruzalem waren verwoest en zijn ziel was nedergebukt onder de kastijdende hand des Heeren. Het leek of zijn hart zou breken. Het was de Heere die hem bemoedigde. Dat doet Hij ook ons. Als we ons voor de Heere verootmoedigen klinkt het woord van de Psalmist ons tegen: “Hoop op God, want ik zal Hem nog loven.” Jeremia riep het uit; “Dit zal ik mij ter harte nemen; daarom zal ik hopen.” En wat was het, dat hij zich ter harte nemen zou? Wat was het waarop hij zou hopen? Het antwoord volgt onmiddellijk: “Het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben: zij zijn alle morgen nieuw, Uw trouw is groot. De Heere is mijn deel zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.” (Klaagliederen 3: 22, 23).

 Kostelijke woorden! En ze mogen altijd de ervaring zijn van allen, die God liefhebben. Hij is altijd nabij voor allen die Hem aanroepen. En dit lied vol blijdschap en verlangen mag altijd in ons hart zijn:

 Op U wil ik steeds hopen,

 Uw hart staat voor mij open,

 U bent mijn heil, mijn licht.

 Hoe zal ik U daarboven,

 met eeuw’ge blijdschap loven,

 als ik zal zien Uw aangezicht.

 - 4 - God’s vertroostingen

 We lezen het zo heel mooi in Psalm 94:18: “Als ik zeide: Mijn voet wankelt: Uw goedertierenheid o Heere ondersteune mij. Als mijn gedachten in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt.”

Wat een genade, dat het telkens weer voor onze aandacht komt, dat God de God aller vertroosting is. Dat sterkt ons hart. Dat doet ons medegevoelen met anderen en de Heere bidden om Goddelijke vertroosting voor die velen, voor al de bedroefden. Welk een overvloed van tedere barmhartigheid is er in onze God! Wel mag Hij genoemd worden de Vader, de oorsprong der barmhartigheden. Want alle ontfermingen zijn uit Hem. Er is geen vertroosting of ze is van Hem, de God van alle vertroostingen. Hij heeft “lust aan goedertierenheid.” Hij zond Zijn dienstknecht “om alle treurigen te troosten” Hij ontfermt Zich als een Vader (Psalm 103). Hij troost als een Moeder (Jes. 66).

 De God aller vertroosting! Hoe mooi lezen we dit in 2 Korinthe 1. Heeft Hij niet Christus tot ons gezonden? En Christus was een Trooster. Hij droogde de tranen. Hij deed het leven uit de doden komen: in het sterfhuis bij het dochtertje van Jarius, onderweg bij de jongeling te Naim, aan het graf bij Lazarus. Hij sprak woorden van vertroosting, toen de discipelen ontroerd waren. “Uw hart worde niet ontroerd. Uw droefheid zal tot blijdschap worden.” Hij gaf ook die andere Trooster – de belofte des Vaders – die, na Christus’ hemelvaart, op deze aarde kwam om te wonen in de gelovigen, in de gemeente. En alle denkbare vertroostingen, alle zoete herinneringen aan Gods beloften, alle bemoedigende heenwijzingen naar een zalige toekomst – ze zijn in God en komen uit God en voeren tot God.

 Hij doet alle dingen medewerken ten goede. Dat we dan met Paulus uitroepen: Geloofd zij de Vader der barmhartigheden, de God van alle vertroosting! .”Dat we dan, evenals Paulus, ons door die God en Vader laten vertroosten, al zouden we, evenals hij, overvloedig beproefd worden. Als we dan zelf door Christus vertroost worden, mogen we anderen tot vertroosting dienen.

 De God aller vertroosting geeft ons de vertroosting der Schriften, de verkwikkende vertroosting der ziel, de vertroostingen van de Heilige Geest. De rijke vertroostingen in Christus, de sterke vertroostingen op grond van het anker der hoop.

 Laten de vertroostingen Gods ons niet te klein zijn, maar dierbaar en onmisbaar; vooral als we er in dagen vol verdriet zo’n behoefte aan hebben. Laat bovenal de God aller vertroosting Zelf het voorwerp zijn van ons hart, opdat het daardoor bovenmate worde gesterkt.

 - 5 - Jezus is én blijft de beste vriend

 Gods Woord zegt ons, dat, ten tijde dat de Heere Jezus wederkomt op aarde, een ontzettende uitbarsting van goddeloosheid in deze wereld zal gevonden worden. Opstand en duivelse haat zullen zegevieren. Met God zal niet worden gerekend. Verdrukking voor allen die naar de Woorden van God wandelen. Zal het dan in zulk een tijd mogelijk zijn, gelukkig zijn weg te gaan? Ja, het Woord zegt ook, dat gelovigen zich sterken in hun God en geduldig wachten op de verlossing die komt.

 De Heere sprak tot Mozes aangezicht aan aangezicht, “gelijk een man met zijn vriend spreekt” (Ex. 33:11). De Heere Jezus zeide; “Ik heet u niet meer dienstknechten, want een dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd” (Joh. 15:15). Dit is het geheim. De gelovigen hebben in God, in de Heere Jezus hun Vriend. Dat is een kostelijke waarheid. De Vriend, Die voor ons Zijn leven gaf, is waard, dat we, innig met Hem verbonden, onze weg gaan. De Heere God sprak met Mozes, gelijk een man met zijn vriend spreekt. Hij behandelde hem niet als dienstknecht, maar als een vertrouwde vriend, wien Hij alles zeggen kon. En zo doet God met ieder gelovige, die met Hem de weg gaat.”’t Heilgeheim is voor Gods vrinden”, zegt de berijmde Psalm (Zie Ps. 25:14). En de Heere Jezus zegt, als bewijs, dat Hij Zijn discipelen niet als dienstknechten ziet: Ik heet u vrienden; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb ik u bekend gemaakt.”

Ware vriendschap brengt mee; hulp in de nood. Als je in waarheid een vriend hebt die je kan helpen, hoe vertroostend! Hij sterkt de harten van hen die geloven, en die ondervinden, hoe zware rijden we reeds beleven. Het is nog niet de tijd van de volkomen afval; het zijn nog niet de dagen van de omverwerping van alle gezag. Maar toch, hoe donker is het nu reeds in deze wereld.

 De Heere ziet genadig op de Zijnen neer. Is er nood, zo bidt de gelovige, en het gebed brengt verbinding; het brengt Gods hart in beweging voor de bidder. Want God is een vriend van de Zijnen. Een waarachtige Vriend. Een Vriend waarvan men nooit te veel verwachten kan. Een Vriend aan Wien men zich vol vertrouwen kan overgeven. Een Vriend Wie het nooit aan krachten faalt, en Die bewerken kan, door Zijn almacht, al wat Zijn liefde wil. Wat is het heerlijk, vertroostend en zéker, zulk een Vriend te hebben! Nooit zag ‘k een Vriend, die zo trouw was als Jezus, neen, nooit één.

Hij toch heeft al mijn smarten genezen, Hij alleen. Wat een kostelijke verheven vriendschap. Het is zo waar, zo echt waar, wat dit bekende lied zo eenvoudig schoon zegt;

 Een trouwe vriend woont in de hemel,

 Zoals de wereld die niet biedt;

 Want onder al het aards gewemel

 Bestaat zulk een vriendschap niet.

 Daarom – wie ook de wereld dient.

 Mijn Jezus is mijn beste vriend!

 - 6 - Verkilde gevoelens

 Ongetwijfeld herkennen we het allemaal: zwijgende huizen, zwijgende bomen. Het gehele landschap is overweldigd door de eerbiedige, stille rust. De rust van de dalende najaarsnacht. Voorbij is de zomer met het vogelgekwetter en met bloemengeur.Voorbij die drukke, drukke zomer van leven en beweging in de natuur. Voorbij de opwindende vakantiegeluiden.

Het is najaar. De bloemen zijn uitgebloeid en de vogels zwijgen. Ook de duizenden insecten gonzen niet meer. De natuur rust nu. Nog maar even dan breken de najaarsstormen los, om de bomen te schudden met reuzenvuist en de bladeren op te doen stuiven. Naar alle kanten wegdwarrelend

Nog eventjes en dan legt de ruwe wintermonarch zijn ijzige handen om ’t rijk van de natuur. En dan steken de kale bomen hun als om hulp smekende armen uit naar de wijde, koude hemel omhoog.

 Nu is alles nog stil. En toch, is daar geen stem? Ja, in die majestueuze stilte spreekt een stem. De stem van Gods majesteit. De stem van Zijn heerlijkheid, van Zijn almacht…Hier geen sterrengeflonker. Toch vertellen de hemelen Zijn eer en verkondigt het uitspansel Zijn heerlijkheid. Die rust die hier alles beheerst, predikt de majesteit van Hem, die ’t al regeert in volmaakte harmonie met Zijn plan van eeuwigheid. Hier is de vrede afgebeeld in de natuur. De lucht wordt hier niet verscheurd door verschrikkelijke klappen, ook niet door oproerkreten en de vlijmende schreeuw van smart wordt niet vernomen. Vrede is neergedaald.

Niet alleen in de bloemenpracht van de lente en niet alleen in ’t stargetwinkel van de zomeravond vertolkt God Zichzelf in ’t rijk der natuur. Neen, ook in de rust van de schone herfstavond is de Heere. Hier vertolkt Hij Zich als de vrede-zelf. Als de rust-zelf. En ’t lied van de rust suizelt door de najaarsluchten.

 Daar is een klank van hoop in. Immers niet zwoegen in werk en rusteloze moeite is de bestemming van Gods aardrijk. Neen, na ’t drukke gewemel van werken, zal op de zwoegensmoede aarde de eeuwige rust en vrede dalen. Die vredige rust zal de ganse wereld omarmen. En ’t zal zijn een onverstoorbare rust. Omdat de Rust-Zelf er in is. En ’t zal zijn een eeuwige vrede. Omdat de Vrede-Zelf er in woont. De hele schepping ziet daar naar uit! Ziet naar Hem uit! De Heere Jezus, Die, met hen die Hij heeft verlost, ook de schepping heeft vrijgekocht van de zonde.

 Ja, waarlijk: de hemelen vertellen Gods Zijn eer en het uitspansel kent Zijner handen werk. Zalige profetie, die daar uitgaat van de fluisterzangen der herfstschemeringen…Gelukkige profetie voor diegenen, die de rust verbeiden, die daar overblijft voor Gods kinderen. Zij zullen het beeld van de avondrust eens heerlijk in vervulling zien gaan. Rust en vrede, hand in hand zullen zij de wereld veroveren voor altijd. Zij zullen daar wonen en van zich laten genieten! Wat een genade voor hen die reeds nu die Rust en Vrede, temidden van wereldse moeiten, in het hart mogen ervaren.

 - 7 - De vogels zijn heengegaan

“Zelfs een ooievaar aan de hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif en kraan en zwaluw nemen de tijd hunner aankomst waar” (Jer. 8:7).

 De Schepper heeft in Zijn wijsheid en macht het de vogels ingegeven, wanneer zij het land, waar zij zich in de zomer hebben opgehouden, moeten verlaten. Heeft de zomer plaats gemaakt voor de herfst dan vertrekken de zwaluwen. Je ziet die lieve slanke zomervrienden zich verzamelen en op een gegeven ogenblik verlaten ze ons. En… de zwaluwen zijn heengegaan! De zomertijd is voorbij. Zeker we krijgen nog wel eens een mooie dag, maar we weten ook wel, dat gure dagen met regen en storm ons wachten. Zwaluwen zij kunnen dit niet verduren, dan zijn ze hier niet thuis. De zwaluwen heengegaan! De zomer voorbij!

 Het heengaan van de zwaluwen heeft ons veel ernstigs te zeggen. In geestelijk opzicht zal er, en wel heel spoedig, een tijdperk aanbreken, dat het “voor hen die de aarde bewonen” een tijd zal zijn van “benauwdheid der volken, in radeloosheid bij het bruisen der zee en watergolven; terwijl de mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting, want de krachten der hemelen zullen bewogen worden” (Lukas 21:25,26) Welk een tijd zal dat zijn! Wee, wee hun, die op de aarde wonen! Zal het dan zijn (Op. 8:13). De Heere God zegt dit in Zijn woord.

 Wanneer de zomer voorbij is verzamelen zich de zwaluwen. Zij reizen gezamenlijk af. Zo ook is nu de Heilige Geest werkzaam om de gelovigen te samen te vergaderen. Het getal wordt steeds groter, en het verlangen te gaan sterker. Niet lang zal het meer duren, en dan begint de reis – de laatste en heerlijkste reis! De tekenen van het naderend oordeel vermenigvuldigen zich. De winterstormen zijn op handen. Weldra vertrekken wij van hier, evenals de zwaluw naar beter oord!

 Alle gelovigen over de ganse aarde zullen worden opgenomen. De Bruidegom Zelf richt alle harten en gedachten naar boven. En spoedig, heel spoedig zullen allen vertrekken, geen enkele zal achterblijven. Van hen die in de Zoon van God als hun Heere en Verlosser geloven. De Heere Zelf, die zo’n dure prijs voor hen betaalde, komt hen Zelf halen (Thessalonicenzen 4:16-18).

 Voor hen die bevreesd zijn voor naderende vreselijke oordelen; volg het voorbeeld van de broeders te Thessalonica. Van hen lezen we in 1 Thessalonika 1: 9 en 10, “dat zij zich van de afgoden tot God bekeerd hebben, om de levende en waarachtige God te dienen, en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn”.

- 8 - Ultiem verlangen: het huis des Heeren verblijven

 Deze kostelijke Psalm 23 eindigt net zo positief als ze begint; “De Heere is mijn Herder” en “Ik zal in het huis des Heeren blijven in lengte van dagen”. En dat heeft zeker ook betrekking op een blijven in het Huis des Heeren in deze tijd! De mannen Gods van de oude dag hebben het dikwijls uitgesproken, dat het hun begeren was altijd in Gods Huis te zijn. Zij bedoelden ermee; in Gods voortdurende gemeenschap.

 Maar de Heere God is een heilig God; hoe kan ik in Zijn tegenwoordigheid vertoeven? Ook de profeet Jesaja stelde die vraag. Hij zegt in hoofdstuk 33:14: “Wie is er onder ons, die bij een verterend vuur wonen kan? Wie is er onder ons, die bij een eeuwige gloed wonen kan?” Ja, wie kan nu bij het verterend vuur van de Heilige God wonen, niet maar voor een ogenblik, maar altijd, onophoudelijke bij Hem blijven? In vers 15 geeft de profeet ons het antwoord, laten we dat vers aandachtig lezen. In gerechtigheden wandelen; daar zijn de voeten voor nodig.

Billijkheden spreken; dat doe je met je tong. Gewin van onderdrukkingen verwerpen; dat doe je met het hart. En daarna worden nog handen en ogen genoemd. Wie dan in gemeenschap met de Heere wil zijn en blijven, moet alles Hem overgeven. Zijn voeten, zijn tong, zijn hart, zijn geld, zijn handen, zijn ogen, zijn oren, in één woord: alles. Geen werkelijke, waarachtig-blijvende gemeenschap met de Heere God bestaat er zonder overgave aan Hem.

 Het eigen-ik niet meer op de voorgrond. Het voortdurend zien op de Heere Jezus, Die het alles volbracht, mag ons deel zijn. Het verlangen naar het Vaderhuis, waar Hij is, de Heere Jezus. In Wiens glorie al de Zijnen elkander zullen ontmoeten.

 Wanneer wij in het huis des Heeren voor eeuwig wensen te blijven, dan moeten wij daarmee een begin hebben gemaakt in het heden. Dan moeten wij de kracht van deze Psalm der Psalmen ondervonden hebben en ondervinden. Dan mogen wij de kostelijke woorden ervan onderschrijven als vrucht van eigen ervaring. Dan moeten, en kunnen, wij in goede en boze dagen, voor tijd een eeuwigheid kunnen getuigen met de woorden van Psalm 23:

“De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.

 Hij doet mij nederliggen in grazige weiden:

 Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren.

 Hij verkwikt mijn ziel,

 Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijn Naams wil.

 Al ging ik ook door een dal der schaduwen des doods,

 ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij;

 Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.

 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders;

 Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.

 Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns leven,

 en ik zal in het Huis des Heeren blijven in lengte van dagen”.

- 9 - Het goede en de weldadige

 Wij mensen hebben altijd al een verlangen gehad, een blik in de toekomst te slaan. Eventjes de voorhang lichten die het geheimzinnige land van de toekomst voor de ogen bedekt houdt. Maar wij kunnen dit niet. Laten we ons maar nooit inlaten met waarzeggerij, horoscopen en andere occulte dingen.

 Wat zal de toekomst brengen? Het volk van God heeft een blik in de toekomst gekregen. De Heere God Zelf heeft hen toegestaan, te zien wat geschieden zal in de jaren die komen. David zegt het zo schoon in Psalm 23: “Het goede en de weldadigheid zullen mij volgen al de dagen mijns levens”. Is dat niet geruststellend en vertroostend? De gelovige gaat zijn weg, gevolgd door twee dienaren, die niet van hem wijken. Wáárheen hij zich ook begeeft, daar gaan het goede en de weldadigheid hem achterna. Wat is dat kostelijk!

‘k Dacht zo, dat het “goede” meer ziet op ons lichamelijke leven, op onze dagelijkse behoeften, terwijl de “weldadigheid” meer doelt op wat de ziel behoeft. Als we achter de Goede Herder onze weg gaan, dan zal naar ziel en lichaam alles goed met ons gaan. Zoals Paulus zegt, dat de godzaligheid de belofte heeft van het toekomende en het tegenwoordige leven.

 Alles komt uit Gods hand. Ook wanneer Hij smart en droefheid onze woning doet binnentreden, ook wanneer er moeilijkheden en beproevingen zijn, die tot ons komen. Of wanneer men ons niet begrijpt en alles schijnt tegen ons,

God is weldadig. Onder alle omstandigheden maakt Hij het alles goed. Hij kan Zich niet vergissen. God is goed! Weten wij niet; dat diegene die God liefhebben, alle dingen mede werken ten goede? (Rom. 8). Van Gods goedheid en weldadigheid zijn wij omgeven. Door haar worden wij gedragen. Zijn goedertierenheid is alle morgen nieuw. Zijn weldaden zijn zonder einde. En zouden wij eens een moment struikelen, Zijn trouw en goedheid geeft ons te kennen, dat er genadige vergeving is.

“Al de dagen mijns levens”. Onvermoeid houdt God Zich met ons bezig. Nimmer houdt Hij op te zorgen. Op eenvoudige en kinderlijke wijze mogen wij de Heere vertrouwen. En dit maakt ons leven zo eenvoudig, zo kinderlijk, zodat wij niet met een menigte gebeurtenissen en voorvallen te doen hebben, maar slechts met één Persoon, met de Goede Herder, Die al de dagen van ons leven altijd alles goed maakt.

 U, Heer Jezus, willen wij steeds danken:

 Uw genâ is ‘t, die ons juichen doet.

 U ter ere stijgen onze klanken

 U, Heer Jezus, maakte alles goed.

 - 10 - Mijn beker vloeit over

 Prachtig zo we dit lezen in Psalm 23. Maar moet je dan niet blij zijn als je net genoeg hebt? David schrijft vrijmoedig;

“Mijn beker is overvloeiende”. Wat de Geest van God hiermee wil zeggen lezen we van de apostel Paulus. Hij toch schrijft aan de Romeinen (hfst. 8): “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger of naaktheid of gevaar of zwaard? Gelijk geschreven is; Want om uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn geacht als schapen ter slachting) Maar in dit alles zijn wij méér dan overwinnaars door Hem die ons liefgehad heeft”. Bij al die moeite kwam er geen gedachte bij de apostel op van nederlaag. Hij spreekt van overwinning! Hij heeft het zelfs over méér dan overwinnaars! De beker vloeit over! De apostel houdt hier gelijke red met de Psalmist. “Mijn beker is overvloeiende” zegt David. “Meer dan overwinnaars”getuigt Paulus

 O, ’t komt er zoveel op aan hoe men zich in de strijd begeeft! Ga je met de gedachte: ik word toch verslagen, alles is toch tevergeefs, dan is de nederlaag onvermijdelijk. Maar strijdt je in het vertrouwen, dat de Heere Jezus je tot de overwinning voert, dat Hij uw Overste Leidsman is. De Voleinder des geloofs, dan zult u zeker overwinnen. Als je gelooft in de overwinning heb je die al voor de helft behaald!

 Het tweede vers van de brief van Jakobus luidt; “Acht het voor grote vreugde mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt!”. Als dit woord vandaag de dag door iemand geschreven zou zijn, dan zou men waarschijnlijk, ook in gelovige kringen de schouders ophalen en spreken over “niet goed nuchter zijn over in overspannen toestand verkeren”. Maar is dan hetgeen ons Jakobus voorhoudt, zo onnavolgbaar? Er zijn tijden in ons leven, waarin allerlei beproevingen tot ons komen. De ene zorg is nog niet voorbij, of de andere komt alweer. Wat is het dan groot, dat we rekenen mogen op de kracht des Heeren. Er wordt ons voorgehouden, dat we ons moeten verheugen, enkel en alleen maar verheugen, niets anders dan verheugen. Alle beproevingen, wel bezien, en gedragen met de Heere, brengen ons nader tot God en zijn dus tot onze zegen en tot eer des Heeren.

 Met nadruk wordt het ons toegeroepen aan het begin van de Jakobusbrief: “Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt”. En hij laat er op volgen: “Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid (volharding) werkt”’.

Mijn beker is overvloeiende. Dat dit toch de ervaring van al Gods kinderen mag zijn. Overstromend zijn Zijn weldaden en dit zal voortgaan tot het einde! Is het dan ’n wonder, dat van Gods volk geschreven staat: “Zij gaan van kracht tot kracht: een iegelijk van hen zal verschijnen voor God in Sion”! (Psalm 84).

 - 11 - De HERE zalft mijn hoofd met olie

 Een kostelijke regel uit Psalm 23, de psalm der psalmen.

In oude tijden bestonden er verschillende soorten van zalvingen. Profeten werden gezalfd, ook priesters, ook koningen. Hier in deze psalm wordt gesproken over de zalving voor een feest! Er wordt gesproken over een tafel en van een beker. In het oosten was het gewoonte de gast de voeten te wassen, hem te kussen en zijn hoofd te zalven met olie. Toen in het huis van een farizeeër een zondares tot de Heere Jezus kwam waren daarover die vrome en gestrenge mannen zeer verbolgen. Maar de Heere Jezus zei o.a. tegen hen; “Met olie hebt gij mijn hoofd niet gezalfd; maar deze heeft mijn voeten met zalf gezalfd,”Zijn gastheer had deze eerbetuiging, dit liefdebewijs veronachtzaamd.

“Gij zalft mijn hoofd met olie”. Het spreekt van vreugde! De woorden van deze psalm spreken ook vandaag van vreugde. De Heere God geeft elk kind van God nu de zalving met de Heilige Geest. Onze wandel in deze woestijnreis heeft dit zo nodig! Onze God wil, dat we de werking van die Geest, gedurig ervaren, opdat ons hart vrolijk en gelukkig zij als op een feest! Paulus schrijft aan de Thessalonicenzen: “Verblijdt u te allen tijde” (1 Thess. 5:16) en aan de Filippenzen: “Verblijdt u in de Heere te allen tijde, wederom zeg ik u; verblijdt u. (Fil. 4:4). En Paulus wist echt wel wat lijden was, zie 2 Kor. 11. Toch roept hij ons toe: Verblijdt u te allen tijde.

 Met Silas was Paulus in de gevangenis geworpen. Hand. 16. Eerst waren ze geslagen en gegeseld. Ook nog hun voeten in een martelwerktuig. En wellicht zouden ze in de morgen wel door beulshanden worden omgebracht. Een ontzettende toestand! Maar wat deden ze nu? We lezen : “En omtrent middernacht baden Paulus en Silas, en zij zongen Gode lofzangen, en de gevangenen hoorden naar hen.” Zij loofden God. Ja, dat deden zij. En niet zachtjes, stilletjes, zo in zichzelf, nee zij zongen met welluidende stem lofzangen, zodat de andere gevangenen wakker werden door het jubelen van hun lied. Paulus heeft bewezen, dat hij altijd verblijd was! Wat het leven hem ook bood. Het was voor hem een feest, omdat hij zag op de Heere Jezus!

Ook de psalmist getuigt ervan als hij zingt: “Welgelukzalig zijn n zij die in Uw huis wonen: Zij prijzen U gestadig. Gestadig prijzen, dat is het voorrecht van het volk van God, Prijzen voor de weldaden, maar ook voor de tuchtigingen.

“Amen” in voor- , maar ook “Amen” in tegenspoed. Want al wat God ons zendt, of over ons doet komen, is tot ons bestwil en tot eer van Hem.

 Ja, welgelukzalig! Gij zalft mijn hoofd met olie.

 - 12 - We kunnen er niet zonder: Ons dagelijks brood

 Wij, vandaag, leven midden in de zegeningen, en het dringt zo weinig tot ons door, dat alles van God komt! Indien de Vader Zijn hand van ons aftrekken zou, wat zou er van ons worden? Maar onze God is de Getrouwe, Hij trekt Zijn hand niet van ons af. Wij behoeven op niets of niemand naast Hem ons vertrouwen te stellen. Hij heeft alles in Zijn hand, en kan allen gebruiken in Zijn dienst. Maar Hij, en Hij alleen is de Bron. Van Hem, de Vader der lichten, schrijft Jakobus, dalen alle goede gaven af. Bij Hen is geen verandering of schaduw van omkering. Hij is de God van Elia, van de beek Krith, van de raven, die ‘s morgens brood en vlees brachten aan de profeet. De God van de weduwe, die haar laatste handvol meel tot een koek bakte voor de man Gods.

 Ons dagelijks brood. Het is voor ons zo gewoon. Ik ben geboren net voor de hongerwinter begon in 1944-1945, nu 60 jaar geleden. Hongersnood in Holland, het gebeurde. We woonden in Heerenveen, toen een groot dorp, toch nog wat meer eten dan in de steden. Hoe stedelingen, oud en jong alles afliepen om maar een beetje eten. Brood, je kreeg een bon voor 4 ons in de week, maar dikwijls was het er niet. Toen kwam via het rode kruis, Zweeds wittebrood! Voor ieder, klein en groot 8 ons. Op bestemde tijd mocht dit gehaald worden. M’n pleegvader ging zelf de broden halen. Zoiets vergeet je niet.

 Ons dagelijks brood. Wij leven nu in een land van overdaad en overvloed. Maar in veel landen is er honger, zo’n tekort aan het dagelijks brood. Waar is dan de wijsheid van Jozef??? Genesis 41. Jozef zorgde en bewaarde en deelde! En voor de gehele toenmalige wereld was er brood. Als de mensen tot de koning kwamen, zei hij alleen: ga tot Jozef. Door zijn grote wijsheid zorgde hij.

 Als je nu hoort en leest van honger en gebrek, dan is er zo’n verlangen in je hart naar de ware Jozef, de Redder van de wereld. Die recht zal doen en al de mensen brood geeft. Dan zal echt de bede verhoort worden om ons dagelijks brood.

De Heere God wil ons ook nu leren, jong en oud, geheel afhankelijk van Hem te zijn. Enige zaadkorrels in de herfst of in het najaar ….. nu, in de zomer, wuivende korenvelden. Gouden zaad en akkers. Straks het gouden voedsel op onze tafels. Het wonder van het dagelijks brood.

 - 13 - Het leven na de dood


 Vooral in de brieven van de apostelen Paulus en Johannes wordt duidelijk dat het eeuwige leven (dat nu al ons deel mag zijn) zich ten volle begint te ontvouwen na onze dood. Jezus zegt: ?Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder die leeft en in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven; gelooft gij dat??(Joh. 11:25,26). Het is van belang voor ons geloofsleven om over de werkelijkheid van het leven na de dood na te denken. De bijbel geeft ook wel aanwijzingen om voor een zeker deel te weten hoe het na de dood voor een gelovige christen zal zijn.

 Wie tot bekering is gekomen en wedergeboren is geworden, zal erkennen dat God hem of haar verandert. Daarover lezen we in de bijbel: Saulus de vervolger krijgt na zijn ontmoeting met Jezus een nieuwe naam: Paulus, en wordt de verkondiger. Hij was ook werkelijk een nieuwe schepping geworden! Levi de geldwolf wordt Matthe?n uitdeler van de velerlei genade Gods. God verandert mensen! En dat doet Hij nog steeds, de Geest van Jezus vormt het karakter van de gelovigen om naar Zijn beeld! Zo zal elke gelovige een nieuwe naam ontvangen, ?welke niemand weet dan die hem ontvangt?, waaruit ik opmaak dat Hij ons radicaal voor het hemelse leven omvormt, maar daarbij niet onze persoonlijkheid en identiteit teniet doet (Op. 2:17).

 We worden niet vergoddelijkt, maar blijven mensen; verheerlijkte mensen. Een van de ken?merken van het leven na de dood is ook dat we geen zonde meer doen (vgl. Ef. 5:27; Openb. 22:4, 7:15). Voorzichtig zou ik het zo willen samenvatten: het leven na de dood zal geheel beantwoorden aan Gods bedoelingen en dienstbaar zijn in de relatie met God, in relatie met de heilige engelen en de overige rechtvaardigen die de voleinding bereikt hebben. Lees hierover de wondermooie beschrijving van het hemelse in Hebr. 12:22-24. De tranen zullen worden afgewist (Openb. 21:4). De liefde blijft en duurt in eeuwigheid (1 Cor. 13:13) en de vreugde voor Gods aangezicht zal vervullend zijn (Judas:24,25).

 Het Nieuwe Testament geeft er getuigenis van dat gelovigen onmiddellijk na de dood opgenomen worden in de hemelse heerlijkheid. Het is een gegronde verwachting te geloven dat we bij het sterven direct naar de hemel gaan (Fil. 1:21-23; 2 Cor. 5:1-5; vgl. Luc. 23:42,43). Wanneer God als Rechter ons in Christus, onze Verlosser en Middelaar, vrijspreekt van straf, wie zal ons dan nog veroordelen? (vgl. Rom. 8:31-39). Ook de dood kan ons van Gods liefde niet meer scheiden! Wij mogen geloven dat de Here Jezus ons plaats heeft bereid in het Vaderhuis (Joh. 14:2). Het is een bijbelse troost te weten wat ons (die met Christus verbonden zijn) wacht na de dood. Wij hebben behoefte aan die zekerheid. Paulus vat de kern van die zekerheid samen wanneer hij over de gelovigen spreekt als zijnde ?in Christus?, ?met Christus?, en ?bij Christus?. Het ant?woord op de vraag waar de gestorven gelovigen zijn, mag luiden: ze zijn bij Christus, ze leven in de gemeenschap van de gestorven gelovigen met Christus. Daar moet aan worden toegevoegd: ze leven daar in een voorlopige toestand en plaats van de hemelse heerlijkheid. De kern van dit leven in de (voorlopige) hemelse heerlijkheid wordt samengevat met de woorden ?met Chris?tus/de Here zijn?. De uiteindelijke verwerkelijking van Gods Koninkrijk in hemel en op aarde zal in gang gezet worden bij de wederkomst van de Here Jezus Christus. Dan zullen de gestor?ven gelovigen een verheerlijkt, onvergankelijk, geestelijk lichaam ontvangen, het opstandingslichaam (1 Cor. 15:35-49) en z࡬?tijd ?met de Here? zijn (1 Thess. 4:13-18)!

 - 14 - De vacantie-tijd - vervulling van dromen

 De maanden waarin het grote werk van het jaar tot z’n voltooiing is gekomen. Dát is de vakantietijd in de zomer. Een prachtige ontplooiing van kracht. De bomen zijn in volle dos, alle takken versierd met het ontwikkelde groen; en toch nog een plaatsje gevend aan zoveel vogels! Wat heeft onze vriend Guido Gezelle genoten toen hij dichtte:

“Groengemeide bomen, boven

 mij, waarin de Heere loven

 duizend vogelen, klinkendklaar,

 op hun dappere tongensnaar!”

Veel meer bloemen nog dan in mei en de kleuren zijn zo intens nu; alles op z’n mooist, op zijn volledigst. Er is zoveel te zien buiten, dat in één zomer niet alles kan worden waargenomen. Waar zullen we beginnen om al de natuurschatten te bewonderen? De geweldige rijkdom van Gods scheppende hand! Maar het mooie is, als het binnen in je volkomen rustig mag zijn, dan geeft de Heere ook die rust om van al die prachtige dingen te genieten! De zomer is er, de tijd van de vervulling. De zomer mag de tijd zijn dat de zon heerschappij voert. Zeker, ook in zomer kan het weer wisselvallig zijn. Maar uit het Woord der Schrift uit verre voortijd, weten we, dat zaaiing en oogst zomer en winter, koude en hitte en dag en nacht niet zullen ophouden, zolang deze bedeling duurt.

 Wat genieten we als we nu door het eiland gaan! De landman beziet het alles. Van tevoren werkt hij zijn plannen uit. Er is waarlijk geen oogst zonder zaaien. Dat is ook schoonheid, een mensenbedrijf zorgende voor het land en voor het vee voor de toekomende tijd. Salomo prees de mieren, die haar brood in de zomer bereiden; van die mierenwijsheid is het bedrijf van de landman en de veeman vol; alleen de luiaard ziet die wijsheid niet……

Wonderen van de natuur. In iedere maand zien we het, zeker niet het minst in de zomermaanden. O, laat ons dan acht geven op Gods wonderen. Maar bovenal op dit éne, op het grootste van al Gods wonderen; God gaf Zijn Zoon voor verloren zondaren. Afhankelijk van de natuur, van de Heere, van het weer. Zo mag de landsman zijn afhankelijke weg gaan. Hij mag het tot zijn God zeggen: “Gij hebt de macht over regen en zonneschijn, en ik wil mij verheugen, omdat Gij weet, wat voor mij, en voor mijn naaste het beste is.” En dan wordt de afhankelijkheid een blijdschap.

 - 15 - Vervulling van dromen - Eeuwig Leven

 De boodschap van het Nieuwe Testament over het eeuwige leven heeft niet alleen betrekking op een nieuwe lichamelijkheid (de opstanding van de gelovigen in een nieuw lichaam), maar spreekt ook van eeuwig menselijk leven. Daarbij denken we dan aan het leven na de dood en in de voleinding, uitgaande van wat ons ?in Christus? nu al is ten deel gevallen. Wanneer Jezus tegen Martha zegt ?Ik ben de opstanding en het leven? (Joh. 11:25), reikt dit woord over het hoofd van Martha heen tot ons. Dit woord van Jezus is een proclamatie die gesproken is tegen de ban die op ons aller leven ligt. Dit woord bij het graf van Lazarus is gesproken over ons aller graf. Ons leven is een ritme van slapen, opstaan, eten, drinken, werken enzovoort, tot de dood erop volgt. Het leven in waarachtige zin is in Jezus Christus en door Hem alleen en in niemand anders. Het is een leven waarvan God zelf de bron en de rivier is. Dit leven is openbloeien voor God en de mensen tot in eeuwigheid. Eeuwig leven hebben wij niet in onszelf en niet van onszelf. Ons menselijke leven is ondermijnd door de zonde en de goddeloosheid. In ons werkt steeds het virus van de zonde, dat ontbindt. Heel ons bestaan is aangetast door persoonlijke en collectie?ve schuld, het wordt bedreigd door angsten en staat onder de heerschappij van de dood. Nu zegt Jezus: ?Je hoeft niet bang te zijn. Ik ben de opstanding en het leven?. Zijn leven is uniek leven. Dat is het onsterfe?lijke in Hem, het onoverwinnelijke in Hem. Om dat leven voor ons tot openbaring te brengen, voor ons tot een werkelijkheid te maken, is Hij naar het kruis gegaan, is Hij ten behoeve van ons de godverlatenheid ingegaan en gestorven. In zijn opstanding maakt Jezus deze belofte van eeuwig leven voor ons waar! Dat is nu de blijde boodschap voor stervelingen: dat de opstanding van de Here Jezus een meeslepend gebeuren is. ?Deze gebeurtenis is een geboorte?nis. De opstanding van Jezus is een ouverture, het begin van een nieuwe schepping, het bruggenhoofd naar een nieuwe wereld.? (J. Verkuyl). Het Nieuwe Testament laat zien dat dit nieuwe leven hier en nu begint door te leven uit geloof en zo in verbondenheid met de verrezen Heer. Dit geeft naast de eerder genoemde toekomstige dimensie een praktische opdracht aan het leven, met inbegrepen bedoelingen voor elke dag (Rom. 6:8-13).

 - 16 - Gekozen en gehoorzamen

 Mozes, de man Gods, heeft de woorden des Heeren in een boek geschreven, en het volk heeft gekozen; “Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen.” Maar de woestijnreis heeft geleerd, dat het volk zijn God verlaten heeft.

 Jozua heeft zijn beroemde rede gehouden. Hij voor zich had gekozen, hij en zijn huis; zij zouden de Heere dienen! Het volk is door Jozua’s woord in het hart gegrepen, het heeft zo plechtig betuigd: “De Heere is onze God! Wij zullen hem dienen, want Hij is onze God! “ En tot driemaal toe speken zij deze belofte uit.

 Wie gekozen heeft, heeft trouw beloofd. En trouw moet blijken. Helaas, de trouw is hier niet gebleken tegenover de Heere God.

 Jozua zelf had gekozen. Mozes zelf had de beslissende keuze gedaan. Mannen van graniet, leiders uit één stuk zijn zij geweest. Ze wisten in Wien zij hadden geloofd! En ze hebben het volk dat ze te leiden hadden voor de keuze geplaatst!

 Gekozen. Welk een betekenis heeft dit woord voor de Heere God; en hoe is de betekenis ervan nog versterkt door het Woord, in Martha’s huis gesproken door onze Heiland. Martha diende en dat is voorzeker iets schoons. Martha bekommerde en verontrustte zich over vele dingen, het gevaar bij de dienst. Maar Maria zat bij haar Meester, die al de belangstelling van haar hart had. Wat de Heere Jezus zei was zo schoon, de woorden die over Zijn lippen vloeiden zo kostelijk. Met haar hele hart en met geheel haar verstand had ze de plaats gekozen aan de voeten van de Meester.

We weten door het Woord van de Kenner der harten: “Maria heeft het goede deel gekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen zal worden”.

Maria heeft gekozen. Het luisteren naar de Meester, die haar boven allen en alles ging, was haar besliste keuze. En zo’n keuze heeft eeuwigheidswaarde. Wat is her heerlijk als we gekozen hebben voor Christus! Indien wij altijd weer opnieuw met beslistheid kiezen, elke morgen, iedere dag Hem kiezen als onze leidsman!… Wie met het hart zingt, eerlijk en zonder opwinding:

“U alleen heb ik verkoren,”

Kan er in oprechtheid op laten volgen:

“k’ Heb aan U genoeg o Heer!”

- 17 - Zorg dat je gereed bent

 Je moet niet morgen maar vandaag gereed zijn! Dat wordt wel eens gezegd van gewone alledaagse dingen, maar je kunt er wel belangrijke geestelijke leringen uit trekken. Niet morgen, maar vandaag moet je gereed zijn voor de eeuwigheid.

Eén van de listen van satan is, de mensen tot uitstellen te brengen. Men acht de dood en de komst van de Heere ver weg. Men meent altijd nog wel tijd genoeg te hebben, als deze plotseling naderen, zich die dag nog te bekeren. Maar de schrift leert ons anders. Hij, die tot tweemaal toe zegt in het evangelie; “Alle dingen zijn gereed” die alles heeft bereid tot behoud van de zondaar, roept het de mensen telkens toe: “Weest gereed!” “Weest gereed!” “Maakt u gereed!”

De grote fout van de dwaze maagden was, dat zij verzuimden, olie met zich te nemen; ze waren daardoor niet in staat met de bruidegom mee te gaan. We lezen in Matth. 25:10; “die gereed waren gingen met hem in tot de bruiloft”.

De dagen waarin wij leven zijn zo ernstig. We zijn zo dicht bij de komst van de Heere Jezus. Het is nog genadetijd. De Heere roept het ook u toe: “kom” . Elk die wil en die het hoort mag komen en nemen van het water des levens om niet. (Op.22:17), laat toch niemand zich laten misleiden door de vijand der zielen, die spreekt van “vrede, vrede en geen gevaar”, maar die onverwacht een haastig verderf zal doen komen over hen, die naar die valse leuze hebben geluisterd, in plaats van zich gereed te maken. Men zal dan ten slotte moeten erkennen: “De Heere was gereed om mij te verlossen.” (Jes. 38:20). Maar ik heb niet gewild!

 Ook wij, gelovigen in Christus, moeten niet morgen maar vandaag gereed zijn voor de geestelijke strijd. Er is zoveel wat ons wil aftrekken van Hem Wiens eigendom wij geworden zijn. Het enige middel wat ons daartegen afdoende waarborgt, is het aandoen van de gezindheden die we in Christus vinden. (Kol. 3:12) En de vijand, de zonde, die we op onze reis ontmoeten, kunnen we alleen met vrucht tegemoet treden als we afzien van de verkeerde dingen. “Afleggende alle last en de zonde die ons lichtelijk omringt.” Ons oog richten op de Overste Leidsman des geloofs, Jezus! (Hebr.12:1-4). Hijzelf helpt ons, laat ons nooit alleen. En het mag in ons hart zijn;

 Jezus heeft mijn hand gevat,

 En Hij zal mij veilig leiden.

 Hij, mijn hulp, mijn grootste schat,

 Hij zal nimmer van mij scheiden.

 Jezus richt mijn wank’le schreen;

 Jezus is mijn troost alleen.

 - 18 - De eerste dag van de week niet over het hoofd zien !

 Het feest van de eerstelingen was éérst in Israël. Vijftig dagen daarna, op de eerste dag van de week, was er het feest van de volle oogst, het pinksterfeest. Vijftig dagen na de opstanding des Heeren, werd de Heilige Geest uitgestort, ook op de eerste dag van de week.

 Wat een belangrijke dag is die dag toch! Op die dag stond de Heere Jezus op uit het graf en verscheen Hij in het midden van de Zijnen. Op die dag kwam Hij, een week later, opnieuw in het midden van Zijn discipelen. Op die dag was men, in de eerste tijd van de christenheid vergaderd om brood te breken. Die dag werd door de apostel Johannes genoemd, des Heeren dag. Zoals de apostel Paulus schrijft over “des Heeren avondmaal.” Zo bijzonder is de broodbreking, een maaltijd waar Hij de Gastheer is, waar Zijn gezag geldt. Zo noemt Johannes de zondag des Heeren dag, een dag van afzondering, ze hoort Hem toe. Zijn dag.

 Op de eerste dag van de week, kwam de belofte van de Vader op aarde, de Heilige Geest, Zijn plaatsvervangende Trooster. Opdat deze zou wonen in de gemeente en iedere gelovige persoonlijk. Moeten we dan die dag niet bijzonder waarderen? Als het enigszins mogelijk is, ons scharen om het Lam Gods, die onze zonden op Zich na? Ons bezighouden, door de Heilige Geest geleid, met de Opgestane! Ons geven aan Hem en Zijn dingen?

 Johannes heeft op Patmos gezegd: “Ik was in de geest op de dag des Heeren.” (Openb. 1:10) Hij was daarheen verbannen. Weg van de broeders en zusters, hij kon niet meer dienen, het was stil om hem geen. Maar daar brak de zondag aan, de eerste dag van de week. Op Patmos niet te merken, maar Johannes dacht aan die duizenden die in aanbidding opgingen. In de Geest vierde hij met hen de eerste dag van de week. Ja, de Heilige Geest, op de eerste dag van de week neergedaald, gaf hem op de heerlijke dag van de opstanding een visioen op Patmos. Zodat hij schreef; “Ik was in de Geest op de dag des Heeren”. Hij zag zijn God, zijn Heiland. Hij dacht aan het verlossingswerk. En het lied de gemeente weerklonk in zijn hart; hij hief het alleen aan, in naam van allen (Openb. 1:5 en 6). De Heer der

Heerlijkheid verscheen hem voor Wie Johannes als dood neerviel. Maar de Heere bemoedigde door Zijn rechterhand op hem te leggen hem toe te roepen; “Vrees niet …..Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid.”(Openb. 1:17 en 18).

 Wat een genade, ook in onze tijd Die stem te mogen horen; Vrees niet”.

- 19 - Waar zou je zijn zonder moeder in ere

 Die dag, de moederdag is weer voorbij. Maar wat is het goed, moeder en de herinneringen aan haar altijd maar heel dichtbij je te hebben!

 Als moeder weg is, dan is er een hart weg dat ons in het geheel liefheeft. Een hart dat altijd met zorgende liefde en met eenvoudige wijsheid is vervuld! Ja ook met wijsheid. Als een kind 5 jaar oud is zegt het: “Mijn moeder weet alles”! Als dat kind 10 jaar oud is zegt het: “Mijn moeder weet best wel veel”. Als dat kind 20 jaar is zegt het: “Mijn moeder weet maar weinig”. Als je 40 jaar ben en zeg je: “Nou mijn moeder weet toch wel veel!” En ben je 60 jaar dan zeg je: “Leefde moeder nog maar, die wist alles”!!

Ik las enkele mooie spreekwoorden van moeder: “Moeder mijn, altijd mijn, of ik rijk of arm mag zijn, en moeder! Wie haar heeft roept haar, wie haar niet heeft mist haar.”

De Bijbel leert ons veel van liefhebbende moeders. Denken we aan Jochebed de moeder van Mozes, aan Hanna de moeder van Samuël, aan Eunice de moeder van Timotheüs. Maria de moeder van de Heere Jezus heeft ons het meest te zeggen! Prachtig zoals het Woord haar beschrijft.Als de engel tot haar gekomen is met die zeer bijzondere boodschap en dat zij genade bij God had gevonden, ontroerde zij zeer. En na die woorden: “Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn”, zei Maria heel eenvoudig: “Zie de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar Uw woord.” En zij zong die prachtige woorden die ook elke dag in ons hart mogen zijn: “Mijn ziel maakt groot de Heere; en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker. Maria, de moeder des Heeren wist, dat ook zij een Zaligmaker nodig had!

 Wat een zorgende moederliefde had zij steeds voor haar Zoon, maar ook een diep ontzag, want zij wist van Zijn Grootheid en Macht. Op de bruiloft te Kana, (Joh. 2:1-12) was de Heere Jezus ook uitgenodigd met Zijn discipelen.

Maria was daar ook. Zij zei tot de dienaars: “Zo wat Hij ulieden zal zeggen, doet dat.” Maria had meer één doel voor ogen, alle aandacht moet naar de Heere Jezus gaan, naar wat Hij zou zeggen! Nu die woorden klinken ons altijd wel tegen! “Zo wat Hij u zeggen zal, doet dat”. En hoeveel kostelijke woorden heeft de Heere niet gesproken waar we nog steeds naar mogen luisteren.“Vreest niet, geloof alleenlijk” en ook; “Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven”. Joh. 3:36, Laten we ook het verdere van deze tekst ter harte nemen.

 Nee, Maria, de moeder des Heeren, en zij was groot, vroeg geen aandacht voor zichzelf, maar dat wij zullen doen, wat de Heere Jezus tot ons spreekt.

 - 20 - Zware tijden zullen komen

 De apostel heeft ze ons voorzegd in 2 Timotheüs hoofdstuk 3. En we beleven ze. Zoveel angstaanjagende dingen, overal in de wereld en ze komen dichterbij …….

Maar de “zware tijden” worden wel op z’n ergst gemerkt op geestelijk gebied. En daarop zinspeelt Paulus voornamelijk. De mensen zijn zo zelfzuchtig in onze dagen. En dan zie je helaas veel ondankbaarheid en gebrek aan waardering.

Paulus leert ons, dat we moeten blijven in hetgeen we geleerd hebben, godzalig levende, ook al zouden we daarvan verdrietige gevolgen ondervinden.“Heeft niet de mens een strijd op de aarde” zo heeft Job het uitgeroepen. (Job 7:1) laten we ons toch niet willen wapenen met menselijke wapenen. Er valt een geestelijke strijd te strijden. En voor die strijd hebben de wapenen van Boven nodig, geestelijke wapenen, krachtig door God tot onderwerping der sterkten. (2 Korinthiërs 10:4)

 Een christen is een strijder in de echte zin van het woord, maar al zijn wapens, die hij gebruikt zijn niet vleselijk, en al zijn vijanden zijn niet van vlees en bloed. Met volharding mag hij de voorgestelde loopbaan lopen en het oog richten op Hem, Die de geloofsweg begon en voleindde: de Heere Jezus. Hij Zelf heeft de strijd tegen de zonde en zonden ten einde toe gestreden, zodat wij de vruchten van Zijn overwinning plukken.

 Maar er blijft toch nog een strijd te strijden tussen vlees en Geest, en door te wandelen door de Geest volbrengen we de begeerlijkheid van het vlees niet. En daarom mag de gelovige zijn vrijmoedigheid niet verliezen. Hij moet juist volhardend uit het geloof leven en in het geloof zijn weg reizen. De gehele wapenrusting aandoen zo lezen we in Efeze 6. Juist die hebben wij zo nodig om de tegenstanders te verslaan. Er is zoveel om ons heen dat bedorven is door boze geesten. Maar we moeten ons omgorden met de waarheid, met de woorden van God. Het evangelie van vrede, van Gods genade mogen we uitbrengen. Het evangelie van Jezus Christus en Die gekruisigd. Een schild van geloofsvertrouwen moet de vurige pijlen van de boze uitblussen. Krachtig in de Heere mogen we zijn in de sterkte Zijner macht. En gevoelen we onze zwakheid, dan weten we, dat we een machtig God hebben, aan Wie wij toekomst en lot onbezorgd kunnen overgeven.

 - 21 - Allen in de wereld zullen Zijn stem horen

“Er komt een uur, dat allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zullen uitgaan. Zij die het goede gedaan hebben tot de opstanding ten leven, en zij die het kwade gedaan hebben tot de opstanding ten oordeel.” Johannes 5, vers 28, 29.

 Er zijn verschillende redenen waarom veel mensen niets over een opstanding willen horen, dat een mens die al duizenden jaren dood is, opeens weer tot leven komt, een lichaam krijgt? Nee dood is dood, “het lichaam is vergaan en voorgoed verdwenen!” Bij anderen spreekt het geweten: er is zoveel verkeerds in mijn leven geweest, daar moet ik maar nooit geen verantwoording over doen. Als er een opstanding is komen alle zondige gedachten, woorden en daden aan het licht.

 De Heere Jezus heeft gezegd, dat er wél een opstanding is. Spoedig komt die dag! Dan zal elk graf leeg zijn! Elke dode zal eens opstaan! Sommigen mogen dan van het eeuwige leven genieten, anderen zullen opstaan om het eeuwige oordeel te ondergaan.

 Jezus Christus is opgestaan en zit nu aan de rechterhand van God.

 De apostel Paulus schrijft aan de Filippenzen zo kostelijk hierover.in hoofdstuk 2: “De Heere God heeft Hem uitermate verhoogd, en een naam gegeven die boven alle naam is, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen en alle tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is.”

De knieën buigen voor Hem. De mens heeft twee mogelijkheden om dit te doen: óf nu, óf later, gedwongen. Vandaag nodigt de Heere Jezus ieder uit zijn knieën voor Hem als Heiland te buigen en Hem zijn zonden te belijden. Wie deze uitnodiging afwijst en zichzelf te goed vindt om zich te buigen, moet voor Hem, als de Rechter, verschijnen. Tot hun grote schrik zullen deze mensen dan vaststellen, dat hun naam niet in het Boek des Leven staat en dat hun deel in de poel van vuur zal zijn. Een vreselijk vooruitzicht geeft de Heere Jezus bij Zijn ernstige waarschuwing.

 Buig vandaag je knieën voor de Heere Jezus! Vertel Hem al je verkeerde gedachten en daden en geloof in Hem en Zijn verlossingswerk op het kruis. Dan zul je ervaren dat de Heere Jezus je persoonlijke Heiland is. Hij zal je zonden vergeven en nieuwe inhoud aan je leven geven. En in de toekomst? Dan krijgen we een plaats aan Zijn zijde. Aan de zijde van Hem die alle macht heeft in hemel en op de aarde. Mattheüs 28 vers18

 - 22 - Eenzaamheid: vreugde of verdriet

 Eenzaamheid is soms een zegen! Als je met de Heere mag bezig zijn in biddende overdenking, in stille overpeinzing, in kostelijke gemeenschap met de Vader en de zoon. In bidden en smeken met een hart vol gebed en dankbaarheid en lofprijzing.

 Maar er is ook een eenzaamheid die een geweldige pijniging is, een klemmend gevoel van verlatenheid, van vergeten zijn, van niemand te hebben met wie je het leed kan delen. Van heel dichtbij maak je het mee; die eenzaamheid als een bange beproeving. Het roepen, het klagen van eenzaamheid; het is een hartenkreet: “Ik ben toch zo eenzaam, kon ik nog maar eventjes met moeder praten, die zou me begrijpen, maar ze is er niet meer.”

Eenzaamheid, we lezen er ook veel van in de Bijbel. Verschrikkelijke eenzaamheid heeft de Heere Jezus in al zijn uitgestrektheid ondervonden. Vooral in de Psalmen horen we Hem roepen; “Ik ben eenzaam en ellendig.” Zijn eenzame ziel werd aangevallen. De Psalmen 22 en 69 vertellen het ons, ze doen ons Zijn klachten horen; “Ik zag uit ter rechterhand, en zie daar was niemand die Mij kende, niemand zorgde voor Mij, Ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden.”

De vijanden van onze Heere Jezus waren velen. Ze waren ook één en verenigd, zodat we ze samen zien als honden, stieren; Psalm 22. Maar Hij die deze vijandschap had te verduren, vond nergens iemand, die met Hem het lijden droeg; die, al was het maar voor een ogenblik tot bemoediging in Zijn omgeving bleef; die trachtte in te dringen in Zijn zielensmart. Hij was en leed alleen.

 Het is wel eens goed, om in te denken wat ook dit lijden voor onze gezegende Heiland is geweest. Zo hevig dat Hij Zijn eigen ziel een eenzame noemt.

 De mens heeft zijn ziel, zijn leven lief. Hij heeft maar één ziel. Wat dan als die ziel verlaten zou zijn als de boze vijand, de onbarmhartige verslinder nadert. Bij de Heere Jezus is dit alles op volmaakte wijze doorvoeld. En daarom mag onze liefde tot de Heiland wel groot wezen. Ook dit eenzaam zijn, daar hangen als een, zelfs door Zijn vrienden verlaten, behoort tot Zijn lijden, dat Hij daar gesmaakt heeft. Voor ons, uit liefde tot onze ziel, om ze te redden van eeuwige verlatenheid.

 Door de Heere Jezus hebben we nu de vaste zekerheid, dat God ons nooit begeeft of verlaat, dat we op Hem kunnen vertrouwen en zullen worden uitgeholpen.

 - 23 - Als de sneeuw is verdwenen

“De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid. Gij hebt de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd.” (Ps.74:16, 17).

 De jaargetijden, het is alles door de Heere ingesteld, zo vast en zo zeker. Wat hebben we weer genoten van de rust van de winter, van de stilte in de natuur. Van donkere nachten, maar waarin de stralende sterrenhemel tot ons sprak. En hoe vroeg zagen we weer het leven, het bloeiende leven uit de grond komen!

Sneeuwklokjes, krokussen, narcissen. Wat geeft de Heere toch veel om in stille bewondering te genieten! Zeker er is veel moeite op deze aarde, moeite en verdriet dicht bij ons, maar het leven en al het schoons wat we zien, hoe verheft het ons niet boven al de moeilijke dingen van al den dag. Al dit nieuwe leven. Het wijst ons naar Hem, Die de bloemen des velds alzo met heerlijkheid bekleedt.

 Het is een Goddelijke volgorde, na de winter de lente! De dagen zijn al zo duidelijk langer geworden. Iedere dag een onmerkbaar stukske. We zien het niet en toch is het zo. Dat beetje iedere dag leert, dat we acht moeten geven op het kleine. Op het kleine dat God ons geeft in Zijn goedheid. Op het kleine ook, dat we zelfdoen, zelf spreken, zelf nalaten.

 Als we op de zon letten, elke dag is ze wat langer bij ons en elke dag geeft ze ons wat meer warmte. Ervaren we ook niet in ons leven? Iedere dag de kleine zegeningen van God in ons leven maken een berg van zegeningen. Maar ook, iedere dag de kleine zonden van al den dag maken een berg van zonden. Op al dat kleine moesten we meer in ons leven gaan letten. De Heere wil zo graag dat we een wijs hart bekomen, in het tellen van onze dagen in het letten op Zijn goedheid en Zijn genade. En zal nu een gelovige in de duisternis van de wereld en van deze tijd niet leven uit het geloof? Het licht is er, de overwinning is er. Omdat God er is.

 De winter. Ze is weer overwonnen door de lente en de duisternis door het licht! De zon gaat op! Er is ook een weg naar het ware en blijvende geluk! Die weg gaat via het kruis van Jezus Christus. Dat is de enige weg. Wie knielt bij het kruis, raakt zijn zonden kwijt. Dan gaat de zon ook blijvend voor u op… Dan bent u op weg naar de hemel. Dan hebt u het ware levensdoel gevonden. Dan mag u wandelen in het licht. Met de Heere Jezus.

 - 24 - De hemelen vertellen God’s eer

“De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk”. (Psalm 19:2) De sterrenwereld maakt ons zo heel klein tegenover het grote onbegrepen heelal. Die onbegrepen schepping heeft een Schepper. En elk mens, waar hij ook is op deze aarde kan aan die schepping zien dat er een Schepper is. God is er. Er is Eén, Die alles doorziet en voor Wie niets raadselachtig is; Die het alles in aanzien heeft geroepen. En zover wij hier beneden van de raadselen van het heelal afstaan, zo ver staat God er erboven!

 Wonderen van de schepping. God Zelf houdt aan Job de wonderen van de schepping voor om hem te leren, dat het dwaasheid is, met de Almachtige te willen twisten: “Waar waart gij toen Ik de aarde grondde? Kunt gij de liefelijkheden van het zeven gesternte binden, of de strengen des Orions losmaken?” Zo komen wij door de aanschouwing van het heelal tot het besef van de plaats, die ons betaamt tegenover het Goddelijke Wezen; tot het inzicht dat, Gods gedachten hoger zijn dan onze gedachten; tot het bewust zijn van onze eigen nietigheid. Maar de sterrenhemel leert ons meer. De Schepper heeft in het geschapene Zijn gedachten uitgedrukt, en wel in een taal, die voor de mens verstaanbaar is: geen spraak en geen woorden zijn er waar hun stem niet wordt gehoord.

Psalm 19 leert het ons zo kostelijk! De hemelen vertellen Gods eer. De sterrenhemel, een wereld van lichten – en wordt God niet genoemd de Vader der lichten? Het is een wereld van grote schoonheid – het kenmerk van alles wat God schiep. Een wereld van orde en van absolute wetmatigheid en van Hem weten we, dat er in Hem geen verandering is of schaduw van omkering. Als u zich in stille aandacht wijdt aan het beschouwen van de nachtelijke sterrenhemel kunt u daarin Gods grootheid en heiligheid ervaren op een wijze, die niet onder woorden te brengen is.

 De wonderen van het heelal vertellen het ons. God spreekt in Zijn Woord tot ons. De prediking van Zijn grootheid en van onze onmacht is voor hen, die Christus hebben leren kennen toch zo’n rijke genade. We zien Gods neerbuigende liefde en we zien naar boven waar Christus is. Die verzoening aanbracht aan een ieder die in Hem gelooft. Hij Zelf haalt ons naar Boven!

 Boven de sterren daar zal het eens lichten

 Daar wordt uw hopend verlangen voldaan

 Daar zal het lijden des harten eens zwichten

 Daar zal de vreugde voor eeuwig bestaan!

 - 25 - Echte ontspanning: Gevouwen handen

 Eerbiedig stil wordt de mens toch altijd in het aangezicht van de dood. Hoe strak die gelaatstrekken ook mogen staan, hoe stijf die mond ook gesloten zij … een dode spreekt Verbeelden we ons niet, dat die oogleden bewegen en dat die mond zich aanstonds weer zal openen? En hoe treft dikwijls de rust die gespreid ligt over dat gelaat? Verdwenen zijn de groeven die het lijden ploegde, ’t is, als zweeft een glimlach op de lippen … een weerschijn van overwinning. Maar meest treffen toch die gevouwen handen. Laten die gevouwen handen toch een zinnebeeldige prediking blijven een prediking van het treden voor God. En hoe zal de mens anders voor God kunnen treden dan met gevouwen handen biddend om genade?

 Gevouwen handen…Bij jongeren, ouderen, bij rijken en armen bij hen die in hun leven met God wandelden, maar ook bij hen die in hun leven nooit de handen vouwden. Er zijn er en hoe kostelijk, die niet anders oprezen dan met gevouwen handen. Maar ook, die ik weer voor me zie, met gebalde vuist.

 Ja, nu worden die handen gevouwen door anderen, ach waren ze maar vrijwillig gevouwen, toen de ziel zich nog schikken kon tot genade.

 Gevouwen handen, zouden ze ook geen spiegel van de ziel zijn? Kostelijk is het gevouwen handen te zien bij het biddende kind. Rond en mollig zijn die kinderknuistjes - zonder spierspanning. Juist als de kinderziel, die zonder diepe strijd leeft in de realiteit van de geestelijke wereld. Maar straks komt het leven met zijn worstelingen en zijn vragen, bij de één zoveel dieper insnijdend als bij de ander. Je ziet gevouwen handen slap, passief als van dat biddende oud-moedertje, dat wachtend de handen laat rusten in haar brede schoot. Je ziet bekende, lange, magere, tegen elkaar gestrekte handen, die de bootschap van de Heiland hebben aanvaard; een ander zal u gorden en brengen waar ge niet wilt.

 Gevouwen handen, ze kunnen een stuk levensgeschiedenis uitbeelden, Zoals de handen ook het levenswerk en de levensgewoonte kunnen verraden.

 Gevouwen handen, toen we kind waren vouwden moeder onze handjes tot gebed. Daar begint het mee: een ander vouwt onze handen. En straks zullen weer anderen onze koude verstijfde vingers samenvoegen. Daar eindigt het mee; een ander vouwt onze handen. Maar de grote beslissende levensvraag is; of wij, tussen dat begin en dat einde, zelf geleerd zullen hebben de handen te vouwen, worstelend met God. Bidden om genade.

 - 26 - Persoonlijke ervaring - de beste leerschool !

 Het oude testament wordt in onze tijd van alle zijden aangevallen. Psalm 23 is wel een bewijs van de kracht van dit deel van Gods Woord. Meer dan drieduizend jaar geleden geschreven, is dit lied nog altijd nieuw. Hoeveel troost heeft deze oudtestamentische lofzang reeds gebracht over de hele wereld! En het is maar een klein stukje van dat wonderschone geheel van de eerste helft van de Bijbel.

 David denkt, als hij Psalm 23 dicht, aan zware tijden… Van alle zijden ziet hij vijanden; zorgen, zonden, dood. We kunnen er zeker van zijn, dat hij hier zijn eigen ervaringen beschrijft. Maar dan ervaart hij ook, dat er een trouw zorgend God is, Wiens Wezen de liefde is. O, dit te weten uit eigen ervaringen is kostelijk!

 Wat een schoon beeld toch; herder - schapen. De Herder kent Zijn schapen, zorgt voor hen, stelt Zijn leven voor hen.

Jakob had op zijn sterfbed al gesproken over de Herder Israéls. Men spreekt wel over de God der wrake, Die men in het oude testament ontmoet. Maar lees eens deze Psalm en u zult worden getroffen door de ondervindingen van overvloedige goedheid, uitredding, zegen, zonneschijn, vreugde.

 Jesaja schildert de Almachtige in Zijn tedere herderzorg. Ezechiël toont Hem als de Herder van het gebrokene, als

Zoeker van het afgedwaalde. Dat was de persoonlijke ervaring van deze Godsmannen. En het nieuwe testament sluit erbij aan. De Heere Jezus zelf noemt Zich de Goede Herder. De apostelen spreken over Hem als de Grote en Overste Herder. Ja, het nieuwe testament gaat verder dan het oude; het spreekt niet maar over de verloren schapen van het huis Israéls, maar over andere schapen, die van deze stal niet zijn. Ook schapen, die gezocht, gehoed, geweid moesten worden. Ook die schapen ondervinden de heerlijke hulp van de Herder. Van het liefhebbend hart van Hem, Die op elk gebied voor hen zorgt.“De Heere is mijn Herder”.

Evenals in alle psalmen het begin de inhoud van het gehele lied kenmerkt, zo is het ook hier. Een Herder is de Heere; zijn Herder is de Heere. En gelovig legt David de hand op dat mijn ! Dat nu willen ook wij doen. We willen maar niet in het algemeen over de Herder spreken, maar door het geloof het mijn tot het onze maken.Mijn Herder is de Heere; voor mijn zielenleven en mijn tijdelijke omstandigheden; voor het heden en tot in lengte van dagen!

 - 27 - Geloven en leven - onlosmakelijk verbonden

“Geloven en leven”. Met dit evangelie gaan we door deze wereld. Aan “twijfel en leven” hebben we geen behoefte, want dat is echt geen blijde boodschap. Met twijfel wordt niets blijvends bereikt. De twijfel is negatief; hij breekt af en is onvruchtbaar. Twijfel is geen bodem om op te staan. We hebben behoefte aan een positieve kracht, die voortstuwt en opheft! Het geloof!!! Het geloof is een stoere werker; mensen met een geloofsovertuiging hebben op hun aambeeld de wereld omgesmeed! Hun vertrouwen op God was de gordel die de kracht schonk, om al wat zij aan energie bezaten, in dienst te stellen van anderen.

 Paulus houdt ons in Hebreeën 11 een lange lijst van geloofshelden voor. We zien daar een triomfboog te hunner ere opgericht – die Mij eren, zal Ik eren, zegt God! – en daarop schitteren hun namen in lichtschrift. Het onmogelijke werd in Gods kracht “door het geloof” volbracht. Koninkrijken werden overwonnen, de muilen der leeuwen werden toegestopt. De kracht van het vuur geblust. Als de lofredenaar op het geloof, de namen heeft genoemd van een Abel, een Henoch, een Noach, een Abraham en een Mozes, dan zegt hij; “Wat zal ik nog meer zeggen?” Ontbreekt hem de stof? Nee, niet de stof, maar de tijd zou hem ontbreken, als hij zou verhalen van een Gideon, een Barak, een Simson, een Jeftha, een David, een Samuël en de profeten! Alleen te geloven wat zintuiglijk waarneembaar is, is een ongerijmdheid. Denk aan elektriciteit. We zien en horen de uitwerking maar de kracht zelf zien we niet. De aarde waarop we leven, wordt op haar baan door het heelal staande gehouden door een onzichtbare kracht. Job heeft het –intens - schoon en diepzinnig gezegd; “Hij hangt de aarde aan een niet! (Job 26:7).Het geloof, dat niet naar “tekenen”vraagt, schenkt volle zekerheid. Welgelukzalig die niet gezien en nochtans geloofd hebben! Dit is een woord van onze Heiland, Jezus Christus.

 God heeft in een geschreven taal tot ons gesproken. De Bijbel, het is Gods Boek voor Zijn schepselen. De Bijbel is het Goddelijk verhaal van de Volmaakte Zoon des Vaders, Die als Mens leed en stierf en Die nu in de troon is.

Welgelukzalig die gelooft!

 Geloven betekent leven, waarlijk leven!

 Wie twijfelt, wandelt in duisternis; wie gelooft, heeft het licht van het leven!

 - 28 - Genade voor genade - God’s geschenk voor allen

 Het woord dat alle ontstemmingen doet verdwijnen, alle misverstanden overbrugt, het woord dat ons de hemel ontsluit en alle teleurstellingen op aarde doet vergeten ---heet genade. Uit de hemel wil het licht van Gods genade tot ons komen met het geloof als een gave van God. Berouwvol moeten we ons leven veroordelen waarin God niet de eerste plaats heeft gehad; waarin Gods Zoon niet de eer werd gebracht, die Hem toekomt. Wat een rijke genade nu de naam van de

Heere Jezus te mogen belijden als onze Verlosser en Middelaar. Alle roem is uitgesloten, onverdiende zaligheen heb ik van mijn God genoten, ‘k roem in vrije gunst alleen.

 Vrije gunst! Dat is de genade, die de schuld vergeeft, en die de zondaar aan Gods hart verheft, hem opneemt in het Vaderhuis. Dat is goddelijk ontfermen. Goddelijk erbarmen. Het is een neerbuigen van de Grote God tot ons nietige schepselen. Begenadigd in de “Geliefde” zo lezen we zo heel mooi in Efeze 1. “Indien ik genade heb gevonden in uw ogen” wil zoveel zeggen als; indien het u behaagt, mij te ontvangen en aan te horen. De Heilige Schrift spreekt van genade voor allen, uitkomend in de aanbieding van het zielenheil aan elk mens; in het bewijzen van goedheid voor een ieder. Maar dezelfde Schrift spreekt ook van genadegaven die de Heere geeft aan wie Hem toebehoren. Het is ook die genade die moed en kracht geeft voor onze wandel van elke dag met Hem en achter Hem aan. In onze zorg voor anderen, en die genade richt ons toch weer op uit struikelingen.

 Er is geen rijker leven, dan en leven uit genade. Genade van God zo rijk en zo vrij! Laat ons op de genade hopen; bij die genade leven; die genade vasthouden; bij die genade blijven; en in die genade roemen; in de overvloed van die genade ons verheugen en in die genade opwassen. Want ze is een gift, een gaven van God aan de nederigen. We hebben ze nodig om voor God te verschijnen; nodig om zalig te worden, nodig om tot God terug te keren; nodig om voor God te leven, nodig om Hem te dienen. Tot die genade nu hebben we de toegang door het geloof, zodat we omgeven door Gods gunst en goedheid, leven als een genadehuis, met het onvergelijkelijk schone, vertroostende en veel zeggende opschrift; “Mijn genade is u genoeg!”

Genade zal mij veilig leiden

 Uw liefde ontsluit mij ’t Vaderhuis

 daar ging mij Jezus plaats bereiden

 daar rust ik van het aards gedruis.

 - 29 - De Bijbel - écht geen geheimtaal

 De eerste editie van de Statenvertaling stamt uit 1637. Het besluit tot deze vertaling werd genomen door de Dordtse Synode (1618-1619). De gemoderniseerde ‘Jongbloed-editie’ is méér dan de moeite waard om te betrekken in je meditaties oer het Woord van God. Click op de Bijbel om deze in eBoek formaat te downloaden (ongeveer 8,25 MB) Je weet: Onbekend maakt onbemind


 READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE

READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE

       

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)