Bijbelstudie V

Verdeling van de Bijbel

De Bijbel is verdeeld in twee delen:

Het Oude Testament (of Oude Verbond) en

Het Nieuwe Testament (of Nieuwe Verbond).

 

Het Oude Testament bevat 39 boeken.

Het Nieuwe Testament bevat 27 boeken: tezamen 66 boeken.

 

Van deze twee delen is het Oude Testament, met uitzondering van enkele plaatsen, die we reeds noemden, in het Hebreeuws geschreven.

Verschillende geïnspireerde schrijvers, die leefden tussen de tijd van Mozes, ongeveer 1500 v. Chr. tot Maleachi, ongeveer 400 j. voor Chr. hebben hun deel er aan toegevoegd.

 

De Joden verdelen het Oude Testament in drie delen, n.l.:

Thora (de wet),

Nebiïm (de profeten),

Kethubim (de Schriften of de Geschriften).

 

De Thora, de wet, bevat de vijf boeken van Mozes en wordt "het boek der wet" of het "wetboek" genoemd, omdat de "Mozaïsche wet" er het middelpunt van uitmaakt.

 

Voor de vijf boeken van Mozes hebben wij in onze Bijbel een naam, die de inhoud uitdrukt. Voor deze boeken worden vijf Griekse namen gebezigd.

Het eerste boek heet: Génesis = oorsprong, wording.

Het tweede boek heet: Exodus = uittocht (van het volk Israël).

Het derde boek heet: Levitikus = heenwijzend op de dienst der Levieten.

Het vierde boek heet: Numeri = heenwijzend naar de tellingen van het volk.

Het vijfde boek heet: Deuteronómium = tweede wet (herhaling der wet).

 

De Joden hebben deze boeken geen naam gegeven naar de inhoud maar duiden elk der vijf boeken aan door het woord waarmede het aanvangt:

1e boek, "Beréschith" (Hebr.) = "In het begin"

2e boek, "Schemôth" (Hebr.) = "Dit zijn de namen

3e boek, "Wajikra" (Hebr.) = "Hij riep"

4e boek, "Bemidbar" (Hebr.) = "In de woestijn"

5e boek, "Elleh Haddebarum" = "Dit zijn de woorden"

Deze boeken brengen ons in de geschiedenis der wereld tot het jaar 1452 v. Chr. terug. Hun oudheid plaatst hen aan het hoofd van al de geschriften der wereld.

Het boek der wet wordt o.m. in Deut. 31 : 24 en 26; in Jozua 1 : 8; 8 : 34; 24 : 26 genoemd. En in 2 Kon. 22 : 8: "Ik heb het wetboek in het huis des Heren gevonden."

 

De Nebiïm: de Profeten, bevatten de volgende boeken: Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuël, 1 en 2 Koningen, die genoemd werden: de eerste profeten, en verder de latere profeten: Jesaja, Jeremia, Ezechiël en de 12 kleine profeten van Hoséa tot Maleachi.

 

De Kethubim: de Schriften of Geschriften bevatten de overige boeken:

De Psalmen (verdeeld in vijf boeken), Spreuken, Job, Hooglied, Ruth, Klaagliederen, Prediker, Esther, Daniël, Ezra, Nehemia, 1 en 2 Kronieken.

Dus met het tweede boek der Kronieken sloot het Hebr. Oude Testament af.

 

Als de Heer Jezus spreekt over Zijn lijden, dan zegt Hij in Matth. 23 : 34 en verder:

"Daarom zie, Ik zend tot u profeten, en wijzen, en schriftgeleerden; en van hen zult gij er doden en kruisigen en in uw synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen; opdat op u kome al het rechtvaardige bloed, dat op de aarde vergoten is, van het bloed des rechtvaardigen Abels tot het bloed van Zacharia, de zoon van Barachia, die gij vermoord hebt tussen de tempel en het altaar. (2 Kron. 24 : 21.) Voorwaar, Ik zeg u: al deze dingen zullen komen over dit geslacht."

Hun onrechtvaardige daden zouden een voortzetting zijn van die van hun vaderen.

Hun straf zou vreselijk zijn, en alle gepleegde misdaden zouden daarin mede gestraft worden.

In de Hebr. tekst is het tweede boek der Kronieken het laatste boek van het Oude Testament.

Dus die beiden, Abel en Zacharia worden samengevoegd, en omsluiten alle martelaren van het Oude Testament.

In de dood van Abel zien we het begin van de vijandschap van de verantwoordelijke mens jegens het Goddelijk getuigenis en in Zacharia het einde van de vermelde gevallen in het Oude Testament.

 

De Heer haalt deze drie delen van het Hebr. Oude Testament aan in Luk. 24 : 44 in de volgende woorden:

"Hetgeen van Mij geschreven staat in de wet van Mozes (Thora) en de Profeten (Nebiïm) en de psalmen (Kethubim)." En in Matth. 7 : 12 gebruikt de Heer voor het gehele Oude Testament de uitdrukking: "de wet en de profeten." Zo ook in Luk. 1 : 16: "De wet en de profeten" zijn geweest tot op Johannes. Christus erkende deze drie delen van het Oude Testament, zoals wij ze nu ook erkennen, als Gods Woord. Hij roept de oversten van het volk toe: "Onderzoekt de Schriften." (Joh. 5 : 39.)

Hij verwijt de Sadduceeën "dat zij de Schriften niet kenden." (Matth. 22 : 29.)

 

In de Handelingen en de brieven vinden we ook verwijzingen naar het Oude Testament.

In Hand. 17 : 11 waar die van Berea dagelijks "de Schriften" onderzochten.

"Omdat gij van kindsbeen "de heilige Schriften" kent," en "alle Schrift" is van God ingegeven. (2 Tim. 3 : 15, 16.)

Apollos was machtig in de "Schriften" (Hand. 18 : 24) Hetwelk Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten "in heilige Schriften." (Rom. 1 : 2.)

 

Het Hebr. Oude Testament bevat minder boeken, omdat sommige boeken werden samengevoegd, zoals 1-2 Samuël, l-2 Koningen, 1-2 Kronieken, en de 12 kleine profeten, die het "twaalf-profetenboek" wordt genoemd.

 

Wij verdelen het Oude Testament in 39 boeken: 5 boeken van Mozes, 12 historische, 5 dichterlijke en 17 profetische.

Maar er zijn historische en dichterlijke boeken die evengoed profetisch zijn.

 

De verdeling in hoofdstukken en verzen

De Heilige Schriften hadden oorspronkelijk niet één zinsnijdings teken; alle letters stonden even dicht op elkander, alsof elke regel slechts één woord was. Dit was moeilijk bij het lezen.

Men begon behoefte te gevoelen aan een beter overzicht van de bijbelboeken. Door afscheidingstekens begon men de delen eerst in afdelingen te verdelen en de indeling in hoofdstukken vond plaats in de 13de eeuw, door kardinaal Hugo (gest. 1262) die deze verdeling in hoofdstukken in de Vulgata aanbracht.

 

De indeling in verzen is vermoedelijk van Joodse oorsprong wat het Oude Testament betreft.

Naar het voorbeeld der Joden paste Hieronymus (340-420), die toe op de Vulgata in de vierde eeuw, ook wat het Oude Testament aangaat.

Het Nieuwe Testament werd door Rob. Etienne (Stéphanus), gest. 1551, een Parijse boekdrukker en geleerde, in verzen ingedeeld in 1545 in zijn uitgave van het Nieuwe Testament in het Grieks. In deze uitgave kwam de verdeling in verzen voor het eerst voor.

 

Dus de verdeling in hoofdstukken en verzen van de gehele Bijbel is niet geïnspireerd.

Met grote waardering en dank maken wij gebruik van de arbeid van deze geleerden, maar we willen toch ook opmerken, dat de verdeling hier en daar anders behoorde te zijn.

Daarom is het goed in zulke gevallen het vorige en volgende hoofdstuk te lezen, of bij de verzen de voorgaande en volgende verzen ook te lezen.