HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                    
                                          

Gelijkenissen van Jezus - deel 27 - 'Lazarus en de rijke man'

De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Een inleiding op deze serie van 29 leerzame lessen

1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21
22 23 24 25 26 27 28
29 A B S
   ( S = INLEIDING OP DEZE SERIE   A = SPECIAL 1     B = SPECIAL 2 )

Lees de Bijbel

Het spreken in gelijkenissen (parabels) was voor Jezus een volkomen natuurlijke manier van spreken, en was kenmerkend van zijn stijl van leren. Aan het begin van het Evangelie naar Markus – nadat Jezus maar net begonnen was met zijn bediening – staat dat Jezus “alleen in gelijkenissen tegen hen sprak”. Het moet ons dus duidelijk zijn dat, wanneer we het denken van Jezus zelf willen begrijpen, we geen beter studieobject kunnen vinden dan zijn gelijkenissen. Wij mogen deze gelijkenissen grondig bestuderen met een open verstand en hart – open om te leren en open om vreugde toe te laten.
Bijbel

Hij hield hun een andere gelijkenis voor:

'Lazarus en de rijke man'gelijkenis van 'Het huis op de rots'

Verhaal   Lucas 16 vers 19-31

"De gelijkenis van de rijke man en Lazarus is een verhaal verteld doorJezus. De gelijkenis wordt in de Bijbel alleen genoemd in het Evangelie naar Lucas. In de Bijbel staat niet expliciet datdit verhaal een gelijkenis (parabel) is, maar hoewel sommige gelovigenhet verhaal daarom als waar gebeurd beschouwen, is de gangbare opiniedat het hier om een gelijkenis van Jezus gaat.
 
Het verhaal van de rijke man en Lazarus werd in de Middeleeuwen veelverteld en Lazarus werd in die tijd geëerd als patroonheilige vande melaatsen.

Het thema van de gelijkenis komt in meer van Jezus' gelijkenissen voor:liefdadigheid betekent zorgen voor hen die onderaan de maatschappelijkeladder staan. Met name in het Evangelie naar Lucas zijn veelverwijzingen naar dit thema te vinden.

Onder theologen en gelovigen bestaat onenigheid over de betekenis vanhet laatste deel van de gelijkenis, dat gaat over het leven na de dood.Sommigen zien de gelijkenis als een aankondiging van het bestaan vaneen hemel en een hel waar de ziel van overleden direct na hetoverlijden terechtkomen. In het Bijbelboek Openbaringen wordtgeschreven dat het Laatste Oordeel pas zal plaatsvinden na afloop vanhet duizendjarig rijk en dat de zielen tot die tijd rust hebben. Weeranderen zien de beschrijving van de hemel en de hel in deze gelijkenisvooral symbolisch. Zij wijzen erop dat de gelijkenis naar hun meningvooral over moraliteit tijdens het leven gaat en niet over het leven nade dood.

Naast een individuele betekenis, heeft het verhaal mogelijk ook eenmaatschappelijk-politieke betekenis. Volgens sommigen staat de rijkeman voor de joodse geestelijke leiders. Purperen gewaden werden inJezus' tijd gedragen door koningen, fijn linnen door priesters. Met dehonden die de zweren likken zouden de heidense buurvolkeren bedoeldworden (honden worden door joden als onrein beschouwd).


Lucas 16: 19 - 31

"Er was eens een rijke man. Hij ging gekleed in purper en in zuiverlinnen. Elke dag gaf hij een schitterend feest. En er was een armebedelaar, overdekt met zweren. Hij heette Lazarus. Hij lag altijd voorde deur van de rijke. Hij hoopte zijn honger te stillen met wat er vande tafel viel. De honden likten zelfs zijn zweren. Op een dag stierf dearme man, en de engelen namen hem mee en legden hem in de schoot vanAbraham. Ook de rijke stierf en hij werd begraven. En toen hij onderkwellende pijnen in het dodenrijk zijn ogen opsloeg, zag hij, ver weg,Abraham met Lazarus in zijn schoot.

Vader Abraham, riep hij, heb medelijden met me en stuur Lazarus; laathem de top van zijn vinger in het water steken en mijn tongbevochtigen, want ik lijd veel pijn in deze vlammen. Maar Abraham zei:Zoon, bedenk dat u in uw leven de goede dingen hebt gehad, en Lazarusde slechte. Nu wordt hij hier getroost en lijdt u pijn. Bovendien:tussen u en ons gaapt een diepe afgrond. Zo is het onmogelijk, al zoumen het willen, om van hieruit naar u te gaan, en ook kan men bij uvandaan niet hier komen. Maar de rijke zei: Dan smeek ik u, vader,stuur Lazarus naar mijn ouderlijk huis, want ik heb vijf broers. Dan kan hij ze waarschuwen, dat niet ook zij hier terechtkomen, in dezeplaats van pijn.

Maar Abraham antwoordde: Ze hebben de geschriften vanMozes en de profeten, laten ze naar hen luisteren. Maar de man zei: Datdoen ze niet, vader Abraham. Maar als iemand van de doden naar hentoegaat, dan zullen ze een nieuw leven beginnen. Maar Abraham zei: Alsze niet luisteren naar Mozes en de profeten, zullen ze zich ook nietlaten gezeggen door iemand die uit de dood opstaat."

Een vertelling

Er was een rijke man, die woonde in een groot huis. Het leekhaast wel een paleis. Hij droeg de duurste kleren en hij liet iederedag een feestmaal klaarmaken. Daar kon hij echt van genieten.
De rijke man had een probleem, want voor zijn huis zat altijd een armeman. Die man heette Lazarus. En die Lazarus verpestte wel een beetjezijn uitzicht. Lazarus had vieze kleren, zijn lichaam zat vol zweren enhij had honger en dorst. Hij liep altijd te bedelen en at zelfs dekruimels op die de honden nog lieten vallen. Wat een vieze man was dattoch!
Toch bleef Lazarus daar zitten, want hij hoopte elke dag weer dat derestjes van het eten naar buiten werden gegooid. De rijke man zelf gafhem nooit wat, die liep hem altijd voorbij en deed net alsof hijLazarus niet zag.

Lazarus ging dood en hij ging naar de hemel toe. Daar was Lazarusgelukkig, zijn lijden was voorbij. Hij mocht nu voor altijd wonen inGods prachtige huis van blijdschap en liefde.
De rijke man ging ook dood, maar hij ging helemaal niet naar dat fijnehuis. Hij ging naar een plek ver daar vandaan. Daar was het donker.Maar op een keer keek hij op naar de hemel en zag hij daar Lazarus bijAbraham zitten.

De rijke man smeekte nu om Lazarus. En hij vroeg of Lazarus hem eenslokje water zou kunnen brengen. Hij smeekte hem om hem te helpen.
Abraham antwoordde de man dat Lazarus niet kon komen. Tussen de beideplaatsen was een hele grote afstand, daar kon niemand over heen komen.Verder zei Abraham ook: "Op aarde heb jij het altijd heel goed gehad.Je dacht altijd alleen maar aan jezelf. Voor jou is geen plaats in eenhuis van liefde. Lazarus heeft op aarde heel veel geleden. Hij wordthier getroost".
 
Uitleg van het verhaal 

Deze gelijkenis van Jezus is niet helemaal bestemd voor deFarizeeërs, zoals de meeste van zijn gelijkenissen, maar ook voorde Sadduceeërs. De Sadduceeërs geloofden niet in deopstanding en waren van mening dat men het er in het leven maar goedvan moest nemen.
De Sadduceeërs waren vaak de rijksten onder het volk. Ze vervuldenfuncties als hogepriester, tempelhoofdman of bevonden zich onder depriesteradel.

De gelijkenis toont ons een ongelijkheid. Een arm iemand en een rijkiemand. Er werd in die tijd dan ook algemeen aangenomen dat als iemandarm, ziek of ongelukkig was, dit zijn eigen, of de schuld van de ouderswas. De Farizeeërs vertelden dit ook en dat God het zo wilde. Maardeze gelijkenis laat ons zien dat God dat helemaal niet wilde, want hijtrekt dit in de hemel weer recht.

Jezus leert ons ook dat wat de Farizeeën zeggen niet klopt, wantniet alles wat op aarde gebeurd omdat God het wil, maar omdat mensenhet willen. Jezus leert ons te bidden: “… U wilgeschiedde, zo ook in de hemel als op de aarde …”.
Jezus schetst ons een rijke man, die eigenlijk misbruik maakt van zijn rijkdom, door het voor zich zelf te houden.

De rijke man kleedde zich in purper, wat een fabelachtig dure stof wasen woonde in een soort van klein paleisje. Het huis waar hij in woondehad een apart poorthuisje, een voorpoort en een voorportaal.
Jezus wil de man niet veroordelen om zijn mooie huis, maar het gaat omhet gebruik ervan. Dit blijkt ook uit het feit als ze in hethiernamaals zijn, want Abraham die ook rijk was, is op dezelfde plekals Lazarus. Het gaat erom wat je ermee doet.

In de gelijkenis vertelt Jezus ons ook dat de rijke een goddeloosiemand is. Hij vertelt dit in 1 woord. Jezus zegt namelijk “alledagen”. De rijke man vierde alle dagen feest en dat is tegen hetgebod in, dat God uitsprak tegen Mozes: “Zes dagen zult gijarbeiden en al uw werk doen, maar op den zevende dag zult gijrusten…”
Deze man werkte niet een dag per week en hij vierde elke dag feest.Jezus wist nogal eens de irritatie op te wekken van de Joden als hetging om de sabbat en hij wil in deze gelijkenis dan ook het eerstegedeelte van het gebod nogmaals benadrukken dat men ook zes dagen zalwerken!

Lazarus is een arme man die voor het huis ligt van de rijke man. Maaromdat hij niet in de poort van de rijke man lag, maar letterlijk in degoot op straat, mocht de rijke man hem niet wegsturen, want dat wasniet zijn bezit.
De naam Lazarus betekent: God is mijn hulp. Jezus koos deze naambewust. Hoe zouden de mensen reageren? De man is smerig, zit onder dezweren, is uitgestoten, afgedankt, maar hij heet wel God is mijn hulp.

Lazarus zit onder de zweren. Het zijn geen zweren van melaatsheid, wantmensen die melaats zijn, mogen helemaal niet in de stad zijn. Hierwordt waarschijnlijk gedoeld op de zweren zoals die van de Egyptenarentijdens de 10 plagen. Deze zweren werden gelikt door de honden diehonger hadden. Lazarus moet dan ook eenzelfde vertrouwen in God hebbengehad als Job.
De rijke gaf nooit eten aan Lazarus, of als hij al eten gaf, maar eenklein beetje. Nooit genoeg, zodat Lazarus geen honger meer had. Lazarusleed een verschrikkelijke honger.

Dan gaan beide mannen dood. Voor Lazarus is er geen begrafenis. Voor derijke man wel. Een prachtige, grootste begrafenis. Hij zou namelijk eenongelukkig mens en een groot zondaar zijn geweest wanneer hij geenbegrafenis had gehad.
Na de dood valt alles van ze af, iedere vermomming, de mooie kleding.Nu kunnen er geen rollen meer worden gespeeld. Gods gerechtigheidbegint nu.

Tijdens het aardse leven werden Lazarus en de rijke man alleengescheiden door een poort, maar door het gedrag van de rijke man, diehem als onmenselijk beschouwde, was dit al een kloof geworden. Wanneerbeiden dan in het dodenrijk zijn, is deze kloof onoverbrugbaargeworden. Deze kloof is ook voor eeuwig. Het is duidelijk dat de rijkeman Lazarus kan zien, maar of het omgekeerde ook zo is, weten wij niet,omdat Abraham het antwoord geeft.

De rijke man heeft in zijn leven niets anders gekend dan leven in hoop.Hij kent geen wanhoop, zoals Lazarus het leven wel heeft gewanhoopt.Zelfs in de plek waar hij nu is heeft hij nog hoop. Hij heeft nog hoopop verlossing uit dit lijden, hij komt namelijk ook niet in opstandtegen het feit dat hij daar zit en Lazarus ergens anders, want hijhoopt. Daarmee denkt hij dat het nog wel beter wordt.
Er wordt gevraagd om een beetje water. Daarmee geeft Jezus eenvoorstelling van de plaats waar de rijke man is, dat het daar niet invuur staat, maar wel dat het er warm is en droog, als een woestijn.

De situatie is nu helemaal omgekeerd. De rijke vraagt nu en krijgtniet, zoals Lazarus eerder niet kreeg. Het is eigenlijk heel raar dathij wat aan Lazarus vraagt, want de rijke vond Lazarus maar een viesiemand. Maar hij beschouwd Lazarus ook een beetje als zijn slaaf enverwacht nu dat Lazarus gedienstig doet wij zegt.
De man wendt zich nu ook tot Abraham. Maar Abraham wijst zijn verzoekaf. Dit ontnam waarschijnlijk bij de rijke alle hoop. Dit ook vanwegede volgende reden: Abraham was voor de Joden, de redder en debemiddelaar. Hij zou je bij God kunnen redden uit je pijnlijke plek,maar nu gaf Abraham dus aan dat niet te doen.

Dan vraagt de rijke man aan Abraham om zijn broers te waarschuwen. Hijheeft nog vijf broers, allen zijn het Sadduceeërs. Door het vragenof Lazarus ze wil waarschuwen geeft de man meerdere dingen aan. Hijziet voor zichzelf de hoop al verloren, maar eigenlijk vindt hij ookdat hij er geen schuld aan heeft dat hij daar zit, want God had hemmeer moeten waarschuwen. Hij had een teken moeten geven. Maar danverwijst Abraham de rijke naar de geschriften. Zijn broers hebben dietoch, daar staat in wat ze moeten doen en hoe ze moeten leven. Dit isook een vingerwijzing naar de Farizeeën.

Deze gelijkenis laat ons de volgende dingen zien:

- Na de dood is het niet over.
- De plaats waar je heen gaat na de dood daar geldt een andere maatstaf dan hier op de aarde.
- Er kan daar een grote scheiding zijn tussen mensen.
- God kijkt anders naar arm en rijk, dan dat wij dat doen.

NASCHRIFT OVER DOOD - HEMEL - HEL
 
Wat bedoelt de Bijbel met sterven en dood? Wat is het dodenrijk? En: wat staat er over de hel?
Wat gebeurt er, als een mens sterft? Wat wordt er in de Bijbel bedoeld met sterven, dood en dodenrijk?

Eerst dit!

Voordat wij dat gaan nalopen, is het nodig, dat wij weten wat deSchriften bedoelen, als zij het hebben over ‘lichaam’,‘geest’ en ‘ziel’. Dat heeft namelijk alles temaken met de zaken waar wij meer over willen weten.

God schiep de mens uit de aardbodem en blies hem Zijn geest in. Hetgevolg daarvan was, dat de mens een ‘levende ziel’ werd(Genesis 2:7). Hij haalde adem, leefde en was zich bewust van deschepping om hem heen.

Door het inblazen van de geest in het lichaam ontstond de ziel. De zielis dus niet iets onafhankelijks, maar het gevolg van de verbinding vanlichaam en geest. Schematisch ziet het er zo uit: lichaam + geest -> ziel

Ik geef een voorbeeld. Denk aan een lamp, waar elektriciteit doorheen stroomt. Het gevolg ervan is licht.

Stelt u zich het menselijk lichaam voor als een lamp en de geest alsstroom. Zo gauw als de stroom is ingeschakeld, geeft de lamp licht.Dus: op het moment dat een mens adem haalt, is hij zich bewust van zijnomgeving, is hij een ‘levende ziel’.

Wat is sterven?

Heb ik daar iets aan, als ik antwoord wil hebben op de vraag: Wat issterven? In het Nederlands zijn er vele manieren om sterven teomschrijven. Ik kies er twee: de geest geven en de laatste ademuitblazen.

Als u het schema erbij houdt, wordt het duidelijk. Een mens dieoverlijdt, blaast de laatste adem uit. Omdat het lichaam niet langerademt, is de ziel ook ‘weg’. De overleden mens denkt nietmeer, wil niets meer en doet niets meer. Hij of zij is zich van nietsmeer bewust (Prediker 9:.5,10).

Waar is die ‘laatste adem’ gebleven? Die keert terug totGod, Die hem ook gegeven heeft. Het lichaam wordt begraven en keert zoterug tot de aarde en de ziel is er niet meer.

Zo spreken de Schriften over sterven. Dat weten en geloven houdt ons weg van een heleboel onbijbels denken.

Eens ‘verder’ kijken!
Na deze omweg kijken wij eerst naar wat het Oude Testament, datgeschreven is in het Hebreeuws, hierover zegt. Daarvoor zullen wijverder kijken dan de vertaling, dus: naar wat er staat in hetHebreeuws. Daarna doen wij het Nieuwe Testament open, want wij willenook weten wat er in het Grieks staat.

Wat is dood?

Als wij willen weten wat dood is, is de Schrift voor een gelovige deenige leidraad. Dood is een terugkeer. Niet alleen van het lichaam,maar ook van de geest. Het lichaam keert terug tot de aardbodem (zieGenesis 3:19) en de geest keert terug tot God die hem gaf (Prediker12:7). Zonder de vereniging van geest en lichaam is de‘ziel’ er niet. Er is geen bewustheid meer. Dus: de ziel isniet iets onsterfelijks (wat mensen zeggen), laat staan dat zij ietsgoddelijks in de mens zou zijn. Dat is wat mensen tegen je zoudenkunnen zeggen, als je hierover met hen in gesprek komt. De ziel is erniet, als er geen lichaam is, dat adem haalt. Dat zijn woorden die u enmij met beide benen op Gods Woord neerzet!

Wat is het dodenrijk?

Als het om sterven en dood gaat, komen wij in het Oude Testament hetwoord ‘sheol’ tegen en in het Nieuwe Testament‘hades’. Die woorden worden vertaald met‘dodenrijk’. De vraag waarop wij nu antwoord willen hebben,is: Is het Griekse woord ‘hades’ dan de vertaling van hetHebreeuwse woord ‘sheol’? Betekenen die woorden hetzelfde?

Eigenlijk verklaart het Woord van God zichzelf. In Handelingen 2:27zegt Petrus over de Heer Jezus: ‘omdat Gij mijn ziel niet aan hetdodenrijk zult overlaten, noch uw heilige ontbinding doen zien’.

Petrus haalt daar Psalm 16:10 aan. Daarin staat inderdaad‘sheol’. Het Grieks (d.w.z.: de Griekse vertaling van hetOude Testament, de Septuaginta) heeft daar ‘hades’ staan.

Als in het oude Israël gevraagd werd: wat gebeurt er met de ziel,als een mens sterft?, dan was het antwoord een ophalen van deschouders. Het betekende voor iemand in die tijd zoveel als: dat isonzeker, twijfelachtig, vragend – ‘sheol’, m.a.w.: iser niet meer, is weg, opgehouden te bestaan.

In de Septuaginta, vertaalde men ‘sheol’ met ‘hades’. Dat betekent: onwaarneembaar.

Nu moet het niet zo zijn, dat wij ‘sheol’ gaan vullen metde betekenis, die ‘hades’ volgens Griekse voorstellingenheeft. Daar is het de onderwereld, de plaats waar de zielen vanoverledenen zich zouden bevinden. Het uitgangspunt is en blijft hetHebreeuwse woord. Dat is bepalend hoe wij het Griekse woord moetenbegrijpen!

Ik geef u enkele schriftverzen waar de ziel met ‘sheol’ inverband wordt gebracht. Psalm 30:4 – daar staat‘mij’, letterlijk: ‘mijn ziel’; Psalm 49:16– er staat ‘mijn leven, terwijl er letterlijk ‘mijnziel’ staat. Zie ook Psalm 86:13 en 89:49.

Wij kijken naar het Nieuwe Testament. Wat leert de Here Jezus? InJohannes 11:11 zegt Hij over Lazarus, dat hij gestorven is. Hij wekthem op uit de dood.

Wat valt u op, als u die gebeurtenis leest? Inderdaad, er wordt nietsgezegd over wat Lazarus in de dood heeft meegemaakt. Niemand vraagternaar. U weet waarschijnlijk het antwoord. Elke Jood wist, dat er inde dood geen bewust ‘zijn’ is. De Heer vergelijkt de doodhier met slapen.

Dat betekent, dat het oudtestamentische ‘sheol’ en hetnieuwtestamentische ‘hades’ hetzelfde aanduiden. Als degeest terugkeert naar God en het lichaam in het graf wordt neergelegd,is de ziel ‘hades’, niet langer waarneembaar. DeN.B.G.-vertaling vertaalt dat met ‘dodenrijk’.

U weet hoe de Schriften spreken over dood en doodgaan. Maar misschienspeelt door uw hoofd de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus.Daar wordt, zegt u misschien, toch over de ‘hel’gesproken?!?

En de hel dan?!

Eeuwenlang is die gelijkenis opgevat als een beeld van de realiteit vanhemel en hel. Maar het is een onderdeel gelijkenis, éénvan de vijf in het evangelie van Lucas, nl.: Het verloren schaap, Deverloren penning, De verloren zoon, De onrechtvaardige rentmeester enDe rijke man en de arme Lazarus. De laatste is dus deel van een5-delige gelijkenis.

Nu hebben wij er een heleboel aan, dat we het Griekse‘hades’ even bekeken hebben. Wij weten, dat het woord inbetekenis hetzelfde is als ‘sheol’. Als iemand sterft, gaatde ziel naar het ‘dodenrijk’. Wat is die ‘hel’dan?

In de grondtekst komen wij het Hebreeuwse woord ‘gehenna’tegen. Een Bijbel met kanttekeningen zegt, dat het ‘destrafplaats van de goddelozen na het eindoordeel’ is. En:‘Op andere plaatsen is de hel het rijk van de dood en van dedoodsmacht’. Is wat daar staat vol te houden, als wij deSchriften erbij halen?

‘Gehenna’ is het ‘dal van Hinnom’, dat tenzuiden van Jeruzalem ligt. Het stadsvuil werd er neergeworpen, ontbonder, en: er brandde vuur. Om van die vuilstort nu de hel te maken, gaatwel erg ver. Het was een plaats van gruwelijke heidense gebruiken,waarbij kinderoffers gebracht werden. Men liet hen ‘door het vuurgaan’. Koning Josia heeft aan die gruwelen een eind gemaakt en ereen stortplaats van gemaakt (2 Koningen 23:10).

De vertaling ‘hellevuur’ in Matteus 5:22 is een vertalingdie een lezer op het verkeerde, onschriftuurlijke been zet. Het is niethet vuur van de hel, maar van het vuur dat op die plaats, het gehenna,brandde. Dus: ‘hel’ is de vertaling van het woord‘gehenna’.

Bij ‘hel’ wordt gedacht aan een plaats van eeuwigepijniging. Wij hebben gezien, dat het woord verwijst naar‘gehenna’. Dan is de betekenis duidelijk.

Op andere plaatsen draagt het de betekenis ‘onwaarneembaar’– en dan gaat het om de ziel, nadat de geest het lichaam verlatenheeft. Dan vertaalt men niet ‘hel’, maar:‘dodenrijk’. Er staat immers ‘hades’. De dodenzijn zich van niets bewust. Zij wachten er op God, Die de levenden ende doden richten zal, d.w.z.: richten op Zijn handelen in liefde. Er isook geen vagevuur, waar gelovigen van zonden e.d. gereinigd worden,alvorens naar de hemel te gaan. Trouwens, doden zijn zich van nietsbewust! Zij zijn dus niet in de hemel.

‘Ho, ho’, denkt u. Wij hadden het over ‘hel’e.d. U pakt een concordantie. Daar staan bij het woord‘hel’ toch zes plaatsen waar het woord voorkomt. Ja, devertaling ‘hel’ staat zes keer in de N.B.G.-vertaling, nl.:in Matteus 5:59, 30; 10:28; 23:15; 23:33 en Jakobus 3:6. Op al dieplaatsen staat in het Grieks ‘gehenna’ en hoe dat woorduitgelegd moet worden, hebben wij gezien. Er had ‘gehenna’moeten staan! Dan waren gelovigen weggebleven van angst, die nietgewekt had hoeven worden. Het zou beter zijn geweest, als men diegelovigen diep ontzag en respect voor hun God en Vader had bijgebracht!In 2 Korintiërs 1:3 zegt Paulus: ‘Gezegend zij de God enVader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en deGod aller vertroosting, …’

‘Gezegend’ staat er: dat betekent ‘goed sprekenover’. God is Degene, Die in een machtig plan uiteindelijk totZijn doel komt met al Zijn schepselen. Hij verwijst niet het overgrotedeel van de mensheid naar een door mensen bedachte hel – als eensoort straf voor niet of onvoldoende geloven. Maar: God is, en dat zegtdiezelfde Paulus, de Redder van alle mesen (1 Timoteus 2:1-7 en4:9-12). En Zijn beweegreden: liefde. Die liefde van God bereikt alZijn schepselen. Dat houdt geen inleg van mensen tegen

WELKE WEG NEEMT U NAAR DE EEUWIGHEID? 
     

'Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort en breed is de weg, dietot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; wantde poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, enweinigen zijn er, die hem vinden.'

Mattheüs 7:13,14      
De gelijkenis van derijke man en de arme Lazarus bepaalt ons bij degenen die van de wereldzijn en bij degenen die niet van deze wereld, maar van Christus zijn.Ook bepaalt deze gelijkenis ons bij de eindeloze eeuwigheid dieaanstaande is. De eeuwigheid is zonder tijd, want de tijd is kort, maarde eeuwigheid is eindeloos. O, wat zal de eeuwigheid ons brengen?

GodsWoord is er niet onduidelijk over. De eeuwigheid bestaat óf uiteen eeuwig wee, óf uit een eeuwig wel, uit de eeuwigeduisternis, waar wening zal zijn en knersing der tanden, óf uitde eeuwige heerlijkheid waar God is Alles en in allen. De eeuwigheidwordt doorgebracht door twee soorten van mensen, namelijk de verdoemdenen de uitverkorenen, maar deze twee groepen van mensen zijn in deeeuwigheid voor eeuwig van elkaar gescheiden. Ook in deze wereld leventwee soorten van mensen, namelijk rijke mensen en arme Lazarussen, diewel dikwijls gescheiden optrekken, maar toch nog bij elkaar in dezewereld zijn, hoewel het Lazarusvolk door vrije soevereine genade niet van de wereld is.

De Heere Jezus tekent in deze gelijkenis hetonderscheid tussen deze twee mensen, tussen het leven van de rijke manen het leven van de arme Lazarus in deze wereld, en tenslotte tekentHij het onderscheid van hun eeuwige bestemming. Het gaat in dezegelijkenis over twee mensen in het licht van de eeuwigheid. De ene mensreist naar de eeuwigheid over de brede weg des verderfs en de anderreist naar de eeuwigheid over de smalle weg des levens. Beide wegeneindigen in de eeuwigheid, maar wel in totaal verschillende plaatsen.De brede weg eindigt in de hel en de smalle weg eindigt in de hemel.

Zolang het 'heden der genade' van kracht is, kunnen mensen op de bredeweg nog door een rechte weg (door de enge poort) op de smalle weggebracht worden, maar andersom is dat onmogelijk, want er is geen afvalder heiligen. Ik geloof echter dat Christus in deze gelijkenis hetonderscheid aan de dag legt tussen de verworpenen en de ware gelovigenin dit leven. De rijke man is immers nooit een arme Lazarus geworden enandersom evenmin, hoewel de arme Lazarus wel bevindelijke kennis hadaan de rijke man, maar de rijke man wist niets van het armeLazarus-leven.

Ezau is nooit Jakob geworden, hoewel Jakob zich weld.m.v. bedrog voor Ezau heeft uitgegeven. God maakt dus onderscheidwaar het niet is, want Hij zegt: "Jakob heb Ik liefgehad en Ezau heb Ikgehaat", Rom. 9:13. Toch geloof ik dat we deze gelijkenis ook in hetkader van de oproep in Markus 1:15 mogen verstaan: "De tijd is vervuld,en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft, hetEvangelie." Met de hulp des Heeren wensen wij onze lezers te bepalenbij de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus, zoals dieopgetekend staat in Lukas 16:19-31, aan de hand van een tweetalgedachten: 1. De armoede van de rijke man 2. De rijkdom van de armeLazarus
"En daar was een zeker rijk mens en was gekleed met purper en zeer fijnlijnwaad, levende alle dagen vrolijk en prachtig", Luk. 16:19.Christus tekent hier destaat van een onverzoend en onbekeerd godsdienstig mens, zoals wij vannature allemaal zijn, namelijk dood in de zonden en de misdaden, rijken verrijkt hebbende geen dings gebrek. Van nature zijn we in onszelfzo rijk en we missen God en Christus in het geheel niet, ook niet alswe godsdienstig opgevoed zijn. Dat met de rijke man die hier door Christus getekend wordt een godsdienstig mens wordt bedoeld, blijkt duidelijk als hij in de hel ligt te branden en tot Abraham roept omontferming.

Uit het antwoord van Abraham blijkt ook duidelijk dat hetzelfs om een verbondskind gaat. Als de Heere het geeft zullen we datstraks nader uitwerken. Christus tekent dus hier een zeker mens diezich baadt in de weelde van uitwendige rijkdom. Hoewel het hier metname gaat om een multimiljonair, moeten we de geestelijke zin van dezegelijkenis meer figuurlijk dan letterlijk verstaan, want van naturezijn we allemaal rijk en verijkt, zonder God en Christus in deze wereld.

Deze gelijkenis slaat dus niet alleen op mensen die in deweelde leven, ook niet alleen op mensen die letterlijk door de hondengelekt worden, zoals Lazarus, maar veel meer op uitwendige en inwendigeverbondskinderen in het algemeen. We zijn óf een rijkgodsdienstig mens zoals hier getekend wordt, óf we zijngeestelijke familie van de arme Lazarus. Andere mogelijkheden bestaaner niet, want ook de heidenen vallen onder de categorie van hetadamsgeslacht van de rijke man.

"En daar was een zeker rijk mens",

Eén van de velen. Er zijn altijd veel meer rijke mensen als dat er arme Lazarussen zijn. Hopelijk voelt zich nu aangesproken,gij die nog in uw oude adams bestaan voortleeft, en als u zich aangesproken voelt, slaat dan ook eens acht op de kloof die er istussen God en uw arme onsterfelijke ziel.

Die rijke man sloeg er echtergeen acht op, want hij leefde alle dagen vrolijk en prachtig. Er staateigelijk dat hij overdadiglijk leefde, net als de verloren zoon in datver gelegen land. Hij gaf zijn geld niet aan de armen, niet aan demelaatse Lazarus die voor zijn poort lag te creperen, nee, hij besteedde alles alleen voor zichzelf.

Geldgierigheid is een wortel vanalle kwaad (1 Tim. 6:10). Dat de rijke man overdadiglijk leefde, kwam ook in zijn kleding tot uiting, want er staat dat hij gekleed was metpurper en zeer fijn lijnwaad. Purper was een zeer dure kledingstof indie dagen die alleen door koningen en vorsten gedragen werd. Het spotkleed van de Koning der koningen was echter ook van purper gemaakt, maar dat spotkleed dat de Heere Jezus gewillig droeg, hebben wij Hem aangedaan, volk des Heeren!

Christus heeft de rijkdom -die Hij bij de Vader had- Zich ontzegt, zodat ook rijken bekleed kunnen worden met demantel der gerechtigheid van Christus, als zij hun rijkdom omwille vanChristus schade en drek leren achten en Jezus volgen op de weg. Purperwas dus een kostbare stof. De tien gordijnen en het voorhangsel van detabernakel bestonden ook voor een groot gedeelte uit purper.

Zelfs deborstlap van de hogepriester was van goud en purper gemaakt, hetwelkzag op het bloed en de gerechtigheid van Christus. Purper was namelijkbloedrood van kleur. Het gehemelte (de binnenkant van het dak) van dekoets (het bed) van Salomo was van purper gemaakt, wat zag op devergeving der zonden door het bloed van Christus. De rijke man wasechter geen koning, maar had zichzélf met purper bekleed en vanzichzelf een soort god gemaakt. Ja, van nature durven we heel wat aanom God in het aangezicht te tarten. De mens is in hoogmoed gevallen enwilde als God zijn. Nu, dat komt in ons aller leven van nature welopenbaar.

De mens wil heersen, maar niet onderworpen zijn. Met onze diepe val in Adam hebben we te kennen gegeven dat onze naam koning moet kraaien endat we God naar onze hand willen zetten. Dat komt dan ook duidelijk inde vruchten openbaar, vooral in de tegenwoordige kerken.

Onder de schijn van de meest vrome praat en onder de schijn van de meest vromeen nederige gestalten wil de vrome mens zijn haan koning doen kraaien.Het vlees wil vroom zijn en alle dagen vrolijk en prachtig leven. Dierijke man moeten we dus maar niet te ver zoeken, want die zit niet alleen in ons aller hart, want van nature zijn we een rijke man en/ofeen rijke vrouw, een rijke jongeling, en/of een rijke jongedochter.

Zo bewegen we ons door het leven en zo laten we ons gelden, rijk enverrijkt hebbende aan geen ding gebrek. Zo leefde Lazarus ook in zijn eertijds, maar die man heeft een slag in zijn leven gekregen. Die manis tegen de lamp van de Wet aangelopen en toen is hij erachter gekomen dat hij vol met zweren zat, van binnen en van buiten. Ja, en toen isLazarus van een rijke man tot de bedelstand vervallen.

Daar solliciteert een mens niet naar, of u wel? Als God de mens bekeert, danlaat Hij die mens tot de bedelstand vervallen en daar heeft de mens vannature een afkeer van. Ja, we willen natuurlijk wel bekeerd worden, welin de hemel komen, maar niet zoals God het doet en daarom bestaan erzoveel valse godsdiensten op de wereld. Ook onder het (huidige) christendom bestaan er tal van richtingen en modaliteiten.

Ja, en dat loopt van zwaar tot licht, van de volwassendoop tot 'er-is-hoop', vanbinnen verband tot ver in het buitenland, maar arme Lazarussen kom jezelden tegen, want de rijken zoeken de rijken en zo deed de rijke mandesgelijks. Dat hij het bloed van Christus vertrad deerde hem niet,want hij leefde alle dagen vrolijk en prachtig en dat kwam ookruimschoots in de vruchten openbaar. Zelfs zijn ondergoed was niet vangewoon katoen, maar van zeer fijn lijnwaad gemaakt, dat alleen gebruikt werd voor peperdure toepassingen, zoals voor tafelkleden in oostersepaleizen en als lijkgewaad voor aanzienlijke personen.

Dit soort lijnwaad (byssos) werd zelfs tegen goud gewaardeerd, zeggen deKanttekenaren. Jozef van Arimathea eerde de Koning der koningen doorhet lichaam van de Heere Jezus in dat fijne lijnwaad te wikkelen en Hemin het graf te leggen, waarin nog nooit iemand gelegen had. De rijkeman had zich dus gekleed met dezelfde stof als het doodsgewaad van deHeere Jezus, maar hij had geen deel aan de dood van Christus en dus ook geen deel aan de vergeving der zonden.

De rijke man was wel multimiljonair, maar hij leefde voor eigen rekening en voelde niets vande schuld voor God en de last van zijn verloren ziel. Integendeel, hijleefde alle dagen vrolijk en prachtig. Ja, en als de wijn is in de man,is de wijsheid in de kan. De rijke man maakte van de buik zijn god, zat in het voorgestoelde der kerk en hij wist wellicht zeer goed te vertellen hoe God een mens bekeert, maar van de bevinding der heiligenwas hij ten ene male vreemd. Hij wist wel veel van de Bijbel, wat straks ook zal blijken, maar al zijn bijbelkennis zat een voet te hoog en louter verstandskennis maakt opgeblazen. De vrolijkheid waarin hij leefde, was de blijdschap van het juichende christendom dat van haar drek niet gewassen is.

Er was echter ook nog een andere man, een melaatse man, een zeker bedelaar

Met name Lazarus, die voor de poort van de rijke man meer lag testerven dan te bedelen. Christus tekent hier dus twee uitersten,namelijk een rijk godsdienstig mens die zich in de weelde baadde en eenbedelaar, een kind van God, vol zweren die op sterven na dood was. Derijke man is het beeld van elk onbekeerd godsdienstig mens en Lazarusis het beeld van een kind van God in de beproeving, zoals Job op deashoop van zijn bestaan verkeerde.

Lazarus is ook het beeld van een ontdekt mens, die aan de rand van zijn bestaan voor God gekomen is,want er staat dat Lazarus voor die poort lag vol zweren. Hij had nietéén zweer, maar was ermee bedekt, niet alleen van buiten,maar ook van binnen. Hij was ermee vervuld, staat er eigenlijk. In deeerste fase van de ontdekking wordt de mens dikwijls alleen bij zijndadelijke zonden bepaald, maar als de ontdekking doorgaat breidt deellendekennis uit, zodat hij zich gans en al melaats bevindt, onreinvan de hoofdschedel tot de voetzool toe.

Lazarus kon met zijn lompenzijn zweren niet meer bedekken en verbergen, want zijn hele lichaam zatvol zweren en etterbuilen en van binnen was het ook allemaal zo'nbeetje verkankerd, dus was er geen hoop meer op herstel, tenminste nietvan de kant van het 'hersteld verband'. De levensverwachting vanLazarus was dus hopeloos en uitzichtloos, hoewel Lazarus een anderelevensverwachting mocht kennen, namelijk die over het graf en de doodheen gaat.

Als Christus je Leven is, is je levensverwachting eindeloos,al ben je ook naar het lichaam op sterven na dood. Lazarus had dus eenblij vooruitzicht, hoewel hij door vele verdrukkingen moest ingaan. Datheeft die arme bedelaar ook niet altijd kunnen bekijken, want als hijde voorspoed zag van de rijke man, zal hij de boosheid van zijn eigenhart ook weleens gewaar geworden zijn en dan begeerde hij ook zijn buikte vullen met de draf van dat rijke zwijn, voor wiens poort hij lag testerven. Maar toch had Lazarus een Schat waaraan die rijke man ten enemale vreemd aan was. Die rijke man had dan ook nergens last van en hadzelfs geen behoefte aan een blij vooruitzicht in Christus, want hijleefde alle dagen al vrolijk en prachtig en aan vrienden had hij danook geen gebrek, want hij had flink wat uit te delen.

Zolang je wat uit te delen hebt (ook in geestelijke zin), heb jedoorgaans veel vrienden over de vloer, maar als je als een ontdekte enverloren zondaar openbaar komt, dan gaan de meeste vrienden je mijdenen hoor je de naspraak van velen. Voor ontdekte en verloren zondaren iser feitelijk nooit plaats in de gevestigde kerk geweest, laat staan alsdezulken worden vrijgemaakt in Christus.

Als je het over de Heere Jezus gaat hebben als zijnde je volkomen Gerechtigheid en Heiligheid, ja, alszijnde mijn Hemel voor een hel als ik ben, dan verpest je de sfeer inde kerk, volgens het huidige christendom. Ja, zolang je maar niet overde toepassing spreekt, dan gaat het allemaal nog wel, dan stemmen demeesten nog wel toe, maar al word je verwaardigd om Christus de Heere te noemen door de Heilige Geest, dan is het hek van de dam. Om diereden werd de arme Lazarus uit het huis van de rijke man geweerd.

Soms werd de Heere Jezus in het huis van een farizeeër genodigd om doorde mensen gezien te worden, maar dan liet men Zijn voeten ongewassen,omdat Hij feitelijk niet welkom was. Dat is nog niet veranderd, wantGods ware volk is bij de vrome godsdienst echt niet welkom, nee, datvolk komt met Lazarus als een geslagen hond buiten de legerplaatsterecht, om Zijn smaadheid te dragen. Dat is niet slecht, want alleendode honden hebben gemeenschap met elkander in Christus.

De rijke man had niet de minste aandacht voor de melaatse bedelaar aan zijn poort enook geen enkel medelijden met hem, want hij had het veel te druk omzijn aandelen veilig te stellen en zijn bezit uit te breiden metakkers, schuren en ossen, want al die vriendenfeesten kostten hetnodige geld en daar moest toch een behoorlijke inkomende geldstroomtegenover staan.

De arme Lazarus kon blijkbaar nog een blik werpen doorde open vensters van het landhuis van de rijke man, want er staat dathij begeerde verzadigd te worden van de kruimels die van de tafel vande rijke man vielen. De bedelaar werd echter niets gegund en hij moestzich tevreden stellen met een stel honden die zijn jeukende zwerenlekten. Ja, als Gods volk op haar plaats is en de gestalte van een hondin mogen nemen, gaan ze de Wet van Christus vervullen en elkanderslasten dragen, elkaars wonden verbinden, gelijk de barmhartige Samaritaan ook deed.

We leven echter in dagen dat de liefde van velenzal verkouden. Iedereen leeft voor zichzelf, voor eigen geld en goed,op een zeldzame uitzondering na. In de eerste christengemeente deeldemen alles met elkaar en had men alle dingen gemeen. Dat is ver zoek inonze dagen, want de verzekering dekt de schade en de diaconie vervulthaar dure roeping niet.

De dienst der diaconie is door de aposteleningesteld om de arme weduwen (in eigen gemeente) te gedenken, maarwelke weduwe leeft er nog uit de hand des Heeren? Alles en iedereenloopt naar de bijstand en naar het (weduwen)pensioenfonds. We hebben derechten Gods krachteloos gemaakt door onze zogenaamde 'reformatorische 'inzettingen à la Pro Life. Het is goddeloos!

Het 'reformatorische' vakantiechristendom in onze dagen heeft niets maardan ook niets gemeen met het arme Lazarusleven, maar leeft als de rijkeman alle dagen vrolijk en prachtig, totdat God zegt: "Nu is hetgenoeg." Dan is er geen weg meer terug, dan is er geen zaligheid meermogelijk, dan is het voor eeuwig verloren. Geliefde lezer, als je onbekeerd blijft, als je in je ongeloof blijft volharden, zal je straksvan wanhoop en verbijstering uitschreeuwen: "Bergen valt op ons enheuvelen bedekt ons, want de dag van Gods toorn is gekomen."

Als God een mens arresteert, gaan de bloemen uit vensterbank en degordijnen dicht, want aan de goddelijke schuldbrief hangt eendoodvonnis. "Ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven!" O mensen, als de geestelijke dood door je vensters naar binnen treedt,dan is er geen ontkomen meer aan, dan moeten we sterven en sterven isGod ontmoeten.

Het gros belijders dat in eigen oog bekeerd is, groeitechter met de dag, maar aan de vruchten zijn ze te herkennen: ze levenalle dagen vrolijk en prachtig. Het kan ook op een andere manier, ietsserieuzer, iets rechtzinniger, zoals de rijke jongeling zichopenbaarde, maar ook deze rijke jongeling was aan zijn vruchten teherkennen. Hij wilde namelijk geen afstand doen van zijn rijkdom, enging bedroefd heen, want hij had vele goederen.

Bij zulke mensen staat de wereld er nog tussenin, omdat zij niet aan de Wet gestorven zijn. Erzijn mensen die zich heel nederig voordoen, maar je moet maar eens ophun vruchten letten. Dezulken roemen altijd in hun gebreken, in hunzwakheid, in hun armoede, in hun gemis, maar allemaal buiten Christusen als je dezulken met de kennis van Christus confronteert door de wegvan het recht, staat de wagen stil. Onlangs zei ik nog tegen een oudmens die naar mijn welstand vroeg: "God is goed voor een slecht mens.

"Ze wilde dat feit echter direct veralgemeniseren en antwoordde: "Datzijn we allemaal." Ik zei: "Maar alleen Gods ware volk weet bij deinleving dat zij slecht is, omdat God Zijn goedheid in Christus ertegenover heeft geplaatst in de toepassing des harten. Degenen die Godsgoedheid in Christus niet hebben leren kennen in de hel van hunbestaan, weten niet eens dat zij slecht zijn, omdat ze niet slechtwillen zijn. Een mens van nature en zeker een godsdienstig mens, is tegoed om slecht te zijn en te best om verloren te gaan." Ze zei: "Ja,maar er zijn ook 'kleintjes'. Ik zei: "De kleinste in het geloof heefthet paradijsvonnis aanvaard, gelóóft in Christus, heeftkennis aan de vergeving der zonde en heeft vrede met God, hoewel nooitzonder (hevige) bestrijding, maar God werkt geen misschientjes!" Ja, entoen stond de wagen stil. Mensen, God geeft voor al die zogenaamdenederigheid buiten Christus nog geen cent, met eerbied gesproken, en jezult er dan ook voor eeuwig bedrogen mee uitkomen.

Over de brede weg lopen dus twee groepen, de ene groep wandelt vrolijken prachtig aan de linkerkant van de brede weg, en de andere groep gaatbedroefd huns weegs aan de rechterzijde van de brede weg, maar beidegroepen gaan over de brede weg des verderfs, richting eeuwigeondergang. Lazarus strompelde echter over de smalle weg die ten levenleidt en daarom was de dood voor Lazarus niet erg, want er staat: "En het geschiedde dat de bedelaar stierf en van de engelen gedragen werdin den schoot Abrahams."

De bedelaar is niet de ziektedood gestorven,maar de zalige hongerdood. Lazarus begeerde wel de broodkruimels van derijken, maar God onthield hem de broodkruimels der wereld en gaf hemhet hemelse Brood, namelijk het Brood des Levens om eeuwig verzadigd teworden met Zijn Goddelijk beeld. Toen Lazarus stierf, ging Abrahamzitten om de bedelaar te ontvangen in zijn schoot, waar hij vertroostis geworden met een eeuwige vertroosting in Christus. In de hemel mochtLazarus plaats nemen aan de tafel van de bruiloft des Lams omKoninklijke lekkernijen te eten. "Daar houden de bozen op vanberoering, en daar rusten de vermoeiden van kracht; daar zijn degebondenen te samen in rust; zij horen de stem des drijvers niet. Dekleine en de grote is daar; en de knecht vrij van zijn heer", Job3:17-19.

Geliefde lezers, zou je nu niet jaloers worden op dat Lazarusleven?Nee, u wordt daar nooit jaloers op, want het Lazarusleven is een helvoor het vlees. U zult nooit jaloers op Lazarus worden zolang u zonderen onder de Wet leeft, want het vlees onderwerpt zich der Wet Godsnooit. Ook Gods volk ziet doorgaans niets aangenaams in het leven vanLazarus, maar als Gods Geest ons doet zien op de vergeldings des loonsen als zij als een groot beest een blik slaan in het heiligdom Gods,dan valt het zo vlak, mensen. Dan is God goed in alles wat Hij doet. Inde diepte van de beproeving wordt meer geleerd en genoten dan op dehoogte van de Libanon. Het is hier echter een verdrukking van tiendagen, straks een eeuwigheid zonder tijd aan 's Heeren tafel om eeuwigbruiloft met Hem te vieren. Veel rampen zijn des vromen lot, maarstraks is hun uitredding voor eeuwig in en bij God. Asaf zingt ervan:"'k Zal dan gedurig bij Hem zijn, in al mijn noden angst en pijn." Waar zult u de eeuwigheid doorbrengen, lezer? In de hel bij de nameloosarme/rijke man, of in de hemel bij de arme doch eindeloos rijkeLazarus?

"En de rijke stierf ook en werd begraven [met grote pracht en statie]." Ja, je kunt rijk wezen, veelgeld en goed hebben, maar niemand zal ook maar een dubbeltje kunnenmeenemen bij zijn dood. "Wij hebben niets in de wereld gebracht, het isopenbaar, dat wij ook niet kunnen iets daaruit dragen", 1 Tim. 6:7. Demens gaat naar zijn eeuwig huis, óf naar het huis des Vaders,óf naar het huis der duivelen.

In het huis des Vaders zijn velewoningen waar God is Alles en in allen, maar de hel is één kluwen gillende en brandende massa van menselijke gedrochten en krijsende duivelen. Toen de rijke man zijn laatste ademuitblies, hief hij zij ogen op, zijnde in de eeuwige pijn. O, dat zaltoch wat zijn, mijn lezers, als wij alle dagen vrolijk en prachtiggeleefd hebben, rijk en verrijkt en geens dings gebrek hebben gehad endan voor eeuwig onze ogen op te slaan in de gloeiende vuurput, waarwening is en knersing der tanden.

Lazarus was het echter niet te doenom de hel te ontlopen of de hemel te verdienen, want hij werd van deengelen gedrágen in de schoot van Abraham. Daar heeft Lazarusniets aan gedaan en ook niet aan meegewerkt, want hij begeerde dekruimkens van de tafel van de rijke en in de Wet staat geschreven: "Gijzult niet begeren." Voor Lazarus was dat gebod echter een belofte, wanthij was in de tijd reeds aan de Wet gestorven om Gode te kunnen leven.De rijke man in de hel daarentegen zag Abraham van verre en Lazarus inzijn schoot. Hier op aarde had hij lekkerlijk geleefd en nu moest hijsmarten lijden in de eeuwige vlam. Lazarus had op aarde een verdrukkingvan tien dagen moeten ondergaan, lichamelijke en ziele smarten moetenlijden, maar nu was hij voor eeuwig van elke ziekte en smart onthevenen doorsidderd van de liefde van een Drie-enig God.

Bij gelijkenis staat vermeld dat de rijke man vanuit de gewesten van deeeuwige rampzaligheid tot Abraham riep om ontferming. De dwaze maagdenriepen de wijze maagden om genadeolie, maar het was te laat, zodat zijbegonnen buiten te staan. De verworpenen op hun sterfbed roepen NOOIT tot God, maar als zij roepen, roepen zij de heiligen aan. Rome heeftvan het geroep van de rijke man in de hel zelfs een leer gemaakt en hetgeroep tot de heiligen zalig verklaard.

De rijke man in de helschreeuwt het uit van de smarten die hij moet ondergaan, maar het is telaat..., te laat..., te laat..., te laat... Hij moet voor eeuwig zijntong in de hel kauwen, uitroepende: "Had ik maar..., had ik maar...,had ik maar...!" Hij schreeuwt om verkoeling, waar nooit geenverkoeling meer te krijgen is. Hij schreeuwt om een druppel water, maarde vlammen doorgloeien zijn tong en dat voor eeuwig... In de hel heerstniet alleen een nooit aflatende vuurgloed, maar ook de toorn Godsbrandt voor eeuwig in de gewetens van de verdoemden. Geliefde lezer,als de hel u nooit verschrikt, zal de hemel u niet verkwikken.

Paulus zegt: "Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot hetgeloof", 2 Kor. 5:11. De vreselijkheid der hel is ontelbare malen ergerdan de mens het zich ooit kan voorstellen, om over de brandende toornGods nog maar niet te spreken. Och, of u heden bekende wat tot uwzaligheid dienen moet. De rijke man leed dubbele smarten in de hel,want hij was een verbondskind, maar die de weg geweten heeft en nietbewandeld, zal met dubbele slagen geslagen worden.

Bij gelijkenis antwoordde Abraham de rijke man en spreekt hem aan als 'kind'. "Kind,gedenk dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarusdesgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten."Hier tekent Abraham het onderscheid tussen de dode godsdienst en Gods volk op aarde en in de hemel. Hier op aarde komt dat onderscheid alopenbaar. "En ook allen, die godzaliglijk willen leven in ChristusJezus, die zullen vervolgd worden", 2 Tim. 3:12.

Dat heeft Lazarus bijden lijve ondervonden toen hij voor de poort lag van de rijke man."Veel wederwaardigheên, veel rampen zijn des vromen lot, maar uitdie allen redt hen God; Hij is hun heil alleen." De godsdienstdaarentegen viert alle dagen feest en hun religie loopt op zijn bestgesproken over de grens van wat wel mag en wat niet mag. Dan ben jeechter nog stinkend rijk en verrijkt en heb je geen dings gebrek. Datis een doodarme godsdienst, want het is alles zonder God en Christus.Weet u wat de dode godsdienst hier tegenover stelt in onze dagen? "Je mag niet oordelen." Dezulken doen echter aan Schriftkritiek, want GodsWoord verbiedt alleen het onrechtvaardig en onrechtmatig oordelen, maarGods kinderen hebben de plicht om niet iedere geest te geloven, maar degeesten te beproeven of zij uit God zijn (1 Joh. 4:1).

Hoe kunnen zedat doen als ze niet mogen oordelen? Dezelfde apostel der liefdeschrijft dat Gods kinderen zich moeten wachten voor de valse profeten.Hoe zouden zij ooit het onderscheid aan de dag kunnen leggen tussenwaar en vals als zij niet mogen oordelen op grond van Gods Woord? Uziet, al dat schijnnederige en godsdienstige tegengas tegen het doorGod geboden evangelisch oordelen, komt allemaal voort uit bitterevijandschap tegen God en Christus.

De rijke man in de hel wordt door Abraham dus aangesproken met 'kind'.Het was dus een verbondskind en verworpen verbondskinderen worden metdubbele slagen geslagen en zijn voor eeuwig Gods verbondswraakonderworpen, omdat zij niet gewild hebben dat Christus Koning over henzijn zou. Abraham is echter nog niet klaar met zijn antwoord aan derijke man, want hij vervolgt: "En boven dit alles, tussen ons enulieden is een grote kloof gevestigd, zodat degenen die van hier tot uwillen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook die [daar zijn], vandaar tot ons overkomen."

 Tussen de hel en de hemel ligt een eeuwige scheiding. De hemellingen kunnen nooit naar de hel en de hellelingenkunnen nooit naar de hemel. Van nature ligt er ook een onoverbrugbarekloof tussen God en onze ziel, die alleen door de Middelaar Gods en dermensen geslecht kan worden in de toepassing. In de eeuwigheid is datechter niet meer mogelijk.

Voor hellelingen is er geen Middelaar meerbeschikbaar en de hemellingen zijn voor eeuwig gevrijwaard en verlostvan de duivel en zijn aanvallen. De rijke man geeft het echter niet op,want hij houdt nog wat aan bij Abraham, noemt hem zelfs zijn vader. Hijbehoorde dus tot het zaad van Abraham, waar ook de farizeeën zichop beroepten, maar hij is met zijn rechtzinnige komaf voor eeuwigverloren gegaan. De rijke man gaat door en verzoekt Abraham Lazarus naar zijn familie te zenden, om zijn vijf broeders te waarschuwen voorde eeuwige rampzaligheid. Ja, een verhard mens heeft vele vondengezocht, maar het zijn gebroken bakken die geen water houden.

 Abraham wijst de rijke man op grond van Gods Woord terecht en zegt: "Zij hebbenMozes en de profeten; dat zij die horen." Maar de rijke man laat zichniet gezeggen door de vader aller gelovigen. Brutaal ontkent hijhetgeen Abraham hem zegt en werpt tegen dat als iemand uit de dodenopstond, zijn broers zich wel zouden bekeren. Ik was eens bij een bedrijf in Arnhem om enig technisch servicewerk uit te voeren en ikvoelde me gedrongen om enkele vloekende arbeiders van dat bedrijf tewaarschuwen voor de ontheiliging van Gods Naam en de eeuwige straf alszij zich niet zouden bekeren.

Eén van die arbeiders zei toentegen mij: "Ik heb er nog nooit één terug zien komen, want dan zou ik wel geloven wat er in de Bijbel staat." Die arbeiderzei dus precies hetzelfde wat die rijke man in de hel tot Abraham zei,namelijk, als Lazarus naar de aarde terug zou keren, dan zouden zijnbroeders wel geloven wat hij zeggen zou en zich bekeren.

Als de mens zich door Gods geschreven Woord niet meer laat gezeggen, zijn alle andere aangewende middelen niet alleen waardeloos, maar ook goddeloos.Abraham: "Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zijook, al ware het dat eer iemand uit de doden opstond, zich niet latengezeggen." Niet alleen de apostelen, maar ook Mozes en de profetengetuigen van Christus Jezus en Dien gekruisigd, maar van nature slaatde mens er geen acht op.

Je kunt lid zijn van de rechtzinnigste kerkdie er op aarde bestaat, maar als we in de staat verkeren van de rijkeman, dus zonder genade zijn, koesteren we alleen maar bitterevijandschap tegen God en Christus, hoe vroom we ons leven ook invullen,ja, al gingen we al zestig jaar aan het Avondmaal, indien we niet alseen goddeloze gerechtvaardigd zijn, zullen we uiteindelijk hetrampzalige lot delen van de rijke man in de hel. Daarentegen, indien wemet Christus gestorven zijn, zullen we ook met Hem leven inheerlijkheid en gerechtigheid voor eeuwig en altoos.

Lazarus was met Christus gestorven voordat hij stierf en nu leeft hij eeuwig en altoosvoor de troon van het Lam, Die alle eer, lof, dank en aanbiddingzó eeuwig waard is, dat er een eeuwigheid voor nodig is om dieGod te loven en te prijzen, omdat Hij het heeft gedaan, omdat Hij hetalléén heeft gedaan. Daar zullen zij Gods knechten methun zaad, zij die Zijn Naam beminnen erfelijk wonen. Daar zingen al degeheiligden het lied van Mozes en het Lam. "Door U, door U alleen, omhet eeuwige welbehagen." 

Lees ook eens het document:  Wat is een gelijkenis eigenlijk?

Handig Hulpmiddel:  Een overzicht van de Gelijkenissen

    Overzicht van gelijkenissen in deze serie - maak maar een keus


LEES OOK EENS OVER
 : DE ZEVEN GELIJKENISSEN IN HET EVANGELIE VAN MATTHEÜS

LEES OOK EENS : DE GELIJKENISSEN VAN DE HEILAND VERKLAARD EN TOEGEPAST IN LEERREDENEN door C. H. Spurgeon
       

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)