HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                                                                                     

Pilatus wast zijn handen in onschuld

Herinneringen om te koesteren

Om de kinderen te laten kennismaken met de Bijbel werden er vroeger schoolplaten gebruikt. Aan de hand van de afbeeldingen op de schoolplaten kon de meester of de juf een verhaal uitleggen. 

Deze manier van les geven werd ook wel aanschouwingsonderwijs genoemd. Aanschouwen is een ander woord voor kijken. De meesten kennen het nog wel denk ik, die oude schoolplaten die vroeger in het klaslokaal hingen of uit een grote opbergkist achter in de klas tevoorschijn werden gehaald. Het was vooral dán steeds weer een verrassing. Wij kijken nu in de klas naar dia's of een videofilm in plaats van schoolplaten.

   Terug naar het overzicht van alle platen? Klik HIER

'Pilatus waste zijn handen ten overstaan van iedereen en
  zei: 'Ik ben onschuldig aan zijn bloed.

Mattheus 27: 24
115 Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten, en die door het volk te laten kiezen. 16 Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Barabbas genoemd werd. 17 En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’ 18 Hij wist namelijk dat ze hem uit afgunst hadden uitgeleverd. 19 Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht: ‘Laat je niet in met die rechtvaardige! Om hem heb ik namelijk vannacht in een droom veel moeten doorstaan.’ 20 Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden.

21 Weer nam de prefect het woord en hij vroeg opnieuw: ‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’ ‘Barabbas!’ riepen ze. 22 Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met hem!’ 23 Hij vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met hem!’

24 Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uit zag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’ 25 En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ 26 Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.

De Here Jezus werd voor Pilatus geleid

Het proces tegen Jezus is te gek voor woorden. Als het vandaag had plaatsgevonden zou de wereld op stelten staan. Geen mens zou het onrecht meer accepteren. De vier evangelisten beschrijven een standrechtelijke executie zonder een degelijk vooronderzoek. De veroordeling is het gevolg van pure emotie. Het verstand is buiten spel gezet. Het volk heeft beslist. Luidkeels heeft het 't bloed van de Koning der Joden over zich afgeroepen

De joodse priesters wilden de Here Jezus uit de weg ruimen. Daarvoor hadden ze Pilatus nodig. Hij was de Romeinse gouverneur, de enige die in Jeruzalem de doodstraf kon uitspreken. Het bleek al snel dat hij in het leven van de Here Jezus geen wettelijk bewijs van schuld vond. Maar de priesters wilden Hem doden. Pilatus stond voor een dilemma. Hij kon bij gebrek aan bewijs deze onschuldige man onmogelijk schuldig verklaren. Maar hoe kon hij de druk van het joodse volk omzeilen en een opstand voorkomen?

Pilatus deed toen iets opmerkelijks. Hij waste zijn handen en zei: “Ik ben onschuldig aan zijn bloed.” (Matteüs 27:24) Deze handeling komt uit het boek Deuteronomium, waar de oudsten van een stad verzoening deden voor de moord, door een onbekende gepleegd. Ze moesten een offer brengen en boven het offerdier hun handen wassen (Deuteronomium 21:6-9). Op deze manier werd de vloek van het land en haar inwoners afgewend. Pilatus was verwonderd dat de Here Jezus Zichzelf niet verdedigde. Hij wist dat Hij onschuldig was. Toch heeft hij niet verhinderd dat de Here Jezus gekruisigd werd. Hij was bang voor mensen. Wij mogen getuigen van de Here Jezus, zonder bang te zijn.

1 - Pilatus wat handen in onschuld

Het gebeurde daar zo maar te midden van alle tumult. Pilatus is net op zijn rechterstoel gaan zitten. En dan krijgt Pilatus een boodschap van zijn vrouw: “Live man, ik heb van deze Jezus gedroomd en het is mij duidelijk geworden dat je Hem geen kwaad moet doen, want hij is rechtvaardig. Pilatus verschuift naar het puntje van zijn rechterstoel. Het komt pijnlijk aan, want zo juist heeft ook hij gezegd dat er geen schuld is in deze man. Ach was hij maar niet in zo,n lastig pakket verzijlt met deze joden die zo fanatiek zijn.

Maar hoe komt hij hier op een nette manier van af. Pilatus denkt koorsachtig na. Hoe had hij dat ook al weer geleerd op dat Politicollege in Rome? O ja, je moest van de gelegenheid gebruik maken “dividi et impera” “Verdeel en heerst”. Speel de partijen op hun sterkste verschillen uit tegen elkaar en uiteindelijk bereik je jou doel. Maar dan staat daar opeens dat bericht van zijn vrouw weer levens groot voor hem: “Ik heb van deze mens gedroomd en hij is rechtvaardig. Laat Hem vrij!!!!
Ja dat had je gedroomd. Mens zeur niet! Zie je dan niet dat dit veel meer inhoud dan vrouwen sentiment. Je snapt niet in welk een moeilijke positie ik ben. Bemoei je er niet tegen aan, want hier gaat het om mijn cariere. Rij jij of rij ik, Wie is hier rechter? Vrouwen, vrouwen ………. altijd die vinger op die zere plek. Misschien dat de Pilatussen in de zaal zich herkennen. En dan door dat éne minuutje dat Pilatus zich moest vermannen, loopt alles uit de hand, de massa schreeuwd. Het is de volksmenners gelukt, het volk mee te krijgen en luid joeld de massa: Barabbas, Kies Barabbas.

Dat is toch trachisch dat die goed bedoelde liefdevolle boodschap van mevrouw Pilatus, nu het omgekeerde uitwerkt. De boodschap was duidelijk geweest: ‘Laat deze onschuldige los! En wat gebeurd? Hij wordt ten dood veroordeeld. Er staat hij gaf hun Jezus over. Is het niet om te huilen.
Dat lag zeker niet aan mevrouw Pilatus. En misschien heeft deze mevrouw Pilatus haar man sávonds met een wat schorre stem vol verdriet gezegd, dat al het water van de zee nooit meer het bloed van Jezus zal kunnen afwassen dat aan zijn handen kleefde (de geschiedschrijvers zeggen dat deze vrouw later christen werd).

Hoe zien wij Jezus?

Pilatus kijkt met andere ogen dan zijn vrouw, daar hebben mannen wel meer last van. Pilatus gedrag is strijden om je eer, om je trots. Hij stond hier als Vazal van de Keizer tegen over deze man die de Koning der Joden werd genoemd. Hij had Jezus duidelijk gemaakt dat hij macht had Hem vrij te laten en of gevangen te zetten. Daar hielp geen lieve vrouw aan!

In Joh.18 :33-34 Staat: Pilatus dan keerde terug in het gerechtsgebouw en riep Jezus en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? 34 Jezus antwoordde: Zegt gij dit uit uzelf of hebben anderen u over Mij gesproken? Jezus dringt door tot het hart van Pilatus. En Jezus klopt aan maar Pilatus laat Hem niet binnen.

In Marcus 8:27 zegt Jezus :”wie zeggen de mensen dat Ik ben? En dan direct er achteraan, maar wie zeggen jullie dat Ik ben? Dat is nu precies de vraag waar het omdraaid. Wie is Jezus in onze ogen? Wat denkt u van de Christus?
Want dit is de meest belangrijke vraag voor ons leven: Welke goede dingen ken ik van Jezus? Welke heerlijkheid en hoogheid zie ik in Hem? Wat voor nut of anders gezegd welke zegen zie ik dat er van Hem naar mij toe komt. Van hoeveel waarde is Hij
 voor mij?

Als wij deze vraag samen dogmatisch beantwoorden dan staat het dadelijk netjes op een rijtje wie Jezus is. Maar Jezus stelt de vraag rechtstreeks aan ons. Jezus wil horen hoe wij persoonlijk over Hem denken en niet wat ik anderen daar over na zegt. Kennen wij Jezus persoonlijk? Het kan met ons net zo gaan als met het volk Israel. Toen het manna elke dag van de Hemel regende en zij dat Hemelse brood voor het oprapen hadden zo achte zij het als niets. Wee ons als wij zoveel van Christus gehoord hebben en dan nog Geen hoge liefde volle gedachten van Hem te hebben.

Jezus vraagt Pilatus of het uit zijn hart komt? En deze vraag leg ik vanmorgen graag aan uw hart; Hebt u grote gedachten van Jezus? Brengt dat ootmoet mee? In het diepe besef dat Hij daar op Golgota’s kruis alles verdiende voor mij om te leven. Dat het minste uit mijn leven nog voort vloeid uit dat werk wat Jezus op Golgota volbracht. Dat wij midden in de dood liggen en dat Jezus ons daar dagelijks boven uit tilt tot daar waar we ons thans bevinden. Pilatus heeft er niets van begrepen toen Jezus zei: ‘Je zou geen macht hebben als deze je niet door Mijn Vader gegeven was. Er staat in 1 Cor. 2:8 dat als zij geweten hadden wat Gods plan met Jezus was dan hadden zij Hem niet gekruisigd Want Hij die daar de weg van Lijden gaat is teven de Koning der Koningen en de Here der Here. Als Pilatus dat gezien had dan was hij opeens niet meer bang geweest voor de oproerige Joden. Dan zou hij hebben gezien wat het verschil is tussen schepper en schepsel . Als God met ons is, wie zal dan tegen ons zijn?

Jezus Koning Knecht

Pilatus vraagt de Joden te kiezen tussen Jezus en Barabbas. Eigenlijk betekend deze vraag aan de Joden: Welk koningschap willen jullie? Kies je voor macht of voor dienaarschap? De verkozen vrijheid van Barabbas boven Jezus is dezelfde keuze als die van het verraad van Judas of de verloochening door Petrus of de kaakslag van de soldaten bij de foltering. Zij verkozen allen macht en hebzucht boven het herder-zijn.

Pilatus snapt niets van Jezus als deze zegt dat Hij als koning in de wereld gekomen is om de Waarheid te brengen en dat een ieder die uit de Waarheid is naar Hem hoort! Ten diepste bedoelt Jezus dat Hij de Waarheid is. En daarmee staat Hij tegenover de leugen, de duisternis. Jezus staat tegenover het rijk van de duisternis, waar Pilatus vertegenwoordiger van is. Pilatus zegt tegen Jezus Wat is Waarheid. De boodschap van zijn vrouw is hij allang vergeten. Pilatus heeft nooit leren kiezen voor de Waarheid. Hij maakt wel keuzes maar gericht op zijn eigen beleving en belang. De Waarheid moet je in je hart bergen  anders kun je nooit voor de waarheid kiezen. DE WAARHEID is Jezus. Jezus zegt; zo lezen wij in Johannus, “Wie uit de waarheid is hoort naar Mij!” Jezus is de Herder en zijn schapen horen naar hem.

Daarmee plaatst elke religieuze macht die de wapens grijpt zich buiten het koninkrijk van God. Jezus zegt tegen pilatus: Als het zo was dat Ik een aards Koning was, dan had ik Mijn Vader wel om bijstand gebeden hebben en Hij zou mij legioenen engelen gestuurd hebben. Jezus zegt tegen de knechten van Johannus de doper, die eerdere Johannus dus: Vetel maar wat je ziet en Hoort: De blinde worden ziende, de lammen gaan lopen, doden worden opgewekt en aan armen wordt de blijde boodschap van verlossing gepredikt.

Jezus of Barabbas

Onderscheid maken is veel minder éénvoudig dan wij vaak denken. Laten wij letten op de naam Bar-Abbas. Bar betekend – Zoon en Abba –Vader.Zijn naam is; Zoon van de Vader. De geschied- schrijvers zeggen datBarabba ook een voor naam had: nl. Jezus. De keus gaat dus om twee mannen die beide Jezus heten, beide zoon van de Vader.

Wie is de echte zoon van de Vader? De keuzes in ons leven liggen vaak op het scherp van de snede. Het onderscheid is niet zo maar te ontdekken maar daar is de leiding van Gods Geest voor nodig. Ons gebed mag dan ook wel voortdurend zijn : Here geef mij uw Geest om te onderscheiden waar het op aan komt.

ToenBarabba op tweetal ging met Jezus, konBarabba niet meer gevangen blijven. Daar de Vader zelf Jezus had aangewezen als het Lam Gods dat de zonde der wereld weg neemt. EnBarabba was een moordenaar, een man met een verdorven hart. Dat gelooft u toch ook wel , of niet? Ja, dat klopt, want weet u,Barabba dat ben ik. EnBarabba staat als type van mij en u. Is het niet om te huilen! We dachten nog wel dat Pilatus het alle maal deed, maar we waren het zelf, die Hem die wonden sloegen en die smart bezorgden. En dan geen klacht over zijn lippen. Als een Lam werd Hij ter slachting geleid. Hoe kon Hij? Hij zag zegt Heb… 12:2 op de vreugde die voor Hem lag. Op de vergelding des loons. Weet u wat dat is: Hij hield vol omdat Hij wist hoe gelukkig en zalig hij ons zou maken, die in Hem geloven.

Zouden wij dan niet in Zijn voetstappen treden en ons nooit meer voor Hem schamen. Pilatus wordt door zijn blindheid een gevangene van zijn eigen woorden en stellingen. Hij is vol onrust, hij gaat naar binnen en hij gaat weer op zijn stoel en zo gaat hij maar heen en weer. Het is de worsteling niet tegen het kwaad maar hoe hij van Jezus los moet komen. Hij kan niet meer terug. Maar zo onschuldig is Pilatus daar niet in. Ondertussen liet hij Jezus geselen en bespotten terwijl hij wist dat Jezus onschuldig was. De hel betuigde haar hulde aan Pilatus. Het vollegewicht zal hem worden toegerekend.

Eerst stelt hij zelf vast dat Jezus onschuldig is, dan bevestigd Herodus dat en dan bevestigd zijn vrouw dat nog eens. En tot slot zegt hij dat nog eens zelf. Het is een drie-voudig getuigenis over Jezus onschuld. En iedere keer dat hij niet duidelijk recht heeft gesproken verloor hij grond onder zijn voeten. De moeilijkheid van Pilatus zat hem enigszins in de gemakkelijkheid. Hij wist heel goed wat hij moest doen, dat blijkt telkens maar hij durft niet! Dan komt zijn grootste fout. Dan denkt hij dat hij er met door zijn handen te wassen onschuldig van af komt. Hij schuift zijn verantwoordelijkheid zo maar van hem af. Weer een typisch Pilatus gedrag .

Iedereen krijgt de schuld van de puinhoop om ons heen. Van de keuze die we maken. We konden echt niet anders zeggen we dan, we werden er min of meer toe gedwongen. Of, de dingen liepen nu eenmaal niet anders, Wij wisten gewoon niet beter, Wij zijn ook maar slachtoffer van het systeem. Wij zijn toch niet volmaakt, en het was niet mijn beslissing enz..

Wie van de Waarheid afdwaalt weet niet meer wat goed en kwaad is. Pilatus stelt Jezus enBarabba gelijk. Voor hem waren het allebei probleem mensen. Deze lijn zien we opnieuw in de wereld voltrekken. Het gaat in de politiek niet meer om etische vraagstukken. Het gaat om problemen. Er wordt niet meer getoetst aan de Waarheid, Ofwel het Woord der Waarheid. De norm is wat we er zelf van vinden. En dat is ook al in veel kerken zo. Het gaat dan niet om wat er staat maar wat we er van denken en daar moet grote ruimte aan worden gegeven. Dit is momenteel de grootste lis van Satan om Christenen geleidelijk aan los te weken uit hun vastigheid in Christus. Openbaringen 3;11-12 zegt ons: Houd vast wat gij
hebt, opdat niemand uw kroon neme. Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods.

Zoon des VadersBarabba- Zoon des Vaders,Barabba laat ons zien wie onze vader van nature is. Wij allen zijn van onze aard verdorven en daar hebben wij elke dag nog last van. Maar Jezus maakt dat alleBarabbasen echte zonen en dochters van de vader kunnen worden. Allen die in Hem geloven mogen het zeggen Abba Vader, lieve Vader. Wie zal ooit kunnen uitleggen, uitspreken hoe groot Gods liefde is voor ons. Want alzo lief heeft God de wereld, dat Hij zijn Zoon voor haar heeft gegeven. Opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar het eeuwige leven zal hebben. En dat om de Zoon van de Vader!.

Pilatus eigenlijk onwetend profeet

Er zijn in in de kerkgeschiedenis/Bijbelsche geschiedenis verschillende vijanden van God geweest die onwetend profeteerden. Zo is Kajafas er één die zei: Het is u nut dat één mens voor het volk sterft, opdat het gehele volk niet verloren ga’. Het is een Satanische slagzin! Maar het was Jezus die voor heel de mensheid stief. Gamaliel was ook al zo iemand (han 5:38,39.) die zei: Indien deze raad of dit werk uit mensen is, zo zal het gebroken worden.

En dan hier Pilatus, die maar een paar woorden spreekt en er dan haast tranen bij in zijn ogen krijgt omdat hij Hem zo zielig vindt. Zie de mens! (Ecco homo) Pilatus wijst Hem aan als de van God geslagene. En deze woorden van Pilatus zijn een preek op zichzelf. Wellicht de kortste preek die wij ooit hoorden. Maar Pilatus is ook een profeet die tegen zich zelf profeteerd. En die zijn er meer! Je kunt anderen de weg wijzen, maar als je deze zelf niet bewandeld zul je met dubbele slagen geslagen worden.

Zie de Mens!(Ecco homo)

Zie de Mens, Kijk toch eens welk een ongelukkig ramzalig mens hier voor u staat. Zo is het toch wel genoeg O Jodenvolk? Deze mens is toch geen koning. Hij zal u geen kwaad meer doen. Pilatus probeert medelijden op te wekken bij het volk. Maar is hij dan nu al vergeten dat hij de boosdoener is. Hij heeft Jezus laten geselen. Hij is opdracht gever tot ploegers op Jezus rug. Neen de barmhartigheden der Goddelozen zijn wreed, dus moeten we ze daar nooit verwachten.

Laten wij er op letten op welk moment Pilatus zegt; (Johannus 19 beschrijft de volgorde duidelijker;) “Zie de mens” Jezus staat daar in een oude koningsmantel met een doornenkroon op het hoofd, beter gezegd; in Zijn hoofd geslagen. Bebloed en afgemat. De soldaten hebben zich letterlijk uitgeleefd in hun spot en martelingen. Ze hebben hem vernederd. Wat Koning? Ha, ha, zie hier, is dat de man die het land door ging met allerlei wonderen. Zie nu doet hij Zijn mond niet open. Neen deze mens zwijgt omwille van de zijne, Hij zwijgt en vraagt de Vader niet om Zijn legioenen Engelen. Want Hij staat daar met de zonden der wereld beladen. Pilatus wijst Jezus aan en zegt: Zie de mens / kijk naar Hem. Wie op Jezus ziet, ervaart de vrijspraak van de Vader. Hij voor mij en u. Als je op Jezus ziet wordt je geweten van schuld bevrijd en wordt de aanklacht van je geweten weg genomen. Dan mag je in vrede en vrijheid wandelen met God. A;s u nog een bevlekt geweten heeft; Betert u en bekeert u en zie op Jezus en u ontvangt een rein geweten.

Pilatus werd instrument in Gods hand. Wat zegt u? Heeft Pilatus geen schuld. Neen zo werkt het niet. Pilatus blijft 100% verantwoordelijk voor zijn daad. Zijn dwaasheid en angst voor het volk stelde hem er toe in staat en God liet het door Pilatus gebeuren. Zie de mens! Woorden door God overgenomen. Woorden die mij spreken van mijn diepe val. Dit is het overblijfsel van de mens uit het Paradijs. Jezus vol wonden bebloed en bespot is beeld van mijn zonden. Zie Jezus, daar sta ik! Dat is mijn beeld van binnen vol bulten en wonden. Zie hoe hij dat alles draagt, geen klacht komt over Zijn lippen. Gewillig en  volhardend gaat hij deze weg. Straks opweg naar het kruis zal hij zich omdraaien en tot mij zeggen: weent niet om mij maar weent over u zelf.

Het is niet te beschrijven wat het betekend om onverzoent met God te sterven. Over de hel moet niet meer gepreekt worden. Daar maak je mensen bang mee. Maar buiten Jezus is er geen Hemel, maar een hel. En niemand kan ooit beschrijven wat een smart en pijn daar geleden wordt. Dus zal het zeker erger zijn dan wij ons kunnen voor stellen, want ook daar is eeuwig leven maar dan in eeuwige rampzaligheid. Maar daar is kracht in het bloed van het Lam. Wie onder dit bloed bescherming heeft gevonden, Is meer dan overwinnaar door Hem die ons heeft lief gehad. Die geniet Gods bescherming en zal toenemen in Wijsheid en kennis van onze Here Jezus Christus. Die heeft een gouden toekomst.

En voor allen die nog geen keus gemaakt hebben, spreken zijn ogen van liefde; och of gij nog heden in ziet, wat tot uw vrede dient. Wie is een Heiland als Hij die zelf door het oordeel heen gaat en onze straf draagt opdat wij in vrijheid uitgaan. O, stel niet langer uit jong en oud en komt tot Jezus.

Zie de mens! In alles wat Hij voor ons heeft geleden en aan verzoeking heeft doorstaan kan hij ons te hulp komen zoals dat staat in Heb: 2:18; ‘Want doordat Hij zelf in verzoeking geleden heeft, Kan Hij hun die verzocht worden, te hulp komen.Barabba gaat vrij uit omdat Jezus in zijn plaats gaat. Zo is het Jezus die de zondaar tegemoet treed en zegt; Zie op mij en wordt behouden, laat mij je oordeel dragen, laat Mij je vrede geven. Die het tegen de moordenaar aan het kruis zal zeggen om dat deze op Jezus zag: ‘Heden zult gij met mij in het paradijs zijn.

2 - De Romeinse soldaten en Pilatus

De mensen die direct voor Jezus’ dood verantwoordelijk waren, waren natuurlijk de Romeinse soldaten die het vonnis uitvoerden. De daadwerkelijke procedure van zijn kruisiging wordt echter niet door de evangelisten beschreven.

Als we alleen maar van de Evangeliën uit moesten gaan, zouden we niet geweten hebben wat er precies gebeurde. Er zijn echter andere documenten uit die tijd waarin de procedure van een kruisiging beschreven wordt.2 De gevangene werd eerst in het openbaar vernederd door al zijn kleren uit te trekken. Hij werd dan op zijn rug op de grond gelegd en zijn handen werden aan een horizontale balk (de patibulum) vastgespijkerd of gebonden en zijn voeten aan de verticale balk. Het kruis werd dan overeind gezet in een gat in de grond dat daarvoor gegraven was. Gewoonlijk werd er een houten pen aangebracht waarop het slachtoffer enigszins kon zitten, waardoor het volle gewicht niet aan de spijkers hing, om zo te voorkomen dat hij zou losscheuren. En daar hing hij dan, hulpeloos blootgesteld aan lichamelijke pijn, aan de spot van de omstanders, de hitte van de dag en de koude van de nacht. De kwelling duurde meestal een paar dagen.

Dit alles wordt niet door de schrijvers van de Evangeliën vermeld. Als we alle gegevens die zij doorgeven bij elkaar voegen, dan lijkt het erop dat Jezus naar Romeins gebruik, eerst zijn eigen kruis naar de plaats van de terechtstelling moest dragen. Vermoedelijk struikelde Hij echter onder het gewicht daarvan, want een zekere Simon uit Cyrene in Noord-Afrika, die op dat moment juist de stad binnenkwam, werd gedwongen het kruis van Jezus te dragen. Toen ze aankwamen op de plaats Golgotha (wat schedelplaats betekent), werd Jezus wat wijn met mirre vermengd aangeboden, wat als een soort verdovingsmiddel gebruikt werd om de pijn te verlichten. Maar hoewel Hij die volgens Mattheüs wel proefde, weigerde Hij die te drinken.

Vervolgens schrijven alle vier de evangelisten eenvoudigweg ‘en zij kruisigden Hem’ (Matth. 27:32-35; Marc. 15:21-25; Luc. 23:26-33; Joh. 19:17-18). Dat is alles. Daaraan voorafgaand hebben ze min of meer gedetailleerd beschreven hoe de soldaten Hem in het Praetorium (de verblijfplaats van de stadhouder) bespot hebben: ze kleedden Hem in een purperen mantel, plaatsten een doornenkroon op zijn hoofd en gaven Hem een rietstaf in zijn rechterhand, blinddoekten Hem, spogen en sloegen Hem in het gezicht en op het hoofd en ze vroegen Hem te vertellen wie Hem geslagen had. Ze knielden ook voor Hem neer om Hem spottend hulde te brengen. Maar de evangelisten geven geen verdere bijzonderheden over de kruisiging zelf; ze verwijzen geen enkele keer naar de hamer, de spijkers of de pijn, of zelfs maar naar het bloed.

Alles wat ze ons zeggen is: ‘zij kruisigden Hem.’ Dat wil zeggen dat de soldaten hun gruwelijke plicht uitvoerden. Uit niets blijkt dat ze dat graag deden en er wordt ook niet verteld dat ze bijzonder wreed of sadistisch waren. Ze volgden alleen maar bevelen op. Het was hun taak. Ze deden wat ze moesten doen. En terwijl ze dat deden, zo vertelt Lucas ons, bleef Jezus hardop voor hen bidden ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’ (Luc. 23:34).

Hoewel de evangelisten ons de indruk geven dat de Romeinse soldaten in feite niet schuldig waren aan de kruisiging van Jezus (en ze voegen daaraan later nog toe dat de bevelvoerende centurion ten slotte tot geloof kwam, of tenminste dat het daarop leek), is dat geenszins het geval met de Romeinse stadhouder die het bevel tot de kruisiging gaf. ‘Toen gaf hij Hem aan hen over om gekruisigd te worden. Zij dan namen Jezus... en zij kruisigden Hem’ (Joh. 9:16-18). Pilatus was schuldig. In feite staat zijn schuld in ons credo geschreven, waarin gezegd wordt dat Jezus werd gekruisigd ‘onder Pontius Pilatus’.

Het is bekend dat Pilatus door keizer Tiberius werd aangesteld als procurator (d.w.z. stadhouder) over de grensprovincie Judea en dat hij die functie van 26-36 na Christus vervulde. Hij kreeg de reputatie een bekwaam administrateur te zijn, met het kenmerkende Romeinse gevoel voor ‘eerlijk spel’. Maar door de Joden werd hij gehaat omdat hij hen minachtte. Zij waren zijn provocerende daad aan het begin van zijn ambtstermijn, het binnenbrengen van de Romeinse vaandels in Jeruzalem zelf, niet vergeten. Josephus beschrijft nog één van zijn dwaasheden, namelijk dat hij het geld dat voor de tempel gegeven werd misbruikte voor het bouwen van een aquaduct.3 Velen denken dat hij in de daarop volgende opstand ‘het bloed van een aantal Galileeërs vermengd had met hun offeranden’ (Luc. 13:1). Dit zijn slechts een paar voorbeelden van zijn opvliegendheid, gewelddadigheid en wreedheid. Volgens Philo beschreef koning Agrippa I hem in een brief aan keizer Caligula als ‘een zeer onbuigzaam mens, die zowel genadeloos als koppig was’.4 Zijn alles beheersende doel was de handhaving van de openbare orde en die lastige Joden stevig onder controle te houden en zonodig ieder opstand of dreiging daarvan meedogenloos te onderdrukken.

Het beeld dat ons in de Evangeliën van Pontius Pilatus geschetst wordt, komt met deze buiten-bijbelse bronnen overeen. Toen de Joodse leiders Jezus naar hem toebrachten met de woorden: ‘Wij hebben bevonden, dat deze ons volk verleidt’ en daaraan toevoegden: ‘Hij verbiedt de keizer belasting te betalen en van zichzelf zegt, dat Hij de Christus, de Koning is’ (Luc. 23:2), kon Pilatus daar niet omheen. Bij het daarop volgende verhoor wijzen de evangelisten op twee belangrijke punten.

Ten eerste was Pilatus overtuigd van Jezus’ onschuld. Kennelijk kwam hij onder de indruk van de fiere houding, zelfbeheersing en politieke argeloosheid van zijn gevangene. Hij verklaarde dan ook drie keer dat hij geen schuld in Hem vond. De eerste verklaring legde hij af toen op vrijdagmorgen de dag aanbrak en toen het sanhedrin de zaak naar hem doorverwees. Pilatus luisterde naar hen, stelde Jezus een paar vragen en na dit voorlopig verhoor stelde hij: ‘Ik vind geen schuld in deze mens’ (Luc. 23:4; Joh. 18:38).

De tweede keer was toen Jezus terugkeerde van Herodes, die Hem eveneens verhoord had. Pilatus zei tot de priesters en het volk: ‘Gij hebt deze mens bij mij gebracht als iemand, die het volk afvallig maakt en zie, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid verhoord en in deze mens geen enkele grond gevonden voor datgene, waarvan gij Hem beschuldigt. En ook Herodes niet; want hij heeft Hem tot ons teruggezonden. En zie, er is niets door Hem bedreven, dat de dood verdient’ (Luc. 23:13-15; verg. Joh. 19:4-5). Daarop riep de menigte: ‘Kruisig Hem! Kruisig Hem!’ Pilatus antwoordde voor de derde keer: ‘Wat heeft deze dan toch voor kwaad gedaan? Ik heb niets in Hem gevonden, waarop de doodstraf staat’ (Luc. 23:22; Joh. 19:6). Bovendien werd de persoonlijke overtuiging van de stadhouder nog bevestigd door een boodschap die zijn vrouw tot hem zond: ‘Bemoei u toch niet met die rechtvaardige, want ik heb heden in een droom veel om Hem geleden’ (Matth. 27:19).
Pilatus’ herhaalde uitspraak dat Jezus onschuldig was, vormt de eigenlijke achtergrond voor het tweede punt waar de evangelisten de nadruk opleggen, namelijk zijn ingenieuze pogingen om te vermijden partij te moeten kiezen. Hij wilde Jezus niet veroordelen (omdat hij ervan overtuigd was dat Hij onschuldig was) en tegelijkertijd wilde hij Hem niet vrijspreken (aangezien de Joodse leiders geloofden dat Hij wel schuldig was). Hoe kon hij deze twee met elkaar in tegenspraak zijnde meningen verzoenen? We zien dat hij zich in allerlei bochten wringt als hij probeert Jezus vrij te laten en de Joden tevreden te stellen, dat wil zeggen tegelijkertijd rechtvaardig en onrechtvaardig te zijn. Hij probeert dat op vier manieren.

Ten eerste, als hij hoort dat Jezus een Galileeër is en daarom onder de jurisdictie van Herodes valt, zendt hij Hem voor verhoor naar Herodes in de hoop dat hij zijn verantwoordelijkheid om een beslissing te nemen op hem kan afschuiven. Maar Herodes zendt Jezus terug zonder Hem veroordeeld te hebben (Luc. 23:5-12).

Ten tweede probeert hij halve maatregelen te nemen: ‘Ik zal Hem dus geselen en dan loslaten!’ (Luc. 23:16, 22). Hij hoopte dat de menigte tevreden zou worden gesteld met iets minder dan de doodstraf en dat hun bloeddorst zou overgaan als ze zijn opengescheurde rug zouden zien. Dat was verachtelijk. Want als Jezus onschuldig was, zou Hij onmiddellijk vrijgelaten moeten worden zonder eerst gegeseld te worden.

Ten derde probeerde hij het juiste te doen (Jezus vrijlaten) vanuit een verkeerde motivatie (omdat de menigte Hem zou willen vrijlaten). Zich herinnerend dat het de gewoonte van de stadhouder was om op het paasfeest de een of andere gevangene amnestie te verlenen, hoopte hij dat het volk Jezus voor deze gunst zou kiezen. Dan zou hij Hem uit clementie in plaats vanuit rechtvaardigheid vrij kunnen laten. Het was een slim, maar tevens een schandelijk idee en de menigte verijdelde zijn plan door in plaats daarvan de vrijlating te eisen van een beruchte misdadiger en moordenaar, Barabbas. Ten vierde probeerde hij plechtig te verklaren dat hij onschuldig was. Hij nam een schaal water en waste ten aanschouwen van de menigte zijn handen en zei: ‘Ik ben onschuldig aan zijn bloed’ (Matth. 27:24). Toen, nog voor zijn handen droog waren, gaf hij Jezus over om gekruisigd te worden. Hoe kon hij zo’n grote schuld op zich laden direct nadat hij zichzelf onschuldig had verklaard?

Het is gemakkelijk Pilatus te veroordelen en geen oog te hebben voor ons eigen, eveneens vaak slinkse gedrag. We proberen maar al te vaak onder onze volledige toewijding aan Christus uit te komen door ook allerlei uitvluchten te zoeken.We laten de beslissing graag aan een ander over, of we nemen onze toevlucht tot een compromis, of we eren Jezus om de verkeerde reden (bijv. als leraar en niet als Heer), of we belijden Hem met de mond en in ons hart verloochenen we Hem.

In het verhaal van Lucas staan drie dingen die erop wijzen wat Pilatus uiteindelijk zou gaan doen: ‘hun geschreeuw werd al sterker’, ‘Pilatus besliste, dat aan hun eis moest worden voldaan’ en ‘hij gaf Jezus over aan hun wil’ (Luc. 23:23-25). Hun geschreeuw, hun eis, hun wil; daar bezweek Pilatus voor. Hij wilde Jezus vrijlaten (Luc. 23:20), maar hij wilde ook de schare tevreden stellen (Marc. 15:15). De menigte won. Waarom? Omdat ze tot hem zeiden: ‘Indien gij deze loslaat, zijt gij geen vriend van de keizer; een ieder, die zich koning maakt, verzet zich tegen de keizer’ (Joh. 19:12). Daarmee was de zaak beklonken. Hij moest kiezen tussen eer en ambitie, tussen principe en pragmatisme. Hij had al drie keer eerder moeilijkheden met keizer Tiberius gehad. Een vierde keer kon hij zich niet veroorloven.

Natuurlijk, Jezus was onschuldig, natuurlijk, het recht eiste dat hij Hem zou loslaten. Maar hoe kon hij voor de onschuld en het recht opkomen als hij daarbij geen rekening hield met de wil van het volk, geen rekening hield met de nationale leiders en bovenal als hij daardoor een opstand zou ontketenen, waardoor hij de gunst van de keizer zou verspelen? Zijn geweten werd overschreeuwd door de luide kreten van het pragmatisme. Hij koos voor het compromis omdat hij een lafaard was.

3 - Zijn bloed over ons en over onze kinderen!

Wat een uitroep! Terwijl Pilatus alles eraan deed om Jezus vrij te krijgen, antwoordden de Joden in Jeruzalem met het uitspreken van een vervloeking over henzelf. Pilatus waste zijn handen en zei: “ik ben onschuldig aan het bloed van deze” (Matt. 27:24), wat niet betekent dat dit waar is. In antwoord daarop zeiden
de Joden dat zij bereid waren de bloedschuld op zich te nemen, indien Hij toch onschuldig mocht zijn.

Wat een haat klonk er uit deze woorden, een onrealistische, onbezonnen, haast demonische haat. Wie is er bereid om zijn eigen leven veil te geven, opdat iemand veroordeeld zal worden? En meer dan dat nog, wie legt er nu het leven van zijn eigen kinderen in de waagschaal om iemand veroordeeld te krijgen? Dat gaat toch alle perken te buiten. Het is alsof ze zó verblind zijn door haat, dat ze niet meer weten wat ze zeggen. En toch hebben ze het gezegd, die vreselijke woorden. Ze hebben het bloed van de Onschuldige over zich afgeroepen.

De vervulling

Met betrekking tot de vervulling van deze uitspraak moeten we zeer voorzichtig te werk gaan. Als er een vervulling van deze woorden is, dan ligt deze m.i. in het jaar zeventig na Christus, toen Titus de stad Jeruzalem veroverde, haar met de grond gelijk maakte, de tempel verwoestte en de inwoners doodde, wegjoeg of in de puinhopen achterliet.

Ik denk dat een woord van de Heer Jezus Zelf in Lucas 19:43-44, aanleiding geeft om aan deze gebeurtenis te denken: ‘Want er zullen dagen over u [d.i. de stad Jeruzalem] komen dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen en u zullen omsingelen en u van alle zijden benauwen; en zij zullen u met de grond gelijkmaken met uw kinderen in u; en zij zullen geen steen op de andere steen laten, aangezien u de tijd waarin naar u werd omgezien, niet hebt erkend’. Vooral de laatste zin geeft aanleiding om een verband te leggen tussen deze profetie van de Heer Jezus, de verwoesting onder Titus en het bloed over de inwoners van Jeruzalem. De Koning werd niet erkend, maar verworpen. Maar een enorm verschil tussen Jezus en de
inwoners van Jeruzalem moet opgemerkt worden! Jezus weende over deze toekomstige gebeurtenis! Hoewel Hij wist dat deze mensen vol haat tegenover Hem zouden schreeuwen, had Hij hen lief! Wat een liefde.

Voorzichtigheid is geboden

Ik heb het bovenstaande met enige voorzichtigheid en aarzeling geschreven, en wel om twee redenen. Ten eerste kunnen we wel degelijk de vraag stellen: Is het zo dat wanneer iemand een oordeel over zich afroept, God dat oordeel ook aan hem voltrekt? Maakt God het oordeel waarom men vraagt, tot een oordeel dat Hijzelf uitoefent? Lucas 19:43-44 laat zien dat de verwoesting van Jeruzalem het gevolg was van het niet erkennen van de Koning. Maar betekent dit ook dat bij de verwoesting van Jeruzalem, de woorden ‘zijn bloed over ons en onze kinderen’ vervuld zijn? Deze woorden zijn in onwetendheid gesproken (Hand. 3:17), én ze zijn niet door God gesproken. Maar als ze vervuld zijn, dan moet het in het jaar zeventig na Christus zijn geweest. Dan is het een oordeel over Jeruzalem en haar inwoners in die generatie, en dan ook uitsluitend dan en daar.

Dat brengt mij tot de tweede reden. Hoe vaak zijn de woorden ‘zijn bloed over ons en over onze kinderen’ niet aangehaald om het lijden dat het Joodse volk door de hele geschiedenis heen getroffen heeft, te rechtvaardigen. Ze hebben bloedschuld op zich geladen, zo zegt men dan. Moeten u of ik soms bloedschuld van onze over, over, over, overgrootouders dragen? Toch is dat wat men vaak gedaan heeft met deze woorden. Is het lijden van het Joodse volk door de geschiedenis heen zo simpel te verklaren? Is het eerlijk om de bloedschuld die de mensen in Jeruzalem op die dag over zich afgeroepen hebben, aan het Joodse volk toe te rekenen tot op de dag van vandaag? Ja, God bezoekt de zonden van wie Hem haten aan kinderen tot in het vierde geslacht (Ex. 20:5; Num. 14:18; Deut. 5:9). Dat vierde geslacht is al lang voorbij! De eerste generaties hebben de misère ondervonden van de verwoesting van Jeruzalem.

De bloedschuld is echter afgeroepen over de mensen in Jeruzalem en hun kinderen. Zijn het ook niet dezen waarover Jezus spreekt in Lucas 19:43-44? Laten we ook maar eens aandachtig kijken naar verzen die

hiermee in verband staan. Dan zullen we snel zien dat degenen die verantwoordelijk gehouden werden voor de dood van de Heer Jezus, de mensen van Jeruzalem in die dagen waren. Let op het woord ‘gij’. Handelingen 2:23 en 36 werden door Petrus te Jeruzalem gesproken op de Pinksterdag. Petrus sprak in Handelingen 3:15 ook te Jeruzalem (zo ook in Hand. 4:10; 5:30). Ook Stefanus noemde hetzelfde verwijt te Jeruzalem (Hand. 7:52). Het is dan ook niet verwonderlijk dat de raad bang werd van dit verwijt (Hand. 5:28). Is het niet tekenend dat ze zelf verwijzen naar hun uitspraak door te zeggen: ‘gij wilt het bloed van deze mens op ons doen neerkomen’?

Heel anders klinkt het opeens wanneer Paulus te Antiochië in Pisidië tot de Joden in de synagoge spreekt (Hand. 13:14-16, 26). Tegen hen wordt helemaal niet gezegd dat ze schuldig zijn aan de moord op de Heer Jezus Christus. Paulus zegt tegen hen: ‘Want zij die in Jeruzalem wonen en hun oversten hebben Hem niet gekend, en de stemmen van de profeten, die op elke sabbat gelezen worden, hebben zij door Hem te veroordelen vervuld; en hoewel zij geen doodsschuld vonden, vroegen zij Pilatus dat Hij zou worden gedood’ (Hand. 13:27-28). Natuurlijk zit er hier een geografisch element en een tijdselement in de  rede (prediking) van Paulus. Toch vinden we niet dat Paulus iets zegt tegen deze Joden in de trant van: “en jullie zijn net als dezen in Jeruzalem schuldig aan zijn veroordeling, eenvoudigweg omdat jullie Joden zijn”. Nee, niet elke Jood heeft deze bloedschuld op zijn hoofd. Laten wij eerlijk zijn. Als wij de Joden vandaag deze bloedschuld persoonlijk toerekenen, dan moeten wij onszelf ook de zonde van Pilatus en de Romeinen toerekenen. Of denken wij dat wij onze handen kunnen wassen in onschuld, terwijl wij de Joden schuldig verklaren? Door zo te denken hebben de Joden, vooral van de zijde van de christenen, heel veel te lijden gehad door de eeuwen heen.

Een genadig God

Laten we nog even terugkeren naar de toespraak van Paulus in Handelingen 13. Wat wil hij zijn Joodse toehoorders nu precies vertellen? Waartoe dient zijn betoog. We vinden het in vers 38: ‘Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Hem u vergeving van zonden verkondigd wordt’. Paulus verkondigt hun de redding door het bloed van de Heer Jezus. Niet een oordeel omwille van het bloed van de Heer Jezus, maar redding door het bloed van de Heer! Zouden wij dan kunnen beweren dat elke Jood een bloedschuld met zich meedraagt, omdat zijn verre voorvaders Jezus hebben vermoord?

Hetzelfde vinden we ook in Handelingen 5 te Jeruzalem. Het antwoord dat de apostelen gaven op de vraag van de hogepriester en de raad of zij het bloed van Jezus op hen wilden laten neerkomen, was tweeledig. Ten eerste bevestigden zij nogmaals hun schuld met betrekking tot de dood van Christus (vs. 30). Maar vervolgens verkondigden de apostelen dat nu

juist door deze Man bekering en vergeving van zonden mogelijk was (vs. 31). We vinden bij de apostelen niets in de trant van: ‘Jullie hebben een bloedschuld en dus moeten jullie het nu maar weten’. Nee, ze verkondigen de redding door het bloed van de Heer Jezus. Elke Jood staat even schuldig voor God, zoals dat voor elke niet-Jood het geval is, en omgekeerd. Zowel Joden als  heidenen, ieder mens heeft Gods vergeving nodig en heeft het nodig om te mogen schuilen achter het bloed  van de Heer Jezus. Elke Jood staat schuldig voor God, eenvoudigweg omdat hij een zondaar is, en om geen andere reden. En zo staat ook elke heiden schuldig voor God, eenvoudigweg omdat hij een zondaar is.

Waren het trouwens niet allereerst de Joden te Jeruzalem die het heil en de redding door het bloed van de Heer Jezus kregen aangeboden (Hand. 3:19)? Zijn niet allereerst dáár mensen toegevoegd aan de kring van hen die behouden moesten worden (Hand. 2:47)? En is het van dááruit niet tot ons gekomen? Laten wij maar bidden voor de Joden vandaag dat ook zij de Heer  Jezus mogen gaan zien als hun Redder. Het is voor hen nog moeilijker dan voor ons, want zij hebben tot  dusver altijd lijden te verduren gehad uit naam van Jezus van Nazaret. En daar zijn christenen aan schuldig. Laten wij evenzeer bidden voor hen als voor onze buren, onze collega’s, onze familie, enz. Dan zullen wij net zoals de Heer Jezus genadig zijn, in plaats van veroordelend.
    Terug naar het overzicht van alle platen? Klik HIER
               

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)