HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                                                                                     

Bijbels Prentenboek - 009 - Jakob zegent zijn zonen en sterft

Van het boek of de maker van de prenten zijn verder geen gegevens bekend.

Gedrukt in 1672 in Lunenburg. Nu aangevuld met de verhalen uit de Bijbel door s.j.s

   Overzicht van alle platen


Jakob zegent zijn zonen en sterft

Genesis XLIX 1-33 - Jakob zegent zyne zoonen en sterft

Hier 1 Daarna riep Jakob zijn zonen, en hij zeide: Verzamelt u, en ik zal u verkondigen, hetgeen u in de navolgende dagen wedervaren zal.
 
2 Komt samen en hoort, gij, zonen van Jakob! en hoort naar Israël, uw vader.

3 Ruben! gij zijt mijn eerstgeborene, mijn kracht, en het begin mijner macht; de voortreffelijkste in hoogheid, en de voortreffelijkste in sterkte!
 
4 Snelle afloop als der wateren, gij zult de voortreffelijkste niet zijn! want gij hebt uws vaders leger beklommen; toen hebt gij het geschonden; hij heeft mijn bed beklommen!
 
5 Simeon en Levi zijn gebroeders! hun handelingen zijn werktuigen van geweld!

6 Mijn ziel kome niet in hun verborgen raad; mijn eer worde niet verenigd met hun vergadering! want in hun toorn hebben zij de mannen doodgeslagen, en in hun moedwil hebben zij de ossen weggerukt.
 
7 Vervloekt zij hun toorn, want hij is heftig; en hun verbolgenheid, want zij is hard! ik zal hen verdelen onder Jakob, en zal hen verstrooien onder Israël.
 
8 Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen.
 
9 Juda is een leeuwenwelp! gij zijt van den roof opgeklommen, mijn zoon! Hij kromt zich, hij legt zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan?
 
10 De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn.
 
11 Hij bindt zijn jongen ezel aan den wijnstok, en het veulen zijner ezelin aan den edelsten wijnstok; hij wast zijn kleed in den wijn, en zijn mantel in wijndruivenbloed.
 
12 Hij is roodachtig van ogen door den wijn, en wit van tanden door de melk.

13 Zebulon zal aan de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon.
 
14 Issaschar is een sterk gebeende ezel, nederliggende tussen twee pakken.

15 Toen hij de rust zag, dat zij goed was, en het land, dat het lustig was, zo boog hij zijn schouder om te dragen, en was dienende onder cijns.
 
16 Dan zal zijn volk richten, als een der stammen Israëls.

17 Dan zal een slang zijn aan den weg, een adderslang nevens het pad, bijtende des paards verzenen, dat zijn rijder achterover valle.
 
18 Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE!

19 Aangaande Gad, een bende zal hem aanvallen; maar hij zal haar aanvallen in het einde.
 
20 Van Aser, zijn brood zal vet zijn; en hij zal koninklijke lekkernijen leveren.
 
21 Nafthali is een losgelaten hinde; hij geeft schone woorden.

22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.
 
23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;
 
24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;
 
25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!
 
26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!
 
27 Benjamin zal als een wolf verscheuren; des morgens zal hij roof eten, en des avonds zal hij buit uitdelen.
 
28 Al deze stammen van Israël zijn twaalf; en dit is het, wat hun vader tot hen sprak, als hij hen zegende; hij zegende hen, een iegelijk naar zijn bijzonderen zegen.
 
Dood van Jakob

29 Daarna gebood hij hun, en zeide tot hen: Ik word verzameld tot mijn volk: begraaft mij bij mijn vaders, in de spelonk, die is in den akker van Efron, den Hethiet;
 
30 In de spelonk, welke is op den akker van Machpéla, die tegenover Mamre is, in het land Kanaän, die Abraham met dien akker gekocht heeft van Efron, den Hethiet, tot een erfbegrafenis.
 
31 Aldaar hebben zij Abraham begraven, en Sara, zijn huisvrouw; daar hebben zij Izak begraven, en Rebekka, zijn huisvrouw; en daar heb ik Lea begraven.
 
32 De akker, en de spelonk, die daarin is, is gekocht van de zonen Heths.

33 Als Jakob voleind had aan zijn zonen bevelen te geven, zo legde hij zijn voeten samen op het bed, en hij gaf den geest, en hij werd verzameld tot zijn volken. 

BIJZONDERE GEBEURTENIS: JAKOB ZEGENT ZIJN KINDEREN

“Jakob liet al zijn zonen bij zich roepen en zei: „Kom allemaal hier, dan zal ik jullie vertellen hoe het je in de toekomst zal vergaan. Kom hier en luister naar Israël, je vader‟.”
Jakob heeft een laatste onderhoud met zijn twaalf zonen. Zijn zonen zijn meer dan individuele personen. Elke zoon vertegenwoordigt een stamgeschiedenis. Elke stam bestaat natuurlijk uit mannen en vrouwen. Voor elke zoon heeft Jakob een eigen boodschap. Die boodschap gaat zowel over het verleden, het heden en de toekomst van elke zoon. De woorden van Jakob zijn geladen woorden, op maat van elk kind en diens stam. Ze worden zegeningen genoemd.

Een bijbelse zegen is een sterk dynamisch woord, dat goddelijke levensenergie bevat. Het voert uit wat het zegt. Het doet wat het zegt. Ouders geven niet alleen het leven aan hun kind door het te verwekken en te baren. Ze geven het ook leven wanneer zij hun kroost zegenen.
Zonder zegen is hun oudertaak onaf. Zegenen is een alternatieve verwekkingsdaad. Ze plaatsen het kind binnen de levenstroom van God zelf.
Vader en moeder wensen hun kinderen het allerbeste toe. Lovend en prijzend spreken over het kind mag echter nooit vleierij, overdrijving of leugen worden. 

Kinderen hebben ook fouten. Net als de ouders trouwens. Zich richtend tot zijn kinderen, één na één, is Jakob zo eerlijk zowel de schaduwzijden als de lichtzijden van zijn dierbare kinderen onder woorden te brengen. Sommige kinderen verdienen niets dan lof en waardering. Anderen evenwel krijgen
een licht of scherp verwijt te horen. Weer anderen staan onder zware kritiek omwille van begane stommiteiten. Altijd worden ze uiteindelijk aangemoedigd om zich te herpakken, om nieuwe ongebaande wegen op te gaan, om meer en meer zichzelf te worden in het licht van de Onuitsprekelijke.

Jakob prikkelt zijn kinderen, vuurt ze aan, troost ze en stuwt ze de goede richting uit. Zijn laatste „bezoek‟ aan zijn kinderen is zowel kritiek als bevestiging. Jakob spreekt heldere, maar beeldrijke taal. Bij het negatieve blijft hij niet staan, ofschoon hij het ook onverbloemd aanklaagt. De nadruk ligt duidelijk op openstaande, positieve levensmogelijkheden. 

Mooi is het wanneer hij zijn zonden vergelijkt met dieren of planten. De een noemt hij een leeuw of een ezel (het gaat dan wel over een oosterse ezel die een alom gewaardeerd dier is omwille van zijn trouw, trek- en draagkracht…), een slang of een hinde, weer een ander een wijnstok of een fruitboom.

Elk kind heeft zijn eigen onvervangbare en unieke waarde. Kinderen vullen elkaar aan. Saai zou het zijn indien ze enkel kopijen van elkaar zouden zijn. Wanneer de zonen (of stammen) één na één voorbijkomen, vallen de volgende schakeringen en tinten in hun persoonlijkheid op:

Ruben, de oudste is een voortvarende geweldenaar. Hij is verantwoordelijk om vaart in de groep te houden.

Simeon is de man die als geleerde met een hoog IQ, aandachtig moet luisteren in alle richtingen.

Levi moet erop toezien dat hij alle mensen met elkaar verzoent. Simeon en Levi hebben zich samen ooit schuldig gemaakt aan grote brutaliteiten. De stam

Juda geeft leidersfiguren en koningen. Juda heeft het charisma van de gezagsuitoefening. Hij staat in voor lofprijzing, dank en geloofsbelijdenis. Die betekenissen zitten allemaal in zijn naam.

Issakar is de student, de vorser. Hij doorgrondt het heilig boek en wordt een getalenteerd leraar.

Zebulon zorgt voor een gezonde economie. Een gewiekst handelaar is hij. Geen groot licht, maar een slimme koopman.
Gad is een vechter. Een man of een stam die in de frontlinie leeft en constant op zijn hoede moet zijn, kortom een vechtersbaas.

Asjer is het zonnetje van de groep. Altijd opgewekt, een gulle lach; hij bekijkt het leven langs de mooiste kant, denkt altijd positief en prijst zichzelf gelukkig een kind van God te zijn.

Naftali is de boer, leeft mee met de seizoenen. Met voldoening ziet en bewondert hij hoe de aarde vruchten voortbrengt. Een groene jongen, een natuurmens die van de fauna en de flora houdt. In hem schuilt daarenboven een groot redenaarstalent.

Jozef heeft een enorm familiegevoel en loopt voor zijn zussen en broers door het vuur. Een zuivere familiemens is hij.

Benjamin. Samen met Jozef heeft hij een voetje voor bij zijn ouders. Een schat
van een kind dat enorm veel te lijden heeft. Een doorbijtertje, erg sympathiek, erg aanhankelijk en vertederend.

Opmerkelijke zegen die Jacob gaf aan Jozef
 
De vraag die nog wel eens wordt gesteld is, wat houdt de zegen in die Jakob aan zijn zoon Jozef gaf. Van alle zegeningen aan zijn zonen, vallen die aan Juda en Jozef speciaal op. In de zegening aan Jozef refereert Jakob aan wat Jozef is overkomen en aan de positie, waarin hij door God in staat werd gesteld om zijn familie te bewaren. Wat Jakob over hem zegt valt in twee gedeelte uiteen. Het eerste deel gaat over wat geweest was en nog was en het tweede deel gaat over wat nog komen moest.

Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur. De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat; Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israels; Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder! De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!(Genesis 49:22-26)

We nemen de zegeningen vers voor vers door

vers 22: Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.

Over de vruchtbaarheid lezen we dat Jozef twee zonen had. En ook dat Jozef zijn achterkleinkinderen heeft gezien.

En Jozef zag van Efraim kinderen, van het derde gelid; ook werden de zonen van Machir, den zoon van Manasse, op Jozefs knieen geboren. (Genesis 50:23).

Dezen nu zijn de tien duizenden van Efraim, en dezen zijn de duizenden van Manasse!
(Deuteronomium 33:17b)

vers 23: De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;

Het is duidelijk dat het hier gaat over de broers van Jozef, die hem gehaat hebben, en over hen lezen wij o.a.:

En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij! En zij naderden. Toen zeide hij: Ik ben Jozef, uw broeder, dien gij naar Egypte verkocht hebt. (Genesis 45:4)

Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden. (Genesis 50:20)

vers 24: Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israels;

Hier lezen we dat de boog van Jozef in stijvigheid is gebleven. Andere vertalers vertalen 'in stijvigheid' met: op spanning, stevig, in oude staat, sterk. Dit wil zeggen dat Jozef staande is gebleven en wel door de handen van de Machtige Jakobs.

Daarna staan er de woorden: daarvan is hij een herder, een steen Israels

Het mag duidelijk zijn dat hier over het leven van Jozef in Egypte werd gesproken.

Er wordt in Genesis het volgende van hem gezegd:

Doch God heeft mij voor uw aangezicht henen gezonden, om u een overblijfsel te stellen op de aarde, en om u bij het leven te behouden, door een grote verlossing. (Genesis 45:7)
 
Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden. (Genesis 50:20)

Jozef is hier een type van onze Here Jezus Christus, Die nog méér dan een grote verlossing tot stand heeft gebracht, namelijk een eeuwige verlossing. En een ieder die in Hem gelooft zal behouden worden en deel krijgen aan deze grote en eeuwige verlossing.

Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. (Hebreën 9:11-12)

Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij. En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders. Ik en de Vader zijn een. (Johannes 10:27-30)

De echte Steenrots en Herder Israëls is God Zelf (en de Here Jezus Christus).

(De NBG gaat er van uit dat dit Bijbelgedeelte niet op Jozef maar op God Zelf van toepassing is en vertaalt dan ook met: "daar de Steenrots Israëls zijn herder is").

Over deze echte Steenrots (Hebr.: sela = (spitse) rots) of Rotssteen (Hebr.: Tsuwr = rots, steen) van Israël lezen wij o.a. in Deuteronomium, Samuël, de Psalmen, Jesaja en andere plaatsen in de Bijbel.

Want ik zal den Naam des HEEREN uitroepen; geeft onzen God grootheid! Hij is de Rotssteen, Wiens werk volkomen is; want al Zijn wegen zijn gerichte. God is waarheid, en is geen onrecht; rechtvaardig
en recht is Hij (Deuteronomium 32:3-4)

Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft, hebt gij vergeten; en gij hebt in vergetenis gesteld den God, Die u gebaard heeft.
(Deuteronomium 32:18)

Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?
(Psalm 18:32 en 2 Samuël 22:32)

Hij zeide dan: De HEERE is mij mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper.
(2 Samuel 22:2)
 
De God Israels heeft gezegd, de Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: Er zal zijn een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods.
(2 Samuel 23:3)

Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk daarin te gaan; Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen, want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg.
(Psalm 71:3)
 
Hij zal Mij noemen: Gij zijt mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils! (Psalm 89:26)
 
Want gij hebt den God uws heils vergeten, en niet gedacht aan den Rotssteen uwer sterkte  (Jesaja 17:10a)
 
Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige Rotssteen (Jesaja 26:4)

Verschrikt niet, en vreest niet; heb Ik het u van toen af niet doen horen en verkondigd? Want gijlieden zijt Mijn getuigen: is er ook een God behalve Mij? Immers, is er geen andere Rotssteen: Ik ken er geen? (Jesaja 44:8)

De Here Jezus wordt in 1 Korinthe de Steenrots genoemd.

En allen denzelfden geestelijken drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Christus. (1 Korinthe 10:4)

Ook is de Here Jezus de Rots der ergernis en de Steen des aanstoots, namelijk de Steen waarover men valt.

En wie op dezen steen valt, die zal verpletterd worden; en op wien hij valt, dien zal hij vermorzelen. (Mattheüs 21:44)
 
Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. (Romeinen 9:33 en Jesaja 28:16)

Over God (of de Here Jezus) als Herder staat o.a. geschreven:

En hij zegende Jozef, en zeide: De God, voor Wiens aangezicht mijn vaders, Abraham en Izak, gewandeld hebben, die God, Die mij gevoed (Ra'ah) heeft, van dat ik was, tot op dezen dag

(Genesis 48:15)

(Het woord wat hier vertaald is met "gevoed", wordt op de meeste andere plaatsen vertaald met 'weiden' of 'herder').
 
Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder (Ra'ah), mij zal niets ontbreken.
(Psalm 23:1)
 
Verlos Uw volk, en zegen Uw erve, en weid (Ra'ah) hen, en verhef hen tot in eeuwigheid. (Psalm 28:9)

Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen.
(Johannes 10:11)

Er zijn ook mensen, zoals David, de Richters en Kores, die namens de HEERE het volk Israël zouden weiden of herder over Israël zouden zijn. Ook zij zijn hierin typen van de Here Jezus Christus.

ook heeft de HEERE tot u (David) gezegd: Gij zult Mijn volk Israel weiden, en gij zult tot een voorganger zijn over Israel.
(2 Samuël 5:2b en 1 Kronieken 11:2b)
 
Overal, waar Ik gewandeld heb met geheel Israel, heb Ik wel een woord gesproken tot een van de richters van Israel, denwelken Ik gebood Mijn volk te weiden
(1 Kronieken 17:6a))

Die van Kores zegt: Hij is Mijn herder, en hij zal al Mijn welgevallen volbrengen; zeggende ook tot Jeruzalem: Word gebouwd; en tot den tempel: Word gegrond.
(Jesaja 44:28)

Tot dusver (vs. 22-24) spreekt Jakob over het verleden en heden van Jozef. In het volgende gedeelte (vs. 25-26) spreekt hij over de zegen, die over Jozef zal komen.

vers 25: Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!

Deze zegening gaat over aardse zaken en betreft zegeningen van boven uit de hemel, van beneden uit de afgrond en van de borsten en de baarmoeder. De eerste twee gaan over de vruchtbaarheid van het land en de laatste gaat over de vruchtbaarheid van het nageslacht
(Jozef is een vruchtbare tak).
Dit laatste was ook al aan Efraïm en Manasse beloofd.

Ook in Deuteronomium komen wij deze zegeningen tegen, maar nu uitgesproken door Mozes.

En van Jozef zeide hij: Zijn land zij gezegend van den HEERE, van het uitnemendste des hemels, van den dauw, en van de diepte, die beneden is liggende; En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de uitnemendste voortzetting der maan; En van het voornaamste der oude bergen, en van het uitnemendste der eeuwige heuvelen; En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en van de goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome de zegening op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen! Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen zijns osses, en zijn hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de volken te zamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu zijn de tien duizenden van Efraim, en dezen zijn de duizenden van Manasse!
(Deuteronomium 33:13-17)

Uit wat Mozes hier zegt, blijkt duidelijk dat het om aardse zegeningen gaat. 'Zijn land zij gezegend' heeft te maken met de vruchtbaarheid. De vruchtbaarheid van de baarmoeder wordt in dit tekstgedeelte niet genoemd, maar wel de tienduizenden van Efraïm en duizenden van Manasse.

Dan tenslotte nog vers 26

vers 26: De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!

Hier wordt gezegd dat de zegeningen van zijn vader de zegeningen van de voorvaderen te boven gaan.

Deze tekst wordt verschillend vertaald. Het probleem in deze tekst is, dat het Hebreeuwse woord 'harah' dat met 'voorvaderen' is vertaald 'zwanger worden' betekent. De Statenvertaling vertaalt dit woord dan ook altijd, behalve hier, met 'zwanger worden/zijn', 'ontvangen' en 'baren'.

Sommige andere vertalers vertalen met 'oude bergen' en volgen hiermee de Septuaginta.

In vers 25 gaat het over de 'zegeningen der borsten en der baarmoeder'. Vers 26 sluit hier keurig bij aan als het spreekt over zwanger zijn, maar de Septuaginta verbindt dit woord met de oude bergen, en vers 26 vervolgt dan ook met 'tot aan het einde van de eeuwige heuvelen'. Of 'voorvaderen' dan ook de juiste vertaling is, is maar zeer de vraag.

Maar laten we verder gaan. Ezechïel schrijft ook over de bergen en hoogten, namelijk in Israël. En Habakkuk schrijft over de bergen en heuvelen in het land (of: op de aarde).

En gij, mensenkind! profeteer tot de bergen Israels, en zeg: Gij bergen Israels! hoort des HEEREN woord. Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat de vijand van u zegt: Heah! zelfs de eeuwige hoogten zijn ons ten erve geworden! (Ezechiël 36:1-2)

Hij stond, en mat het land, Hij zag toe, en maakte de heidenen los, en de gedurige (Hebr.: ad = altoos) bergen zijn verstrooid geworden; de heuvelen der eeuwigheid (Hebr.: owlam = eeuwig) hebben zich gebogen; de gangen der eeuw (Hebr.: owlam = eeuwig) zijn Zijne.
(Habakkuk 3:6)

Het gaat hier dan ook om de toekomende dingen op aarde, zoals ook in Deuteronomium werd voorzegd. Deze aardse zegeningen werden ook aan Abraham, Izak, Jakob en zijn zonen beloofd.

De zegen die Jakob van Izak ontvangen had, zie je, in tweeën gesplitst, terug bij Jozef en Juda.

God zal u geven van de dauw des hemels en van de vette streken der aarde, en overvloed van koren en most.
(Genesis 27:28)

Volken zullen u dienen, en natien zich voor u nederwerpen; wees heerser over uw broederen, en de zonen uwer moeder zullen zich voor u nederbuigen. Wie u vervloekt, zij vervloekt, en wie u zegent, zij gezegend. (Genesis 27:29)

Vers 28 zien wij terug in de zegening van Jakob aan Jozef. Vers 29 zien wij bij Jozef in Egypte, en daarna in de zegening van Jakob aan Juda.

Lees Genesis 27:28-29 (hierboven), Genesis 49:25, Deuteronomium 33:13-17 en Genesis 49:8

Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds (Genesis 49:25)

En van het uitnemendste der aarde en haar volheid  (Deuteronomium 33:16 - volledige tekst is hierboven al geciteerd)

Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen. (Genesis 49:8)

Slotopmerking:

Duidelijk mag zijn dat Jozef een grote zegen kreeg betreffende de vruchtbaarheid van het land en de komende geslachten. Als wij daarnaast echter lezen over de zegen die Juda van Jakob ontving, moeten we constateren dat die zegen de grootste was.

Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen. Juda is een leeuwenwelp! gij zijt van den roof opgeklommen, mijn zoon! Hij kromt zich, hij legt zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan? De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn. (Genesis 49:8-10)

Tegen Juda werd gezegd, dat al zijn broers voor hem zouden buigen. En daarnaast dat Silo (Christus) zou komen en dat alle volken Hem zouden gehoorzamen. Wij weten uit het Woord van God dat Christus uit Juda is voortgekomen, Hij de Zoon van David en de Zoon van God, voor Wie eens alle knie zich zal buigen.

 Terug naar startpagina van deze serie Slideshow  van deze serie        

   Bekijk hier de dia-show van de prenten   


Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)