HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                            

Strijden voor het allerheiligste geloof !

Lees de Bijbel   De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 204 - Bidden doe je ook voor anderen !

De brief van Judas (Nieuwe Testament)

Lees deze brief eerst eens rustig voor je zelf en daarna onderstaande toelichting. Wat je misschien bij eerste lezing niet begreep zal je dan duidelijk worden. Mocht je nog vragen hebben, dan kunt u die altijd mailen.

Eerst hier dan de brief:

1 Judas, een dienstknecht van Jezus Christus en een broeder van Jakobus, aan de geroepenen, die in God, de Vader, geliefd en voor Jezus Christus bewaard zijn: 2 barmhartigheid, vrede en liefde worde u vermenigvuldigd.
 
De dwaalleraars

3 Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning, tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is. 4 Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven – goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen.
 
5 Maar ik wil u te binnen brengen – gij hebt het immers alles eens voor goed vernomen – dat de Here een volk uit het land Egypte verlost heeft, maar een andermaal hen, die niet tot geloof gekomen waren, verdelgd heeft; 6 en dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder donkerheid heeft bewaard gehouden; 7 zoals Sodom en Gomorra en de steden in hun nabijheid, die op gelijke wijze als genen haar hoererij hebben botgevierd en ander vlees achternagelopen zijn, daar liggen als voorbeeld, onder een straf van eeuwig vuur.
 
8 Desgelijks bezoedelen ook deze dromenzieners hun vlees, verwerpen wat heerschappij heet en lasteren de heerlijkheden.
 
9 Maar Michaël, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zeide: De Here straffe u! 10 Zij echter lasteren al wat zij niet kennen en in hetgeen zij, gelijk de redeloze wezens, van nature weten, ligt hun verderf. 11 Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn opgegaan, zij zijn voor de verleiding van een Bileamsloon bezweken en door het verzet van een Korach ten onder gegaan.
 
12 Dezen zijn de schandvlekken bij uw liefdemalen, zij, die zonder schroom tezamen feesten om zichzelf te weiden; wolken, die geen water geven, daar zij door winden voorbijgejaagd worden; bomen, die in de late herfst geen vrucht geven; tweemaal gestorven zijn zij en ontworteld; 13 wilde baren der zee, die hun eigen schande opschuimen; dwaalsterren. Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd.
 
14 Ook over hen heeft Henoch, de zevende van Adam af, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Here is gekomen met zijn heilige tienduizenden, 15 om over allen de vierschaar te spannen en alle goddelozen te straffen voor al hun goddeloze werken, die zij goddeloos bedreven hebben, en voor al de harde taal, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.
 
16 Dit zijn de morrenden, mokkend om hun lot, wandelende naar hun begeerten, maar hun mond spreekt hoogdravend, als zij om des voordeels wil (de mensen) in hun gezicht vleien.
 
De roeping der lezers

17 Gij echter, geliefden, herinnert u de woorden, die vóór dezen gesproken zijn door de apostelen van onze Here Jezus Christus, 18 dat zij tot u hebben gezegd: Aan het einde des tijds zullen er spotters komen, die naar hun eigen goddeloze begeerten zullen wandelen. 19 Zij zijn het, die scheuringen maken, natuurlijke mensen, die de Geest niet hebben. 20 Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de heilige Geest, 21 verwachtende de ontferming van onze Here Jezus Christus ten eeuwigen leven. 22 En weest ook barmhartig jegens sommigen, die twijfelen, 23 redt hen door hen uit het vuur te rukken, maar weest jegens anderen barmhartig in vreze, uit afkeer zelfs van het kleed, dat door het vlees bevlekt is.
 
Slot

24 Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde, 25 de enige God, onze Heiland, zij door Jezus Christus, onze Here, heerlijkheid, majesteit, kracht en macht vóór alle eeuwigheid, èn nu èn in alle eeuwigheden! Amen.(einde van deze brief).

Nadere uitleg

IJudas en Jacobus waren broers van Jezus. Ze zijn tot geloof (Matth. 13 : 55) gekomen en noemen zich nu dienstknecht (eigenlijk slaaf) van (Hand. 1 : 14) Jezus.

Judas was van plan een brief te schrijven over het heil dat zijn lezers (Judas 3) samen hebben door het geloof in Christus. Maar er is iets gebeurd, dat zijn plan heeft veranderd.

Er zijn in de gemeente dwaalleraars gekomen en Judas is genoodzaakt tegen hen te waarschuwen. Die dwaalleraars doen zich voor als echte gelovigen, maar ze verdraaien en verminken Gods Woord. Judas noemt ze zelfs goddelozen, mensen die in feite met God niet rekenen. Daarom roept hij zijn lezers op de dwaalleraars te weerstaan en zo te strijden voor het geloof, zoals hun dat is overgeleverd van oude tijden af. Om ze in die strijd te helpen wijst Judas de valse leer die verkondigd wordt scherp aan: die dwaalleraars veranderen de genade van God in losbandigheid; die dwaalleraars verloochenen de enige Heerser en Here, Jezus Christus.

Wat het eerste betreft: ze beweren, Christus heeft ons vrijgemaakt van de zonde. Door zijn genade zijn wij ook verlost van de wet. We behoeven die wet niet meer te houden, we kunnen leven zoals wij willen, we kunnen zelfs zondigen zoveel als we willen, want de genade van Christus is zo groot, dat alles wordt verzoend. Hoe meer we zondigen, hoe groter de verzoening. Vandaar dat ze zich overgaven aan weerzinwekkende zonden. Het aanvaarden van deze leer zou betekenen (Rom. 6 : 1, 2, 15, 16): afval van het christelijk geloof zoals Gods Woord ons dat leert. (Rom. 6 : 18; 22)

Vergelijk maar eens de genoemde teksten. Christus heeft ons verlost van de vloek van de wet. Wij kunnen alles wat God van ons eist in zijn wet niet doen; Christus deed dat in onze plaats. Nu zijn wij vrij van de wet, maar uit dankbaarheid voor die verlossing moeten we juist heilig leven en Gods geboden doen.

De tweede dwaling ligt in het verlengde van de eerste. Jezus Christus als Heerser verloochenen wil zeggen: Hem de gehoorzaamheid opzeggen. Hij schenkt immers volledige vrijheid? Dan hoef je niet meer te gehoorzamen, niet aan Hem, maar ook niet aan de door Hem aan- gestelde ambtsdragers in de kerk, aan de overheid, aan welk gezag ook. Hoe streng God dergelijke dwalingen straft maakt Judas duidelijk (Judas 5-7) door drie voorbeelden uit de geschiedenis: hoe het Israël verging nadat het uit Egypte was verlost; wat er met engelen gebeurde die ongehoorzaam waren; wat het lot was van de losbandige steden Sodom en Gomorra.

Israël was door God bevrijd uit de egyptische slavernij. Maar in de (Num.11; 12; 16;20;25) woestijn erkenden ze het gezag van God en van zijn knecht Mozes (Num. 14 : 22, 23) niet, terwijl ze soms zedeloze afgoderij bedreven. Het gevolg was dat (Gen. 18 : 16-19 : 29) ze Kanaan niet mochten binnengaan.

De bewoners van de steden Sodom en Gomorra lieten zich ongeremd door hun zinnelijke lusten beheersen; God heeft die steden verdelgd. Er is niets meer van te vinden. En dan de ongehoorzame engelen.

Door heel de bijbel treden engelen op. Het zijn machtige en heerlijke geesten, die van God verschillende taken hebben ontvangen. De bijbel (Gen. 3 : 24) noemt de strijdbare cherubijnen, die Gods troonwagen dragen; de (Ez. I; 9: 3; 10: 1-5) serafs, die Gods troon omringen; verder engelen die Gods boodschappers (Jes. 6 : 2) zijn; die plagen doen komen; die hulp geven aan de gelovigen. (Luc. 2; Gen. 19 : 1) De engelen hebben niet alleen een eigen taak en opdracht, er is ook ander verschil tussen hen in macht en bevoegdheid. Michaël wordt ons getekend (Openb. 12 : 7)  als vorst van de hemelse legerscharen en Gabriël als de bijzondere (Luc. 1 : 19, 26) boodschapper van God. Ze worden aartsengelen genoemd en (1 Thess. 4: 16) zijn met gezag boven de andere engelen geplaatst. Engelen hebben (Col. 1 : 16) dus een eigen rang en stand en een eigen taak (Efeze 1 : 21).

Judas zegt nu dat er engelen zijn geweest die eigenmachtig de plaats (Judas 6) hebben verlaten, waarin God hen had gesteld; ze zijn aan hun oorsprong ontrouw geworden en hebben hun taak en roeping veracht. God heeft ze gestraft: alle heerlijkheid is ze ontnomen. De Almachtige bewaart ze -ze zijn "gebonden" -voor het eindoordeel.

De dwaalleraars doen als deze engelen. Judas noemt ze dromenzieners, valse profeten. Ook zij gehoorzamen niet aan wie boven hen zijn gesteld en zondigen en lasteren er.op los. Als voorbeeld van trouwe (vs. 10) gehoorzaamheid wijst Judas op de aartsengel Michaël, de machtigste (vs. 9) van de engelen. In een twist met de duivel spreekt hij geen oordeel uit over deze afgevallen engel. Hij houdt zich stipt aan eigen opdracht en taak. De satan te beoordelen behoort niet tot zijn bevoegdheid. Het oordeel, ook over de satan, komt God alleen toe. Daarom zegt Michaël: "De Here straffe u".

Judas vergelijkt de dwaalleraars met drie personen uit het Oude (vs. 11) Testament: Kaïn, de broedermoordenaar; Bileam, de valse profeet, (Gen. 4) die Israël verleidde tot onrucht en Korach, de opstandeling. Evenals (Num. 22, 23, 24) deze drie zullen ze hun straf niet ontgaan (Num. 16).

Toen Henoch profeteerde over de goddeloze mensen van voor de zondvloed, profeteerde hij in de verre toekomst over allen die opstaan tegen de Here en zijn Gezalfde. Daarom roept Judas tenslot- . te de lezers van zijn brief op deze lieden te ontmaskeren: het zijn spotters, goddeloze mensen, valse profeten die de Geest niet hebben.

De lezers moeten vast blijven staan in het geloof. De inhoud van dat geloof is steeds doorgegeven, steeds duidelijker en voller, ook door de apostelen. Zij hebben doorverteld, wat God heeft geopenbaard. Dat (vs. 20) allerheiligst geloof moeten de lezers van Judas' brief vasthouden. Barmhartig en behulpzaam voor wie door de dwaalleraars aan het (vs. 22, 23) twijfelen is gebracht, maar tegelijk vol vrees en afkeer van de dwaalleraars zelf. Met een lofverheffing aan God en aan Jezus Christus, (vs. 24, 25) onze Here enigt Judas zijn brief.

Uit deze brief blijkt dat in het Nieuwe Testament, dus al in de vroegste geschiedenis, telkens teruggegrepen wordt op het Oude Testament; dat betekent Gods volk onder het oude verbond en de nieuw testamentische gemeente zijn één.

Je kunt uit deze brief ook zien hoe vroeg er al dwalingen op kwamen in de eerste christelijke gemeenten, al in de tijd van het Nieuwe Testament. Vandaar de ernstige waarschuwing in de belijdenis van Athanasius: "als iemand het (nl. het algemeen geloot) niet volledig en ongeschonden bewaart, zal hij ongetwijfeld voor eeuwig verloren gaan."

Johannes 17

Christus bidt' , opdat we geloven' , Opschrift

In dit hoofdstuk staat het gebed dat Jezus bad vóór Hij met zijn discipelen vertrok uit de paaszaal naar de hof van Gethsemané. In de meeste bijbels staat er boven: Het Hogepriesterlijk gebed. Dat opschrift is ten dele juist. De hogepriester in het Oude Testament (Hebr. 4 : 14-5 : 10) offerde en bad voor het volk. Christus, als de enige, echte Hogepriester, gaat zichzelf offeren en Hij bidt voor allen die in Hem zullen geloven. Toch is er meer te zeggen: Christus is niet alleen als , Priester bezig terwijl Hij bidt, maar ook als Profeet (dit gebed is tegelijk zijn onderwijzing aan ons; daarom is het ons ook bekend gemaakt), en eveneens als Koning (die hier zijn grote strijd voert).

Verdeling

We kunnen in dit gebed drie gedeelten onderscheiden. Jezus bidt voor zich zelf (vs. 1-8); Hij bidt voor de elf discipelen (vs. 9-19); (Judas is er niet meer bij.) Hij bidt voor de gelovigen van alle tijden (vs. 20-26).

De inhoud van vs. 1-8

Het werk van Christus op aarde gaat eindigen. Hij is klaar gekomen J met wat de Vader Hem had opgedragen. Nu wacht de kruisdood. In vs. 2 en 3 vat Jezus de kern van zijn prediking samen: Hij geeft (vs. 2, 3) aan allen die in Hem geloven het eeuwige leven. Dat eeuwige leven is: "de enige waarachtige God kennen en Jezus Christus die Gij gezonden hebt". Christus heeft Gods Naam geopenbaard, d.w.z., Hij heeft (vs.5) God doen kennen zoals Hij is, aan de mensen die God Hem gegeven (vs. 6) heeft uit de wereld. Als Johannes spreekt over "de wereld", bedoelt (Joh. 7: 7) hij in de eerste plaats de velen uit het volk Israël die Hem niet willen geloven, die Hem zelfs haten, zoals veel farizeeërs en schriftgeleerden. (Joh. 15 : 18, 24, 25) In breder verband is "de wereld" bij Johannes de aan God vijandige (1 Joh. 5 : 19) mensenwereld, die in de macht van de satan is.

Uit die wereld heeft God mensen uitgekozen en aan Christus toever- trouwd. Omdat ze God toebehoorden hebben ze geluisterd naar de prediking van Christus. Dat Woord van God hebben ze bewaard. Ze (vs. 6,7,8) hebben geloofd, dat de woorden die Jezus tot hen sprak de woorden van God waren, omdat ze geloofden, dat Jezus de van God gezonden Messias was.

De inhoud van vs. 9-19

Jezus bidt voor zijn discipelen. Zolang Hij in de wereld was heeft Hij (vs. 9-12) over heen gewaakt. Nu Hij terugkeert tot de Vader blijven de discipelen achter in een vijandige, gevaarlijke wereld. Daarom bidt Jezus: "Heilige Vader, bewaar hen in Uw naam". De wereld haat hen omdat zij uw woord bewaren. En toch: "Ik bid niet dat Gij hen uit de (vs. 14-15) wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van de boze.

Zo bidt Hij om de bewaring van zijn discipelen. Hij bidt dat ze blij- ven geloven. Daarom bidt Hij om hun heiliging: "Hellig hen in uw waarheid; Uw woord is de waarheid." (vs. 17) Jezus heeft de discipelen het woord van God verkondigd. Hij heeft ze de naam van God geopenbaard. Bewaard worden in de naam van God wil zeggen: God kennen, Hem liefhebben en belijden, het woord van Christus vasthouden en daarvan getuigen. Ook als het moeilijk wordt, vasthouden aan dat woord, dat de waarheid is. ,

Inhoud vs. 20-26

Jezus bidt voor allen die later, als hun het evangelie gepredikt wordt, in Hem zullen geloven: opdat zij allen één zijn. (vs. 20-23) Dat staat ook in vs. 11': "dat zij één zijn, zoals Wij; en in vs. 22: . "opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn".

Deze woorden worden vaak misbruikt. Men licht deze tekst dan uit het verband en maakt er de basis van, van de "wereldkerk" en de z.g. oecumene. De wereldkerk, waarvan ieder lid kan zijn die zich nog christen noemt, wat men verder ook gelooft: rooms-katholieken en protestanten, mensen die wél geloven in Christus als de Zoon van God en mensen die dat ontkennen, mensen die de bijbel aannemen als het Woord van God en mensen die de bijbel een aardige verhalenbundel vinden, allen één! Om die eenheid zou Jezus hier bidden.

Maar zó bidt Jezus niet. Hij bad: Heilig hen in uw waarheid. Hij bad: Laten ze één zijn zoals Wij één zijn. Een eenheid die uitkomt in het geloven en vasthouden van de waarheid. Jezus had het woord dat Hij van de Vader gehoord had doorgegeven aan de discipelen. Door dat woord, die Waarheid, onveranderd door te geven aan telkens nieuwe generaties, door trouw te blijven aan dát geloof, "dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd", ontstaat de echte eenheid. Eenheid door de éne waarheid, het éne geloof. Wie dat geloof vasthoudt is één met de voorgeslachten, één met de apostelen, één met Jezus Christus, één met God. Alleen door het zien van die eenheid zal de wereld erkennen dat Christus door God gezonden is.

IIn de slotverzen bidt Jezus nogmaals om het behoud van de zijnen, (vs. 23-26) opdat ze straks getuige mogen zijn van Zijn heerlijkheid. Gods Vaderliefde, waarmee Hij zijn Zoon lief heeft, wordt dan ook aan de gelovigen gegeven. Christus heeft hun de naam van de Vader bekend gemaakt. Als ze blijven bij dat geloof zal Hij met zijn Woord en Geest in hen wonen.

Psalm 78

Als je deze psalm gelezen hebt moet je er Deut. 6 eens naast leggen en als je tijd het toelaat Deut. 32. Boven deze psalm staat: een leerdicht. Asaf wil aan de Israëlieten dus een les leren. God heeft zich aan het volk Israël bekend gemaakt, allereerst door zijn Woord, maar daarna ook door zijn daden. Hij had met dat volk zijn verbond gesloten en het veel gegeven, niet alleen in belofte, ook in werkelijkheid. Hij had zijn beloften waargemaakt. Hij deed wat Hij beloofde. Hij hield van zijn kant het verbond.

Maar wat heeft Israël telkens weer gedaan? Ze hebben Gods woord en werk vergeten: ze wisten er nog wel van, maar ze rekenden er niet mee. Ze lieten er zich niet door beheersen. Ze hebben geleefd alsof , God er niet was. En hoewel God hen telkens weer genadig was en de schuld vergaf, ze bleven telkens weer zondigen, ze overtraden telkens weer Gods geboden. Maar God blijft trouw: in genade en in gericht. Dat laat Asaf met veel voorbeelden uit de geschiedenis zien in deze psalm.

En wat is nu de les? Geslacht op geslacht moet de geschiedenis van Gods trouw tegenover de ontrouw van het volk worden doorgegeven: niet alleen door de ouders aan hun kinderen, maar generaties aan generatles. Zó dat verre geslachten Gods werken niet vergeten en daarom zijn geboden bewaren: Het geloof in God, het éne evangelie bewaren en doorgeven aan volgende geslachten, dat is vandaag nog de opdracht.

De dichter doet zijn psalm uitlopen op de verlossing die God door koning David bracht. Evenzo moet ons vertellen van de inhoud van ons geloof uitlopen op de Christus, de grote Zoon van David. Ook uit deze psalm blijkt hoe vaak de kerk van het Oude Verbond (het volk Israël) hardnekkig afweek van het geloof in de éne, ware God.

Maar ook zien we hoe God zijn kerk bewaart bij het geloof en ervoor zorgt dat het van geslacht op geslacht wordt doorgegeven. , (Veel van de gebeurtenissen waarop de psalm zinspeelt vind je terug  in de boeken Exodus en Numeri.) 

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)