HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                  

De zoon van God is mens geworden

Lees de Bijbel   De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 312 - De zoon van God is mens geworden

De heerlijkheid die Jezus Christus als Here heeft

Bij een eerdere behandeling van de belijdenis: " Jezus is Here", hebben we gewezen op wat Paulus schrijft in de brief aan de Filippenzen. Filippi (in Griekenland) was de eerste Europese stad waar Paulus het evangelie bracht. De gemeente in die stad lag Paulus bijzonder na (Hand. 16: 11-40) aan het hart en in deze brief wil hij de gelovigen daar goed duidelijk maken, wat de Zoon van God gedaan heeft voor onze redding. Je leest daarover in Fil. 2 : 5-11. In de verzen 9 tot 11 schrijft de apostelover de heerlijkheid die Jezus Christus als Here heeft ontvangen: Alle knie zal voor Hem zich buigen, ieder zal Hem als Here erkennen.

De Zoon verhult zijn heerlijkheid

In vers 6 spreekt Paulus over een andere heerlijkheid: de heerlijkheid (I Joh. 17 : 4) die de Zoon van God had bij de Vader, voor Hij op aarde kwam. Hij was waarachtig en eeuwig God en straalde die goddelijke heerlijkheid uit. Die goddelijkemacht en glorie heeft Hij echter niet gebruikt om eigen eer te vergroten: Hij heeft die niet "als een roof geacht", niet (Fil. 2: 6, 7) naar zichzelf toegehaald. In tegendeel: Hij heeft zichzelf "ontledigd", zichzelf vernederd.

Vrijwillig heeft Hij zijn goddelijke heerlijkheid verhuld en verborgen door mens te worden. Niet een mens in kracht en majesteit zoals de mens door God in het paradijs was geplaatst, maar een vernederd mens in de gestalte van een dienstknecht, een slaaf. Zo werd Hij aan ons gelijk, aan ons, zwakke aan ziekten en aan de dood onderworpen mensen maar: Hij was zonder zonde. "Hij had gestalte noch luister. Hij was veracht, een man van smarten en vertrouwd met ziekte.". Zo profeteerde Jesaja alover Hem. Aan het kruis stierf (Jes. 53: 2, 3) Hij een misdadigersdood. Zo diep vernederde Hij zich als mens.

De Zoon blééf God en wérd mens

Is de Zoon van God veranderd in een mens? Nee, Hij blééf wat Hij was: God; Hij wérd wat Hij tevoren niet was: mens. De tweede Persoon in het goddelijke wezen, de Zoon, die met de Vader en de Heilige Geest echt en eeuwig God is en blijft, heeft de menselijke natuur aangenomen, de menselijke manier van bestaan. Zo werd Hij echt mens. Hij is van baby en kleine peuter opgegroeid (Matth 4 .2) tot jongen en tot man. Een man die soms honger leed en dorst, die (Joh. 4. : 6~8) kon huilen en schreeuwen, die uitgeput was van vermoeidheid. Hij (Joh. 11 : 35) heeft gezweet van angst, heeft in zijn angst gebeden en gesmeekt (Hebr. 5 : 7 ; “onder sterk geroep en tranen". (Luc. 4: 1-13).

Mens onder de mensen

Jezus was een mens onder de mensen. Hij onderging al de moeiten en al de verdrietige dingen die een mens bij het opgroeien ervaart. Hij was zonder zonde maar moest aan zondige ouders eerbied bewijzen, (Luc. 2 : 51) en Hij deed dat ook. Hij groeide op in een gezin met broers en zusters en heeft daar alle moeitenen misverstanden meegemaakt. De (Matth. 13 : 55) namen van zijn broers weten we. We lezen hoe ze eerst niet in Hem (Joh. 7: 5) geloofden: ze achtten Hem zelfs niet goed bij zijn verstand. Hoeveel heeft Hij geleden onder het ongeloof en onbegrip van zijn discipelen (Marc. 3 : 22) en door de vijandschap van de voornaamsten van de Joden. (Joh. 8: 48,52) Die verklaarden zelfs, dat Hij van de duivel bezeten was en probeerden (Joh. 10 : 20) herhaaldelijk Hem te doden.

De schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt dat de Here door al dit lijden gehoorzaamheid heeft geleerd. Daaruit blijkt hoe echt mens Hij was; ook Hij moest een heel leerproces doormaken. Zelf zonder zonde moest Hij de zonden van anderen verdragen. En Hij wist: al die zonden worden op Mij geladen. Dat 'werd het ergst in zijn laatste levensdagen. Angstig was Hij (Marc. 14 : 32-42) in Gethsemane tot stervens toe, zodat Hij zelfs bad om gespaard te (Matth. 26 : 36-46) worden voor dit lijden. Zo leerde Hij gehoorzaamheid: Vader, niet mijn wil, maar de Uwe Luc. 22: 39-46 geschiede. (Hebr. 5 : 8)

Waarachtig God

Maar toch, hoezeer ook echt mens, Hij bleef ook echt God, Hij bleef de Zoon, het Woord, dat bij God was. Daarom kon Hij zeggen, dat Hij uit de hemel was neergedaald en dat (Joh. 1 : 1) Hij er was vóór Abraham. (Joh. 6 : 38) Soms kregen zijn discipelen een glimp van die goddelijke heerlijkheid (Joh. 8 : 58) te zien, zodat ze vertwijfeld vroegen: Wie is toch deze? En erkennen (Luc. 8: 22-25) moesten: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon... (Matth. 14: 22-33).

Waarom werd Hij mens?

Waarom deed Gods Zoon dit alles? Waarom nam Hij de menselijke natuur aan, waarom zelfs die vernederde menselijke natuur? Omdat wij zo'n Verlosser nodig hadden. De mens heeft gezondigd en zondigt nog elke dag. Die zonde moet weggedaan worden voor het oog van de heilige God; ze moet worden verzoend; er moet voor worden betaald. Wij kunnen zelf niet betalen - geen mens, geen schepsel, zelfs geen engel kan ons van de zonde verlossen. Welk schepsel zou het kunnen uithouden onder Gods toorn over de zonde!

Er moest een Verlosser komen die sterker was dan elk schepsel. Wel een mens -want een méns moet voor de zonde betalen, maar dan een zondeloos en onvoorwaardelijk gehoorzaam mens, die tegelijk echt God moest zijn. Alleen zo'n Verlosser zou de zonde van de wereld kunnen dragen en anderen van de schuld verlossen. (Zie hierover ook de Heidelbergse Catechismus, zondag 5 en 6). Die Verlosser is Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon. Onze schuld heeft Hij aan God betaald: Hij was de enige die dat kon. Hij deed het. Dat wonder van onze verlossing is het werk van de Drieënige God; Vader, Zoon en Geest.

De Vader zendt de Zoon

God de Vader heeft zijn Zoon gezonden, heeft Hem gegeven. Het (Joh. 3: 16-18) tijdstip waarop dit gebeuren zou, was door God van eeuwigheid (Gal. 4 : 4, 5) bepaald. Toen "de volheid van de tijd" gekomen was heeft de Vader (2 Cor. 5 : 21) zijn Zoon, "die geen zonde gekend heeft, voor ons tot zonde gemaakt". Daarmee bewees God ons zijn grote liefde. Hij heeft zijn eigen Zoon niet gespaard, maar Hem overgegeven om zondaren te (Rom. 5 : 8) behouden. Zo groot is Gods onbegrijpelijke liefde voor mensen die (Rom. 8 : 32) door hun zonden alleen maar zijn toorn hebben verdiend.

De Zoon biedt Zich aan

God de Zoon werd niet willoos gezonden, Hij is niet maar mens gewórden: Hij heeft zichzelf mens doen worden. Hij heeft de gestalte (Fil. 2 : 5-8) van een dienstknecht aangenomen; Hij heeft zichzelf als offer voor de (Psalm 40 : 8, 9) zonden aangeboden. (Hebr. 10 : 5-10) Zo kwam Hij in de wereld: Hij kwam tot het zijne (d.w.z.: tot de (Joh. 1 : 11) mensen die Hij gemaakt had, die van Hem waren, maar die Hem hebben verworpen).

Zo daalde Hij neer uit de hemel. In eensgezindheid met de Vader heeft Hij bepaald, wie zijn moeder zou zijn, waar Hij geboren zou worden, tot welk volk Hij zou behoren en in welke maatschappelijke en politieke omstandigheden Hij zijn taak zou volbrengen. Volmaakt was zijn liefde tot de Vader én tot al de mensen die de Vader Hem (Joh. 6: 37-40) gegeven had.

Het wonder van de Heilige Geest

God de Heilige Geest bewerkstelligde het wonder, dat Jezus geboren werd als zondeloos mens. Want er moest maar niet een mens die alleen maar mens was geboren worden. Zo'n mens kan ons niet verlossen. Vanuit mensen, geboren uit andere zondige mensen, woekert de zonde steeds voort. De zonde is erfelijk: erfzonde. David spreekt daarover in Psalm 51. Erg waren Davids zonden van overspel en moord, maar waar kwamen die zonden uit voort? "Zie in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder (Ps. 51 : 7) mij ontvangen."

Zondig is de mens van zijn geboorte af. Hij erft zijn zonde en schuld .van zijn ouders en zo van het verre voorgeslacht (zie art. 15 van de Ned. Gel. Belijdenis). De zonde zat ook in het voorgeslacht van Jezus; ze zat in Abraham, in Isaak, in Jacob, in Juda, in David, in de koningen na hem. (Matth. 1 : 1-17) Kon Jezus onze Heiland zijn, als Hij geboren werd uit een huwelijk tussen Jozef en Maria? Nee, daarom wordt Jozef uitgeschakeld. De . Heilige Geest, de levendmakende Geest gaat Maria bevruchten. Jezus is ontvangen van de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Er zijn vandaag velen die beweren, dat de bijbel nauwelijks spreekt over het wonder dat onze Heiland is ontvangen uit de Heilige Geest.

Maar: de engelen hebben dit feit aan Jozef en aan Maria afzonderlijk (Matth. 1 : 20) bekend gemaakt; de evangelisten Mattheus en Lucas getuigen ervan. (Luc. 1 : 34, 35) In gewichtige zaken zorgt de Here altijd voor meer dan één getuige. (Deut. 19 : 15) Dan staat de zaak vast. Zo is ook dit bijbels getuigenis voor geen (Matth. 18 : 16) tegenspraak vatbaar. De Drieënige God heeft dit wonder bewerkt. Er is een echt mens geboren, maar een mens zonder zonde. Dit wonder gaat je verstand te boven. Je moet ook niet proberen het te begrijpen, je moet het niet willen begrijpen, je mag zelfs niet proberen het te begrijpen. Je kunt alleen . maar aanbidden.

Als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil, aanbidt het, maar doorgrondt het niet, dat zo de liefde Gods geschiedt

Zo is onze verlossing helemaal Gods werk. Jezus Christus de Beloofde Jozef, de zoon van David, werd op zij geschoven. Hij heeft het daar (Matth. 1 : 16) moeilijk mee gehad. En Maria begreep er ook niets van; het kwam (Matth. 1 : 19) over haar, maar ze heeft Gods besluit gelovig aanvaard. Nee, Maria (Luc. 1 : 34, 3) is geen "middelares van de genade". Het evangelie spreekt daar niet (Joh.2 : 4) over. In tegendeel, soms stond ze Jezus zelfs in de weg. Er is maar Ma!th. 12 : 46-50 één Middelaar tussen God en de mensen, de mens Christus Jezus. Maria is, evenals alle andere gelovigen, een voorwerp van genade. (Luc 1 : 48). Wel is ze een bijzonder begenadigde, omdat ze uitverkoren is de moeder van de Christus te worden. Daarom wordt ze zalig geprezen

Door alle geslachten

De Zoon van God werd zo het Vrouwenzaad, dat was beloofd: Al in (Gen. 3 : 15) die "moederbelofte" werd alleen de vrouw genoemd. De komst van deze Verlosser was beloofd. In de moederbelofte aan Adam en Eva. In de beloften aan Abraham werkte de HEERE dat verder uit. Aan Abraham werd een bijzondere zoon beloofd, een zoon met wie alle (Gen. 22 : 18) volken van de aardegezegend zouden worden. (Gal. 3 : 8, 16) En Isaak werd geboren! Zijn geboorte was een wonder, een geschenk (Gen. 17: 17) van God, toen, menselijk gezien, er geen geboorte meer mogelijk was. Die geboorte is een verwijzing naar en een profetie van het grote wonder, de geboorte van Jezus. Bij zijn geboorte was elke menselijke activiteit uitgesloten.

In de loop van de heilsgeschiedenis worden de beloften over de komende Verlosser steeds duidelijker. Zo ontvangt. David de toezegging (2 Sam. 7 : 12-16) dat de Christus zal voortkomen uit zijn nageslacht. Ook de profeten (Ps. 89: 1-7) dragen de belofte verder: Jesaja onthult dat de zoon van David eerst (Ps. 132 : 13-18) een kind zal zijn, een man zal worden en tegelijk echt God is. Ook de (Jes. 9 : 5, 6) profeet Micha spreekt daarover. Al die beloften van God zijn helemaal (Micha 5 : 1-3) helemaal vervuld. Jezus is echt de zoon van Abraham, van David en toch: echt God. ,

Jezus Christus, de Zoon van David

Jozef, hoewel niet de natuurlijke vader van Jezus, moet wel op Gods I Mat th. 1 : 20, 24, 25

bevel als zijn vader optreden. Jozef was de wettige troonpretendent. Hij wordt immers door de engel aangesproken als: "zoon van ;. David", d.w.z. erfgenaam en opvolger van David. Daarom geeft c' Mattheus in het begin van zijn evangelie ook de koningslinie weer. Jezus werd. door Jozef als zoon aangenomen. Jozef gaf Hem ook zijn naam en die naamgevmg is een juridische" daad. Daarmee erkende Jozef Hem publiek als zijn zoon. Na het sterven van Jozef (het evangelie noemt hem verder niet meer) was Jezus de wettige erfgenaam en tevens opvolger van Jozef. De eniggeboren Zoon van God, die de eerstgeboren Zoon van Maria is, wordt zo voor de wet ook de eerstgeboren zoon van Jozef: wettig erfgenaam van Davids troon.

Maar wie zat toen op die troon van David? Niemand! Die troon was ontluisterd. De man die koning moest zijn was timmerman in Nazareth. Dat was Gods toorn over zijn volk. De neergang van het koningshuis van David: ook dat was voorzegd! Lees b. v. maar psalm eens 89: vers 39-52.

Maar God is trouw: Hij doet wat Hij beloofd heeft. De werkelijke vervulling van de belofte komt als de zonde is verzoend. Toen Jezus aan het kruis uitriep: Het is volbracht, toen wás het volbracht. Heel de wet was toen vervuld. Aan Gods recht was voldaan. Toen kon God in Abrahams zaad alle volken zegenen en kon Hij de troon van David herstellen.

Een eeuwige Koning

Die troon zou niet meer zijn in het aardse Jeruzalem. De troon van David is verplaatst naar het hemelse Jeruzalem. Daar heerst nu Jezus (Gal. 4 : 26) Christus, de grote Zoon van David. Een echt, heilig en rechtvaardig mens is onze Koning, en tegelijk: almachtig en eeuwig God. Door Hem zijn we met God verzoend. Onder zijn regering zijn we veilig. En zo regeert het koningshuis van David voor altijd. Dat koningshuis kan nooit meer overwonnen of weggewerkt worden. Het zal zelfs alle tegenstand overwinnen.

De onderdanen van dit koninkrijk zullen verzameld worden uit alle volken: dat is de kerk die de Here Jezus Christus vergadert van het begin van de wereld tot aan het einde. (Zie hierover Heid. Cat. vr ./antw .54 en Ned. Gel. Bel. , art. 27).

Is HIJ nu nog mens?

"Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond" (Johannes 1:14). "Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen" (Hebreeën 2:17).

Sommigen menen dat Jezus na zijn opstanding geen mens meer is. Wat zegt de Schrift? "Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd" (1 Timoteüs 2:5,6). De mens, Christus Jezus, is nu Middelaar tussen God en mensen.

Christus' mens-zijn stelt Hem niet alleen in staat Middelaar te zijn, maar ook Rechter: "En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is" (Johannes 5:27). Daarom zegt Paulus dan ook: "God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen; omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken" (Handelingen 17:30,31). Op de grote dag worden wij door 'een man' geoordeeld.

Deze man werd uit de doden opgewekt, zoals Jezus had voorspeld: "En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt" (Matteüs 17:9) [Zie ook Matteüs 17:22,23; 20:18,19; Marcus 8:31; 9:9,31; 10:32-34; Lucas 9:22; 18:31-33; 24:7].

Het lichaam van Jezus werd opgewekt: "En terwijl zij hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden; en zij werden ontzet en verschrikt en meenden een geest te aanschouwen. Doch Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij ontsteld en waarom komen er overwegingen op in uw hart? Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb. En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets te eten? Zij reikten Hem een stuk van een gebakken vis toe. En Hij nam het en at het voor hun ogen" (Lucas 24:39,41-43).

Later getuigde Petrus: "Hem heeft God ten derden dage opgewekt en heeft gegeven, dat Hij verscheen, niet aan het gehele volk, doch aan de getuigen, die door God tevoren gekozen waren, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden was opgestaan; en Hij heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat Hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden" (Handelingen 10:40-42).

Wij moeten uiteraard begrijpen dat het opstandingslichaam onvergankelijk is: "Zo is het ook met de opstanding der doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid. ... Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt" (1 Korintiërs 15:42,44). Maar dit verheerlijkt lichaam is van een mens: "Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen. En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen" (1 Korintiërs 15:45-49) [Vergelijken met 1 Johannes 3:1,2]. Na de opstanding zullen wij het beeld van de 'mens uit de hemel' dragen!

Na zijn hemelvaart wordt Jezus nog steeds Zoon des mensen genoemd: "Van nu aan zal de Zoon des mensen zijn gezeten aan de rechterhand Gods" (Lucas 22:69). Stefanus was getuige hiervan: "En hij zeide: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods" (Handelingen 7:56).

Ook bij zijn wederkomst is Hij mens: "Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden" (Matteüs 16:27) [Zie ook Matteüs 13:41; 24:27,30,37,39,44; 25:31; 26:64; Marcus 8:39; 13:26; 14:62; Lucas 9:26; 12:8,40; 17:24,26,30; 18:8; 21:27,36; Openbaring 14:14].

In de 'wedergeboorte' is Jezus Zoon des mensen: "Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten" (Matteüs 19:28).

Nadat dit heelal is vergaan (2 Petrus 3:10-13) wordt de nieuwe aarde als volgt beschreven: "Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn" (Openbaring 21:3).

Welk een voorrecht mens te zijn en Jezus als broer te hebben! "Want niet aan engelen heeft Hij de toekomende wereld, waarvan wij spreken, onderworpen" (Hebreeën 2:5) [Lees Hebreeën 2:5-18].

.

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)