HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                    
                   

Belijdenis Catechese - aflevering 1 Waarom belijdeniscatechisatie?


Lees de Bijbel De Bijbel is niet een boek om zomaar even van kaft tot kaft te lezen. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God.

Er komt een tijd in je leven dat je op eigen benen wilt staan. Je wilt verantwoordelijk zijn voor je eigen leven. Je ouders, de school en andere mensen hebben je daarbij geholpen. eigen leven. Je ouders, de school enandere mensen hebben je daarbij geholpen.
Dat geldt ook voor je geloofsleven. Je ouders hebben je laten dopen, maar nu wil je als zelfstandig lid van de gemeente God dienen en Jezus navolgen. De belijdeniscatechese bereidt je voor op het ‘ja’ voor God in het midden van de gemeente, en daarmee om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal.

Waarom belijdeniscatechisatie?


module voor belijdenis catechese
Zijn naam belijden (met Statenvertaling)
module voor belijdenis catechese
Zijn naam belijden (met NBG vertaling)

LEES HIER DE INTRODUCTIE OP BOVENSTAANDE TWEE MODULES

Serie van 15 leerzame lessen:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

Catechese maakt deel uit van de ruimere opdracht van de Kerk


Les 1: Inleiding: wat is belijdenis doen?

 
De uitdrukking belijdenis doen heeft in de Bijbel betrekking op:

1. schuldbelijdenis (bijvoorbeeld Psalm 32 vers 5; Jona 1 vers 9)
2. ervoor uitkomen dat we Gods Naam hoog hebben (I Koningen 8 vers 33; Jona 1 vers 9)
3. dat we God liefhebben
4. dat we bij Hem (willen) horen
5. Hem prijzen
 
In de Bijbel komen we belijdenisdoen tegen bij Johannes de Doper. Hij doopte mensen nadat zij belijdenis deden van hun zonden (Markus 1 vers 4-5). Zij die zich lieten dopen beleden daarmee, metterdaad, dat zij geloof hechtten aan zijn verkondiging, namelijk de Messias en Zijn werk.

In de eerste christelijke gemeenten werd je als jood of heiden die christen wilde worden, eerst drie jaren doopleerling, waarin je leven / gedrag werd geobserveerd. Vervolgens kreeg je aan het einde een tijd van intensieve catechisatie (35 lessen van drie uur), vervolgens deed je belijdenis, werd je gedoopt en nam je deel aan het avondmaal.

In de dagen van Luther en Calvijn werd er een nauw verband gelegd tussen doop - catechese - avondmaal. Dit onderwijs op weg van de doop naar het avondmaal moest volgens de Dordtse Synode van 1618-1619 thuis worden gegeven, door de ouders; op de school, door de schoolmeesters; en in de kerk door de voorgangers. Zo kon je rekenschap geven van wat je beleed.
 
Belijdenis doen is 'ja' zeggen tegen God en heeft als zodanig te maken met:

· de doop
· het avondmaal
· het Woord van God / de leer der waarheid
· de praktijk der godzaligheid
· het lid worden van de kerk
 
Het Griekse woord voor belijden (homologeo) betekent: hetzelfde zeggen. Je zegt iemand na die jou voorzegt: God naspreken. Nu kunnen we dat op twee manieren doen: onoprecht (als we zó belijdenis doen, liegen we) of oprecht, omdat het geloofsbeleving is in ons hart!

Het tegenovergestelde van belijden is verloochenen. Christus belijden betekent openlijk ervoor uitkomen dat je bij Hem hoort, dat je Hem vertrouwt. Hem verloochenen is ontkennen dat je bij Hem hoort. Wie Hem belijdt voor de mensen, zal Hij ook belijden voor Zijn Vader, maar wie Hem verloochent voor de mensen, van die persoon zal Christus voor Zijn Vader zeggen: Ik hoor niet bij hem, hij hoort niet bij Mij (Mattheüs 10 vers 32-33).
 
(1) In de doop zegt God drie dingen tegen ons:

· Ik heb recht op jou (Ezechiël 16 vers 20-21)
· Ik beloof jou Mijn genade (Ik schenk jou beloftegewijs Mijn genade).
· Ik eis van jou liefdesgehoorzaamheid / dankbaarheid
Hieruit volgt, dat elke gedoopte verplicht is belijdenis te doen. God roept ons daartoe, of we het kunnen of niet...
 
Verder zeiden onze ouders in onze doop ook drie dingen tegen God:

· wij erkennen Uw recht op ons kind
· wij geloven Uw belofte aan ons kind
· wij gehoorzamen Uw eis tot ons kind (wij beloven ons kind voor U op te voeden).
 
Nu we volwassen zijn geworden nemen we de verantwoordelijkheid over die onze ouders op zich hadden genomen, we doen belijdenis en zeggen 'Amen' op de drie dingen die God ons zei en op de drie dingen die onze ouders namens ons tot God zeiden:

· ik erken Uw recht op mijn leven
· ik omhels gelovig Uw genadebelofte
· ik beloof U onvoorwaardelijk te gehoorzamen.
 
Dit laatste is misschien een reden om géén belijdenis te doen… Je kunt immers nooit volbrengen wat je belooft!
 
In de dienst van onze doop ging het erover dat we belijdenis gaan doen. In het dankgebed van het doopformulier wordt gebeden: "… opdat zij Uw Vaderlijke goedheid en barmhartigheid, die Gij aan deze kinderen en aan ons allen bewezen hebt, mogen bekennen." 'Bekennen' is Oudnederlands voor 'belijden'. Belijdeniscatechisatie is: de Vaderlijke goedheid en barmhartigheid van onze God nader bestuderen. Belijdenis doen is: in woord en daad ervoor uitkomen hóe goed en hóe barmhartig God (voor ons) is! Wie kan nu op goede gronden zeggen: ik ben vrijgesteld van belijdenis doen?

Er volgt in het doopformulier nog wat: "… en onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester, Jezus Christus leven en vromelijk (= dapper) tegen de zonde, de duivel en heel zijn rijk strijden en overwinnen." Ben jij daartoe bereid - Efeziërs 6 vers 10-18?

Om eerlijk belijdenis te kunnen doen, moeten wij weten wát God belooft en eist! Daarom is nauwgezet onderzoek van Gods beloften en eisen in Zijn heilig Woord belangrijk; dus catechisatie / onderwijs. Weet jij wat God aan jou beloofde in je doop?
 
(2) Belijdenis doen heeft ook te maken met het avondmaal, zoals het opschrift boven 'Het Kort Begrip der christelijke religie, voor hen die zich willen begeven tot des Heeren heilig avondmaal' duidelijk maakt. Het is toegang tot het avondmaal vragen. Zo is het afleggen van geloofsbelijdenis in de kerk der Reformatie ontstaan. In Genève was voor elke avondmaalsviering gelegenheid belijdenis af te leggen en zo toegang te vragen om aan te gaan - gewoonlijk op de leeftijd van ongeveer vijftien jaar. Misschien vraag je waarom het nodig is om eerst geloofsbelijdenis te doen voordat je kunt worden toegelaten aan het avondmaal. Omdat de opzieners (ouderlingen) toezicht moeten houden over de heiligheid van het avondmaal, net als van de doop. Niemand mag zomaar aangaan.

Om aan het avondmaal te worden toegelaten is nodig:

· oprecht geloof
· godzalig leven.
 
Belijdenis doen is: aan de kerkenraad vragen om aan het avondmaal te mogen aangaan. De kerkenraad (geen hartenkenner) ziet op de uiting / buitenkant: wat belijd je en hoe leef je? Dus bij het kerkelijke recht tot het avondmaal is niet de hartelijke beleving, maar zijn leer en leven aan de orde. Wanneer je zegt: ik geloof oprecht in de Heere Jezus Christus en ik heb Hem hartelijk lief, én je onderhoudt alles, wat Christus ons geboden heeft (Mattheüs 28 vers 19), dan krijg je kerkelijk recht om aan het avondmaal te gaan.

Voor Gód ben je pas gerechtigd tot de 'Tafel van Zijn Zoon', met een Goddelijk recht, namelijk als je metterdaad gelooft in Jezus Christus en gedurig uit Zijn sterven leeft. Door het avondmaal verzegelt God het nut van Christus' kruisoffer (de genadige schuldvergeving). Gelóvig aangaan doet daarin steeds weer delen! (NGB, 35.)

Om eerlijk toegang tot het avondmaal te kunnen vragen, moeten we weten wat het avondmaal inhoudt en waarom we daaraan willen deelnemen / wat daar te krijgen is. Weet jij dat? Dat is toch de reden waarom jij belijdenis wilt doen...
 
(3) Belijdenis doen is ook zeggen: alwetende God, ik heb Uw Woord lief, ik vertrouw Uw Woord, ik gehoorzaam Uw Woord, ik wens te leven en te sterven met Uw Woord - zie verder les 2. Daarom zal récht belijdenis doen inhouden: dagelijks studeren in het Boek der boeken, in biddend opzien om het onderwijs van de Heilige Geest! Gebruik ook hulpboeken (kinderbijbel, Bijbelverklaring / Drie Formulieren van Enigheid). Belijdenis doen is dan ook: belijden van de waarheid.

Om de waarheid eerlijk te belijden is nodig:

· de waarheid te begrijpen / te verstaan
· de waarheid oprecht toe te stemmen en lief te hebben
· de waarheid te beleven en daardoor vrijgemaakt te worden (Johannes 8 vers 31-32).
 
(4) Belijdenis en praktijk van het dagelijkse leven hangen zeer nauw samen. Zo schrijft Paulus erover in I Timotheüs 2 vers 9-10. Alleen God ziet je hart aan, maar je kunt niet zeggen, dat het uiterlijke er niet toe doet. Want wat in je hart leeft, krijgt wel handen en voeten. Je gedrag is een uiting van je gevoelen en je wil. Daarom heeft de praktijk der godzaligheid alles te maken met eerlijk belijdenis doen (zie Titus 1 vers 16). Wij doen namelijk niet alleen belijdenis met onze mond en in een uur van belijdenisdienst. Maar we doen vooral belijdenis in ons dagelijkse leven, wanneer we tot onze naasten getuigen van onze God én wanneer zij metterdaad merken dat we de Heere Jezus liefhebben. Onderzoek daarom of je (in de praktijk van het leven) al belijdenis hebt gedaan, voordat je (in de kerk) belijdenis doet... Weten ook je naasten dat jij christen bent? Zie I Petrus 2 vers 11-12. Dit is ook belijdenis doen, nog eerder dan 'voor in de kerk'.
 
Uit 'Brief aan Diognetes', vermoedelijk tweede eeuw na de geboorte van Christus:

Het verschil tussen christenen en andere mensen ligt niet in nationaliteit, taal of gewoonten. Christenen wonen niet apart, spreken niet een speciaal dialect, houden er geen afwijkende levensstijl op na. Hun leer is niet het product van het onderzoekende verstand; zij zijn niet, zoals anderen, aanhangers van een filosofische school. Al naar het lot dat bepaald heeft, wonen ze in Griekse of andere steden. Daar volgen zij, wat kleding, voedsel en dergelijke dingen betreft, de plaatselijke gebruiken. Maar tegelijkertijd vertoont hun gemeenschap verrassende en ongewone trekken. In hun geboorteland leven zij als vreemdelingen. Als burgers in hun eigen stad ondergaan zij toch hetzelfde als wat buitenstaanders ondergaan. In den vreemde gedragen zij zich alsof zij er thuis zijn, thuis alsof zij er vreemd zijn. Net als andere mensen trouwen zij en krijgen zij kinderen; alleen leggen zij die niet te vondeling. Wél delen zij met iedereen hun tafel, maar níet hun bed. Hoewel zij leven ín het vlees, leven zij niet náár het vlees. Hun dagen brengen zij op aarde door als burgers van het hemelrijk. Zij houden zich aan de voorgeschreven wetten, maar overtreffen die nog. Zij houden van alle mensen en worden door allen vervolgd. Zonder dat men hen begrijpt, worden zij veroordeeld. Maar hoewel zij de dood moeten ondergaan, winnen zij het leven. Zij zijn arm, maar slagen erin velen rijk te maken. Van alles komen zij te kort en toch kennen zij overvloed. Zij worden gesmaad, maar juist de smaad doet hun eer toenemen. Zij blijven rein, ook al worden zij zwart gemaakt. Als zij bespot worden, zegenen zij. Wanneer zij smadelijk behandeld worden blijven zij toch de anderen met respect bejegenen. Terwijl zij goeddoen worden zij als boosdoeners gestraft. Ook als zij gestraft worden, verheugen zij zich alsof zij nieuw leven ontvangen. Door de joden worden zij als ketters behandeld, door de Grieken vervolgd. Toch weet niemand een gegronde reden voor deze haat. Samengevat: wat de ziel voor het lichaam is, zijn de christenen voor de wereld. De ziel heeft zich door alle delen van het lichaam verspreid; zo bevinden de christenen zich in alle steden van de wereld. Hoewel de ziel zich in het lichaam bevindt, behoort hij er niet toe. Zo zijn de christenen ín de wereld, zonder ván de wereld te zijn!
 
(5) Belijdenis doen houdt ook in: je vrijwillig aansluiten bij de kerk van Jezus Christus. Deze kerk heeft een wereldwijde én vooral een plaatselijke openbaring. Deze kerk wordt in de Bijbel genoemd: een pilaar en vastigheid der waarheid (I Timotheüs 3 vers 15), waar de waarheid dus bewaard en hoog gehouden wordt / moet worden. Daarom komt het aan op: leven uit de waarheid en belijden van de waarheid.

Wanneer je van de christelijke gemeente (belijdend) lid wordt (omdat je al (doop)lid was...), houdt dat onder andere in:

· je leeft in haar gemeenschap
· je draagt verantwoordelijkheid voor haar welzijn
· je bent mede schuldig aan haar verval (Ezra 9 vers 6-7& 15; Daniël 9 vers 4-5 & 9)
· je weet je verplicht om haar te dienen (zie HC, 55)
· je bent verlangend om haar weer uit haar vervallen staat te helpen oprichten
· je bent onderworpen aan haar Bijbelse tucht
 
Misschien stel je de vraag hoe belangrijk het is voor belijdenisdoen, dat je je thuis voelt in je gemeente. Je kiest je gemeente niet. Oorspronkelijk was er in elke plaats maximaal één gemeente, weliswaar geen volmaakte gemeente, maar wel een gemeente, die heilig wordt genoemd (I Korinthiërs 1 vers 2), dat is: aan Christus verbonden. En zo hoort het ook nu nog te zijn. Er is dus principieel gezien geen keuzemogelijkheid. In de praktijk is het in Nederland sinds 1834 anders: je kunt nu kiezen uit allerlei kerken. Om een goede keus te maken is nodig de kenmerken te weten van de kerk (zie ook les 16), namelijk de zuivere prediking van Gods Woord (zie ook les 2), de zuivere bediening van de sacramenten en de zuivere uitoefening van de kerkelijke tucht (zie ook lessen 18-20). Als jouw gemeente hieraan beantwoordt - al is het onvolkomen, en al vallen individuele leden tegen - dan houdt Christus daar nog Zijn wandelingen (zie Openbaring 2 vers 1). Mag jij er dan weggaan?
 
Zo komen de volgende vragen op deze eerste avond van de belijdeniscatechisatie naar ons toe:

· wat zegt onze doop ons?
· hoe staan wij ten opzichte van het avondmaal?
· hoe is ons hart gezind ten opzichte van Gods Woord?
· hoe is de praktijk van ons leven?
· hoe staan wij in de kerk / de gemeente van Jezus Christus?
 
Kun jij nalatig zijn om belijdenis te doen en toch zalig worden (is parfum nog parfum als het niet te ruiken is)? Nee, zie Romeinen 10 vers 9-10.
 
Matthew Henry merkt op dat het hier gaat over: Het openlijk belijden dat wij met Hem in betrekking staan en van Hem afhankelijk zijn, als onze Vorst en Zaligmaker; het belijden van het christendom tegenover alle verlokkingen en verschrikkingen van de wereld; het naast Hem staan in alle omstandigheden.

Deze belijdenis is het bewijs van grote zelfverloochening, liefde voor Christus, verachting van de wereld, grote moed en veel beslistheid.

De belijdenis met de mond, terwijl zij geen kracht uitoefent in het hart, is slechts spotternij; de wortel ervan moet gelegen zijn in een ongeveinsde instemming met het Evangelie betreffende Christus. Hierin ligt meer opgesloten dan een toestemmen van het verstand; het houdt in een toestemmen van de wil, een inwendig, hartelijk, oprecht en krachtig toestemmen. Er is geen geloof, tenzij met het hart. Met de mond belijdt men ter zaligheid; belijdenis tot God in gebed en dankzegging, belijdenis voor de mensen, door de erkenning van Gods wegen. Een gedeelte van de eer van Christus Jezus is dat elke tong Hem zal verheerlijken. Wij hebben hier een beknopte opsomming van de voorwaarden der verlossing, en zij zijn in het kort dat wij aan God moeten wijden, overgeven en afstaan onze zielen en onze lichamen; - onze zielen door het geloven met het hart, en onze lichamen door het belijden met de mond.
 
Onderzoek al deze dingen eerlijk; buig voor God in het stof en smeek Hem dat Hij je dit alles bevindelijk (gelovig, met je hart, met heel je wezen) zal leren. Je wilt immers oprecht zijn in je "ja-woord"? Dat is de weg van waarachtige bekering.
 
Wat betuig ik?

"En al het volk zal antwoorden en zeggen: Amen." Deuteronomium 27 vers 11-26
 
Je wilt graag weten wat je precies dóet wanneer je in het plechtig uur je jawoord uitspreekt in het midden der gemeente op de vragen die je gesteld worden.
 
Belijdenis doen is het erkennen van je zijn in het verbond; het erkennen en ernstig nemen van alles wat God in onze doop over ons betekend en verzegeld heeft.
 
De belijdenis, kan alleen een Schriftuurlijk karakter dragen, als we haar zien in samenhang met Gods verbond, waarin we gesteld zijn. Want voor ons geldt hetzelfde als voor het bondsvolk van de oude dag, toen het geroepen werd zijn Amen uit te spreken op de zegen en vloek van het verbond. Je bent in het verbond gesteld en aangaande het verbond onderwezen. Nu word je op mondige leeftijd geroepen hierop te antwoorden. Je hebt je Amen uit te spreken op het verbond, zowel op zijn zegen als op zijn vloek. Dat is de inhoud van de openbare belijdenis.
 
Je wordt geroepen je Amen uit te spreken op Gods verzekering dat Hij je gelegd heeft onder het zegel van Zijn genadige beloften. Je spreekt je Amen uit op de bijzondere weldaden van God, die je hierin bewezen zijn. Je erkent dat God daarin tot je gekomen is met de schenking en aanbieding van de rijke schatten der genade in Christus, en dat Gods eis tot bekering en geloof in Christus billijk is. Je zegt er Amen op, dat de oorzaak van onbekeerd voortleven op het erf van het verbond gezocht moet worden in het gij hebt niet gewild, en dat God rechtvaardig komt met Zijn verbondswraak over degene die in zijn onbekeerlijkheid volhardt.
Dat is belijdenis doen: je Amen uitspreken op de zegen en vloek van het verbond. Als verbondskind word je daartoe geroepen. Je moet erkennen, dat God recht op je heeft en dat je Hem hebt te gehoorzamen. Als je daarover nadenkt, zal je merken, dat je, zolang je de enige rust in Christus niet kent, opgejaagd wordt. En dat is ook de bedoeling, want je mag nergens een oplossing zien buiten de eenheid met de Heere Jezus Christus. Daarom is het noodzakelijk om in de knel te komen, totdat je neerzinkt aan Jezus' voeten.
 
Toen Israël zijn Amen moest uitspreken op de zegen en vloek van het verbond, werd het er eenvoudig voor geplaatst: en al het volk zal zeggen: Amen. Dat geldt ook voor jou, kind des verbonds. Het zij je tot eeuwige zegen.
 
Het spreekt vanzelf dat hierbij van je verwacht wordt, dat je toont met de zaak ernst te maken. Als dat bij je gemist wordt, spreekt het eveneens vanzelf, dat je niet kunt worden toegelaten tot de openbare belijdenis. Want al in je uiterlijk gedrag toon je het verbond des Heeren te verachten. Je Amen zou dus een zichtbare leugen zijn. Dat mag de kerkenraad niet toelaten, want daarmee breek jij openlijk Gods verbond en stel jij je daarmee bloot aan Gods rechtvaardige toorn over de verbondsbrekers. Je mag daarvoor wel met recht vrezen, omdat het Tyrus en Sidon (heidense steden) verdraaglijker zal zijn in het oordeel dan de kinderen van het Koninkrijk, die de weg geweten, maar niet bewandeld hebben.
 
Je wilt toch niet proberen je te verontschuldigen met te wijzen op je onmacht ten goede? Dat kan je en mag je niet opgeven als oorzaak van je tot nu toe onbekeerd gebleven zijn. Want de Heere heeft je juist in Zijn grote onverdiende genade gesteld op het erf van Zijn genadeverbond, waar alles ons toegezegd wordt wat ons ontbreekt. Niet alleen worden jou de vergeving der zonden en het eeuwige leven om Christus' wille aangeboden, maar ook Zijn Heilige Geest, Die het geloof werkt. De Heere biedt je de weldaad der vergeving niet aan zonder ook tot je te spreken van de genade van het geloof. Neen, Hij wil zowel het één als het ander aan je kwijt. Het genadeverbond is werkelijk genádeverbond, waarin Hij ook de Heilige Geest belooft, Die het hart wederbaart.
 
Sta je daar dan verlegen in je onmacht, die als een ondraaglijk zware last op je ziel weegt? Wel, dan werpe het je in de nood voor God neer in het smeekgebed: Heere, geef alles, wat Gij naar recht van mij eist, want daarin zult Gij verheerlijkt worden!
 
En God is geen leugenaar. Hij staat in voor Zijn Woord. Hij verzadigt werkelijk de mond die wijd tot Hem opengedaan wordt. Wij zingen niet voor niets: al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij 't smeekt, mild en overvloedig.
 
Daarom nooit gewezen op je onmacht als oorzaak van je nog onbekeerd zijn, maar jezelf eraan gewaagd, jezelf er op aangekeken. Dan zal het uitspreken van het Amen op de zegen en vloek van het verbond je ook in de knel brengen. En gevangenen redt God uit de boeien.

= = =
 
Een ieder die leeft op het erf van het verbond, behoort zich te laten dopen

De doop is gegrond in het verbond met Abraham. Die nu gedoopt zijn, kunnen geen doopleden blijven. Wanneer de jaren van het onderscheid gekomen zijn, worden zij voor de keus gesteld: de leer van de doop, van het verbond der genade, voor hun rekening nemen, of het leven der wereld verkiezen. Let nu op! Bij het belijdenis doen moet het ons niet alleen te doen zijn om het belijden van de leer, maar om het belijden van Christus in Zijn heerlijke ambten. De weg naar de belijdenis is een weg van gebed, van op de knieën, van strijd! Daar is de doop, waarin de Heere is gekomen met de verzegeling van Zijn beloften, de beloften der genade. Hebben we deze beloofde genade nodig? Zeg nu niet slechts met de mond 'ja'. De Heere vraagt naar waarheid in het binnenste. Dan maar geen belijdenis doen? Dat is de Heere en Zijn beloften verwerpen. Ja, maar hoe moet het nu? Op de knieën. Dit is de weg, wandel in dezelve!

Er zijn kerken waarin de kinderen automatisch de weg bewandelen van de doop naar het belijdenis doen en vervolgens naar het deelnemen aan het avondmaal. Zij zijn blijkbaar allen ware gelovigen. Maar… wanneer ik rondkijk, kan ik er maar weinig vinden. We zeggen dit vanuit de smart en vrees dat vroomheid en godsdienst worden aangezien voor bekering en wedergeboorte. We horen steeds weer dat zij aannemen wat met Christus gebeurd is aan het kruis. Hij heeft alles volbracht. Is dit dan niet goed? Inderdaad. We dienen te aanvaarden wat er met Christus is gebeurd. Maar er moet ook wat met de mens gebeuren! Hij moet van godsdienstig goddeloos worden, van een farizeeër een tollenaar, van een vriend een vijand, van iemand die meent behouden te zijn, een verloren zondaar.

Belijdenis doen. We hebben op het oog dat jongeren belijdenis doen van het zaligmakende geloof in Christus. Wat gaan we dan geloven? Als de Heere komt werken, komen we in het spoor terecht van de verloren zoon. Het spoor van de terugkeer, na de inkeer. Het spoor van de terugkeer door de trekkende liefde des Vaders. Dat is een weg van verootmoediging en schuldbelijden. We hebben dan een buitenvallend geloof: ik ben niet meer waardig Uw kind genaamd te worden, maak mij maar één van Uw huurlingen. Het kindschap verbeurd. We hebben dan een walg aan de zonde. We kunnen de zonden niet meer aan de hand houden! We leren ze haten. En de Vader als de liefhebbende Vader kennen. Hij kust de zoon. Daar is het toch om te doen. Om de kus, dat is om de Vader zelf!
 
Vragen:

1 Waarom wil jij belijdeniscatechisatie volgen?
2 Waarom wil jij belijdenis doen?
3 Wat heeft belijdenis doen te maken met de doop en wat met het avondmaal?
4 Wat is het verband tussen geloven met het hart en belijden met de mond?
5 Wat betekent II Timotheüs 2 vers 19 in verband met het doen van geloofsbelijdenis?
6 Wat vind jij van het volgende argument om (nog) geen belijdenis te doen: het is beter dat je niet belooft, dan dat je belooft en niet betaalt / volbrengt (Prediker 5 vers 4)?

Opdracht

Leren: Heidelbergse Catechismus vr. en antw. 120-124
Lezen: Mattheüs 10; Handelingen 8; Romeinen 10; II Timotheüs 2
Lezen: Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) 1
 
Bronnen bij het bovenstaande

Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 1: Dat er een enig God is

Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er is een enig en eenvoudig geestelijk Wezen, Dat wij God noemen: eeuwig, onbegrijpelijk, onzichtbaar, onveranderlijk, oneindig, almachtig; volkomen wijs, rechtvaardig, goed en een zeer overvloedige Fontein van alle goed.
 
Psalm 32 vers 5: "Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor de HEERE; en Gij vergaf de ongerechtigheid van mijn zonde."
 
Jona 1 vers 9: "En Jona zei tot hen: ik ben een Hebreeër; en ik vrees de HEERE, de God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft."
 
1 Koningen 8 vers 33: "Wanneer Uw volk Israël geslagen zal worden voor het aangezicht van de vijand, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zij zich tot U bekeren, en Uw Naam belijden, en tot U in dit huis bidden en smeken zullen..."
 
Markus 1 vers 4-5: "Johannes was dopende in de woestijn, en predikende de doop der bekering tot vergeving der zonden. En heel het Joodse land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden."
 
Mattheüs 10 vers 32-33: "Een ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is."
 
Ezechiël 16 vers 20-21: "Verder hebt gij uw zonen en uw dochteren die gij aan Mij gebaard hadt, genomen, en hebt ze aan hen (de afgoden) geofferd om te verteren; is het wat kleins van uw hoererijen dat gij Mijn kinderen geslacht hebt, en hebt ze overgegeven, wanneer gij ze voor hen door het vuur hebt doen gaan?"
 
Efeziërs 6 vers 10-18: "Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte van Zijn macht. Doet aan de hele wapenrusting van God, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van de wereld, van de duisternis van deze eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom, neemt aan de hele wapenrusting van God, opdat gij kunt weerstaan in de boze dag, en alles verricht hebbende, staande kunt blijven. Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid; en de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes. Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, waarmee gij al de vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. En neemt de helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, dat is Gods Woord. Met alle bidden en smeken, biddende altijd in de Geest, en hiertoe wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen."
 
Mattheüs 28 vers 19: "Gaat dan heen, onderwijst al de volken, die dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb."
 
Johannes 8 vers 31-32: "Jezus dan zei tot de Joden die in Hem geloofden: indien gij in Mijn woord blijft, zijt gij waarlijk Mijn discipelen; en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken."
 
I Timotheüs 2 vers 9-10: "Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met schaamte en matigheid zichzelf versieren, niet in vlechtingen van het haars, of goud, of parels, of kostelijke kleding; maar (wat de vrouwen betaamt die de godvruchtigheid belijden) door goede werken."
 
Titus 1 vers 16: "Zij belijden dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, omdat zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt."
 
I Petrus 2 vers 11: "Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke oorlog voeren tegen de ziel. En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat - in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners - zij uit de goede werken die zij in u zien, God verheerlijken mogen in de dag der bezoeking."
 
Ezra 9 vers 6-7 & 15: "En ik zei: mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan de hemel. Van de dagen van onze vaderen af zijn wij in grote schuld tot op deze dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven ... gelijk het is te dezen dage." "O HEERE, God van Israë, Gij zijt rechtvaardig; want wij zijn overgelaten ter ontkoming. Zie, wij zijn voor Uw aangezicht in onze schuld; want er is niemand, die voor Uw aangezicht zou kunnen bestaan, om zulks."
 
Daniël 9 vers 4-5 & 9: "Ik bad dan tot de HEERE, mijn God, en deed belijdenis, en zei: och Heere, Gij grote en verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt aan hen die Hem liefhebben en Zijn geboden houden. Wij hebben gezondigd en onrecht gedaan en goddeloos gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden en van Uw rechten." "Bij de Heere, onze God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, hoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben."
 
I Korinthiërs 1 vers 2: "Aan de gemeente van God, die te Korinthe is, de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen, met allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen in elke plaats, zowel hun als onze Heere."
 
Openbaring 2 vers 1: "Dit zegt Hij Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die in het midden der zeven gouden kandelaren wandelt..."
 
Romeinen 10 vers 9-10: "Indien gij met uw mond zult belijden de Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met de mond belijdt men ter zaligheid."
 
Deuteronomium 27 vers 11-26: "En Mozes gebood het volk te dien dage, zeggende: Dezen zullen staan om het volk te zegenen op de berg Gerizim, wanneer gij over de Jordaan gegaan zult zijn: Simeon, en Levi, en Juda, en Issaschar, en Jozef, en Benjamin. En dezen zullen staan over de vloek op de berg Ebal: Ruben, Gad en Aser, Zebulon, Dan en Nafthali. En de Levieten zullen betuigen en zeggen tot alle man van Israël, met verheven stem:
Vervloekt zij de man die een gesneden of gegoten beeld, een gruwel des HEEREN, een werk van ‘s werkmeesters handen, zal maken, en zal zetten in het verborgene! En al het volk zal antwoorden en zeggen: Amen.
Vervloekt zij die zijn vader of zijn moeder veracht! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die zijns naasten landpaal verzet! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die een blinde op de weg doet dwalen! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die het recht van de vreemdeling, van de wees en van de weduwe buigt! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die bij de vrouw van zijn vader ligt, omdat hij zijns vaders schaamte ontdekt heeft! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die bij enig beest ligt! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die bij zijn zuster ligt, de dochter van zijn vader of de dochter van zijn moeder! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die bij zijn schoonmoeder ligt! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die zijn naaste in het verborgene doodslaat! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die geschenk neemt om een ziel, het bloed van een onschuldige, te verslaan! En al het volk zal zeggen: Amen.
Vervloekt zij die de woorden van deze wet niet zal bevestigen, die doende! En al het volk zal zeggen: Amen.
 
II Timotheüs 2 vers 19: "Evenwel het vaste fundament van God staat, hebbende dit zegel: de Heere kent degenen die de Zijnen zijn; en: een ieder die de Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid."
 
Prediker 5 vers 4: Het is beter dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt.

Bestudeer hier ook eens: Het gezag van de Bijbel

Geheugensteun :

OVERZICHT VAN DE BIJBELSE GESCHIEDENIS periode OT/NT bijbelboeken

 1. OERGESCHIEDENIS OT Genesis

 2. AARTSVADERS OT Genesis

 3. UITTOCHT EN INTOCHT OT Exodus/Leviticus/Numeri/
 Deuteronomium/Jozua

 4. RICHTEREN EN EERSTE 3 KONINGEN OT Richteren/Ruth/
 Samuel/Koningen

 5. NOORDELIJK EN ZUIDELIJK RIJK OT Koningen/Kronieken

 6. BALLINGSCHAP OT Koningen/Kronieken/Ester

 7. TERUGKEER UIT DE BALLINGSCHAP OT Ezra/Nehemia
 
 8. PERIODE TUSSEN DE TESTAMENTEN -
 
 9. JEZUS NT Mattheüs /Marcus/
 Lucas/Johannes

 10. ONTSTAAN EN GROEI VAN DE KERK NT Handelingen

HETZELDE OVERZICHT MET JAARTALLEN

 1. OERGESCHIEDENIS OT wereldwijd ????-2000 vC

 2. AARTSVADERS OT Israël 2000-1400 vC

 3. UITTOCHT EN INTOCHT OT Israël 1400-1200 vC

 4. RICHTEREN EN EERSTE 3 KONINGEN OT Israël 1200-931 vC

 5. NOORDELIJK EN ZUIDELIJK RIJK OT Israël 931-586 vC

 6. BALLINGSCHAP OT Israël 586-538 vC

 7. TERUGKEER UIT DE BALLINGSCHAP OT Israël 538-425 vC
 
 8. PERIODE TUSSEN DE TESTAMENTEN - - 425-0 vC
 
 9. JEZUS NT Israël 0-33 nC

 10. ONTSTAAN EN GROEI VAN DE KERK NT wereldwijd 33-65 nC
 (in het jaar 70 is Jeruzalem verwoest)

 11. Openbaring van Johannes NT wereldwijd 80 nC

 12. Apocriefe Boeken van de apostelen - vaak in het Oosten vanaf 125 nC

Overzicht Bijbelse inhoud

1. OERGESCHIEDENIS ( ???? – 2000 v.C., zie Genesis)

Schepping van hemel en aarde, dieren en mensen
Adam en Eva de eerste mensen
Zondeval satan verleidt de mensen tot zonde (ingaan tegen Gods wil en bedoeling
ongehoorzaam zijn aan God ) er komt een breuk tussen God en mensen door de zonde
Kain en Abel de eerste moord

Zondvloed de grote overstroming als Gods straf voor de slechtheid van de mensen
Noach de enige mens die (met zijn familie) de zondvloed overleeft
Torenbouw van Babel spraakverwarring à de mensen verspreiden zich over de aarde
Gevolgen van de zonde: de mens wordt sterfelijk, het leven op aarde is niet langer zoals God het bedoeld heeft, er komt ziekte, dood en allerlei ellende (de hemel is niet langer op aarde)

2. AARTSVADERS (2000 – 1400 v.C., zie Genesis)

Abraham hij is de stamvader van het volk Israël, hij trekt vanuit Mesopotamië (=Irak) naar Kanaän (=Israël): , het beloofde land
Isaäk hij treedt in de voetsporen van Abraham. Verder weinig verhalen
Jakob hij krijgt een andere naam: Israël, hij krijgt 12 zonen: uit hen komen de 12 stammen van het volk Israël voort
Jozef 1 van de 12 zonen van Jakob, hij wordt onderkoning in Egypte
Trek naar Egypte i.v.m. hongersnood

3. UITTOCHT EN INTOCHT (1400 – 1200 v.C., zie Exodus/Leviticus/Numeri/Deuteronomium/Jozua)

Slavernij in Egypte omdat het volk Israël (te) groot werd
Uittocht uit Egypte na de 10 plagen, o.l.v. Mozes
Wetgeving God geeft Zijn wegwijzers en leefregels (o.a. de Tien Geboden)
Woestijnreis vanwege het ongeloof en de ongehoorzaamheid van het volk
Intocht in Kanaän (het beloofde land) o.l.v. Jozua

4. RICHTEREN EN EERSTE 3 KONINGEN (1200 – 931 v.C., zie Richteren/Ruth/Samuel/Koningen)

- De periode van de richters (of rechters), zoals: Gideon, Simson en Samuel
het volk is ongehoorzaam aan God à God stuurt vijanden die het land binnenvallen, het volk bekeert Zich tot God
God verlost het volk van hun vijanden.
God gebruikt daarvoor richters (of rechters). Hun taak is het volk leiden en het volk van hun vijanden verlossen
- De periode van de eerste drie koningen: Saul,David (David maakt Jeruzalem hoofdstad)
en Salomo. (Salomo bouwt voor God de tempel in Jeruzalem)

5. NOORDELIJK EN ZUIDELIJK RIJK (931 – 586 v.C., zie Koningen/Kronieken)

Na Salomo (in 931 vC) vindt de scheuring van het Rijk plaats; het koninkrijk valt uiteen in 2 rijken:
 - een Noordelijk Rijk (Israël): 10 stammen
 - een zuidelijk Rijk (Juda): 2 stammen

Het Noordelijk Rijk Israël eindigt in de Assyrische ballingschap (in 722 vC) Het Noordelijk Rijk is zeer instabiel: 10 verschillende koningshuizen volgen elkaar op.Alle koningen van dit Rijk zijn ongehoorzaam aan God. De slechtste koning is Achab (onder invloed van zijn vrouw Izebel).De bevolking van dit Rijk gaat afgoden dienen en houdt zich niet aan Gods geboden. God stuurt profeten om het volk te waarschuwen. De profeten roepen het volk op om zich te bekeren tot God. Zoniet, dan zal God zijn volk moeten straffen.

Bekende profeten in het Noordelijk Rijk zijn Elia en Elisa.
Het volk blijft echter ongehoorzaam. Daarom wordt het Noordelijk Rijk in 722 vC ingenomen door de toenmalige wereldmacht Assyrië. Het volk wordt in ballingschap naar Assyrië gebracht en keert nooit meer terug. Dit noemen we de Assyrische ballingschap.

Het Zuidelijk Rijk Juda loopt uit op de Babylonische ballingschap (in 586 vC) Het Zuidelijk Rijk is stabieler: er is slechts 1 koningshuis (dat van David).Ook in dit Rijk zijn veel koningen ongehoorzaam aan God, maar er zijn er ook die doen wat goed is in Gods ogen. De slechtste koningen zijn: Achaz en Manasse. De beste koningen zijn: Hizkia en Josia. Ook de bevolking van dit Rijk gaat op den duur afgoden dienen en houdt zich niet langer aan Gods geboden.

Ook hier stuurt God profeten om het volk te waarschuwen. De profeten roepen het volk op om zich te bekeren tot God. Zoniet, dan zal God zijn volk moeten straffen. Bekende profeten in het Zuidelijk Rijk zijn Jesaja en Jeremia.

Het volk blijft echter ongehoorzaam. Daarom wordt het Zuidelijk Rijk in 586 vC ingenomen door de toenmalige wereldmacht Babel. Jeruzalem en de tempel worden verwoest. Het volk wordt in ballingschap naar Babylonië gebracht. Dit noemen we de Babylonische ballingschap.

Conclusie: doordat het volk in beide Rijken ongehoorzaam aan God was, werden ze (als straf) uit het beloofde land weggevoerd naar het land waar hun stamvader Abraham ooit vandaan kwam, namelijk Irak (dat is het land waar Assyrië en Babylonië lagen).

6. BALLINGSCHAP (586 – 538 v.C., zie Koningen/Kronieken/Ester)

Belangrijke profeten tijdens de ballingschap zijn: Ezechiël en Daniël. Daniël krijgt als Joodse man een belangrijke positie: eerst in het Babylonische Rijk, daarna in het Medo-Perzische Rijk.Ook het verhaal van het Joodse meisje Ester speelt zich tijdens de ballingschap af. Zij wordt koningin in het Medo-Perzische Rijk en redt haar volk van de totale uitroeiing.

7. TERUGKEER UIT DE BALLINGSCHAP (538 – 425 v.C. ,zie Ezra/Nehemia)

God is trouw aan Zijn volk. De ballingen van het Zuidelijk Rijk kunnen na verloop van tijd uit de ballingschap terugkeren naar Israël. Echter, lang niet alle Joden keren terug.

De terugkeer vindt plaats in 3 etappes:
1. o.l.v. Zerubbabel rond 538 vC daarna: herbouw van de tempel in Jeruzalem (516 vC)
2. o.l.v. Ezra rond 458 nC
3. o.l.v. Nehemia rond 445 nC daarna: herbouw van de stadsmuren van Jeruzalem

Ook na de terugkeer uit de ballingschap vervalt het volk weer in oude fouten. Toch hoor je niet meer van een aperte afgoderij. In deze periode werken de ‘kleine profeten’.

8. PERIODE TUSSEN DE TESTAMENTEN (425 – 0 v.C.)

Over deze periode zijn in de Bijbel geen boeken opgenomen. In deze periode wordt het Medo-Perzische Rijk verslagen door de nieuwe wereldmacht: de Grieken (o.l.v. Alexander de Grote). Later worden de Romeinen de nieuwe wereldmacht.

9. JEZUS (0 – 33 n.C. (zie Matteus/Marcus/Lucas/Johannes)

Jezus’ geboorte (uit de maagd Maria) , oftewel KERST
Jezus’ openbare optreden: wat Hij zei: ( Zijn leer, Zijn uitspraken en toespraken en Zijn gesprekken met anderen
wat Hij deed: - Zijn wonderen en tekenen
- Zijn genezingen, bevrijdingen en opwekkingen
Zijn omgang met Zijn Vader in de hemel , Zijn familie,Zjn discipelen/volgelingen),
maar ook Zijn geestelijke tegenstander (de duivel) en met Zijn menselijke tegenstanders
Jezus’ gevangenneming en veroordeling (hoewel onschuldig)
Jezus’ kruisiging, Jezus’ sterven, oftewel GOEDE VRIJDAG, maar ook Jezus’ opstanding uit de dood, oftewel PASEN
Jezus’ opdracht: Ga heen en maak alle volken tot Mijn discipelen, doop hen en leer hen onderhouden wat Ik bevolen heb

10. ONTSTAAN EN GROEI VAN DE KERK 33 - 65 n.C. (zie Handelingen)

 Jezus’ hemelvaart HEMELVAART
 De uitstorting van de Heilige Geest (Jezus’ plaatsvervanger) PINKSTEREN
 Het ontstaan van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem
 De vervolging van de eerste christenen (met name door Saulus)
 De bekering van Saulus (later: Paulus)
 De verspreiding van het christelijk geloof vanuit Jeruzalem naar Rome:
 - via Syrië, Turkije, Griekenland en Italië
 - door de verschillende zendingsreizen van Paulus en zijn medewerkers

Tot slot een viertal opmerkingen over Persoonlijke Stille Tijd

1.Stille tijd is een moment van stil worden, van toewijding, je richten op God. Op zich is het gebonden aan een bepaald moment van de dag of een bepaalde handeling. Het is echter wel aan te bevelen om een bepaald deel van de dag te kiezen, bij voorkeur een vast moment, met een min of meer vaste invulling. Zo ontstaat hopelijk een goede gewoonte:dagelijkse omgang met God. Het is eigenlijk toch geweldig dat we dagelijks omgang met de Here Zelf mogen hebben!

2.We moeten leren luisteren naar God. God is echter geen radio waar je maar even op afstemt. Het is ok niet zo dat Hij altijd tot je spreekt. Je kunt Hem vooral horen door de Bijbel te lezen . In een Bijbelgedeelte vraag je dan: Wat zegt dit over God? Wat zegt dit over mij en wat kan en moet ik hiermee doen?

3.We mogen de Bijbeltekst ‘herkauwen’, oftewel een kort gedeelte vaker achter elkaar lezen en tot je door laten dringen. Je kunt bijvoorbeeld bij ene bepaalde tekst blijven stilstaan en vragen: wat zegt dit mij en wat betekent dit voor mij?

4.Stille tijd is voor veel mensen ook best lastig, want het lukt niet zo makkelijk. Dat levert soms een schuldgevoel op. Probeer de stille tijd zo vorm te geven dat het iets levends wordt. Je blijft je leven lang leerling en we moeten vooral leren om geduld met onszelf te hebben. Elke keer kun je opnieuw proberen om dicht bij God te komen. Dit is wat God wil: blijf Hem zoeken, want Hij is te vinden.(Jes55:6)

Info over diverse belijdenissen

    Denk ook eens na over huwelijkscatechisatie

    Heidelbergse Catechismus

    Nederlandse Geloofsbelijdenis met tekstverwijzingen

Apostolische Geloofsbelijdenis of de "Twaalf Artikelen", via Online-bijbel.nl  

Geloofsbelijdenis van Nicea, via Online-bijbel.nl  

Geloofsbelijdenis van Athanasius, via Online-bijbel.nl

Heidelbergse Catechismus, via Online-bijbel.nl, met zoekmogelijkheid

Heidelbergse Catechismus, via Theologienet.nl, met verwijzingen naar bijbelteksten

Heidelbergse Catechismus, via Wikipedia.org

Heidelbergse Catechismus, via Kerken.com, met zoekmogelijkheid

Nederlandse Geloofsbelijdenis, via Online-bijbel.nl, met zoekmogelijkheid

Dordtse Leerregels, via Online-bijbel.nl, met zoekmogelijkheid

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible

The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)